Posts tonen met het label oordeel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label oordeel. Alle posts tonen

De etiquette van oordelen en mening geven

Terughouden of delen

Mensen die te pas en te onpas oordelen geven kunnen bijzonder irritant zijn.
In situaties waar je beperkte informatie hebt, emotionele gevoeligheid vereist is, of wanneer het om privézaken gaat, is het beter om terughoudend te zijn. Het moge duidelijk zijn dat het de voorkeur heeft om een mening te geven wanneer een oordeel valt te vermijden.

Het verschil tussen oordelen en je mening geven ligt in de manier waarop je je gedachten uitdrukt en de context waarin dit gebeurt.

Wat is een oordeel vellen?

Een oordeel vellen heeft vaak een negatieve connotatie, omdat het kan impliceren dat je snel conclusies trekt zonder voldoende informatie of zonder open te staan voor andere perspectieven. Een oordeel kan ook neigen naar een veroordelende toon, waarbij je iemand beoordeelt zonder echt te proberen te begrijpen waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt.

Wat is een mening geven?

Het geven van je mening houdt in dat je je persoonlijke gedachten en gevoelens deelt over een bepaald onderwerp. Dit kan worden gedaan met respect voor verschillende perspectieven en zonder de intentie om anderen te beoordelen. Wanneer je je mening deelt, geef je aan hoe je denkt over een bepaald onderwerp, gebaseerd op je ervaringen, kennis en overwegingen.

Belangrijkste verschillen zijn de volgende.

  1. Intentie. Oordelen zijn vaak gericht op kritiek of het beoordelen van anderen, terwijl het delen van je mening gericht is op het delen van jouw persoonlijke gedachten en gevoelens.
  2. Respect en empathie. Bij het delen van je mening kun je respectvol en empathisch zijn tegenover andere standpunten. Bij oordelen ontbreekt vaak dit begrip en respect.
  3. Openheid voor discussie. Het delen van je mening kan het begin zijn van een constructieve discussie, waarbij je bereid bent om naar anderen te luisteren en van gedachten te wisselen. Oordelen zijn vaak definitief en kunnen discussie moeilijker maken.
  4. Informatie en overweging. Bij het delen van je mening kun je uitleggen waarom je zo denkt en welke factoren je overwegingen hebben beïnvloed. Oordelen missen vaak deze diepgang en kunnen gebaseerd zijn op oppervlakkige indrukken.

Kortom, het delen van je mening gaat over het uitdrukken van je gedachten en gevoelens met respect voor anderen, terwijl oordelen vaak snelle conclusies zijn die gebaseerd kunnen zijn op vooroordelen en niet noodzakelijk respectvol zijn.

Gepast kan het geven van oordelen zijn onder de volgende omstandigheden

  • Deskundigheid. Wanneer je aanzienlijke kennis en expertise hebt over een onderwerp, kan het delen van je oordeel bijdragen aan een zinvolle discussie en anderen helpen begrijpen.
  • Zorgvuldige overweging. Als je voldoende tijd hebt genomen om informatie te verzamelen, verschillende perspectieven te onderzoeken en een weloverwogen standpunt te vormen, kun je je oordeel delen.
  • Openbare kwesties. Bij onderwerpen die de samenleving beïnvloeden, zoals politiek, ethiek of maatschappelijke kwesties, kan het delen van je oordeel bijdragen aan openbaar debat en bewustwording.
  • Persoonlijke ervaringen. Het delen van oordelen gebaseerd op persoonlijke ervaringen kan empathie kweken en anderen helpen die soortgelijke situaties doormaken.


Voorzichtigheid is geboden bij de volgende omstandigheden

  • Beperkte kennis. Als je onvoldoende informatie hebt over een onderwerp, is het beter om terughoudend te zijn. Ongefundeerde oordelen kunnen misinformatie verspreiden.
  • Gevoelige onderwerpen. Bij onderwerpen die emotioneel geladen zijn of die anderen kunnen kwetsen, is het belangrijk om met respect en empathie te communiceren.
  • Complexiteit. In complexe situaties waarbij meerdere factoren betrokken zijn, is het vaak verstandig om niet overhaast te oordelen en ruimte te laten voor nuances.
  • Privéaangelegenheden. Oordelen over iemands persoonlijke leven of keuzes kunnen als indiscreet of ongepast worden beschouwd. Respecteer de privacy van anderen.
  • Wanneer ongevraagd. Ongevraagde oordelen kunnen als opdringerig worden ervaren. Als iemand niet om je mening heeft gevraagd, is het goed om terughoudend te zijn.

Balans

De etiquette rond het delen van meningen en het vormen van oordelen is een delicate balans tussen respect voor anderen, openheid voor verschillende perspectieven en het uiten van je eigen gedachten. Hier volgen enkele richtlijnen.

  • Respectvol luisteren. Voordat je je eigen mening uit, is het belangrijk om anderen te laten uitpraten en hun standpunten te begrijpen. Luister actief en toon respect voor hun gedachten, zelfs als je het er niet mee eens bent.
  • Oordeel uitstellen. Het is waar dat snel een oordeel vellen vaak ongegrond kan zijn, omdat je misschien niet alle feiten of nuances kent. Neem de tijd om informatie te verzamelen voordat je een definitief standpunt inneemt.
  • Openheid voor andere perspectieven. Het delen van je mening betekent niet dat je onbuigzaam moet zijn. Sta open voor andere meningen en wees bereid om je standpunt aan te passen op basis van nieuwe informatie of inzichten.
  • Wees voorzichtig met absolute uitspraken. Vermijd het gebruik van woorden als "altijd" en "nooit", omdat situaties vaak complex zijn en er uitzonderingen kunnen zijn. Formuleer je mening met respect voor de mogelijkheid van variabiliteit.
  • Constructieve communicatie. Als je besluit je mening te delen, doe dit dan op een respectvolle en constructieve manier. Vermijd aanvallende taal of denigrerende opmerkingen, zelfs als je het oneens bent.
  • Vragen stellen. Als je geen sterke mening hebt over een bepaald onderwerp, kun je nog steeds deelnemen aan gesprekken door vragen te stellen en interesse te tonen in de standpunten van anderen. Dit laat zien dat je open staat voor leren en begrijpen.
  • Erkenning van onzekerheid. Het is volkomen acceptabel om soms te zeggen: "Ik ben er nog niet helemaal zeker van" of "Ik ben nog bezig mijn gedachten hierover te vormen". Dit toont eerlijkheid en de bereidheid om na te denken.
  • Kies je gevechten. Je hoeft niet overal een mening over te hebben. Het is prima om selectief te zijn in de onderwerpen waarover je deelneemt aan discussies. Focus op die waar je genoeg kennis over hebt of die je persoonlijk raken.

Uiteindelijk draait het allemaal om evenwicht en respect. Het is niet verplicht om overal een mening over te hebben, maar als je ervoor kiest om je mening te delen, doe dit dan met respect voor anderen en een open geest voor verschillende perspectieven.

Bedenk dat de wens om te oordelen sterk samenhangt met het aanhangen van een overtuiging. Vraag je af: "is wat ik wil delen waar, is het noodzakelijk en is het aardig"?

Irritatie bij ongevraagde oordelen

Wanneer iemand ongevraagd oordelen over je uit, kan het soms lastig zijn om ermee om te gaan. Je bent niet verplicht om jezelf te verdedigen tegen ongevraagde oordelen. Het belangrijkste is om respectvol te blijven, je grenzen aan te geven en te handelen op een manier die voor jou comfortabel en gepast is. Dat is vaak met humor.
Wanneer je verkiest om jouw kwaadheid of irritatie te delen over een ongevraagd en ongewenst oordeel, gebruik "ik voel..." of "ik denk..." om je emoties op een persoonlijke manier uit te drukken.

Het waarnemerseffect bij mensen en subatomaire deeltjes

Je kunt een vergelijking maken van het gedrag van subatomaire deeltjes in de kwantumfysica met onze waarneming van andere mensen. Dit concept wordt soms ook wel "het waarnemerseffect" genoemd in de kwantummechanica. In de kwantumfysica suggereert het waarnemerseffect dat het gedrag van subatomaire deeltjes kan variëren afhankelijk van hoe we ze observeren. Dit wordt ook wel het golf-deeltje dualisme genoemd. Wanneer we de deeltjes observeren, gedragen ze zich als discrete deeltjes, terwijl ze zich als golven gedragen wanneer ze niet worden geobserveerd. 

In het dagelijks leven zijn onze waarnemingen en percepties van andere mensen subjectief en beïnvloed door onze eigen ervaringen, overtuigingen, emoties en verwachtingen. We hebben allemaal onze eigen unieke lens waardoor we de wereld en anderen zien. Hierdoor kan hetzelfde gedrag van een persoon door verschillende mensen anders worden geïnterpreteerd.
Wanneer we naar anderen kijken, kunnen we geneigd zijn om een oordeel te vellen, gebaseerd op onze eigen percepties, normen en waarden. Onze observatie van hun gedrag kan gekleurd zijn door onze eigen vooroordelen en interpretaties. Dit kan leiden tot labels, aannames en generalisaties over anderen, zonder dat we altijd het volledige beeld hebben.
Aan de andere kant, wanneer mensen het gevoel hebben dat ze niet worden bekeken of beoordeeld, kunnen ze zich vaak meer ontspannen en vrij voelen om zichzelf te zijn. Dit gevoel van onbespied zijn kan mensen aanmoedigen om authentieker te zijn en zichzelf te uiten zonder de druk van externe beoordeling.

De analogie met het waarnemerseffect in de kwantumfysica is intrigerend omdat het benadrukt hoe onze observaties en percepties van anderen invloed hebben op hun gedrag en hoe zij zichzelf ervaren. Het kan ons bewust maken van het belang van empathie en begrip, en hoe het aannemen van een minder oordelende houding anderen kan helpen zich meer geaccepteerd en gewaardeerd te voelen.
Wat we weten of begrijpen van andere mensen heeft een grote invloed op hoe we hen waarnemen en interpreteren. Als we meer over iemand te weten komen, kunnen we empathischer worden en een dieper begrip ontwikkelen van waarom ze bepaalde keuzes maken of zich op een bepaalde manier gedragen. Onze perceptie van hun gedrag kan dan verschuiven van een oppervlakkige en oppervlakkige interpretatie naar een meer genuanceerd begrip.

Deze parallel laat zien hoe complex menselijke interacties zijn en hoe belangrijk het is om open te staan voor verschillende perspectieven en een bereidheid te hebben om onze oordelen bij te stellen naarmate we meer leren over andere mensen. Het herinnert ons eraan dat onze percepties en interpretaties niet absoluut zijn, maar eerder een reflectie van onze eigen unieke ervaringen en psychologische processen. Het cultiveren van empathie, nieuwsgierigheid en een open geest kan ons helpen om anderen beter te begrijpen en een diepere verbinding met hen tot stand te brengen.
 

Te vaak angst voor de dood

Irreële angst voor een straf van God

Voor de meeste mensen die midden in het leven staan is het leven te mooi om te verliezen. Maar de kwaliteit van leven wordt soms vergald door een sluimerende angst voor de dood, terwijl er geen enkele directe aanleiding voor lijkt te zijn.
De dood is een universele menselijke ervaring en het is natuurlijk dat het concept ervan vragen en angst kan oproepen. Religie kan mensen troost en houvast bieden door middel van spirituele hoop en een geloof in een betekenisvolle voortzetting na de dood. Veel religies bieden een concept van het hiernamaals, waarin de beloning of bestraffing van individuen na de dood wordt bepaald. Voor sommige gelovigen kan dit geloofsaspect een gevoel van angst of onzekerheid met zich meebrengen met betrekking tot de dood en wat er daarna komt.
Er zijn verschillende psychologische en theologische perspectieven die verbanden leggen tussen de angst voor de dood en religieuze opvattingen over goddelijke straf. Hoewel deze perspectieven niet allemaal dezelfde verklaringen geven, bieden ze inzicht in mogelijke associaties tussen de twee fenomenen. Hier zijn enkele voorbeelden.

