De verslavende werking van ons genotscentrum

Hoe werkt het in de hersenen dat sommige mensen en dieren sneller verslaafd raken dan anderen? Het ene stofje remt en het andere ontremt!

Hieronder citaten vrij (bewerkt) naar Staysober.nl:
In de hersenen van verslaafden aan alcohol, drugs, gokken en gamen is van alles aan de hand: ze waren vóór het gebruik waarschijnlijk al anders, en veranderen door het gebruik nog meer - misschien wel onomkeerbaar.
Diep weggestopt onder de grijze massa die de cerebrale cortex is, tegen de hersenstam aan, ligt een groep zenuwcellen die het ‘ventraal tegmentaal gebied' (VTG) vormt. Lange zenuwuiteinden - axonen - onderhouden van daaruit verbindingen met andere delen van de hersenen: de frontale cortex, achter het voorhoofd; de amygdala en de hippocampus, diep onderin; en naar een paar miljoen zenuwcellen die met zijn alle niet meer dan anderhalve kubieke centimeter ruimte innemen: de ‘nucleus accumbens', vanuit het VTG gezien iets naar boven en naar voren. Samen met het VTG vormt die nucleus de kern van wat het ‘beloningscentrum' (reward centre) of ‘genotscentrum' wordt genoemd. Laat een hongerige een boterham zien en het beloningscentrum wordt actief. Het VTG vuurt heftig elektrische signalen af, die door zijn axonen naar de nucleus accumbens trekken. Zou je met een fMRI-scanner op dat moment naar de hersenen kijken - zoals sommige neurologen en psychiaters doen - dan zou je de nucleus hevig zien opgloeien: er is actie! ‘Ahhhhhhh, lekker', denkt de hongerige, die die actie ervaart als een gevoel van groot welbehagen. ‘Eten'. En meteen daar achteraan: ‘Dit gaan we vaker doen'.

Genetisch bepaald
Er zijn mensen genoeg die van allerlei verboden waar snoepen zonder verslaafd te raken. En er zijn er ook die binnen de kortste keren blijven hangen. Er komen steeds meer aanwijzingen dat dat verschil voor een belangrijk deel genetisch is bepaald. Er is een gen gevonden dat bepaalt of mensen gevoelig zijn voor alcoholverslaving en een ander dat hetzelfde doet voor nicotine. Er is ook een vorm van dopaminereceptor die bij slechts twintig procent van de mensen voorkomt, maar bij bijna tachtig procent van de crackverslaafden.
Zo zijn er nog wel meer risicofactoren. Impulsiviteit lijkt ook een goede voorspeller van latere verslaving. Daarnaast spelen ook omgevingsfactoren een rol bij het tot stand komen van verslaving. Beschikbaarheid en sociale acceptatie zijn van belang - je raakt makkelijker aan de drank dan aan de heroïne.

Terugval grootste risico
Afkicken is niet waar het om gaat; terugval is het probleem. Zelfs na jaren van abstinentie.
Hoogleraar Taco de Vries doet er onderzoek naar, bij ratten. ‘Want die systemen werken bij ratten net zoals bij mensen'. Terugval heeft te maken met het geheugen, zo heeft De Vries vastgesteld. Gebruiken doe je binnen bepaalde rituelen, in vaste situaties: thuis uit je werk, even op de bank uitblazen met een paar glazen. Na verloop van tijd hoef je maar aan thuis te denken en je krijgt al trek. ‘Er vormt zich een verslavingsgeheugen', zegt De Vries. Dat geheugen zorgt ervoor dat allerhande omgevingsprikkels die met die rituelen of situaties te maken hebben de hunkering op slag weer aanzetten. Zelfs na jaren onthouding zie je bij ex-verslaafden soms het genotscentrum hevig opgloeien als dat geheugen wordt geprikkeld - een slecht voorteken.
Maar: geen prikkels, geen hunkering. Dat mechanisme was mogelijk verantwoordelijk voor het feit dat maar heel weinig Amerikaanse soldaten die uit de Vietnamoorlog terugkwamen aan heroïne verslaafd bleven. Terwijl toch bijna de helft van hen in Vietnam heroïne had gebruikt. Thuis was de omgeving zo anders dan die waarin ze gewend waren hun shot te nemen, dat de hunkering niet meer werd opgewekt.
Maar helaas: de meeste gebruikers gebruiken in hun alledaagse omgeving, waarin alles ze aan het gebruik herinnert. De Vries is aan het uitzoeken hoe dat mechanisme van prikkeling die de hunkering aanzet, werkt. De prefrontale cortex, een deel van de hersenen dat nog vóór de oren achter het voorhoofd resideert, speelt daarbij een cruciale rol. Vanuit dat hersendeel lopen banen naar het genotscentrum en via die banen wordt normaliter de activiteit in dat centrum in de hand gehouden. Bij verslaafden is die prefrontale cortex (PFC) veranderd.
De regulerende werking van de PFC voltrekt zich - ook hier - via een transmitter, die de prikkel van de PFC naar het genotscentrum overbrengt. Bij verslaafden blijkt die transmitter door bepaalde eiwitten te worden tegengehouden op het moment dat ze - die verslaafden - een prikkel krijgen toegediend die hunkering oproept. En dan wordt het beloningsgedrag niet meer onderdrukt. ‘Het beloningssysteem staat dan te gieren', zegt De Vries, ‘maar de rem is stuk'. Als de aanmaak van het betreffende eiwit wordt tegengehouden (met een nu nog experimenteel stofje), doet de PFC gewoon zijn werk. ‘Waar we nu dus op uit zijn, is dat gedrag weer onder controle te brengen'.

