Over eenvoud, Ockhams scheermes en onze kijk op dieren
De uitdrukking "wat een simpele ziel!" klinkt vaak kleinerend en veroordelend, alsof eenvoud gelijkstaat aan naïviteit of domheid. Maar wat als we dat eens omdraaien? Wat als de simpele ziel juist diegene is die zich niet laat meeslepen door nodeloze complexiteit, maar de dingen ziet zoals ze zijn?

Ook in onze omgang met dieren wringt het vaak precies hier. We maken het ingewikkeld: we rechtvaardigen ons gedrag met culturele tradities, economische belangen of vermeende superioriteit. Maar als we het simpel houden -zonder al die lagen van excuses- blijft er iets heel menselijks over: mededogen. Dan hoeven we niet meer uit te leggen waarom we dieren geen pijn willen doen, of waarom een varken niet minder waard is dan een hond. Dan erkennen we dat andere wezens recht hebben op een vrij en natuurlijk leven zonder leed, puur omdat ze kunnen voelen.
De simpele ziel kiest niet voor de makkelijkste weg, maar voor de zuiverste. Niet gedreven door berekening of bewijsdrang, maar door een houding waarin eenvoud en respect vanzelf spreken. In een wereld die voortdurend complexiteit opstapelt, is het misschien juist dapper om de dingen eenvoudig te houden. Om niet boven, maar naast andere wezens te staan. Want wie leeft vanuit die grondhouding, heeft geen groot gelijk nodig, alleen een open hart.