  1. Terror Management Theory. Deze psychologische theorie suggereert dat mensen hun sterfelijkheid onder ogen zien en een diepgewortelde angst voor de dood hebben. Religie en geloof in een goddelijke straf kunnen dienen als een psychologisch afweermechanisme om deze angst te verminderen. Het geloof in een leven na de dood, hemelse beloningen en straffen kan een gevoel van controle en veiligheid bieden in het licht van de onvermijdelijke dood.
  2. Theologische opvattingen. Binnen bepaalde theologische kaders wordt de angst voor de dood in verband gebracht met religieuze opvattingen over goddelijke straf en beloning. Sommige religieuze tradities geloven dat het hiernamaals een plaats is waar beloningen en straffen worden uitgedeeld op basis van iemands daden en geloof. Deze overtuigingen kunnen de angst voor de dood vergroten, omdat ze het idee versterken dat de dood een overgang is naar een oordeelsvolle sfeer.

Het is relevant om te benadrukken dat er binnen verschillende religies en spirituele tradities ook opvattingen zijn die troost, hoop en zingeving bieden in het licht van de dood, zonder nadruk te leggen op angst of straf. Deze perspectieven kunnen de nadruk leggen op liefde, genade, verlossing, spirituele groei en de mogelijkheid van een vreedzaam en vervuld leven, ongeacht de dood.
Angst voor straf van God kan sommige mensen belemmeren in het uiten van negatieve gedachten of twijfels over hun leven. Religieuze overtuigingen en doctrines kunnen een sterke invloed hebben op het denken en gedrag van gelovigen, en angst voor goddelijke straf kan een krachtige motivator zijn om bepaalde gedachten en emoties te onderdrukken.

Gebrek aan vertrouwen

Deze angst kan voortkomen uit de overtuiging dat negatieve gedachten of twijfels als een teken van gebrek aan geloof, vertrouwen in of ongehoorzaamheid aan God worden beschouwd. Het kan leiden tot zelfcensuur of het onderdrukken van natuurlijke menselijke ervaringen, zoals twijfels, angsten of negatieve gevoelens.

Vrijheid als Godsgeschenk

Het idee dat vrijheid een geschenk van God (het universum) is, komt voor in verschillende religieuze en spirituele tradities. Veel gelovigen geloven dat God ons de vrijheid heeft gegeven om keuzes te maken en onze eigen weg te volgen.
Voor sommige mensen kan het geloof in de goddelijke gave van vrijheid juist een bron van kracht en geruststelling zijn. Het kan een gevoel van autonomie, verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om zelf richting te geven aan het leven bevorderen.
Het is belangrijk om op te merken dat vrijheid in de context van religie en spiritualiteit op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. Het kan gaan om vrijheid van zonde, vrijheid om moreel goede keuzes te maken, vrijheid van angst of vrijheid om spiritueel te groeien. De specifieke invulling van het concept van vrijheid kan variëren tussen religies, denominaties en individuen.
Het idee van vrijheid als een geschenk van God kan ook resoneren met de bredere filosofische discussie over de aard van vrijheid, determinisme en moraliteit. Filosofen en theologen hebben eeuwenlang gedebatteerd over de vraag of menselijke vrijheid verenigbaar is met het idee van een alwetende en almachtige God.

Zie ook het blog Waarom bestaat er onrecht als er een God is?
 

Een oud Bijbelverhaal met actuele boodschap

Het Paradijsverhaal

Sommige verhalen werden duizenden jaren doorgegeven omdat er een kern van waarheid in zit die leerzaam kan zijn voor jong en oud. Een concept als ego was nog niet benoemd, maar de negatieve gevolgen van het hebben van te veel ego werd al wel aangevoeld. Denk aan de Toren van Babel of het verhaal van Icarus.
Dit essay gaat over het Paradijsverhaal, het verhaal uit Genesis van de slang die Adam en Eva verleidde tot het eten van de boom van goed en kwaad. En in dit ene zinnetje zitten al zo veel onwetenschappelijke, surrealistische elementen dat het logisch is dat er van de zeggingskracht weinig over is. Hoezo zou er een boom bestaan met vruchten waarvan je zou kunnen eten en vervolgens kennis kunnen hebben van wat goed is en wat slecht is? Hoezo kan een slang een mens verleiden? Wat moet ik denken van de volgorde dat eerst Eva werd verleid en dat vervolgens Adam door Eva werd verleid? Een kansloos verhaal voor onze tijd, zo lijkt het. Toch schrijven we heden ten dagen nog mensen af omdat we menen te weten wat goed en kwaad is.

In dit essay wil ik de boodschap van het paradijsverhaal actualiseren

Twijfels door de literaire vormgeving versluieren de inhoudelijke waarde van het verhaal. Duizenden jaren geleden veronderstelden mensen dat er een bovenwereld zou bestaan waarin alles wat in het ondermaanse niet zo aangenaam is, juist wel prettig is. Een paradijselijke bovenwereld waarin mensen en dieren vreedzaam samenleefden en waarin de dood niet bestond. Hoe mooi is dit beeld als vooruitzicht dat je zou kunnen verdienen door op de juiste manier te leven? Religieuze leiders vertelden deze verhalen om mensen een hoop te geven dat het aardse lijden niet voor niets zou zijn. Echter de scheidslijn tussen liefdevol hoop bieden en kwaadaardig manipuleren is dun.

De neiging om te oordelen

In de verhalen werd een paradijs geschetst waarin twee bomen een rol speelden als verklaring voor het bestaan van een eeuwig prettig leven. Die twee bomen heetten de Boom des levens en de Boom van goed en kwaad. Wanneer je de vruchten at van de boom des levens dan kon je niet dood gaan. In de christelijke theologie wordt de Boom des Levens soms gezien als een voorafbeelding van Jezus Christus, die de mogelijkheid biedt voor eeuwig leven door middel van zijn dood en opstanding. In het christendom wordt geloofd dat de mensheid eeuwig leven kan verkrijgen door geloof in Jezus Christus.

In het latijn hebben het Kwade en een appelboom dezelfde naam: “Malus”. God had de mens verboden om appels te eten van de boom van goed en kwaad. Eten daarvan zou de mens op gelijk niveau met God brengen. Alleen goden mochten absolute kennis hebben van wat goed is en wat niet. God kon en mocht daarover oordelen. Het is te verwachten dat mensen duizenden jaren geleden in de verleiding waren om te oordelen over een ander die zich niet aan de tien geboden hield. Net als nu hadden mensen vroeger de wens om zich omhoog te worstelen ten koste van anderen. Een hoge status verhoogde de kans op een aangenaam leven en op aantrekkelijke nakomelingen. Nog steeds gaan we in competitie om onze positie op de “apenrots” te verbeteren. 

De moderne psychologie heeft het over de sociale vergelijkingstheorie. We zijn relatief tevreden wanneer we het idee hebben dat we niet onderaan op de trap van de apenrots staan of dat ieder ander het beter lijkt te hebben. We willen ons onderscheiden en gezien worden zonder dat er op ons wordt neergekeken. Je mag een mening over mij hebben, maar schrijf mij niet af.
Met het paradijsverhaal wilden geestelijke voorgangers waarschuwen dat wanneer we onze neiging niet wilden inzien om te oordelen over anderen dat we dan niet meer zouden leven in het paradijs. We zouden van eenheid vervallen in tweeheid. De slang in het verhaal had wel verteld over de voordelen van de boom, maar niet over de nadelen. Adam en Eva werden zich na het eten van de appel onverwacht bewust alle dualiteit, waaronder van hun naaktheid (hun seksualiteit) en werden door God als straf verdreven uit het paradijs. Ze konden niet meer bij de boom des levens en waren gedoemd sterfelijk te zijn en konden als mensheid alleen nog overleven via hun kinderen. De term zondeval heeft hier haar oorsprong.

Zondeval en dualiteit

De mens erfde de gevolgen van het begaan van de eerste zonde en verviel tot lijden in een duale wereld buiten het paradijs.

In de christelijke traditie wordt de zondeval beschouwd als de oorsprong van de dualiteit tussen goed en kwaad, die de mensheid scheidt van God en van elkaar. Door te streven naar spirituele groei en verlossing kan de mensheid zich bevrijden van deze dualiteit en terugkeren naar eenheid met God.

In het boeddhisme wordt het idee van het ego of het individuele zelf beschouwd als een illusie die ons gevangen houdt in de cyclus van wedergeboorte en lijden. Door het ontwikkelen van wijsheid en mededogen, en door het overstijgen van het ego, kan men uiteindelijk de staat van verlichting bereiken, waarbij men zich bewust is van de onderlinge afhankelijkheid van alle dingen en de illusoire aard van het individuele zelf.

Politiek en onderdrukkende religie

Toen het christendom opkwam in de omgeving van Rome in de eeuwen na het begin van de jaartelling had de liefdevolle christelijke boodschap om je naaste(n) te behandelen zoals je zelf wilde te worden behandeld nog weinig politieke lading. De eerste christenen werden liefdeloos onderdrukt. De latere Romeinse machthebbers zagen steeds meer de potentie van religie als bindende factor om de volkeren binnen hun rijk te weerhouden om onderling slaags te raken. Religie kan grenzen overstijgen, niet alleen letterlijk, maar belooft ook het overstijgen van de grens tussen leven en dood. We vier(d)en het nog met Pasen. Volkeren vochten niet alleen om vrij te kunnen leven, ook uit de overtuiging dat een ander volk tot slaaf mocht worden gemaakt. Slaven maakten het leven van de overwinnaar gemakkelijker. Een vreedzaam samenleven tussen overwonnen volkeren onder leiding van Rome zou de machthebbers goed uitkomen.
Nadat de eerste christenen eerst decennia werden onderdrukt (ze leefden meestentijds letterlijk ondergronds in catacomben of werden in het Colosseum voor de leeuwen geworpen) werd het christendom na verloop van tijd de officiële staatsreligie met het Vaticaan zelfs als autonoom “hoofdkwartier” binnen de stadsgrenzen van Rome. In de 4e eeuw was het Romeinse Rijk in een staat van crisis, met interne problemen zoals politieke instabiliteit, economische problemen en militaire bedreigingen van buitenaf. Keizer Constantijn de Grote zag het potentieel van het christendom om het rijk te verenigen en stabiliseren. Door het christendom te omarmen, kreeg de keizer de steun van de christelijke kerk en haar volgelingen, wat bijdroeg aan het creëren van eenheid en het verminderen van religieuze verdeeldheid binnen het rijk.

Religie en economische macht

Een andere ontwikkeling in de laatste millennia, die van invloed is geweest op de politieke vertaling van oude Bijbelse boodschappen, is de opkomst van de landbouw. Door verschuiving van jagen en verzamelen naar de landbouw was er meer voedselzekerheid en minder migratie. Maar er was ook een groot gevolg voor de sociale verhoudingen. Was er onder jagers en verzamelaars grote gelijkheid in het verdelen van voedsel en daarmee sociale gelijkheid, door de opkomst van de landbouwcultuur kwam ook bezit op als sociale factor en daarmee als bron van ongelijkheid. Die ongelijkheid had allereerst tot doel om het bezit te beschermen. Immers welke boer wil een heel jaar werken om vervolgens de oogst te delen met onbekenden die daaraan niet hadden bijgedragen? En zo werd een geld- en rechtssysteem opgetuigd die het aantrekkelijk maakte om te investeren in bezit en landbouw. Eer naar werk. Het maakte ook dat in de samenleving uiteindelijk na machtsmisbruik door geestelijken een besluit moest worden genomen over de scheiding van kerk en staat. Er werd lang gedelibereerd over het verschil van inzicht over hoe dat nu moest worden geregeld. Immers geestelijken zouden kennis hebben van hoe God het bedoeld heeft en mensen met bezit hadden grote invloed op het welzijn van burgers. De kerk werd een onderdrukkende rol verweten door geloof te verweven met kapitaal. “Houd jij ze dom, dan houd ik ze arm”. In het Vaticaan werd besloten dat geestelijken een gelofte van armoede moesten afleggen en een celibatair leven moesten leiden zodat hun inzet niet gemotiveerd zou worden door zelfverrijking en afleiding met wereldse zaken als een gezin opvoeden. Ook was er bij de dood van geestelijken nauwelijks of geen erfenis meer te verdelen die tot scheve gezichten kon leiden.

