Posts tonen met het label kind. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kind. Alle posts tonen

Het communiceren over wellevendheid is een delicate zaak

Zo zijn onze manieren

De titel komt uit een kinderliedje van minstens twee eeuwen terug.
Tussen Keulen en Parijs
ligt de weg naar Rome.
Al wie met ons mee wil gaan
die moet onze manieren verstaan.

Zo zijn onze manieren
zo zijn onze manieren
zo zijn onze manieren, manieren
zo zijn onze manieren!

In die tijd leefden kinderen in een eigen sociale klasse, met omgangsvormen die vooral binnen die sociale klasse werden verstaan. 

Wellevendheid was misschien vanzelfsprekend, erover spreken niet. Het woord wellevendheid doet wat oubollig aan. Het lijkt in onze taal tot de achtergrond verdrongen. Zou dat komen omdat iedereen wel weet hoe we met elkaar moeten omgaan of is het een tekens des tijds dat we soms het voor de hand liggende vergeten te benoemen?
Wikipedia geeft de volgende definitie. Wellevendheid is een stelsel van manieren en gedragingen die waarborgen dat mensen met elkaar omgaan op een manier die maatschappelijk aanvaard is en die positief wordt gewaardeerd. Hoewel een vergrijp tegen de wellevendheid negatief wordt ervaren, is het niet strafbaar.
Er zijn veel synoniemen ervoor: beleefdheid, beschaafdheid, etiquette, fatsoen, goede manieren, hoffelijkheid, savoir-vivre, urbaniteit, voorkomendheid, welgemanierdheid, welvoeglijkheid. Het geven van feedback over wellevendheid kan een gevoelige kwestie zijn, maar met respect, tact en constructieve communicatie kunnen we bijdragen aan een vriendelijkere en meer beleefde samenleving.

Omgangsvormen

In onze steeds meer egalitair wordende samenleving blijft wellevendheid net als etiquette een belangrijk aspect van menselijke interactie. Belangrijk niet omdat veel mensen er aandacht voor hebben, maar belangrijk omdat een goede relatie staat en valt met goede omgangsvormen. Hoewel het verleidelijk kan zijn om anderen spontaan aan te spreken op mogelijke tekortkomingen in hun manieren, is het belangrijk om dit op een constructieve en vriendelijke oftewel wellevende manier te doen. Hier zijn enkele tips voor het geven van feedback over wellevendheid, zodat de boodschap positief wordt ontvangen.

Kies het juiste moment en de juiste plaats

Selecteer een geschikt moment en een geschikte locatie om het gesprek aan te gaan. Vermijd situaties waarin de persoon zich mogelijk vernederd voelt of in het openbaar wordt bekritiseerd.

Focus op specifiek gedrag

Richt je feedback op specifieke gedragingen in plaats van het algemene karakter van de persoon. Dit maakt het makkelijker voor de ander om de feedback te begrijpen en gericht te verbeteren.

Gebruik ik-boodschappen

Vermijd beschuldigende taal en gebruik "ik-boodschappen" om je gevoelens en observaties te delen. Bijvoorbeeld, zeg: "Ik voel me ongemakkelijk wanneer..." in plaats van "Jij gedraagt je onbeleefd als...".

Wees specifiek en duidelijk

Geef concrete voorbeelden van het gedrag waar je feedback over geeft. Hierdoor kan de persoon beter begrijpen welk aspect van hun gedrag aangepakt moet worden.

Benadruk positieve aspecten

Start het gesprek met waardering voor positieve eigenschappen van de persoon. Dit helpt om de feedback in een positief kader te plaatsen en voorkomt dat het als negatief wordt ervaren.

Bied suggesties voor verbetering

Stel oplossingsgerichte suggesties voor in plaats van alleen problemen aan te wijzen. Hierdoor geef je de persoon concrete handvatten om hun gedrag aan te passen.

Wees empathisch

Toon begrip voor de mogelijkheid dat de persoon zich niet bewust was van het effect van hun gedrag. Empathie helpt om een open dialoog te bevorderen en vergemakkelijkt de acceptatie van de feedback.

Luister actief

Geef de persoon de ruimte om te reageren en luister aandachtig naar hun perspectief. Dit draagt bij aan een open communicatie en kan eventuele misverstanden verhelderen.

