Pluriformiteit of eenheid?
![]() |
Titus Rivas |
Zo simpel is het echter niet als we het over wetenschappelijke scholen hebben. Naast verschillen in aandacht voor bepaalde verschijnselen en een eigen jargon, bestaan er ook nog verschillen in filosofische uitgangspunten, die te maken hebben met mensbeeld (antropologie), het beeld van dieren en het lichaam-geest probleem (uit de philosophy of mind). Zo is de humanistische psychologie bijvoorbeeld onverenigbaar met een reductionistisch materialistische visie. Anderzijds wijzen het behaviorisme en het cognitivisme bijvoorbeeld parapsychologische data doorgaans bij voorbaat van de hand omdat ze niet te rijmen zijn met hun filosofische uitgangspunten. Dit alles levert grote verschillen in theorievorming op die een duidelijk wijsgerige achtergrond hebben.
Volwassenheid in theoretische zin wil bij wetenschappen als de psychologie daarom niet zeggen dat je streeft naar eenheid en daarbij de wijsgerige verschillen gewoon over het hoofd ziet. Het betekent juist dat je de pluriformiteit als onvermijdelijk accepteert, omdat de onderliggende verschillen geen empirische (vakwetenschappelijke) maar filosofische achtergrond hebben. Natuurlijk kun je de filosofische uitgangspunten zelf ter discussie stellen, maar binnen de wetenschap in kwestie, is theoretische verscheidenheid een gevolg van filosofische vrijheid.
Iets dergelijks geldt ook voor deelgebieden, zoals bijvoorbeeld het parapsychologisch onderzoek naar een leven na de dood. Afhankelijk van filosofische uitgangspunten bestaan ook hier verschillende theorieën over, zoals dat er een persoonlijk overleven is of dat er alleen in onpersoonlijke zin iets van iemands psyche overblijft.
Zie ook:
- Hebben dieren een bewustzijn?
Titus Rivas