Paradijselijk leven in evenwaardigheid

De voortdurende verwarring door de vermenging van politieke machtsbelangen en kerkelijke sociale motieven zorgen er mede voor dat hoe de samenleving georganiseerd werd nooit transparant wordt besproken. We zijn nog steeds niet in staat om elkaar als evenwaardig tegemoet te komen en samen te werken om de aarde voor mens en dier leefbaar te houden.
Met dankbaarheid en bescheidenheid komt een paradijselijk leven dichterbij. Heel langzaam daalt het non-duale bewustzijn in dat wanneer je alles en iedereen wilt beheersen dat dan dat wat je zoekt en wilt je juist ontglipt.

Niemand heeft de waarheid in pacht. Vrijheid van meningsuiting is een recht. We weten dat snel en ondoordacht oordelen onverstandig is. Over het algemeen zou het echter verstandig zijn voor mensen om zich bewust te zijn van hun eigen beperkingen en de mogelijkheid te overwegen dat hun oordeel over wat goed en slecht is, niet noodzakelijkerwijs absoluut of definitief is. Het kan daarom waardevol zijn om open te staan voor verschillende perspectieven en kennis te blijven vergaren om beter te begrijpen wat goed en slecht is in verschillende situaties.

Met technologische ontwikkelingen lijken we een paradijselijk leven dichterbij te kunnen brengen. We dromen soms over eeuwig jong blijven of over onsterfelijk zijn, letterlijk of figuurlijk. Wat we blijvend over het hoofd lijken te zien is dat we in het nu paradijselijk kunnen leven door ons bewust te zijn van onze neiging om te oordelen en mensen in de kou te laten staan door ze af te schrijven.

Hoe voer je een constructief gesprek?

De dialoog

Wie een constructief gesprek wil voeren met één of meer anderen, kan zonder al te veel moeite een aantal richtlijnen aanhouden. Er zijn allerlei vormen van gesprek, maar de meest positieve is de dialoog. Een dialoog voldoet aan de volgende kenmerken.

  • Er is gelijkwaardigheid tussen de gesprekspartners: niemand weet het a priori beter; meerdere gezichtspunten zijn mogelijk; voer geen machtsstrijd, er is geen sprake van winnen of verliezen.
  • Er is bereidheid om open naar elkaar te luisteren: er wordt niet geoordeeld over elkaar.
  • Ieder zorgt voor een sfeer waarin hijzelf en de ander zijn mening durft te geven ook al is die mening afwijkend.
  • Indien van toepassing: er worden gevoelens gedeeld en benoemd.
Er zijn tijdens het gesprek niveaus van communicatie die je kunt monitoren of alles nog naar wens verloopt.

Niveaus van communicatie

Je neemt deel aan het gesprek, maar je reserveert een deel van je aandacht door jezelf al observerende telkens de volgende vragen te stellen.
Inhoud. Waarover praten wij? Je gaat door op en houd je aan het onderwerp, stelt vragen, ordent en toetst. Je mag kort afwijken van de hoofdlijn, maar keert zelf weer terug.
Proces. Hoe praten wij? Hebben we een agenda, zijn er afspraken over rollen, is een (eind)tijd afgesproken?
Interactie. Hoe gaan we met elkaar om? Je gaat als het ware ‘boven het gesprek hangen’ en volgt wat er gebeurt. Hoe gedragen wij ons? Hoe reageren we op elkaar? Praat ik of de ander niet te lang, wordt er niet vervelend ingebroken op elkaars inbreng? Doet iedereen mee?
Gevoelens. Welke gevoelens spelen er (op)? Benoem de gevoelens die je bespeurt bij jezelf en de ander wanneer je denkt dat het verloop van het gesprek ten goede komt.

Evenwaardigheid

Grijp niet te snel in in het gesprek vanuit metacommunicatie. Het kan dominant overkomen en de evenwaardigheid ondermijnen. Kijk eerst wat je zelf kunt aanpassen. Denk vanuit win-win, maar spreek dat niet te snel uit. Je kunt proberen een ander te overtuigen, maar wees je bewust waarom je dat wilt proberen en of het niet ten koste gaat van de kwaliteit van de verhouding (gelijkwaardigheid) met de ander(en).

Ken je eigen motieven

Je kunt een gelijkwaardige houding willen aanhouden met je gesprekspartner, maar dat mislukt wanneer je jezelf niet goed kent of je hebt geen goed beeld van je eigen ego of je denkt te gemakkelijk “ik heb toch gelijk en ik zal die ander met een goed argument overtuigen". Wanneer je niet goed weet wat een machtsstrijd is en hoe die te beëindigen, verdiep je daar dan eerst in.

Weet waarom je argumenten inbrengt

Wie gericht is op harmonie denkt mee met de ander. Wie gericht is op tegenspraak verzint tegenargumenten ("advocaat van de duivel"). Geen van beide is a priori beter of slechter. De eerste manier van samen spreken kan nadelen over het hoofd zien en de tweede manier kan leiden tot onbevredigende compromissen.
Je kunt ook dialectisch spreken, bijvoorbeeld op de volgende manier.
  • Mensen zijn ongelijk (these).
  • Mensen zijn gelijk (antithese).
  • Mensen zijn in bepaalde opzichten (vanuit juridisch perspectief) gelijk, in andere opzichten (bijvoorbeeld in termen van status) ongelijk (synthese).

Vermijd drogredeneringen

Een wijdverbreid misvatting is dat een gesprek gericht zou moeten zijn op het winnen bij uitwisselen van argumenten. Veel mensen hebben de neiging om oneerlijk te reageren, bijvoorbeeld door een bewering van de ander te overdrijven en vervolgens de grond in te boren ("stropop maken en verbranden"). Weinigen weten direct te reageren op een drogredenering omdat het vraagt om op metaniveau feedback te geven op het gesprek. Het is altijd verstandig om je te verdiepen in welke drogredeneringen bestaan en je voor te bereiden op een kalme reactie.

Herken signalen

Een gesprekspartner die niet tevreden is over het verloop van een gesprek zal daarover signalen uitzenden. Dat kan een gezichtsuitdrukking zijn, lichaamstaal of via woorden. Niet iedereen zal dat direct of rechtstreeks of tactvol of doen uit voorzichtigheid om de ander niet te ontrieven. Wie van onderwerp wil veranderen of het huidige wil beëindigen kan van alles meer of minder subtiel doen om het gesprek “dood” of stil te leggen. Vat samen wat de ander probeert te zeggen (parafraseer). Probeer de poging van de ander op te pakken door de ander subtiel de gelegenheid te geven om het gesprek te vervolgen door jouw inbreng af te sluiten met “hoe denk jij erover” of “wat vind jij”?

Spreken is zilver, zwijgen is goud

Is het zwijgen van de ander instemming met het verloop van het gesprek of een tactisch vermijden van het uiten van een pijnlijke mening of ongenoegen? Je hebt nooit 100% zekerheid of een gesprek perfect is verlopen. Laat het los.
Een constructief gesprek voelt goed.

Wanneer wordt het niet constructief?

Met dank aan historicus Bernd Timmerman het volgende.
Het blijft vrij lastig om een dialoog te houden met:

  • mensen die niet in staat zijn een these met argumenten te onderbouwen, die vooral (vaak) zonder kennis blijven zenden;
  • mensen die vooral zinnen formuleren waarin een kwalificatie over de ander staat en daarbij voorbij de inhoud gaan of gewoonweg gaan schelden;
  • mensen die zaken beweren die aantoonbaar onjuist zijn maar toch de onjuistheid blijven omarmen, alternatieve feiten laten bestaan, gewone onwaarheden ook en dikwijls ongefundeerde meningen verspreiden;
  • mensen die vanuit de eigen moraliteit denken waardoor de ander dikwijls (in de ogen van) immoreel handelt;
  • mensen die per definitie alles wat anderen doen, die dezelfde visie hebben, geweldig vinden, waarbij de eigen visie dogmatische trekken krijgt;
  • mensen die zich teveel laten leiden door verdriet en woede (en andere emoties) over misstanden of zich wentelen in slachtofferschap;
  • mensen die per definitie tegen iedere vorm van compromissen zijn en streven naar de dictatuur van hun gelijk;
  • mensen die weigeren in te zien dat alles wat mensen 'maken' sociale constructies zijn (inclusief ethiek);
  • mensen die moeilijk kunnen aanvaarden dat er tal van (on)werkelijkheden zijn;
  • mensen die denken dat de ander denkt, redeneert en voelt zoals zijzelf waarbij het verschil in diverse kapitalen (sociaal, economisch, cultureel, politiek, linguïstisch enz.) wordt ontkend.

 Aandachtspunten

Anna van den Breemer gaf in de Volkskrant 9 tips voor een constructief gesprek.

  1. Heb geduld, geef niet toe aan een primaire reactie.
  2. Verplaats je in de ander.
  3. Luisteren is een vaardigheid, die je kunt oefenen.
  4. Wees niet bang voor stiltes.
  5. Maak onderscheid tussen feiten en gevoelens.
  6. Wees niet bang om door te vragen en benoem je aarzeling.
  7. Neem af en toe afstand en een time-out.
  8. Onderbreek iemand die eindeloos spreekt en uitweidt.
  9. Maak af en toe het gesprek bespreekbaar op metaniveau.

Samengevat

  • Luister actief. Luister naar de ander zonder onderbrekingen en probeer te begrijpen wat de ander zegt. Stel indien nodig vragen ter verduidelijking. 
  • Wees respectvol. Toon respect voor de mening en gevoelens van de ander, zelfs als je het er niet mee eens bent. 
  • Vermijd oordelen. Probeer niet te oordelen over de ander of zijn of haar standpunt. Wees open en nieuwsgierig. 
  • Geef ruimte. Laat de ander de ruimte om zijn of haar standpunt te uiten en uit te leggen. Val de ander niet aan of onderbreek niet. 
  • Geef feedback. Geef op een respectvolle manier feedback op wat de ander zegt. Geef je eigen mening op een duidelijke en respectvolle manier. 
  • Zoek naar gemeenschappelijke grond. Probeer te zoeken naar gemeenschappelijke grond en overeenkomsten in plaats van alleen te focussen op de verschillen. 
  • Wees bereid om een compromis aan te gaan. Wees bereid om te zoeken naar oplossingen die voor beide partijen aanvaardbaar zijn. 
  • Beëindig het gesprek positief. Probeer het gesprek af te sluiten met een positieve noot en bedank de ander voor het gesprek, zelfs als jullie het niet eens zijn geworden.

Oorsprong, vrijheid en gelatenheid

Ontvankelijkheid

Het boek Oorsprong & vrijheid door Gerard Visser verscheen in de essay-reeks 'Oratio' bij gelegenheid van zijn afscheid bij de Universiteit van Leiden waar hij dertig jaar cultuurfilosofie gaf.

Dr Taede A. Smedes schreef op Bol.com een recensie.
Citaten. “Het onderwerp draait om de spanning die we vandaag de dag zien tussen 'vrijheid' of 'vrije wil' en 'noodzaak' (of determinisme). De neurowetenschappen spelen die twee begrippen tegen elkaar uit”.
Visser wil betogen dat vrijheid samengaat met innerlijke noodzaak en beter als 'speelruimte' opgevat kan worden. Een wezen is vrij wanneer het in zijn element is. Gesteld dat vrijheid zo elementair is als de lucht die we ademen, kan het wezen van vrijheid dan in het vrije worden gezocht? Dit vrije spreidt zich voor ons uit in het heden, maar het stijgt ook op uit onszelf, uit een leegte in de grond van de ziel die aan denken en willen voorafgaat. Het vrije van de ziel is gelegen in een ontvankelijkheid, die onafhankelijk is binnen haar eenheid met de oorsprong, die haar, met Meister Eckhart gesproken, innerlijk verwijdt en omvangt.
In zijn wijsgerig onderzoek werkt Visser aan een trilogie over het thema 'gelatenheid', waarvan een eerste deel, Gelatenheid. Gemoed en hart bij Meister Eckhart, is verschenen.
Smedes besluit zijn recensie met “Originele filosofie van bijzonder hoog niveau en met een hoog literair gehalte, vol prachtige maar ook abstracte zinnen. Een aanrader, maar ofschoon het een dun boekje is, is het tevens erg moeilijk en alleen toegankelijk voor degene die de analyse van Visser van begin tot eind wil volgen”.

