De dialoog
Wie een constructief gesprek wil voeren met één of meer anderen, kan zonder al te veel moeite een aantal richtlijnen aanhouden. Er zijn allerlei vormen van gesprek, maar de meest positieve is de dialoog. Een dialoog voldoet aan de volgende kenmerken.
- Er is gelijkwaardigheid tussen de gesprekspartners: niemand weet het a priori beter; meerdere gezichtspunten zijn mogelijk; voer geen machtsstrijd, er is geen sprake van winnen of verliezen.
- Er is bereidheid om open naar elkaar te luisteren: er wordt niet geoordeeld over elkaar.
- Ieder zorgt voor een sfeer waarin hijzelf en de ander zijn mening durft te geven ook al is die mening afwijkend.
- Indien van toepassing: er worden gevoelens gedeeld en benoemd.
Niveaus van communicatie
Je neemt deel aan het gesprek, maar je reserveert een deel van je aandacht door jezelf al observerende telkens de volgende vragen te stellen.Inhoud. Waarover praten wij? Je gaat door op en houd je aan het onderwerp, stelt vragen, ordent en toetst. Je mag kort afwijken van de hoofdlijn, maar keert zelf weer terug.
Proces. Hoe praten wij? Hebben we een agenda, zijn er afspraken over rollen, is een (eind)tijd afgesproken?
Interactie. Hoe gaan we met elkaar om? Je gaat als het ware ‘boven het gesprek hangen’ en volgt wat er gebeurt. Hoe gedragen wij ons? Hoe reageren we op elkaar? Praat ik of de ander niet te lang, wordt er niet vervelend ingebroken op elkaars inbreng? Doet iedereen mee?
Gevoelens. Welke gevoelens spelen er (op)? Benoem de gevoelens die je bespeurt bij jezelf en de ander wanneer je denkt dat het verloop van het gesprek ten goede komt.
Evenwaardigheid
Grijp niet te snel in in het gesprek vanuit metacommunicatie. Het kan dominant overkomen en de evenwaardigheid ondermijnen. Kijk eerst wat je zelf kunt aanpassen. Denk vanuit win-win, maar spreek dat niet te snel uit. Je kunt proberen een ander te overtuigen, maar wees je bewust waarom je dat wilt proberen en of het niet ten koste gaat van de kwaliteit van de verhouding (gelijkwaardigheid) met de ander(en).Ken je eigen motieven
Je kunt een gelijkwaardige houding willen aanhouden met je gesprekspartner, maar dat mislukt wanneer je jezelf niet goed kent of je hebt geen goed beeld van je eigen ego of je denkt te gemakkelijk “ik heb toch gelijk en ik zal die ander met een goed argument overtuigen". Wanneer je niet goed weet wat een machtsstrijd is en hoe die te beëindigen, verdiep je daar dan eerst in.
Weet waarom je argumenten inbrengt
Wie gericht is op harmonie denkt mee met de ander. Wie gericht is op tegenspraak verzint tegenargumenten ("advocaat van de duivel"). Geen van beide is a priori beter of slechter. De eerste manier van samen spreken kan nadelen over het hoofd zien en de tweede manier kan leiden tot onbevredigende compromissen.Je kunt ook dialectisch spreken, bijvoorbeeld op de volgende manier.
- Mensen zijn ongelijk (these).
- Mensen zijn gelijk (antithese).
- Mensen zijn in bepaalde opzichten (vanuit juridisch perspectief) gelijk, in andere opzichten (bijvoorbeeld in termen van status) ongelijk (synthese)
Vermijd drogredeneringen
Een wijdverbreid misvatting is dat een gesprek gericht zou moeten zijn op het winnen bij uitwisselen van argumenten. Veel mensen hebben de neiging om oneerlijk te reageren, bijvoorbeeld door een bewering van de ander te overdrijven en vervolgens de grond in te boren ("stropop maken en verbranden"). Weinigen weten direct te reageren op een drogredenering omdat het vraagt om op metaniveau feedback te geven op het gesprek. Het is altijd verstandig om je te verdiepen in welke drogredeneringen bestaan en je voor te bereiden op een kalme reactie.