Is er kruid gewassen tegen deze chronische hersenziekte?
'Er vroeg bij zijn', zeggen deskundigen. ‘Hoe sneller je ingrijpt, hoe makkelijker het is om nog te stoppen. In een vroeg stadium, als er nog geen afhankelijkheid of echte verslaving is gegroeid, kunnen soms een paar gesprekken al helpen'. Daarna wordt het moeilijker, al zul je geen hulpverlener op het woord ‘onmogelijk' betrappen.
Onderzoekers hebben minder moeite met dat woord. ‘Een echt effectieve behandeling is er op dit moment niet voor verslaving', zegt De Vries. ‘Wat er nu aan medicijnen is, is allemaal gericht op onderdrukking van het beloningssysteem, zoals naltrexon, dat het belonende effect van alcohol dempt. Wat je eigenlijk zou willen, is een medicijn vinden dat de verstoorde functie van de prefrontale cortex herstelt. Een middel dat zich niet op het gaspedaal richt, maar op de rem. En dan aansluitend cognitieve gedragstherapie, waarvan is gebleken dat die ook de hersenen structureel kan veranderen'.
Bij hulpverleners is die gedragsanalyserende vorm van therapie dan ook al jaren gemeengoed. Alleen die medicijnen, daar moeten ze het nog even zonder stellen.

Dopamine
Hoogleraar Dick Veltman is een van de onderzoekers van de Neuroscience Campus Amsterdam (NCA) van VU en VUMC. Hij bestudeert de hersenen van verslaafden. Op zijn beeldscherm laat hij zien hoe het basisniveau van de dopamine in het beloningscentrum van verslaafden zoveel lager ligt dan dat van niet-verslaafden. Ze zijn onderprikkeld, hebben een hardere prikkeling nodig om hun dopamine naar een peil te brengen dat een prettig gevoel oplevert.
Dopamine is een ‘neurotransmitter'. Als een elektrische prikkel van de ene zenuwcel naar de andere trekt, ontmoet hij op de grens van beide cellen een openingetje, een ‘synaps'. De prikkel zelf kan die opening niet overbruggen. Wat hij wel kan - en doet - is aan het eind van het axon een stofje losmaken dat daar ligt te wachten: de neurotransmitter, een stof die de elektrische prikkel doorgeeft over de synaps heen. De transmitter loopt de synaps in en activeert de receptoren op de zenuwcel aan de overkant, die het signaal in elektrische vorm verder naar het cellichaam voeren. Hoe meer transmitter er wordt vrijgemaakt, hoe heftiger de prikkeloverdracht. Is dat een prikkel naar het pijncentrum, dan volgt er meer pijn, gaat hij naar het genotscentrum, dan volgt er meer genot.
Na de overdracht neemt het axoneinde de transmitter weer op voor de volgende keer. Zou het dat niet doen, dan zou de ontvangende cel aanhoudend geprikkeld worden en het bijbehorende gevoel niet ophouden.
En dat is precies wat een aantal drugs op verschillende manieren doet. Cocaïne bindt zich aan de plekjes die de dopamine na gebruik weer opnemen: de dopamine kan niet meer terug, er blijft meer dopamine achter in de synaps, en de zenuwcel aan de overkant blijft geprikkeld: lekker!
Opiaten werken - waarschijnlijk - door de receptoren te bezetten van nog een andere zenuwcel bij de synaps, die normaliter de productie van dopamine wat remt. Die kan zijn werk dan niet meer doen, waarna er extra veel dopamine wordt aangemaakt: lekker!

Meer lezen?

Blijf ook in de liefde een individu

Joke Hermsen heeft een nieuwe roman Blindgangers geschreven. In de Volkskrant van 21 januari wordt zij geïnterviewd door Wilma de Rek. Hermsen pleit ervoor om in de liefde een individu te blijven:

Ook in een liefdesverhouding moet je ervoor zorgen dat er voldoende afstand blijft tot elkaar, dat je allebei een individu blijft. Maar wat wil de liefde? Versmelting. Wat wil de liefde ook? Geloven in de leugen van de eeuwigheid. Die twee dingen zorgen ervoor dat heel vaak mensen niet langer twee individuen zijn, maar hun eigenheid verliezen en versmelten tot één wezen. Als er dan eentje uitstapt, voelt dat voor de ander als een verscheuring. Bij scheidingen die harmonieus verlopen, zie je vaak dat het daar man en vrouw veel beter is gelukt een individu te blijven, een eigen leven te houden, een carrière te ontwikkelen: allebei mens te blijven. Het heeft ook met gelijkwaardigheid te maken. Gelijkwaardigheid is binnen de liefde, maar ook binnen vriendschap, een voorwaarde.