Ook Herman Oevermans, directeur van Academie Mens en Organisatie aan de Christelijke Hogeschool Ede, schreef een recensie voor het blad Wapenveld onder de titel Om het open midden.

Daaruit deze citaten.

Wat is voor Visser de kostbaarste gebeurtenis van het leven?

De transformatie van zelfzuchtige in onbaatzuchtige liefde, van amor in caritas.

Visser heeft een fascinerende tocht afgelegd de afgelopen dertig jaar. In het Nederlandse taalgebied vrijwel alleen. Zijn programma nog eenmaal samenvattend in zijn eigen –recente– woorden: ‘Staat eenmaal niet meer het bewustzijn centraal, met zijn voorstellingen, maar het geheel van het historische leven, dan dient zich als belangenbehartiger van het leven de beleving aan, ofwel de onmiddellijke levende ervaring, die geen abstractie duldt, die elk begrip, tot en met dat van de beleving zelf tegen het licht houdt. Dat vraagt om een radicale fenomenologie van het leven’. Die fenomenologie van het leven vindt plaats in een tijdperk dat steeds instrumenteler trekken krijgt.
De leegte die daarvan het gevolg is manifesteert zich eveneens. Visser beschouwt zijn denken als een voorbereiding van een toekomstige spiritualiteit die belangrijke voorwaarden kent als de ‘rehabilitatie van sensibiliteit en individualiteit en als hoofdvoorwaarde, een geloofswaarheid die niets en niemand demoniseert’.
Filosofie moet niet vervallen tot wetenschapsfilosofie, maar haar geheel eigen taak op zich nemen ‘en die begrijpen als bezinning op de zin van de ondoorgrondelijkheid in het hart van het zijn’. Al komt de innigste positie toe aan de religie, nog altijd, ‘maar dan een religie die het open midden niet met autoritaire en dogmatische stellingen bezet, maar met haar onaanzienlijkheid en stilte openhoudt, opdat het zich als de bron van liefde kan openbaren die het altijd is’.

Gelatenheid

Eerder schreef Oevermans in het artikel over ‘gelatenheid’ het volgende.
‘Heidegger mag dan de beleving als product zien van de geest van maakbaarheid die in onze technische wereld heerst, bij de filosofen en kunstenaars die haar als eerste tot maatstaf namen, staat de beleving niet in het teken van een opeisen, veeleer in het teken van een intact laten van het leven'. En juist voor dit intact laten en de dimensies die daarin te beluisteren zijn, blijkt gelatenheid een grondwoord. ‘Gelatenheid houdt bij Eckhart het ritme van een drievoudige beweging in: het loslaten van alle intenties, van het zelf willen bewerkstelligen, en het je overlaten aan een bezield verband, dat van zich uit de dingen laat zijn, dat wil zeggen opneemt in de stroom van de zelfmededeling Gods’.
Tot zover de recensies.

Gelassenheit

Gelatenheid (Duits: Gelassenheit) speelt een centrale rol in het werk van Meister Eckhart, een middeleeuwse Duitse filosoof en theoloog. Het begrip Gelassenheit verwijst naar een staat van overgave of acceptatie, waarin men zichzelf toestaat om te zijn zoals men is, zonder zich vast te klampen aan bepaalde verlangens of emoties.
Voor Meister Eckhart was Gelassenheit een belangrijk onderdeel van zijn spirituele leer. Hij geloofde dat door middel van Gelassenheit, individuen zichzelf konden openen voor de goddelijke aanwezigheid en zo een diepere spirituele verbinding konden ervaren. Volgens hem was Gelassenheit een manier om los te komen van het ego en de beperkingen van het menselijke denken, en zo ruimte te maken voor de goddelijke wil. Meister Eckhart beschouwde Gelassenheit als een staat van zijn die verder gaat dan alle dualiteiten en tegenstellingen, zoals goed en kwaad, hemel en hel, en God en mens. In plaats daarvan zag hij Gelassenheit als een manier om de waarheid en de goddelijke aanwezigheid te vinden in alle aspecten van het leven, ongeacht hoe ogenschijnlijk negatief of positief ze kunnen zijn.
In de werken van Meister Eckhart wordt Gelassenheit vaak geassocieerd met begrippen als "ontvankelijkheid", "leegte" en "stilte". Hij beschrijft het als een toestand waarin het individu zichzelf opent voor het goddelijke en zichzelf toestaat om te zijn zoals het is, zonder zich vast te klampen aan bepaalde verlangens of emoties.

In een recensie in Trouw kreeg Visser 5 sterren, de hoogste aanbeveling die een boek kan krijgen.
Maar na lezing van het boekje wil ik de oratie niet echt aanbevelen. Het is, zoals Smedes tussen de regels schrijft, gewoon te abstract.
Zo moeilijk hoeft het toch niet te worden beschreven dat aan een ander wat ruimte laten een basis schept voor constructief samenleven? Dat wijsheid een kwestie is van inzicht wanneer te doen (handelen) en wanneer te laten (niet-handelen)? Dat denken, voelen en intuïtie evenwaardig zijn en elkaar aanvullen? Dat we moeten oppassen om over elkaar te oordelen en dat de waarheid in het midden ligt?
Dat het ongrijpbare van vrijheid in deze aspecten begrijpelijk wordt?

Gerard Visser: Oorsprong en vrijheid (bol.com).

Voor wie op dit blog meer wil lezen over de relatie tussen vrijheid en liefde en over de balans tussen doen en laten klik hieronder op de labels.

Leven in het hier en nu en non-dualiteit

Wie geïnteresseerd is in spiritualiteit om er beter van te worden of om betere prestaties neer te zetten loopt snel vast. Spiritualiteit, non-dualiteit en leven in het Hier en Nu hebben meer te maken met het serieus nemen van de balans tussen doen en laten dan met het verleggen van grenzen.
Wie bijvoorbeeld mediteert om betere werkprestaties te kunnen leveren slaagt daar alleen in wanneer hij weet dat de meditatie bijdraagt aan het herstellen van de balans tussen rust en inspanning. Wie alsmaar grotere inspanning wil leveren zal ooit van een koude kermis thuis komen. Het elastiek wordt zo ver opgerekt dat definitief de rek eruit zal zijn.
Wie geen ervaring heeft met het paradoxale denken over verbinding via non-dualiteit zal al snel de indruk kunnen krijgen dat een en ander zweverig is. Meer tekst en een langere uitleg werken dan contraproductief. Vandaar deze korte column en een doorverwijzing via de links en labels onderaan.

Een vorm van paradoxaal denken is bijvoorbeeld oefenen in loslaten om beter verbinding te kunnen maken of het accepteren van het negatieve om te kunnen werken met het positieve. Zo is het ook met het woord "non-dualiteit". Via de apofatische methode: wat het niet is ("non-") wordt aangeduid wat het wel is.

Pia de Blok schrijft het volgende over non-dualiteit.
In een goed gesprek ervaren we non-dualiteit. Er is dan ‘iets‘ gemeenschappelijks, noem het ‘leven’ of ‘bron’. Het is een herkenning van iets dat we allebei kennen. Maar we zien óók dat er verschillen tussen ons bestaan. We verschillen van uiterlijk, onze gedachten zijn verschillend, we leiden elk een heel ander leven, we hebben andere vrienden, andere ouders, we beleven onze school verschillend. Er is dus geen totale eenheid − wél een basale − maar het is ook niet zo, dat we totaal van elkaar verschillen. Eenheid en verscheidenheid gaan samen. Dat is non-dualiteit of a-dvaita (de Sanskriet benaming): afwezigheid van tweeheid, wat ook inhoudt dat er geen dualiteit meer is. Het gaat hier om het herkennen van de kern van jezelf, die ook de kern van de ander is. Die kern is vrijheid, vrede, geluk. Openheid. Daarin is geen lijden meer aanwezig. Er is respect en liefde voor de ander.

Non-dualiteit en ontspanning
Omdat gescheidenheid verdwijnt als we totaal ontspannen zijn, is non-dualiteit ervaren nauw verbonden met ontspanning. Als we werkelijk ontspannen zijn, ervaren we geen dualiteit, ook niet in onze relaties. Dan is er rust en vrede, wat ook doorwerkt op de mensen om je heen. Ontspanning is immers, net als spanning, besmettelijk. Iedereen kent oorspronkelijke ontspanning. We kennen allemaal deze momenten van rust − wanneer we in een warm bad glijden, wanneer we in het zonnetje zitten te genieten, vlak voor het inslapen. De zijnservaring van non-dualiteit is dus niet iets wat alleen is weggelegd voor een enkeling.
Tot zover Pia de Blok.

Leven in het Hier en Nu betekent niet dat je nooit meer terugkijkt op jouw ervaringen uit het verleden en dat je geen plannen meer maakt voor de toekomst. Leven in het Hier en Nu houdt in je bewust te zijn dat alleen de ervaring in het nu authentiek kan zijn en dat je aan verdieping daarvan kunt werken. Ervaringen geprojecteerd in het verleden en geanticipeerd op de toekomst leiden tot verhalen. Een verhaal is niet de waarheid. Het dient het gemak van het herinneren, maar heeft vertekening als nadeel.
Leven in het Hier en Nu en je verdiepen in de inzichten van non-dualiteit leiden ertoe dat je meer open en zonder oordeel staat in het contact met anderen, zodat jouw opvattingen kunnen veranderen en een verbinding zich kan verdiepen.

Zie ook Alan Watts over meditatie.

Liefde en ontrouw, is er een herkansing?

Eckhart Tolle zegt liefde is verbondenheid zonder oordeel.
Marcel Proust zei: "onze verbeelding creëert de liefde, niet die andere persoon".

Ruimte geeft de vrijheid om liefde te laten gedijen. Zonder vrijheid geen liefde en zonder liefde geen vrijheid.

In onze tijden van “sequentiële monogamie” stelt Esther Perel het volgende.
Ik denk dat ontrouw ons vandaag de dag op drie nieuwe manieren pijn doet. We hebben een romantisch ideaal en zoeken één persoon die een eindeloze lijst behoeften moet vervullen: mijn grootste minnaar zijn, mijn beste vriend, de beste vader, mijn vertrouweling, mijn emotionele maatje, mijn intellectueel gelijke. En ik ben de uitverkorene, ik ben uniek, ik ben onmisbaar, ik ben onvervangbaar, ik ben het. En ontrouw vertelt me dat ik dat niet ben. Het is het ultieme verraad. Ontrouw verbrijzelt de grootse ambitie van de liefde. Maar was ontrouw door de eeuwen heen al pijnlijk, tegenwoordig is het vaak traumatisch, want het bedreigt ons zelfgevoel.
….
Iedere verhouding herdefinieert een relatie en ieder stel zal zelf bepalen wat het erfgoed van de affaire zal zijn. Verhoudingen zullen blijven bestaan, dat verandert niet. De dilemma's van liefde en verlangen leveren geen eenvoudige antwoorden op van wit en zwart en goed en kwaad, van daders en slachtoffers. Bedrog in een relatie komt in vele vormen voor. Er zijn veel manieren om je partner te bedriegen: met minachting, met verwaarlozing, met onverschilligheid, met geweld. Seksueel bedrog is maar één manier om je partner pijn te doen. In andere woorden, het slachtoffer van een verhouding is niet altijd het slachtoffer van een huwelijk.
….
Ik bekijk verhoudingen van twee kanten: pijn en bedrog aan een kant, groei en zelf-ontdekking aan de andere - wat het jou heeft gedaan en wat het voor mij heeft betekend. Dus wanneer een stel bij me komt nadat een verhouding aan het licht is gekomen, vertel ik ze vaak: Tegenwoordig hier in het Westen zullen de meeste mensen twee of drie relaties of huwelijken gaan hebben en sommigen zullen dat doen met dezelfde persoon. Jullie eerste huwelijk is over, willen jullie samen een tweede proberen?
Zie ook haar Ted talk over ontrouw.