Stel open vragen

Moedig de ander aan om hun gedachten en gevoelens te delen door open vragen te stellen. Dit bevordert een meer diepgaande discussie en geeft hen de gelegenheid om hun kant van het verhaal te vertellen.

Blijf positief en bemoedigend

Sluit het gesprek af met een positieve noot en moedig de persoon aan om stappen te zetten naar verbetering. Wees geduldig en geef hem of haar de ruimte om aanpassingen te maken.

Verder lezen? Zie De etiquette van de aandacht door Beatrijs Ritsema.

Citaat uit haar artikel

De mythe van de gelijkheid verbiedt dat de een de ander in een gesprek naar beneden haalt of terechtwijst. Terechtwijzingen kunnen alleen plaatsvinden wanneer de autoriteit van de één ten opzichte van de ander onbetwistbaar is: in de hiërarchie van het leger, ouders tegenover kleine kinderen, politieagenten tegenover burgers, chefs tegenover ondergeschikten.

Jong geleerd, oud gedaan

Het mooiste zou zijn wanneer kinderen vroegtijdig met spelvormen aan wellevendheid gewend raken, voor mijn part met liedjes al dan niet op TikTok.  Maar dan mag het liedje uit de inleiding wel wat duidelijker verwoord worden. Het zou ook het pesten op school kunnen verminderen.

Op de Montessori school bijvoorbeeld

Maria Montessori was tegen beleefdheid, maar voor wellevendheid; hoe je met elkaar omgaat. Daarom geeft de leidster wellevendheidslesjes, zodat de orde van binnen uit komt. Onverplicht, innerlijk gemotiveerd. Je leert kinderen vaardigheden aan voor het leven.

Op reis naar verandering in relaties

Een andere afslag nemen?

In de stroom van relaties bevinden we ons vaak op een kruispunt waar verandering onvermijdelijk lijkt. Onze levens zijn doordrenkt van uitdagingen en dilemma's binnen relaties, waarbij de keuzes die we maken diepe sporen nalaten op onszelf en anderen. Vooral wanneer we beseffen dat onze relatie niet langer aan onze behoeften voldoet, kan dit voortkomen uit (kwetsuren opgelopen in) onze jeugd. Maar hoe vinden we wijsheid in deze situaties?
N.B. Wat hier wordt geschreven is toegespitst voor onze partner, maar geldt voor iedere relatie, ook voor die met onze ouders, kinderen, broers en zusters, vrienden, buren, kwetsbare anderen, enz..

Psychotherapeut Anna de Graaf onderstreept het belang van openhartige gesprekken tussen partners. "Communicatie is de hoeksteen van elke gezonde relatie," benadrukt ze. "Het vergt moed om je kwetsbaarheid te tonen, maar het is essentieel om gevoelens en behoeften te delen, zelfs als ze verwarrend zijn".

Onze vroege ervaringen kunnen diepe indrukken achterlaten die ons onbewust sturen in onze zoektocht naar heelheid. Maar soms moeten we diep graven om te begrijpen waar onze verlangens naar verandering vandaan komen. In het licht van zelfonderzoek kunnen we een pad vinden naar non-dualiteit, waar onze identiteit niet langer gebonden is aan beperkende labels. Hier (in de verlichting) ontstaat ruimte voor een diepgaand mededogen, zowel voor onszelf als voor anderen, mens en dier.

Wanneer mensen een diepgaande ervaring van non-dualiteit hebben, bijvoorbeeld een eenheidservaring, kan dit leiden tot een verschuiving in hoe ze liefde ervaren. Ze realiseren zich dat liefde niet gebonden is aan menselijke individuen alleen, maar eerder een universele kracht is die door alles heen stroomt. Ze kunnen zich realiseren dat liefde niet afhankelijk is van een specifiek persoon of object, maar eerder een inherente eigenschap van het universum zelf is. Dit kan leiden tot een meer onvoorwaardelijke en alomvattende vorm van liefde, waarbij de behoefte aan controle en bezit wordt losgelaten ten gunste van vertrouwen en overgave aan iets hogers.

De keuzes die vervolgens gemaakt worden, kunnen in de ogen van anderen onnavolgbaar onverschillig en liefdeloos lijken. Iedere keuze, iedere afslag na een omgang in de psychische en spirituele ontwikkeling komt hopelijk uit op een hoger niveau, wat verbeeld kan worden als een cirkelende spiraal. Het is de kunst om de frisse en open blik van een kind te behouden, maar te integreren met de ervaringen van een volwassene.