'Waarom worden vriendschappen met veel minder pijn verbroken dan liefde: omdat enige afstand binnen een vriendschap bijna gegarandeerd is. Vriendschap kent niet dat verlangen naar symbiose, naar cocoonen op de bank, naar altijd en eeuwig samen zijn. Ik pleit al ik weet niet hoe lang voor de 'verliefde vriendschap', voor de amitié amoureuse. Je houdt het verlangen om die ander ten diepste te leren kennen, met een hartstocht en een nieuwsgierigheid die je in de vriendschap nooit helemaal zo kunt ervaren; maar tegelijkertijd blijf je aparte individuen. Die versmelting, dat is de dood in de pot. We moeten ons erbij neerleggen - en dat is niet gering - dat als je een paar keer in je leven de liefde mag ervaren, je al hartstikke blij moet zijn. Maar we moeten er van af dat je die liefde vervolgens zeker kunt stellen, dat je garanties kunt krijgen, tot in lengte van dagen en desnoods tegen de klippen op. Mensen veranderen nu eenmaal'.



Esther Perel schrijft in "erotische intelligentie": wanneer men samensmelt, wanneer twee mensen een worden, kan er geen verbinding meer ontstaan. Er is niemand meer met wie je een band kunt vormen. Vandaar dat afzonderlijkheid een voorwaarde is voor een verbintenis; dit is de wezenlijke paradox van intimiteit en seks.

Ontwaken voorbij ego en pijnlichaam

Volgens boeddhist Eckhart Tolle draagt ieder mens een erfelijke blauwdruk voor stoornis in zich. Hij wijst daarvoor het ego aan. Het ego is identificatie met gedachtevormen. Veel mensen die dit bij hem lezen proberen het ego kwijt te raken of de bron van het weten te verleggen van het verstand naar het gevoel. Maar dat is het paard achter de wagen spannen. Het menselijke ego heeft een functie bij de groeifase in het volwassen worden tot een autonoom individu. Een gezond ego verlegt grenzen waar dat kan en mag. Eventuele ontsporingen van het ego zijn pas aan de orde wanneer iemand zijn ego te groot laat worden of zich ermee identificeert. Zo van “ik ben belangrijk, want ik ben de baas van …”. En dan nog, ieder mens mag zichzelf zo belangrijk vinden als hij zelf wil. Jezelf waarderen is verstandiger dan jouw eigenwaarde van de erkenning door een ander te laten afhangen. Iemand met groot ego loopt vooral het risico dat hij geïsoleerd raakt. Waar het omgaat is of iemand met een groot ego er ook consequenties voor anderen uittrekt voor zijn handelen. Zo van “omdat ik belangrijk ben, moet je mij gehoorzamen of hoef ik geen rekening met jou te houden”.


Icarus en Daedalus


Een dergelijk gestoord ego schiet zijn doel voorbij en maakt onschuldige slachtoffers. Als collectief bedreigt het zelfs het voortbestaan van de planeet door het uitputten van haar reserves en niet duurzaam te leven. Het is dezelfde stoornis (groeidwang) die een kankercel laat zien omdat het als enig doel heeft om zichzelf te vermeerderen. Het heeft er geen weet van dat de eenzijdige gerichtheid op groei zijn eigen ondergang bewerkstelligt omdat zo het lichaam waar het onderdeel van uitmaakt vernietigd wordt.

Zoals een echt boeddhist betaamt, veronderstelt Tolle niet het bestaan van een ziel, maar een God die het Zijn is op de achtergrond in elk levend wezen.
Wat het ego zoekt en waar het zich aanhecht zijn surrogaten voor het Zijn, wat het niet kan voelen en (be)grijpen. Het ego verwart het "hebben" met Zijn en is daarom gericht op het verzamelen van materie en status. Ook de kwaliteit van een verbinding aangegaan vanuit het ego is discutabel. Door het ego opgewekte positieve emoties hebben hun tegendeel al in zich en kunnen daar gemakkelijk in veranderen. Wat ego bijvoorbeeld liefde noemt is bezitsdrang en een verslavend zich vastklampen dat in een seconde in haat kan veranderen.
Negatieve emoties die je niet totaal onder ogen ziet en ziet zoals ze zijn op het moment dat ze bij je opkomen, lossen niet helemaal op. Ze laten een rest van pijn achter: oud zeer. Op den duur vormen ze een energieveld dat in de cellen van jouw lichaam leeft. Tolle noemt dit het pijnlichaam. Hij vermoedt ook het bestaan van een collectief pijnlichaam dat zelfs in het DNA is gecodeerd, zodat het overerfelijk is.
Het pijnlichaam voedt zich met negatieve gedachten en is verbonden met het ego. Ze zijn wederzijds afhankelijk en zijn erop gericht te groeien of minimaal zichzelf in stand te houden en eventueel een tijdje ondergronds te gaan om te overleven. Voor wie zich identificeert met het ego en het pijnlichaam is het verleden en de toekomst belangrijker dan open te staan voor wat er zich nu voordoet.