Christopher Ryan plaatst op Ted.com met humor de huidige moraal en onrealistische verwachtingen in een historisch en globaal perspectief, zie video.

Meer van Esther Perel en "erotische intelligentie".

Een uitweg bieden bij een dilemma tussen trauma en vergoeding

Wie zich onrechtvaardig behandeld voelt door een gebeurtenis wil graag horen dat het de ander spijt. Wanneer het betonen van spijt zonder financiële gevolgen kan blijven willen velen nog wel zeggen “het spijt me wat er is gebeurd”.
Maar wanneer de één de ander de eis stelt “ik wil erkenning dat mij iets onrechtvaardigs is overkomen en ik vind dat ik recht heb op schadevergoeding” verzandt het proces al snel in verzet en/of zwijgen wanneer de aansprakelijkheid niet vast ligt.
Een voorbeeld is de overheid die geconfronteerd wordt met de fouten die gemaakt zijn rond de Tweede Oorlog in de behandeling van mensen die gevangen zaten in Indonesië of omdat ze Jood zijn.
Ambtenaren en politici van nu zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de gevolgen van de besluiten die de overheid en de samenleving toentertijd maakten. Ze kunnen wel een rol spelen in de verwerking van de trauma’s die nog steeds actueel zijn. Maar wanneer ze de trauma’s erkennen is de kans groot dat zij ook een besluit moeten nemen over een schadevergoeding.
Iemand die met veel emotie onafgebroken praat over wat hem of haar is overkomen roept ook ongewild afstand en weerstand op. Blijkbaar vinden wij als luisteraars en getuigen het lastig om zowel betrokkenheid te tonen als om gepaste afstand te houden. En die weerstand kan gemakkelijk leiden tot schijnbare onverschilligheid wat de getroffene vervolgens kan aanzetten tot nog meer of sterkere emotie. Een eindeloze spiraal is het gevolg.

Er is een levensgroot verschil voor een verantwoordelijke tussen gezichtsverlies lijden en je masker laten zakken. Het verschil wordt uitgemaakt wanneer de toehoorder laat weten niet te oordelen. Een verantwoordelijke geeft geen antwoord wanneer hij bang is daarna monddood en in aanzien geschaad te zijn.

Het is de taak van de overheid en politici om duidelijkheid te geven over de relatie tussen verantwoordelijkheid voor gebeurtenissen uit het verleden en de redelijkheid van schadevergoedingen. Beloften behoren nagekomen te worden. Duidelijkheid kan ook zijn dat met relevante redenen omkleed uitgelegd wordt waarom er geen schadevergoeding wordt uitgekeerd. Slachtoffers weten dan waar ze aan toe zijn en kunnen het besluit toetsen bij de rechtelijke macht.
Getraumatiseerde slachtoffers doen er goed aan om zich te realiseren dat erkenning op zich niet kan leiden tot heling van de psychische schade. Het kan het helingsproces versnellen omdat er een mijlpaal is gepasseerd. Geld kan schade beperken omdat het veiligheid kan leveren voor bestaanszekerheid.
Wie constateert dat partijen langs elkaar heen praten kan een oplossing bieden door de belangen open op tafel te leggen, door verschillen en overeenkomsten op te sommen en te benoemen wat gezegd wordt via de inhoud en via de betrekking.
Het is de toon die de muziek maakt.

Onevenwaardigheid blokkeert de liefde

Wat de liefde tussen twee geliefden het snelst kapot maakt is minachting. Denigrerende opmerkingen maken en neerkijken op de ander of langdurig negeren is de dood in de pot voor een relatie.
Dit gegeven maakt duidelijk dat niet oordelen en een evenwaardige houding naar een ander belangrijk zijn in het behouden van een relatie.
Toch zit onze samenleving vol van momenten van competitie en oordeel. Van kleins af aan worden we geoefend in het meten met een ander. Sport en schoolprestaties zijn bedoeld om kinderen te leren om hun grenzen te verleggen en om samen te werken, maar doet hen ook permanent zichzelf vergelijken met anderen. Zij die altijd achteraan in de rij belanden worden moedeloos en verliezen hun zelfvertrouwen. Zij die altijd vooraan staan zijn slechts tijdelijk blij, maar nooit tevreden want ze kunnen elk moment van hun troon worden gestoten.

Al sinds Bijbelse tijden wordt de mens gewaarschuwd voor de desastreuze uitwerking van de waan de waarheid in pacht te hebben van het oordeel van goed en wat slecht is. Het spreekwoordelijk paradijslijk samenleven is onmogelijk wanneer we elkaar permanent de maat nemen.
Zelfs machthebbers kunnen rustig achterover leunen wanneer het verdeel en heers principe de mensen met elkaar doet vechten in plaats met hun uitbuiters. In de politiek hoeven ze alleen een veto recht te hebben om ongewenste veranderingen tegen te houden. Ontwikkelingen die hun niet bedreigen kunnen ongehinderd doorgang vinden. In dit licht bezien zou het geen verbazing mogen wekken dat de Verenigde Naties zo georganiseerd is dat een paar grootmachten besluiten kunnen tegenhouden en dat de Eerste Kamer in 1848 zo is ingericht dat ook regionale belangen zijn geborgd.

Nu is de menselijke ontwikkeling en beschaving inmiddels zo ver gekomen dat zowel de machthebbers buiten beeld zijn geraakt als dat vrijwel elke aardbewoner via Internet in principe alles in beeld kan hebben. Wie alleen strijdt over dat wat zichtbaar is ontgaat wat echt van belang is.

De drie grondslagen die werden aangedragen tijdens de Franse Revolutie zijn nog steeds aan de orde: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Willen we in de wereld echt bijdragen aan het bevorderen van gerechtigheid, welzijn en welvaart voor elke wereldburger dan moeten we inzien wat de haalbaarheid van deze zaken aan ons zicht onttrekken. En het verrassende antwoord is de werking van ons ego.
De Dalai Lama maakt ons er al op attent dat het ego uit angst voor de dood ons doet zoeken naar overleving en veiligheid, met een krimp van het bewustzijn tot gevolg. We raken ons gevoel van verbinding met alles en iedereen kwijt. Dat gevoel hadden we in onze eerste twee levensjaren nog wel. Wanneer we de moed verzamelen om alle ongrijpbare zaken (vrijheid, waarheid, liefde e.d.) los (vrij) te laten kunnen we de blokkade die het ego opwerpt ontlopen en weer in verbinding treden.

Wat eigenlijk ieder kind zou moeten leren is dat omgaan met ongrijpbare zaken doenlijk is. Sterker nog, zelfs het gelijktijdig omgaan met twee ongrijpbare zaken als vrijheid en liefde is te doen. We kennen deze situatie als respect. Iemand die een ander respecteert is zowel betrokken bij de ander als de juiste afstand houdend. Hoe hierin balans te houden kost eerst wat oefenen, ongeveer evenveel als op twee benen te gelijk te staan en te lopen, maar het duurt niet lang of met de verworvenheid kan het kind zelfs leren fietsen en zo voort. Spelenderwijs kan een ouder of leraar ook feedback geven over het functioneren van het ego bij het balanceren en evenwicht houden bij respect.

Meer lezen over deze concepten? Klik op de labels onderaan dit blog.

Vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief om te beledigen

Vrijheid van meningsuiting betekent dat het ons vrijstaat om onze mening te uiten in woord, schrift of beeld. Wie zich niet zo goed bewust is van het verschil tussen een feit, een mening of een oordeel, kan ten onrechte denken dat hij alles mag zeggen. Wie de holocaust ontkent, ontkent een feit en kwetst daarmee slachtoffers van dat feit. Omgekeerd, iemand die zegt dat hij zich gekwetst voelt kan niet stellen dat degene die hem kwetst de wet overtreedt. Gevoelens hebben voor jezelf waarheid, maar die kan een ander niet worden opgelegd als feiten.

Gevoelens en meningen zijn een persoonlijke zaak. Oordelen zijn dat niet. Wie tegen een ander zegt “ik vind jou een klootzak” komt daar juridisch mee weg. Wie zegt “jij bent een klootzak” niet per se. Het is een beledigend oordeel.
Ius mentis: Je hebt het recht om je mening te uiten en daarbij te schokken, kwetsen of verontrusten. Maar er zitten wel degelijk grenzen aan de uitingsvrijheid. De wet noemt smaad, laster, privacy, discriminatie en haat zaaien als belangrijkste grenzen.
Het is overigens een misverstand dat je door "Ik vind" ergens voor te zetten, altijd legaal bezig zou zijn. Er is juridisch geen verschil tussen "Ik vind hem een oplichter" en "Hij is een oplichter". Uit de context moet blijken hoe je die zin bedoelde: als daadwerkelijke beschuldiging, als stoom afblazen of prikkelende overdrijving in een recensie van een winkel? Wel is het zo dat een opinie anders beoordeeld wordt voor de wet dan een feitelijk relaas.
Tot zover Ius mentis.

Bestaat het recht om te kwetsen?
Dat recht bestaat niet en je kunt ook niet iemand de mond snoeren door te beweren dat hij jou gekwetst heeft of dat je je door een uitspraak gekwetst voelt.

Godslastering is niet strafbaar, vermoedelijk omdat God niet aantoonbaar een persoon is. Belediging van groepen, het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld zijn wel strafbaar. Zo kan een samenleving provocateurs grenzen stellen.

Een machtig persoon (leeuw) tergen is levensgevaarlijk. Spot wordt vaak verpakt of vermomd om machthebbers te bekritiseren. Een nar of een clown kan daar mee wegkomen door ook zichzelf op de hak te nemen. Hele culturen kennen indirecte vormen van subtiel beledigen. Indirect kan ook door het tegenovergestelde te beweren van wat je bedoelt. Het wordt dan de kunst van de goede luisteraar om dit op te pikken.

De gedachte achter etiquette, ethiek, de grondwet, de 10 geboden en wellevendheid is de gouden regel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. In de wet wordt deze grondregel voor allerlei situaties uitgewerkt met zo min mogelijk beperking van ieders vrijheid. In de etiquette wordt zoveel mogelijk voorbeelden uitgewerkt van situaties waarin het gedrag wordt omschreven waarmee je geen grenzen overschrijdt. Wie wellevend is houdt rekening met de ander. Hij past de etiquette toe zodat niemand in de pijnlijke situatie komt dat er grenzen dreigen te worden overschreden.

Een vergelijkbare overweging geldt bij het tonen van respect. Bij respect geldt dat iemands grenzen in acht moeten genomen en dat er optimum is in de mate van betrokkenheid. Die betrokkenheid kan positief of negatief zijn. In beide gevallen is er een spanningsveld tussen betrokkenheid en vrijheid van de ander.

Voorkomen is beter dan genezen. Het is handiger om negatieve gevoelens bij anderen te voorkomen, maar wie zichzelf inhoudt en niet voor zichzelf opkomt vanuit angst voor een ander heeft daarmee vooral zichzelf. Wie een lastige kwestie aan de orde wil stellen kan het beste aangeven wat het hem doet in plaats in de aanval te gaan en stellen dat de ander een fout begaat.

Een goede God is niet nodig

Is het gegeven dat er veel menselijk leed is in de wereld een bewijs dat er geen goede God is?
Uiteraard is dat het bewijs, maar dat wil niet zeggen dat God of Allah, of om het even welke hogere macht dan ook, niet bestaat. Kunnen we accepteren dat er een macht zou kunnen bestaan die niet oordeelt?

