We lijken allemaal naar hetzelfde te verlangen
Nabijheid zonder jezelf te verliezen
We lijken allemaal naar hetzelfde te verlangen.
Alleen noemen we het anders.
Mystiek.
Hechting.
Liefde.
Steeds gaat het om die ene ervaring:
Nabij zijn, zonder opgeslokt te worden.
Tijdelijke zelfloosheid
Er zijn momenten waarop het ik even oplost.
In muziek.
In dans.
In geconcentreerd spel.
In een gesprek dat klopt.
Het hoofd wordt stil.
De innerlijke dialoog zwijgt.
Je bent er gewoon.
Niet groter.
Niet kleiner.
Niet belangrijker dan het moment.
Dat is mystiek in haar kern:
tijdelijke zelfloosheid, zonder verdwalen.
De terugkeer
Maar even wezenlijk is wat daarna komt.
Het vermogen om terug te keren naar jezelf.
Om je eigen grenzen weer te voelen.
Om te weten:
Ik mag nabij zijn.
En ik mag ook weer loslaten.
Dat is hechting in haar gezonde vorm.
Niet vastklampen, maar vertrouwen.
Niet verdwijnen in de ander, maar veilig terugkomen bij jezelf.

Liefde als ruimte
Liefde ontstaat precies daar.
Niet in blijvende versmelting.
Niet in afstand die beschermt tegen kwetsbaarheid.
Maar in nabijheid die ademt.
Ritme.
Resonantie.
Meebewegen.
Waar de angst begint
Misschien verklaart dit waarom intimiteit zo vaak angst oproept.
Wie nooit heeft geleerd grenzen te voelen, vreest zelfverlies.
Wie kwetsbaarheid kent als iets dat misbruikt wordt, houdt liever controle.
Wie weinig zelfinzicht heeft, zoekt samenvallen om leegte te dempen.
In lichte vorm herkennen we dat allemaal.
In zwaardere vorm zien we het bij mensen die niet los kunnen laten.
Ze zijn onveilig gehecht.
Wanneer verlangen zijn flexibiliteit verliest
Bange grenzeloosheid is geen te veel liefde,
maar liefde zonder terugkeer.
Angstige stress is geen gebrek aan verlangen,
maar een lichaam dat niet geleerd heeft dat loslaten veilig is.
Het verlangen zelf is niet ziek.
Het wijst naar iets wezenlijks menselijks.
Dans als beeld
Zoals in dans.
Twee mensen bewegen samen.
Tijdelijk samenvallend.
Precies zolang de muziek duurt.
Daarna laten ze elkaar los.
Niemand raakt zichzelf kwijt.
Niemand wordt opgeëist.
Het hoofd is leeg.
Het lichaam aanwezig.
De verbinding echt.
Geen ideaal, maar een ritme
Zo bekeken zoeken we geen versmelting.
We zoeken een ritme:
Even verdwijnen.
Even terugkeren.
Samen nabij.
Alleen vrij.
Misschien is dat geen ideaal leven.
Maar gewoon:
een menselijk leven.