Aan de ene kant kan het besef van het pijnlichaam en het erkennen van de negatieve patronen en onverwerkte emoties die het kan veroorzaken, iemand helpen bewuster te worden van hun eigen lijden en de mogelijkheid bieden om ermee om te gaan.

Aan de andere kant kan het idee van een afzonderlijk "lichaam" van pijn ook het risico met zich meebrengen dat mensen zichzelf identificeren met dat concept en het als een vaststaande entiteit beschouwen. Dit zou dan een vorm van zelf in stand gehouden lijden kunnen zijn, vergelijkbaar met hoe onverwerkte hechtingen en identificaties lijden kunnen voeden volgens boeddhistische filosofie.

Tolle ziet angst, hebzucht en honger naar macht als psychische drijfveren achter oorlogen tussen naties, stammen, religies en ideologieën en als de oorzaak achter continue conflicten in persoonlijke relaties. Wanneer een mens zich identificeert met zijn ego leiden de drijfveren tot foute interpretaties van een situatie, terwijl hij het goed bedoelt. Wat volgens Tolle beter werkt is de goedheid te vinden die al in jou en de ander zit. Die manier van kijken noemt hij het ontwaken in een nieuw bewustzijn.
Liefde is dan het zien van de eenheid (non-dualiteit) in Zijn van al wat leeft in alles en iedereen. Een liefdevolle verbinding op Zijnsniveau kan helend werken. Door de krachtige en versluierende werking van het ego is zoiets gemakkelijker gezegd dan gedaan. Illusies van ware liefde liggen altijd op de loer.

Het opgeven van jouw bezittingen, behoeftes en verlangens bevrijdt je niet automatisch van de schaduwkant van jouw ego. Door jezelf te observeren maar het ego geen aandacht meer te geven zet je het buitenspel. Het ego heeft zo zijn best gedaan om jou af te scheiden en te maken tot een vrij individu, dat het zich verzet tegen de gedachte dat je onlosmakelijk verbonden zou kunnen zijn met iets zo machtig en ongrijpbaar als God is.
Innerlijke verdeeldheid, een gevoel van afgescheiden zijn dat veroorzaakt is door het niet beseffen van de oorspronkelijke natuur (non-dualiteit, de eenheid met God), wordt als het kernpunt van de pijn beschouwd, onbedoeld verergerd door succesvol vrijmaken door het ego.

Het begin van de transformatie van het bewustzijn ligt in het bewust worden en bewustzijn van gehechtheid. Je wordt je bewust van je wezenlijke identiteit als vormloos, als een alles doordringende Tegenwoordigheid, van Zijn dat er was voor alle vormen en voor alle identificaties.
De werkelijkheid bestaat uit vorm en ruimte. Wie denkt dat de essentie alleen begrepen kan worden met zintuigen, verstand en emotie is gevangen door het ego en voor hem blijft het essentiële verborgen.
Bestaan is de voorgrond van het leven, Zijn is als het ware de achtergrond. Het bestaande verandert, het Zijnde blijft bestaan.
Spiritueel ontwaken houdt in dat je je bewust wordt van de werking van de innerlijke ruimte en stilte door je niet te laten afleiden door vormen en gedachten in de voorgrond. Je neemt dan waar tussen jouw gedachten door en je ervaart schoonheid en kwaliteit van binnenuit, zoals muziek tussen de noten zit en de danser rust in de beweging.
Geluk en vreugde stromen –vrij- uit deze bron. Observeer dit zonder te benoemen, labelen of te oordelen. Doe je dit wel dan loop je kans dat het ego de regie weer overneemt.

Door een volledige aanvaarding van de vorm van het Nu raak je inwendig afgestemd op de ruimte. Deze vorm heet Tegenwoordigheid en wordt gekenmerkt door balans en evenwicht.
Bewustzijn is de ruimte waarin het denken bestaat wanneer die ruimte zich bewust is geworden van zichzelf. Het is zich ervan bewust wanneer te doen en wanneer te laten. Spreken (doen) is zilver en zwijgen (laten) is goud. Het gaat om inzicht en dat is voor iedereen direct en moeiteloos beschikbaar. Het geheel kan door de aanvaarding (van wat er nu is, ook de schaduwkant) integer handelen door jou, zodat angst, hebzucht en honger naar macht verdwijnen.
Non-duaal bewustzijn is de helende ervaring dat we allemaal één zijn, althans niet-twee, om dooddoeners te voorkomen..

De vorige paragraaf is ietwat cryptisch. Tolle pleit ervoor om twee dingen tegelijk te doen: een stapje terug om jezelf goed te observeren en alles wat er bij je binnenkomt en een stapje vooruit door alles te accepteren wat er nu is zonder identificatie (maar te stoppen bij "ik ben"). Deze paradox zit ook in de oproep om jezelf te verliezen om jezelf te worden. Door de negatie of door jouw schaduwkant te omarmen kan het getransformeerd worden. Het ego maakt vrij en verbindt, maar zal (in spirituele zin) moeten worden geofferd, het verbindende deel (ik) gelukkig niet.