Bij de vraag of God bestaat is vooraleerst van belang wat wij onder God verstaan. Is God een persoon, omdat bidden anders geen zin heeft? Is God degene die de evolutie op gang heeft gebracht? Zat God achter de oerknal?
Het moge duidelijk zijn dat je eigenlijk nog niets weet wanneer je op deze vraag een bevestigend antwoord krijgt. Elk antwoord roept eindeloos vervolgvragen op.

Mathieu Weggeman. "Zou het nu ook niet zo kunnen zijn dat mensen niet voldoende verstand of een niet ver genoeg ontwikkeld bewustzijn hebben om te begrijpen aan welke orde zij zelf deelnemen? Er is ook geen mens die een roman kan schrijven waarin de hoofdpersoon intelligenter is dan de schrijver zelf. Graag daarom wat minder stelligheid en arrogantie en wat meer bescheidenheid in het debat over het al dan niet bestaan van God".

Mensen voor wie het in het leven niet meezit, vinden troost in de gedachte dat zij na hun dood opgevangen worden door een liefdevolle God in een hemel. Mensen die een Bijna-Dood-Ervaring (BDE) hebben gehad melden een liefdevolle ontmoeting met overledenen en hemelse toestanden, niemand meldt een ontmoeting met een God. Er is vermoedelijk meer tussen hemel en aarde en er is niets mis mee om te geloven.

De vraag of God wel of niet bestaat zal waarschijnlijk nooit definitief beantwoord worden. Zelfs wanneer religieuze voorstellingen of gevoelens kunnen worden opgewekt door hersenstimulatie wordt deze vraag daarmee niet beantwoord.
Dat is geen ramp. Het kan voor velen een geruststelling zijn dat God zich niet aantoonbaar bemoeit met de gang van zaken op aarde en niemands zijde kiest. Het betekent namelijk dat we vrijheid zouden kunnen hebben en niemand God kan claimen. Vele anderen zouden zich afkeren van religie omdat het geen zin lijkt te hebben om te luisteren naar geestelijken die beweren namens God te spreken. Vooral niet wanneer religies op een oneigenlijke manier proberen macht en controle uit te oefenen. Het is niet zo verwonderlijk dat er vaak oorlog is met die landen, waarin veel religieuze fundamentalisten wonen. Een fundamentalist is iemand die vindt dat hij zijn visie over het ware geloof aan een ander mag opleggen, desnoods met geweld. Geen wonder dat Allah of God zich niet direct laat kennen.
De geest van de 10 geboden, de grondwet en de ethiek is in grote lijnen gelijk: “mijn vrijheid houdt op waar die van een ander begint” en “doe niet aan een ander wat je niet wilt dat een ander jou aandoet”. Deze richtlijnen worden zowel binnen als buiten religies aangehouden. Er is consensus over de grote lijn van wat goed en fout is. Goed is wat de vrijheid van zoveel mogelijk betrokkenen vergroot. Hecht geen geloof aan iets wat niet bijdraagt aan vergroting van vrijheid en liefde.

Misschien heeft geloven in een God nog wel zin; geloven in een God die oordeelt en probeert onrecht te voorkomen, ontslaat ons wel erg gemakkelijk van de verantwoordelijkheid om zelf te waken en na te denken over goed en fout.
Het accepteren dat een goede God niet bestaat maakt het ook logischer om grenzen te stellen aan geloven (religies) die claimen God of Allah aan hun kant te hebben en vervolgens een ongelijkheid introduceren en zich boven een ander stellen.

Het maakt het ook gemakkelijker om mensen uit andere culturen te accepteren en te respecteren in hun geloof, zolang zij zich evenwaardig opstellen. Wanneer we ons zouden oefenen in het achterwege laten van veroordelen en oefenen in het evenwaardig behandelen van onze medemens dan verdwijnt vanzelf de behoefte aan een goede God.

De cijfers begin 2015.
Atheïst. Er bestaat geen God of hogere macht of kracht - 25%.

Agnost. Weet niet of God of een hogere macht bestaat - 31%.

Ietsist. Er moet iets zijn als een hogere macht of kracht - 27%.

Gelovige. God houdt zich met ieder mens persoonlijk bezig - 17%.

Voor zoekers, twijfelaars, gelovigen en atheïsten is onderstaand boek van Frédéric Lenoir zeer inzichtelijk. Als God bestaat, waarom is hij dan onzichtbaar? Wanneer duiken de eerste goden op in de geschiedenis? Hebben joden, christenen en moslims het over dezelfde God? Is God een persoon, een energie of een scheppingsprincipe? En als het een persoon is, waarom dan bijna altijd een man? Kan de wetenschap het bestaan van God bewijzen? Is het boeddhisme een religie zonder goden?
Een citaat uit God?
Wat Jezus betreft kwam verlossing voort uit gebed en uit onze betrekking tot God. Hij wilde de mens opnieuw in contact brengen met zijn goddelijke oorsprong. Maar in navolging van bepaalde Bijbelse profeten bracht hij om te beginnen zijn discipelen een andere kijk op God bij, door hun te tonen dat zijn almacht als het ware onderworpen is aan zijn liefde en aan zijn absolutie eerbied voor de vrijheid van al zijn schepselen. Dat houdt in dat de menselijke wisselvalligheden niet meer mogen worden opgevat als goddelijke beloningen of straffen. God biedt de mens met zijn genade innerlijke ontferming, in plaats van de rechtvaardige voor elk bezoeking te behoeden of de zondaar voor zijn dwalingen met beproevingen te straffen. Daarom zal Hij ook niet in het reilen en zeilen van de wereld ingrijpen.

Je moet toch wat zeggen

In het ideale geval is een gesprek een dialoog, dat wil zeggen dat spreker en luisteraar oprecht visies uitwisselen en erop vertrouwen dat de ander het goed met jou voorheeft en zijn best doet naar waarheid te antwoorden. Maar in minder evenwaardige situaties, bijvoorbeeld wanneer je de ander doorzaagt of ter verantwoording roept, dan loop je kans dat de ander maar wat zegt om er vanaf te zijn.
In zware gevallen als bij een rechtspraak doet het er nauwelijks toe wat een verdachte zegt. Het is mooi wanneer iemand vrijwillig bekent. Er is een recht op zwijgen zonder daarmee impliciet schuld te bekennen. Uit eeuwenlange ervaring heeft men geleerd dat een hard bewijs veel zwaarder moet wegen dan de verklaring die iemand zelf geeft. Niet iedereen is altijd toerekeningsvatbaar (bijvoorbeeld ziek of dronken) en het is efficiënt ellenlange discussie te voorkomen over wat iemand eigenlijk had willen of moeten zeggen.
In het gewone niet-wetenschappelijke taalgebruik noemt men attribueren in engere zin het gebruik van uitvluchten om een handelwijze te rechtvaardigen. Wanneer een bepaalde uitkomst ons goed uitkomt, dan rekenen we het toe aan de eigen vermogens en wanneer de uitkomst ons niet goed uitkomt dan zoeken we vaak een externe oorzaak. Onbewust weten we dat van elkaar en rekenen het hopelijk elkaar niet zo zwaar aan wanneer iemand niet meteen met de meest geloofwaardige uitleg op de proppen komt.

Het is de kunst van een prettige communicatie om de ander een veilig gevoel te geven en uit te nodigen om vrij te spreken. Wie een oordeel verwacht kan anticiperen met een nietszeggend verhaal of uitleg of liegt staalhard en alle varianten hier tussenin.

Een dubbele rol is weggelegd voor de dooddoener. Een dooddoener is een soort kruispunt in een gesprek waarin een andere afslag kan worden genomen. De spreker kan de dooddoener die de ander inzet om in te breken op het gesprek opvatten als een belediging of een kans.

Daarentegen is het gebruik van drogredenen een kwalijke zaak. Je laat daarmee zien dat je de luisteraar niet respecteert, maar wilt manipuleren.

Wie zichzelf goed kent is er ook van anderen op bedacht dat ook zij een goede reden kunnen hebben om niet meteen voor de draad te komen met de waarheid. Een zekere compassie met dat het tijd kost om elkaar te vertrouwen en dat een gesprek dat begint met een “praatje voor de vaak” niet meteen een voorbode is van een gebrek aan bereidheid of vaardigheid van de gesprekspartner tot diepgang. Het is vaak een spel om al jonglerend in het contact elkaar uit te dagen en uit te nodigen om steeds duidelijker te worden.

Het is prudent om attent te zijn op wat er niet gezegd wordt, maar het is onbehoorlijk om daaruit conclusies te trekken zonder voorzichtig te controleren of jouw vermoeden klopt.

Dit spel is het gemakkelijkst te spelen wanneer je de wens opgeeft om te oordelen en altijd een open mind houdt zonder naïef te zijn.

Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma, bekend van De snijtafel, fileren gesprekken op de kwaliteit van wat er wel of niet wordt gezegd. In deze video een gesprek tussen Jeroen Pauw en Diederik Samsom over de slechte peilingen voor de PvdA.

De verwijdering tussen God en mensen onderling

Al duizenden jaren vertellen mensen over een breuk in de relatie tussen mens en God. In de oudst bekende verhalen was er sprake van vele onsterfelijke goden, die eigenschappen hadden die op mensen leken. Goden als spiegels van het menselijke karakter. Er was behoefte om te verklaren waarom God niet rechtstreeks was te benaderen of om het bestaan van maar één God te bewijzen.

In een onlangs ontcijferde tekst, 800 jaar ouder dan de eerste Bijbelteksten, zou de god Adam bestraft zijn voor zijn bemoeienis met de strijd tussen de scheppergod El en zijn rivaal Horon. Horon, in de vorm van een slang, beet Adam en hij veranderde in een sterfelijk mens. Om het verlies van zijn onsterfelijkheid te compenseren schiep (een zonne)god de vrouw (zodat ze door hun kinderen toch voort konden leven).

Net als bij de machtsstrijd in de godenwereld lijkt het er op dat er van oudsher competitie is tussen culturen in het presenteren van een monotheïstische Godsbeeld. In de Joodse en islamitische religie heeft God (Allah) als het ware gewonnen en hebben de andere bovenaardse wezens een bijrol gekregen als engelen. Het zijn de engelen die menselijke trekjes vertonen en soms ongehoorzaam zijn. Zo zou de duivel (Lucifer of Satan genoemd) een gevallen engel zijn. In de Bijbel schiep God man en vrouw en laat hen leven in het Paradijs op slechts een voorwaarde, namelijk dat zij niet aten van de vruchten van de boom van het kennis van goed en kwaad. Die kennis leidt tot veroordelen en afstand tot de ander. Kennis van goed en kwaad was voorbehouden aan de goden. Met het eten van deze vruchten zouden de mensen goden worden.
Het was de duivel in de vorm van een slang die Eva verleidde om toch van de vrucht te eten en Adam te bewegen om dat ook te doen. Het leidde tot de verwijdering van God en de mens en verdrijving uit het paradijs. Sindsdien lag de erfzonde als een vloek over hun nageslacht en bidden gelovigen in het onze vader om "vergeving van onze schuld".

Het christendom slaagde erin om zich te nestelen in de top drie van monotheïsmen door 2 millennia te verhalen over de geboorte van Jezus als zoon van God, die de banvloek van de zondeval weer verbrak. Het is al die tijd weer mogelijk om terug te keren tot God, maar wanneer en in welke vorm? Dat wordt bepaald met de wederkomst van Christus op de dag van het laatste Oordeel. Zelf was Jezus naar verluid in staat om uit de dood op te staan en na het tonen van het bewijs en het geven van instructies aan zijn discipelen weer naar de Hemel te varen. Gelovigen worden begraven in afwachting van de wederopstanding en uitroeiing van het Kwaad. Er zullen weinig mensen zijn die zich laten begraven omdat zij letterlijk verwachten op de jongste dag weer op te staan. Geen wonder dat crematie steeds populairder is geworden. Het is not done om geestelijken over de logica van wederopstanding en andere verhalen uit de Bijbel door te zagen. Wat een gelovige echt gelooft is dan ook vaak onduidelijk: "er is iets of meer tussen hemel en aarde".