Herken signalen
Een gesprekspartner die niet tevreden is over het verloop van een gesprek zal daarover signalen uitzenden. Dat kan een gezichtsuitdrukking zijn, lichaamstaal of via woorden. Niet iedereen zal dat direct of rechtstreeks of tactvol of doen uit voorzichtigheid om de ander niet te ontrieven. Wie van onderwerp wil veranderen of het huidige wil beëindigen kan van alles meer of minder subtiel doen om het gesprek “dood” of stil te leggen. Vat samen wat de ander probeert te zeggen (parafraseer). Probeer de poging van de ander op te pakken door de ander subtiel de gelegenheid te geven om het gesprek te vervolgen door jouw inbreng af te sluiten met “hoe denk jij erover” of “wat vind jij”?
Spreken is zilver, zwijgen is goud
Is het zwijgen van de ander instemming met het verloop van het gesprek of een tactisch vermijden van het uiten van een pijnlijke mening of ongenoegen? Je hebt nooit 100% zekerheid of een gesprek perfect is verlopen. Laat het los.
Een constructief gesprek voelt goed.
Wanneer wordt het niet constructief?
Met dank aan historicus Bernd Timmerman het volgende.
Het blijft vrij lastig om een dialoog te houden met:
- mensen die niet in staat zijn een these met argumenten te onderbouwen, die vooral (vaak) zonder kennis blijven zenden;
- mensen die vooral zinnen formuleren waarin een kwalificatie over de ander staat en daarbij voorbij de inhoud gaan of gewoonweg gaan schelden;
- mensen die zaken beweren die aantoonbaar onjuist zijn maar toch de onjuistheid blijven omarmen, alternatieve feiten laten bestaan, gewone onwaarheden ook en dikwijls ongefundeerde meningen verspreiden;
- mensen die vanuit de eigen moraliteit denken waardoor de ander dikwijls (in de ogen van) immoreel handelt;
- mensen die per definitie alles wat anderen doen, die dezelfde visie hebben, geweldig vinden, waarbij de eigen visie dogmatische trekken krijgt;
- mensen die zich teveel laten leiden door verdriet en woede (en andere emoties) over misstanden of zich wentelen in slachtofferschap;
- mensen die per definitie tegen iedere vorm van compromissen zijn en streven naar de dictatuur van hun gelijk;
- mensen die weigeren in te zien dat alles wat mensen 'maken' sociale constructies zijn (inclusief ethiek);
- mensen die moeilijk kunnen aanvaarden dat er tal van (on)werkelijkheden zijn;
- mensen die denken dat de ander denkt, redeneert en voelt zoals zijzelf waarbij het verschil in diverse kapitalen (sociaal, economisch, cultureel, politiek, linguïstisch enz.) wordt ontkend.
Aandachtspunten
Anna van den Breemer gaf in de Volkskrant 9 tips voor een constructief gesprek.
- Heb geduld, geef niet toe aan een primaire reactie.
- Verplaats je in de ander.
- Luisteren is een vaardigheid, die je kunt oefenen.
- Wees niet bang voor stiltes.
- Maak onderscheid tussen feiten en gevoelens.
- Wees niet bang om door te vragen en benoem je aarzeling.
- Neem af en toe afstand en een time-out.
- Onderbreek iemand die eindeloos spreekt en uitweidt.
- Maak af en toe het gesprek bespreekbaar op metaniveau.
Samengevat
- Luister actief. Luister naar de ander zonder onderbrekingen en probeer te begrijpen wat de ander zegt. Stel indien nodig vragen ter verduidelijking.
- Wees respectvol. Toon respect voor de mening en gevoelens van de ander, zelfs als je het er niet mee eens bent.
- Vermijd oordelen. Probeer niet te oordelen over de ander of zijn of haar standpunt. Wees open en nieuwsgierig.
- Geef ruimte. Laat de ander de ruimte om zijn of haar standpunt te uiten en uit te leggen. Val de ander niet aan of onderbreek niet.
- Geef feedback. Geef op een respectvolle manier feedback op wat de ander zegt. Geef je eigen mening op een duidelijke en respectvolle manier.
- Zoek naar gemeenschappelijke grond. Probeer te zoeken naar gemeenschappelijke grond en overeenkomsten in plaats van alleen te focussen op de verschillen.
- Wees bereid om een compromis aan te gaan. Wees bereid om te zoeken naar oplossingen die voor beide partijen aanvaardbaar zijn.
- Beëindig het gesprek positief. Probeer het gesprek af te sluiten met een positieve noot en bedank de ander voor het gesprek, zelfs als jullie het niet eens zijn geworden.