Meer lezen over hoe Tolle dit en andere concepten bedoelt? Klik op de labels onderaan.
Het concept van "offeren van het ego (ik)" wordt bijvoorbeeld benadrukt door Philip Renard.





Alexander Zöllner heeft een handboek geschreven over non-duale coaching en therapie. Hij schrijft over het ego:
Ego met al zijn denkbeelden, angsten, verlangens en verdedigingsmechanismen is ten diepste een overlevingsstrategie die ontstaan is in reactie op wat het als bedreigend voor zijn voortbestaan herkend heeft. Ego louter als een constructie zien, er non-duale concepten tegenover plaatsen of pogingen doen om ego 'op te voeden', kunnen we herkennen als manipulaties en daarmee een ontkenning van zijn bestaan. Evenmin kan ego losgelaten worden, want wie anders dan ego zou dit moeten doen? De enige weg om met ego om te gaan is geen weg, maar een manier van zijn, namelijk de volledige en onvoorwaardelijke aanvaarding van het verlangen van het ego naar erkenning van zijn bestaan en wat het daarin heeft ervaren.

Heling heeft betrekking op de realisatie en aanvaarding van de inherente verbondenheid met alles en iedereen. We zijn op individueel niveau uiterst 'gewoon' en staan op geen enkel niveau apart van iets anders en zijn tegelijk een hoogst unieke uitdrukking van non-duaal Bewustzijn.

Zelfrealisatie gaat ook om het inzicht in deze paradox.

Basisprincipes van spiritueel ontwaken uitgelegd door Adyashanti


Adyashanti is een Amerikaan die spiritueel leider is geworden en die gewoonlijk zeer omstandig uitlegt hoe mensen spiritueel kunnen ontwaken.
Een mens wordt van jongs af aan verteld dat hij of zij een bepaald identiteit heeft of kan verwerven door zijn best te doen om het te verwerven buiten jezelf. Het wordt een egoïstische waarde van waaruit mensen handelen (competitie, slachtoffergedrag, wens om geliefd te zijn), maar die spirituele ontwikkeling in de weg staat.
Lijden is niet veroorzaakt door bepaalde invloeden of mensen buiten jezelf, maar door identificatie met bepaalde, fictieve patronen van denken. Een voorbeeld van zo’n patroon is het ego, dat denkt het afgescheiden is van anderen of een geheel. Het ego zoekt rust, vrede en geluk in de wereld buiten zichzelf en verliest telkens de grip daarop, nadat het denkt het te hebben gevonden.
Neem niet aan zeker te weten wie of wat je bent, maar wees bereid het antwoord open te laten.
Ontwaken tot je ware aard als spiritueel bewustzijn (conscious spirit) voorbij het ego gaat samen het doorbreken van het patroon van en identificatie met denken, zonder je te distantiëren van het denken of het ego.
Het spiritueel bewustzijn bestaat, is aanwezig, maar is zonder vorm. Het is ongrijpbaar en niet met de zintuigen waar te nemen. Het kan bewust worden van zichzelf.
Welke waarden zijn wel waardevol in spiritueel bewustzijn?
Voorbeelden zijn waarachtigheid, bewust zijn van eenheid, vrijheid voor alles wat leeft, vrede, dankbaarheid, liefde.

Geluk is …

Gelukkig zijn is onze natuurlijke staat.

Geluk is ongrijpbaar. Een geluk bij een ongeluk is dat het vele bronnen en vormen kent.

Geluk is een levensdoel, een levenshouding. Het is vergankelijk en niet na te streven, het zit in kleine dingen.

Geluk is weten dat je niet per se geluk nodig hebt.

Geluk is als je over iets kunt huilen en lachen tegelijk.

Gelukkig zijn is de afwezigheid van het streven naar geluk.

Geluk is voor de domme.

Geluk is voor een man een vrouw die hem zegt wat hij moet doen en een secretaresse die het voor hem uitvoert.

Liefde is ….

Liefde is een toestand van Zijn. Je kunt haar nooit verliezen en ze kan je nooit verlaten omdat het diep in je zit. Jezelf te kennen als het Zijn onder de denker, de stilte onder de mentale ruis, de liefde en vreugde onder de pijn, is vrijheid, verlossing, verlichting.
In de stilte van je aanwezigheid kun je je eigen tijd- en vormloze werkelijkheid voelen als het ongemanifesteerde leven dat je fysieke vorm bezielt. Je voelt dan hetzelfde leven diep in ieder ander mens en elk ander schepsel.
Je kijkt door de sluier van vorm en afgescheidenheid heen.
Dat is het verwezenlijken van eenheid.
Dat is liefde.



Er is één relatie die je niet meer hebt als je verlicht bent: die met jezelf. Als je de illusie om die te hebben, hebt opgegeven, worden al je andere relaties liefdesrelaties.