Het zijn in de afgelopen eeuwen de kerkelijke instituties geweest die getracht hebben de menselijke behoeften aan een beter leven te kanaliseren en zo macht te verwerven. Priesters gaven aan hoe je leven moest (met een beloning na de dood) en hoopten zo de mensheid te verheffen boven de onschuldige, maar onbewust levende dieren.
Nu we leven in een samenleving van welvaart is voor velen de wens tot het toetreden van het hiernamaals verdwenen. Het leven voor de dood is inmiddels aardig paradijselijk geworden. We willen niet langer verteld worden hoe te leven of verlost worden. Dat maken we zelf wel uit.

Gebleven is de drang tot competitie, de machtsstrijd en de neiging om te veroordelen. Monotheïstische culturen claimen dat zij een persoonlijke relatie met God hebben die zich exclusief zal inzetten voor hun eigen zaak. En dat leidt tot kinnesinne en bloedige godsdienstoorlogen. Nietzsche verklaarde dat God dood was, mogelijk om een bijdrage te leveren tot het staken van de gevechten op leven en dood.

Mensen vinden het nog steeds moeilijk om anderen als gelijke te accepteren. In sport en spel leven we die kinderlijke behoefte uit om meer en beter te zijn dan een ander. We willen blijven groeien en ontwikkelen, niet in de laatste plaats om ook op de oude dag autonoom en comfortabel te kunnen leven.
Mensen willen veiligheid en erkenning. We willen als goed beoordeeld worden. Als eerste van onze ouders, dan van onze leraren, later van onze partner of werkgever en het zou mooi zijn wanneer we het ook van God zouden krijgen.

In het leven zijn er een aantal angstige momenten dat we verwijderd raken van de ander. Het begint bij de geboorte met het doorknippen van de navelstreng, vervolgens maken we de eerste breuk in het ontdekken van ons ego en we oefenen in het zelfstandig verbinding maken en loslaten in onze puberteit. De laatste breuk met anderen is bij onze dood. Gelovigen hopen dan genoeg krediet te hebben verzameld om opgenomen in een probleemloos leven in een hiernamaals.
Op deze wijze hopen mensen te ontsnappen aan de zinloosheid van het leven. "Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren". Velen zien hierin het recht op een vrij leven en weinigen zien een plicht om een evenwaardig leven te leiden en hierin wederkerigheid te eisen van anderen.

Het disciplineren van jezelf uit religieuze motieven, het je houden aan de tien geboden of gewoon uit fatsoen kost sommigen veel moeite. Het valt dan niet gemakkelijk te kijken naar anderen die het niet zo nauw nemen met de regels of die een geloof beschimpen. Trots en eerwraak leiden tot agressie die in tegenspraak is met de religieuze beginselen die oproepen tot naastenliefde, compassie, mededogen en barmhartigheid.

We hebben moeite met vertrouwen en ruimte te geven aan anderen. Het boeddhisme waarin stilte, ruimte en leegte belangrijke elementen zijn, vinden veel westerse mensen aantrekkelijk maar ook lastig. We willen die elementen wel voor onszelf, maar wanneer we het overlaten aan anderen zou er dan genoeg voor onszelf overblijven? Wij zijn gericht op "doen" en onderschatten de waarde van "laten".
Het boeddhisme slaat met haar non-dualiteit een brug over de kloof die we ervaren naar anderen. Er is eenheid in niet twee-zijn.

Zie ook Neale Donald Walsch over de misvatting dat een almachtige God behoefte zou hebben om mensen te straffen.

De voor- en nadelen van de nieuwe DSM

Het nieuwe handboek voor de psychiatrie, de DSM-5, geeft aanleiding tot vele kritische beschouwingen.
De DSM-5 bestempelt normale variaties van menselijk gedrag tot ziektes waarvoor je hulp moet zoeken en pillen moet slikken. Wat je aandacht geeft, groeit.

AartJan Beekman, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, ziet dat niet terug in de Nederlandse cijfers. Hij wijst in artikel van Tonie Mudde in de Volkskrant van 18 mei op de zogeheten NEMESIS-studies; grote periodieke steekproeven om de geestelijke gezondheid van de Nederlandse bevolking te peilen. Uitkomst: psychische stoornissen komen nu net zo vaak voor als tien jaar geleden. Beekman: 'Ook in landen als Amerika en Australië neemt het aantal diagnoses over de gehele linie niet toe, ook niet na de publicatie van een nieuwe editie van de DSM'.
Wat door de jaren heen wél toeneemt, is het aantal behandelingen en het medicijngebruik. Inmiddels slikken 900 duizend Nederlanders antidepressiva, een stijging van 2 procent per jaar. 200 duizend Nederlanders nemen nu medicatie tegen ADHD, een stijging van gemiddeld 14 procent per jaar.
Beekman: 'In 1997 kregen zes op de tien mensen met een depressie een behandeling. Nu is dat acht op de tien. We geven dus niet steeds meer mensen een etiket, we behandelen alleen steeds meer mensen'.
Volgens Beekman komt dat omdat taboes rondom psychische afwijkingen langzamerhand verdwijnen. 'Iemand van dertig die zich nu prikkelbaar voelt en geen zin heeft in zijn werk denkt veel eerder aan een stemmingsstoornis dan zijn ouders dat zouden hebben gedaan. Als hij dan ook nog iemand kent die is opgeknapt van pillen, zal hij daar eerder zelf om vragen bij zijn huisarts'.
Tot zover Mudde in de Volkskrant.

Het belang van het betrouwbaar diagnosticeren van dezelfde verschijnselen over verschillende landen en culturen heen, heeft veel voordelen. Behandelingsresultaten kunnen gemakkelijker worden vergeleken en cross-cultureel worden onderzocht. Men kan van elkaar leren welke behandeling het effectiefst, snelst, goedkoopst, de minste bijwerkingen etc. is.
Belangrijk is dat iemand bij een bepaalde diagnose of label niet te snel naar medicijnen grijpt of denkt dat hij ziek of “gek” is. Je bent niet minder waard als je gedrag vertoont wat in de DSM beschreven wordt.
Natuurlijk is het voor verzekeringsmaatschappijen gemakkelijk om de voorwaarde te stellen dat zij alleen iets vergoeden wat officieel in de DSM is beschreven, maar het moet niet zo zijn dat een behandelaar iemand een afwijking aanpraat zodat hij dan er een cliënt of patiënt bij heeft. Het is aan de verzekeringsmaatschappij om dit te controleren en aan de samenleving en de politiek om te monitoren dat gezondheidszorg en verzekering elkaar niet de bal (geld) toeschuiven. Het is aan patiëntverenigingen om mee te denken over wat te doen na het krijgen van een DSM-label.

Zie ook “Pas je als hulpvrager in het goedkoopste of in het lucratiefste plaatje van de hulpverlener”?

Het boek Betere mensen laat zien dat wetenschappelijk onderzoek de werkelijkheid eerder vormgeeft dan dat ze haar ontdekt. Er is veel meer openheid nodig over de manieren waarop wetenschap de realiteit creëert, betoogt Trudy Dehue, omdat ze het leven anders vóór anderen, maar niet met hen maakt. Het onderzoek naar ADHD bij volwassenen en het ontwerp van nieuwe hersentechnologie dienen als centrale voorbeelden in een pleidooi voor het behoud van variatie in typen wetenschap, omwille van het behoud van variatie in typen mensen.



Trudy Dehue (1951) is wetenschapsfilosoof en als zodanig een luis in de pels van de universiteit. Ze houdt met haar laatste boek Betere mensen een fel pleidooi tegen standaardisering en voor diversiteit. Zie ook dit audio-interview.
Ernst-Jan Pfauth van De Correspondent.
"Ze spreekt dan ook van een systeem waar iedereen aan meedoet. Toch laat Dehue zich niet verleiden (al probeer ik het wel) om personen in staat van beschuldiging te stellen, of te spreken van een schandaal (terwijl ik daar in sommige gevallen wel degelijk aanleiding toe zie)".

Kwantumtheorie en tautologie

De kwantumtheorie bevat veel onzekerheid. Die onzekerheid wordt door "zieners" gebruikt om verstrekkende conclusies te trekken op basis van overeenkomsten die men ziet bij menselijke ambities om zich te ontwikkelen tot hogere niveaus. In dit artikel een kritische kijk op dit gebruik van "gedachtesprongen".

Op Wikipedia wordt de theorie van de kwantummechanica uitgelegd. Van deze tekst wat bewerkte citaten (met cursief een kleine toevoeging, een filmpje en weglatingen) om de hoofdlijn te kunnen volgen.

In de kwantumtheorie wordt de werkelijkheid op een fundamenteel andere manier benaderd dan in de klassieke natuurkunde, waarin ervan wordt uitgegaan dat er een waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid is en natuurkundige grootheden continue variabelen zijn, die in elke gewenste combinatie gemeten kunnen worden.
In de kwantumtheorie variëren natuurkundige grootheden stapsgewijs (discontinu met 1 kwantum tegelijk) en is er geen waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid. Door dit tweede fundamentele verschil met de klassieke natuurkunde is het principieel uitgesloten om het effect van de waarneming uit te schakelen: de keuze die de waarnemer maakt bij het opzetten van zijn experiment bepaalt in belangrijke mate de uitkomst daarvan.
De beschrijving van systemen door middel van een golffunctie betekent dat deeltjes zich, afhankelijk van de manier waarop ze worden waargenomen, soms als een deeltje in klassieke zin, maar soms als een golfverschijnsel gedragen. Zo kunnen bijvoorbeeld elektronenbundels, net als lichtbundels, brekingsverschijnselen en interferentie (versterking of uitdoving) en diffractie vertonen.
In deze video wordt dit uitgelegd.
Een ander opmerkelijk feit in de kwantummechanica is dat fysische grootheden van een systeem in sommige combinaties niet tegelijkertijd met willekeurige nauwkeurigheid bekend kunnen zijn. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn plaats en snelheid, en tijd en energie. Dit feit staat bekend als de onzekerheidsrelatie van Heisenberg.
Volgens een bepaalde zienswijze binnen de kwantummechanica bestaan ten gevolge van het onzekerheidsprincipe deeltjes niet eens totdat er een waarneming plaatsvindt. Schrödinger was door deze zienswijze dermate ontstemd dat hij het beroemde voorbeeld van de kat beschreef, die door dit effect tegelijkertijd zowel dood als levend was. Schrödinger hoopte met dit onmogelijke voorbeeld te laten zien dat deze filosofie belachelijk was en dat men dit denkbeeld maar snel moest laten vallen. Tot zijn verdriet is bijna het tegenovergestelde gebeurd en is Schrödingers kat een geheel eigen leven gaan leiden.
Tot zover Wikipedia.

Belangrijk onderdeel in deze tekst is dat er voor de waarnemer bij licht tijdens metingen verschil is in gedrag. Dat wil niet zeggen dat dit ook betekent dat in werkelijkheid licht van aard verandert en soms een deeltje is en soms een golf is. Deze “wilde” conclusie doet denken aan het psychologische verschijnsel dat mensen wanneer zij het gedrag van anderen zien er conclusies aan verbinden over hoe de “kwaliteit” van die mensen is. Een arts die euthanasie “pleegt”, pleegt in de ogen van de een een moord en van de ander een medemenselijke daad. De waarnemer ziet wat hij wil zien.

Het is de waarnemer die indirect invloed uitoefent via de waarneming die hij kiest. Kiest hij een andere manier van waarnemen dan bestaat de kans dat hij een andere conclusie trekt.
De menselijke waarneming is op het gebied van de allerkleinste bekende deeltjes niet in staat om te kijken zoals we in ons dagelijkse leven om ons heen kijken. We zien bijvoorbeeld maar een deel van de uitgezonden frequenties van lichtgolven. Zelfs het gebruik van instrumenten helpt ons daarbij niet om te kunnen stellen dat we een transformatie kunnen doen die recht doet aan de (zichtbare) werkelijkheid van het elektron.

