De kunst van telkens opnieuw kiezen
Tussen actie en terughoudendheid
In tijden van dreigende oorlog klinkt vaak de vraag: wat moeten wij doen? Jongvolwassenen vragen zich af of ze het leger moeten ingaan, of dat er alternatieven zijn. Wat zelden gehoord wordt, is de vraag naar de balans tussen doen en laten. Kunnen we oorlog voorkomen door niet te handelen, door ons te onthouden van bepaalde daden, juist omdat elke daad een nieuwe escalatie kan inluiden?
Filosofische stemmen
Filosofen als Arendt, Weil, Gandhi en Levinas hebben ieder op hun manier gewezen op de spanning tussen handelen en nalaten. Arendt zag handelen als bron van vrijheid, maar ook als iets dat verantwoordelijkheid vraagt. Gandhi ontwikkelde de kracht van geweldloosheid, waarin niet-handelen juist een actieve keuze werd. Levinas benadrukte de ethische roep van het gelaat van de Ander, dat ons aanspreekt nog vóór we handelen.
Terughoudendheid als begin
Het taoïsme wijst erop dat oorlog vaak ontstaat doordat men te veel ingrijpt en forceren de overhand krijgt. Wu wei -handelen door niet te forceren- betekent dat vrede bewaard kan blijven door kalmte en terughoudendheid. Erasmus dacht in dezelfde richting: hij zag hoe mensen voor kleinigheden tot wapens grepen waar bemiddeling voldoende was geweest.
Dat klinkt misschien ver weg, maar ook nu herkennen we deze reflex. Denk aan verhitte debatten op sociale media of politieke crises waarin elke kleine provocatie onmiddellijk een tegenreactie oproept. Laozi en Erasmus zouden ons herinneren aan de waarde van terughoudendheid: niet elk dreigend signaal hoeft met kracht beantwoord te worden.
Het gevaar van passiviteit
Maar hier zetten Arendt en Gandhi een kanttekening bij. Passiviteit kan onrecht ongemoeid laten. Voor Arendt is macht niet gelijk aan geweld, maar aan het vermogen om samen te spreken en te handelen. Gandhi laat zien dat geweldloosheid geen stilzitten is, maar een actieve keuze om een ander pad te bewandelen.
Ook in onze tijd klinkt dit door. Wanneer een bevolking onderdrukt wordt, zoals in Gaza, Belarus of Myanmar, roept de wereld zich de vraag af: laten we het gebeuren, of zoeken we vreedzame manieren om te handelen? Hier krijgt de waarschuwing van Arendt en Gandhi actualiteit: niets doen is ook een keuze, die gevolgen heeft.
Radicaliteit van weigeren
Tolstoj plaatst hier een scherp randteken bij. Voor hem kan geen enkel handelen in de sfeer van oorlog gerechtvaardigd worden. De enige weg is weigering: niet deelnemen aan geweld. Levinas legt de nadruk op verantwoordelijkheid voor de Ander: elke handeling moet worden afgewogen op de vraag of zij de menselijkheid van de ander bewaart of ondermijnt.In Nederland kreeg deze radicale lijn een eigentijdse stem in het boek Vrede als daad van totaalweigeraar Willem de Haan. Hij koos ervoor niemand te doden en ook niet het systeem te ondersteunen dat hem daartoe zou kunnen dwingen. Voor hem was ‘nee’ zeggen geen lijdelijke houding, maar een daad van verantwoordelijkheid.
Hier klinkt de volgende gedachte van Simone Weil door.
“Er bestaat een verplichting tegenover ieder mens, enkel en alleen omdat hij een mens is, zonder dat daaraan enige andere voorwaarde hoeft te worden verbonden, en zelfs zonder dat de betrokkene deze verplichting hoeft te erkennen.”
Deze verplichting kan worden opgevat als het respecteren van de vrijheid van de ander. De Haan laat zien dat je die verplichting ook kunt vormgeven door wat je níet doet: niet vechten, niet doden, niet deelnemen aan een systeem dat het doden van anderen normaliseert. Door deze keuzes respecteert hij de vrijheid van anderen. Tegelijk stelt deze verplichting grenzen aan de vrijheid van anderen ten opzichte van jou: je mag een ander ook verplichten jou vrij te laten. Zo wordt “laten” zelf een daad, een actieve manier om universele menselijke vrijheid te eerbiedigen.
Op weg naar vrede
De vraag die blijft, is hoe wij in ons eigen leven die balans telkens opnieuw vinden. Ik heb zelf vervangende dienst gedaan. Niet iedereen kan of wil totaal weigeren zoals Willem de Haan. Maar iedereen staat in kleine en grote momenten voor de keuze: handelen of zich onthouden, spreken of zwijgen, meedoen of weigeren. Oorlogsdreiging scherpt die vraag aan, maar ze is er altijd. Misschien ligt de kunst van vrede juist in het telkens opnieuw kiezen, tussen doen en laten.