Van slome vormen naar snelle beeldcultuur

We zijn in staat tot het trekken van veel parallellen. Sommige vormen lijken krachtig, maar zijn weinig doortimmerd. Discutabele spirituele "visionairs" bijvoorbeeld proberen hun theorie een natuurwetenschappelijke tintje en daarmee status te geven. Veel naïeve volgers horen in de kromtaal een klok luiden en zijn onverschillig waar de klepel hangt. Zo worden God, liefde en bewustzijn soms in één adem genoemd met onuitputtelijke energie, dichtheid en trillingen.
Rationeel en logisch denken wordt genegeerd; gevoel en intuïtie daar gaat het om.
God is almachtig en liefdevol, dus is liefde alles, dat soort logica of zelfs dooddoeners.
Er zijn inderdaad veel mensen die blijven malen in hun hoofd met improductieve en depressief makende gedachten en de gevolgen van veel mentale stress is zichtbaar in het lichaam. Maar dat maakt een nuchter en gezond verstand nog niet overbodig. Verlicht worden is mooi, maar de aardappels moeten wel worden geschild.

Wie God gelijkstelt aan liefde, heeft veel uit te leggen, want hoe kan almacht en liefde samengaan? Het ligt dus complexer of nog liever: genuanceerder. Mogelijke antwoorden worden gegeven in een Theodicee, bijvoorbeeld dat God slechts activator was of omdat de mens pas iets heeft aan zijn vrije wil als hij er ook iets mee te kiezen heeft.

Vaak wordt een vergelijking gemaakt tussen liefde en stromende energie.
Energie is neutraal, kent een potentiaal en stroomt van hoog naar laag. Energie is vooral geassocieerd met kwantiteit. Het is het systeem waarbinnen energie kan worden ingezet dat op kwaliteit wordt beoordeeld, bijvoorbeeld een elektrische auto met een grote actieradius en als kwaliteiten stil, schoon en mobiel.
Liefde kent een positieve intentie en heeft een potentie om energie vrij te maken en om gelijkwaardiger te maken. Liefde is allereerst geassocieerd met kwaliteit, van laag in de vorm van verliefdheid naar hoog bij “ware liefde”. Het heeft in al haar vormen van doen en laten een ongrijpbare aard, die weer wel ervaren kan worden.

Liefde en energie kunnen dus wel aan elkaar worden gerelateerd, maar indirect. Directe koppelingen als "liefde is de meest dichte energie" of "alles is liefde" leveren weinig inzicht op over het wezen van liefde.

De tendens, dat we steeds minder aan logica en één waarheid hechten, is reeds lang geleden ingezet. We gaan communicatie steeds meer alleen gebruiken met het oog op haar effect. Het laten varen van de aanspraak op waarheid en het verschuiven naar het nut ervan heeft voordelen, maar natuurlijk ook nadelen. Zo maakt het fenomeen dat veel zaken gebaseerd zijn op vertrouwen het nu voor velen veel belangrijker of het imago positief en krachtig is dan de vraag of dit vertrouwen of imago realistisch is en ergens op is gestoeld. Wanneer deze relatie teveel wordt losgelaten, zoals de laatste decennia in de religie, wetenschap of de economie uit machtswellust, luiheid, onverschilligheid of hebzucht is gebeurd, dan raakt vrijwel alle vertrouwen zoek.

De technieken om beeld(en) realistisch te maken zijn door het inzetten van computers zo krachtig geworden en worden zo veelvuldig over ons uitgestort dat we soms niet meer weten of we iets hebben gezien in de media of dat we het zelf hebben meegemaakt. Tijd en moeite om het te checken nemen we niet. En misschien is dat ook niet altijd zo erg. Wat wel erg kan zijn is dat we door die twijfel bang of onzeker kunnen worden gemaakt en daarmee afhankelijk. Een twijfel die bijdraagt aan bewustwording is mooi, maar een twijfel die ervoor zorgt dat we ons verliezen in nieuwe schijnzekerheden is gevaarlijk.
Waarheid kan nooit worden gevonden binnen een vorm of binnen een idee van vormloosheid.

“Onder druk wordt alles vloeibaar”
Wanneer je energie toevoegt aan vaste vormen dan worden die meer plastisch. Bijvoorbeeld warmte toegevoegd aan ijs, zorgt dat ijs vloeibaar wordt tot water. De watermoleculen trillen los van het netwerk en kunnen later weer in een andere samenstelling vorm aannemen.
De beeldspraak van stromende energie is ook bruikbaar wanneer we beschrijven wat er gebeurt op het niveau van de samenleving en tussen individuen. Liefde is een potentie die aarzelende mensen de kracht kan geven om verbinding te maken. Wanneer die verbinding is gemaakt kan liefde stromen als ware beide geliefden een energiebron voor elkaar. Die energiestroom kent een aantal lagen, want het draagt op fysiek niveau bij in de vorm van seksuele energie aan de voortplanting. Op individueel niveau draagt het bij aan een stabiele verbinding. En die stabiliteit is gunstig voor het nageslacht en voor de sfeer in de samenleving. Op het niveau van bewustzijn kan liefde leiden tot persoonlijke ontwikkeling.
Op het niveau van de samenleving kan ook de beeldspraak van stromende energie worden toegepast. De individualisering leidt tot steeds lossere relaties en samenwerkingsvormen. Tijdelijk veranderen van orde naar chaos is heel gewoon en leidt hopelijk tot verbindingen van hogere orde. Scholieren en studenten worden minder gestuurd op verwerven van kennis en meer op het ontwikkelen van hun talenten om zichzelf te presenteren en om verbanden te leggen en verbindingen aan te gaan. Ontbrekende kennis wordt wel gegoogled. De verantwoordelijkheid om integer en authentiek te zijn wordt vooral bij het individu gelegd en nauwelijks getoetst.