De beste manier om valkuilen in de waarneming te voorkomen is zelfkennis en het zo lang mogelijk uitstellen van oordelen.

De filosofische vraag of een gebeurtenis wel plaatsvindt wanneer er geen waarnemer is, is een onzinnige vraag. Het zijn slechts taalspelletjes.

Voor sommigen is materie het resultaat van interferentie van golven en energie. Daarmee zouden alle waarneembare verschijnselen verklaard kunnen worden als gedragingen van (elektromagnetische) golven van licht. So far so good, maar vervolgens worden met reuzenstappen gigantische conclusies getrokken.
Een voorbeeld.
“Omdat het brandpunt van deze golven zelfreferentieel is, schept het zelfbewustzijn. Ieder atoom in het universum is bij gevolg zelfbewust en het universum als geheel is derhalve één bewust wezen: het universele bewustzijn, God is alles wat er bestaat, het is alom aanwezig, en almachtig. Hij is zich bewust van alle dingen die gaande zijn in het universum omdat hij het universele bewustzijn zelf is”.

Ook dit zijn tautologische taalspelletjes. Een tautologie is een uitdrukking die hetzelfde zegt met verschillende woorden, zonder dat er nieuwe informatie wordt toegevoegd.

Wat wel zinnig is te doen met onzekerheidsrelaties is het te gebruiken bij het en-en denken. Twee of meer interpretaties van een gebeurtenis kunnen tegelijkertijd waar zijn. Daarbij is het gegeven dat de ene interpretatie meer waarschijnlijkheid heeft dan de andere niet een rechtvaardiging om de meest waarschijnlijke interpretatie tot absolute waarheid te verheffen.

Het ego maakt vrij en verbindt

Het ego is nodig

Het ego speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van ons zelfbewustzijn en zelfbeeld. Het stelt ons in staat om onszelf te definiëren en te onderscheiden van anderen, en het stelt ons in staat om ons gedrag en onze ervaringen te begrijpen en te interpreteren vanuit ons perspectief als individu.

Het ego staat vaak in een negatief licht. Associaties met egoïstisch en egocentrisch spreken voor zich. Maar de mens kan zich niet ontwikkelen zonder een ego. Het hoort bij een onmisbaar stadium in zijn ontwikkeling.

Het ego is volgens Jung het centrum van het bewustzijnsveld. Geen enkele inhoud die in dat veld komt kan de kwaliteit “bewust worden” bereiken tenzij deze inhoud verbonden raakt met het ego. Alle bewuste psychische activiteiten staan onder beheer van het ego.
Het ego ontstaat uit het archetype Zelf, het centrale regulerende archetype van de gehele psyche, het bestuurlijke en ontwikkelingscentrum van zowel het bewuste als van het onbewuste deel. De wording van het ego vindt plaats in de eerste levenshelft tot circa 35 jaar. Het ego verlost zich uit het Zelf en is bij voorspoedig verloop omstreeks die tijd zo goed als volledig uit het Zelf getreden maar blijft er wel mee verbonden. Deze verbinding tussen ego en Zelf wordt aangeduid met de ego-Zelf-as. Het ego is van het archetype Zelf de ‘ambassadeur’ in het bewustzijn.

Egofuncties

Aan het ego worden een viertal specifieke functies toegekend.
  1. Het waarnemen, dat het werkelijkheidsgehalte van de objecten kan vaststellen. Waarnemingen vertellen niet wat er gaat gebeuren;
  2. Het denken, dat schift en tracht aan te geven wat de aard van het object is. Het denken geeft het object een naam, plaatst het object in categorieën en zoekt naar het samenhangende geheel, de betekenisgevende context, waarin het object zijn plaats en functie heeft. Voor deze functie heeft het ego (subject) enige afstand nodig ten opzichte van het object;
  3. Het gevoelen, dat aangeeft wat het object voor de waarnemer betekent, b.v. een bedreiging, een gezochte, een hooggewaardeerde zaak of een (on)nuttig verschijnsel. Het betreft een waarderend oordeel;
  4. De intuïtie geeft aan waar het waargenomene vandaan komt en waar dit heen gaat. De intuïtieve inhoud, ingevingen en voorgevoelens, die uit het onbewuste als een flits worden aangereikt, heeft een directe inhoud van een concreet gegeven en reikt een oordeel aan over zekerheid en (on)twijfelbaarheid. De inhoud kan later blijken onjuist te zijn. De kritische zin dient waakzaam te zijn.
Deze analytische beschrijving suggereert een onafhankelijk functioneren van elk der functies. In feite functioneren de vier functies steeds synchroon, gelijktijdig.
Tot zover Jung.

Afscheiding en verbinding

Het koesteren van het ego gaat samen met gevoelens van afgescheiden zijn van anderen. Ben ik of is de ander toereikend? Dit kan angst oproepen voor uitsluiting en eenzaamheid. Het kan ook verleiden om te denken dat je meer bent dan een ander. Het gevaar van hoogmoed (hybris) ligt op de loer en kan agressie van anderen oproepen en de neiging om de egoïst onderuit te vloeren en van zijn voetstuk te stoten.

In het ideale geval is het ego verbonden en vrij. In de ontwikkeling van de persoonlijkheid in de tweede helft van het leven gaat het erom om niet meer te identificeren met het ego en haar vier functies.
Aldus wordt ruimte gelaten voor de ander: letterlijk en figuurlijk. Ruimte laten voor andere opvattingen kan vrijblijvend en dus redelijk gemakkelijk zijn. Maar ruimte voor andere gedragingen is moeilijker omdat dit bedreigend kan overkomen voor het eigenbelang. Dan ontstaat angst die kan leiden tot agressie. Ruimte geven aan de ander betekent hem te laten zijn wat hij is, en dat te aanvaarden, omdat hij een mens is.
Komt de mens uiteindelijk tot inzicht en doorprikt hij het mechanisme van de geconditioneerdheid, dan kan hij eindelijk zijn gedachten en gevoelens zien voor wat ze zijn.
De aandacht geldt op de eerste plaats de eigen geest, het eigen hart. Vooraleer we naar de ander kijken is het belangrijk eerst het eigen instrument van waarneming na te zien, en zo nodig het te reinigen of aan te scherpen. Het middel daartoe is de meditatie: een oefening om alle denkactiviteit tot rust te laten komen en enkel nog open te staan voor wat zich aanbiedt.
De ontwikkelde persoonlijkheid heeft de moed zijn angsten te ervaren, zijn alleen-zijn en zijn kwetsbaarheid. Wie de werkelijkheid volledig (niet vooringenomen) waarneemt krijgt inzicht in de veranderlijkheid en vergankelijkheid van alles wat naam en vorm heeft. Hij heeft inzicht in en is verbonden met een bodemloze bron waaruit vrij mededogen en liefde stroomt. En ervaart daarmee een non-dualiteit of twee(een)heid.

Bovenstaande is vrij weergegeven van stichting bodhisattva.

Vera Helleman over ego en je (niet) afhankelijk maken van de waardering van een ander in deze video.

Het ego kan spiritualiteit bevorderen en in de weg zitten

Frédéric Lenoir schrijft in zijn boek over de geschiedenis van het denken over God. Volgens hem is er een onmiskenbare ontwikkeling richting een steeds persoonlijker beleefd en minder dogmatisch geloof.
Een citaat:
Religie brengt mensen samen door middel van een gemeenschappelijk geloof in een onzichtbare wereld die hun te boven gaat. Daarom gebruikt Régis Debray voor religies de zeer toepasselijke term 'menselijke gemeenschappen'. Daar zou ik tegenover willen stellen dat spiritualiteit, de persoonlijke zoektocht van de geest, aanvankelijk juist ontbindt. Spiritualiteit bevrijdt het individu van alles wat hem bindt en in waanideeën gevangen houdt - onwetendheid, ongegronde meningen, vooroordelen - maar ook van de groep. Dankzij spiritualiteit kan de mens het juk van traditie, van het collectieve afwerpen en tot zichzelf, tot zijn innerlijke waarheid komen. Hoewel spiritualiteit het individu in eerste instantie losmaakt, is het uiteindelijke doel ervan toch dat ze datzelfde individu weer op de juiste manier met anderen verbindt. Anders gezegd: spiritualiteit ontbindt om beter te kunnen verbinden, en bevrijdt het individu om het te leren lief te hebben. Spiritualiteit die ontaardt in onverschilligheid of minachting ten aanzien van anderen is geen echte spiritualiteit maar een neurose waarvoor het spirituele als uitvlucht dient.

Door middel van het gebed (Jezus), de filosofie (Socrates) of meditatie (Boeddha) kon het individu voor zijn heil zorgen zonder de voorgeschreven rituelen van de traditie te doorlopen. Verder richtte hun onderricht het aristocratische karakter van de traditionele samenlevingen te gronde. Er bestond voor hen geen wezenlijk verschil tussen mensen: voor iedereen, rijk of arm, slaaf of vrij burger, lag de verlossing of het zielenheil binnen bereik. Er was geen hiërarchie meer, geen kaste, geen uitverkoren volk. Alle mensen waren gelijk, omdat ze allemaal een onsterfelijke ziel bezaten, die hun instaat stelde een geestelijk leven te leiden dat hun vrijheid schonk.

Het karakter van eenzaamheid

Mensen die als karakter of door gebrek aan de juiste steun in de opvoeding minder sociaal vaardig zijn (gebleven), worden eenzame mensen die dat ook in hun gedrag en persoonlijkheid uitstralen. Als gevolg van sociale angst zijn ze meer op zichzelf betrokken en hebben ze weinig oog voor de signalen die anderen uitzenden. Zij zijn in de omgang met anderen verlegen en geremd en ze durven ook geen initiatieven te nemen, iets van zichzelf bloot te geven of voor zichzelf op te komen.

Eenzame karakters koesteren soms gedachten die hen vleugellam en faalangstig maken. Eenzame karakters hebben vaak slechte ervaringen met het omgaan met anderen, juist als gevolg van hun onhandigheid in sociale situaties.
Ze hebben geen hoge dunk van zichzelf en schatten hun aantrekkelijkheid niet hoog in. Ze kwellen zichzelf met zelfkritiek en verwachten als vanzelfsprekend door anderen afgewezen te worden. Ze hanteren een pessimistisch scenario over het verloop van sociale interacties. Ze hebben vaak ook een uiterst negatieve kijk op anderen en een weinig positief oordeel over de mensen met wie ze dagelijks omgaan. Ze vinden ook dat hun relaties te weinig intimiteit of diepgang bevatten.
Eenzame karakters hebben vaak onrealistische sociale behoeften. Ze willen het onmogelijke en beschouwen relaties die objectief gezien helemaal niet zo slecht zijn, soms toch als onbevredigend. Daarbij kunnen ze aan de ene kant niet goed alleen zijn, wat hen vaak wanhopig op zoek doet gaan naar contact, maar hebben ze ook de neiging contact te vermijden uit angst afgewezen te worden.
Het is kortom een vicieuze cirkel waaruit ze zichzelf alleen kunnen bevrijden door (eventueel met behulp van een ander in sociaal vaardigheidstraining) kleine, haalbare stapjes maken in een veilige omgeving. Zij moeten hun pessimistische gedachten onder ogen zien en leren om deze aan de feiten te toetsen.
Zij moeten leren omgaan met alleen te zijn, want iemand die alleen kan zijn, kan meer van zichzelf laten zien in contact met anderen. Anders gezegd: het afbreukrisico van het aangaan van een intiemere relatie is dan niet zo groot.

Meer lezen over eenzaamheid? Klik hier.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (15) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (2) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (51) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (162) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (14) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (2) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (12) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (33) eenzaamheid (8) ego (45) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (51) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (79) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (12) ideaalbeeld (2) identificatie (10) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (12) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) l (1) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (8) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (20) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (14) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (1) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (1) motto (1) mystiek (5) nabijheid (2) narcisme (4) natuur (5) negatie (16) neti neti (3) niet doen (22) NLP (1) non-duaal bewustzijn (6) non-dualiteit (41) omdenken (7) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (1) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (15) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (18) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (90) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (23) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (10)