Door moderne media als Internet en Twitter wordt er steeds sneller en mondialer gecommuniceerd in creatieve vormen. Identiteiten worden aangenomen, gefingeerd en verlaten. Pasfoto’s worden vervangen door avatars, want waarom zou je een relatie leggen tussen uiterlijk en inhoud? En wanneer je jouw boodschap niet binnen 140 tekens kunt overbrengen, ben je niet "to the point" genoeg.
De kwaliteit van een individuele bijdrage wordt vooral zichtbaar door de snelheid waarmee quotes en retweets worden gegenereerd. Wie permanent op de media aangesloten is, kan 24 uur per dag deelnemen aan de actuele discussie. Sluit je je een dag later aan, dan heeft reageren weinig zin meer. Er is alweer een ander trending topic. Je kunt dit fenomeen een energie met hoge trilling en een hoge of lage dichtheid noemen, maar er is weinig goddelijks en liefdevols aan. Het kan bijdragen tot revoluties, bevrijding en een ontwakend bewustzijn, dat weer wel.


Het ego maakt vrij en verbindt

Het ego is nodig

Het ego speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van ons zelfbewustzijn en zelfbeeld. Het stelt ons in staat om onszelf te definiëren en te onderscheiden van anderen, en het stelt ons in staat om ons gedrag en onze ervaringen te begrijpen en te interpreteren vanuit ons perspectief als individu.

Het ego staat vaak in een negatief licht. Associaties met egoïstisch en egocentrisch spreken voor zich. Maar de mens kan zich niet ontwikkelen zonder een ego. Het hoort bij een onmisbaar stadium in zijn ontwikkeling.

Het ego is volgens Jung het centrum van het bewustzijnsveld. Geen enkele inhoud die in dat veld komt kan de kwaliteit “bewust worden” bereiken tenzij deze inhoud verbonden raakt met het ego. Alle bewuste psychische activiteiten staan onder beheer van het ego.
Het ego ontstaat uit het archetype Zelf, het centrale regulerende archetype van de gehele psyche, het bestuurlijke en ontwikkelingscentrum van zowel het bewuste als van het onbewuste deel. De wording van het ego vindt plaats in de eerste levenshelft tot circa 35 jaar. Het ego verlost zich uit het Zelf en is bij voorspoedig verloop omstreeks die tijd zo goed als volledig uit het Zelf getreden maar blijft er wel mee verbonden. Deze verbinding tussen ego en Zelf wordt aangeduid met de ego-Zelf-as. Het ego is van het archetype Zelf de ‘ambassadeur’ in het bewustzijn.

Egofuncties

Aan het ego worden een viertal specifieke functies toegekend.
  1. Het waarnemen, dat het werkelijkheidsgehalte van de objecten kan vaststellen. Waarnemingen vertellen niet wat er gaat gebeuren;
  2. Het denken, dat schift en tracht aan te geven wat de aard van het object is. Het denken geeft het object een naam, plaatst het object in categorieën en zoekt naar het samenhangende geheel, de betekenisgevende context, waarin het object zijn plaats en functie heeft. Voor deze functie heeft het ego (subject) enige afstand nodig ten opzichte van het object;
  3. Het gevoelen, dat aangeeft wat het object voor de waarnemer betekent, b.v. een bedreiging, een gezochte, een hooggewaardeerde zaak of een (on)nuttig verschijnsel. Het betreft een waarderend oordeel;
  4. De intuïtie geeft aan waar het waargenomene vandaan komt en waar dit heen gaat. De intuïtieve inhoud, ingevingen en voorgevoelens, die uit het onbewuste als een flits worden aangereikt, heeft een directe inhoud van een concreet gegeven en reikt een oordeel aan over zekerheid en (on)twijfelbaarheid. De inhoud kan later blijken onjuist te zijn. De kritische zin dient waakzaam te zijn.
Deze analytische beschrijving suggereert een onafhankelijk functioneren van elk der functies. In feite functioneren de vier functies steeds synchroon, gelijktijdig.
Tot zover Jung.

Afscheiding en verbinding

Het koesteren van het ego gaat samen met gevoelens van afgescheiden zijn van anderen. Ben ik of is de ander toereikend? Dit kan angst oproepen voor uitsluiting en eenzaamheid. Het kan ook verleiden om te denken dat je meer bent dan een ander. Het gevaar van hoogmoed (hybris) ligt op de loer en kan agressie van anderen oproepen en de neiging om de egoïst onderuit te vloeren en van zijn voetstuk te stoten.

In het ideale geval is het ego verbonden en vrij. In de ontwikkeling van de persoonlijkheid in de tweede helft van het leven gaat het erom om niet meer te identificeren met het ego en haar vier functies.
Aldus wordt ruimte gelaten voor de ander: letterlijk en figuurlijk. Ruimte laten voor andere opvattingen kan vrijblijvend en dus redelijk gemakkelijk zijn. Maar ruimte voor andere gedragingen is moeilijker omdat dit bedreigend kan overkomen voor het eigenbelang. Dan ontstaat angst die kan leiden tot agressie. Ruimte geven aan de ander betekent hem te laten zijn wat hij is, en dat te aanvaarden, omdat hij een mens is.
Komt de mens uiteindelijk tot inzicht en doorprikt hij het mechanisme van de geconditioneerdheid, dan kan hij eindelijk zijn gedachten en gevoelens zien voor wat ze zijn.
De aandacht geldt op de eerste plaats de eigen geest, het eigen hart. Vooraleer we naar de ander kijken is het belangrijk eerst het eigen instrument van waarneming na te zien, en zo nodig het te reinigen of aan te scherpen. Het middel daartoe is de meditatie: een oefening om alle denkactiviteit tot rust te laten komen en enkel nog open te staan voor wat zich aanbiedt.
De ontwikkelde persoonlijkheid heeft de moed zijn angsten te ervaren, zijn alleen-zijn en zijn kwetsbaarheid. Wie de werkelijkheid volledig (niet vooringenomen) waarneemt krijgt inzicht in de veranderlijkheid en vergankelijkheid van alles wat naam en vorm heeft. Hij heeft inzicht in en is verbonden met een bodemloze bron waaruit vrij mededogen en liefde stroomt. En ervaart daarmee een non-dualiteit of twee(een)heid.

Bovenstaande is vrij weergegeven van stichting bodhisattva.

Vera Helleman over ego en je (niet) afhankelijk maken van de waardering van een ander in deze video.

Het ego kan spiritualiteit bevorderen en in de weg zitten

Frédéric Lenoir schrijft in zijn boek over de geschiedenis van het denken over God. Volgens hem is er een onmiskenbare ontwikkeling richting een steeds persoonlijker beleefd en minder dogmatisch geloof.
Een citaat:
Religie brengt mensen samen door middel van een gemeenschappelijk geloof in een onzichtbare wereld die hun te boven gaat. Daarom gebruikt Régis Debray voor religies de zeer toepasselijke term 'menselijke gemeenschappen'. Daar zou ik tegenover willen stellen dat spiritualiteit, de persoonlijke zoektocht van de geest, aanvankelijk juist ontbindt. Spiritualiteit bevrijdt het individu van alles wat hem bindt en in waanideeën gevangen houdt - onwetendheid, ongegronde meningen, vooroordelen - maar ook van de groep. Dankzij spiritualiteit kan de mens het juk van traditie, van het collectieve afwerpen en tot zichzelf, tot zijn innerlijke waarheid komen. Hoewel spiritualiteit het individu in eerste instantie losmaakt, is het uiteindelijke doel ervan toch dat ze datzelfde individu weer op de juiste manier met anderen verbindt. Anders gezegd: spiritualiteit ontbindt om beter te kunnen verbinden, en bevrijdt het individu om het te leren lief te hebben. Spiritualiteit die ontaardt in onverschilligheid of minachting ten aanzien van anderen is geen echte spiritualiteit maar een neurose waarvoor het spirituele als uitvlucht dient.

Door middel van het gebed (Jezus), de filosofie (Socrates) of meditatie (Boeddha) kon het individu voor zijn heil zorgen zonder de voorgeschreven rituelen van de traditie te doorlopen. Verder richtte hun onderricht het aristocratische karakter van de traditionele samenlevingen te gronde. Er bestond voor hen geen wezenlijk verschil tussen mensen: voor iedereen, rijk of arm, slaaf of vrij burger, lag de verlossing of het zielenheil binnen bereik. Er was geen hiërarchie meer, geen kaste, geen uitverkoren volk. Alle mensen waren gelijk, omdat ze allemaal een onsterfelijke ziel bezaten, die hun instaat stelde een geestelijk leven te leiden dat hun vrijheid schonk.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (15) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (2) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (51) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (162) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (14) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (2) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (12) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (33) eenzaamheid (8) ego (45) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (51) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (79) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (12) ideaalbeeld (2) identificatie (10) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (12) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) l (1) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (8) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (20) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (14) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (1) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (1) motto (1) mystiek (5) nabijheid (2) narcisme (4) natuur (5) negatie (16) neti neti (3) niet doen (22) NLP (1) non-duaal bewustzijn (6) non-dualiteit (41) omdenken (7) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (1) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (15) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (18) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (90) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (23) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (10)