Terug naar de jeugd

Diepe indrukken uit onze vroege levensfasen hebben ongetwijfeld invloed op onze partnerkeuze. Maar soms ontdekken we dat onze partnerkeuze verbonden is met onuitgesproken behoeften en verlangens. Dit onthullen aan onze partner kan leiden tot krachtige transformaties binnen de relatie, waarbij nieuwe wegen van groei en ontwikkeling worden verkend.

Wanneer de drang naar verandering niet eenvoudig wordt (h)erkend, kan professionele begeleiding een waardevolle bron van steun zijn. Een deskundige therapeut kan een veilige haven bieden waar partners kunnen ontdekken wat er werkelijk in hun harten leeft, los van de uitkomst. Het biedt een neutrale ruimte waarin koppels kunnen verkennen wat er echt aan de hand is en of en hoe ze verder willen gaan.

Kwetsbare anderen ontzien

Bij het overwegen van veranderingen in een relatie, met name wanneer kinderen betrokken zijn, staat het welzijn van hen voorop. Kinderen zijn gevoelig voor de emotionele sfeer thuis en hebben behoefte aan consistentie en veiligheid. Het is belangrijk dat ouders samenwerken om een omgeving te behouden die hun emotionele welzijn bevordert, zelfs als de relatie verandert.

Een grootouder, bijvoorbeeld, die ontdekt dat hij of zij niet meer de liefde kan laten stromen met de partner kan besluiten om meer zorg te steken in de kleinkinderen, of via vrijwilligerswerk of voor een abstract ideaal, bijvoorbeeld inzet voor een vredesbeweging of dierenbescherming. Liefde stroomt dan naar het leven in het algemeen.

In het hart van dit alles staat zelfzorg als een kompas dat ons terugbrengt naar onze innerlijke kern van rust en veerkracht. Zelfzorg is geen egoïstische daad, maar een noodzakelijke stap naar emotioneel welzijn. Dit betekent steun zoeken bij vrienden, familie of andere ondersteunende bronnen, en tijd nemen voor activiteiten die vreugde en ontspanning brengen.

Op deze reis naar verandering in relaties, waar zelfontdekking en compassie samenkomen, kunnen we wijsheid vinden in het navigeren door de stormachtige wateren van het leven.

Dit blog is deels geïnspireerd door een interview met Miranda Warren over haar boek: Liefde laat geen sporen na (bol.com).
Liefdevol omgaan met jezelf en met anderen werkt helend en wanneer in balans met vrijheid maakt het aangaan van nieuwe en loslaten van oude verbindingen gemakkelijker. Sporen zijn dan herinneringen en geen blijvende littekens.

Gevraagd aan Warren naar de reden van de ondertitel van haar boek ('liefde, die alles met de grond gelijk maakt, behalve zichzelf') antwoordt zij:
"Deze liefde is verschrikkelijk omdat ze weigert zich te schikken naar de algemeen gangbare categorieën van liefde. Zij is niet persoonlijk, niet sentimenteel, zelfs niet hartstochtelijk. Het is helemaal geen liefde ‘van’ of een liefde ‘voor’ iets.

Zij is alomvattend en omhelst het leven zonder oordeel of onderscheid, terwijl iedere individuele expressie van wat zich voordoet wordt liefgehad in al haar ijle wonderbaarlijkheid en mysterie.
Het is een vreselijke liefde, die uiteindelijk weigert liefde genoemd te worden, omdat ze de immer verschuivende dans van naadloze levendigheid is die we nooit kunnen inperken of in een definitie vangen.
En toch is het juist die liefde die wij zijn, die zich onafscheidelijk en stralend voordoet als wat altijd al het geval is, deze vreselijke liefde".

Competitiedrift: jong geleerd, oud overwonnen?

Onderlinge strijd en economie

De menselijke aard en samenleving is doordrongen van competitiviteit. Of het nu gaat om academische prestaties, carrièrevooruitgang of persoonlijke relaties, mensen hebben de neiging om zichzelf te vergelijken met anderen en vaak te streven naar superioriteit. Dit competitieve streven kan voortkomen uit verschillende psychologische en sociale factoren. Competitie onder kinderen kan nuttig zijn voor grensverlegging, zelfontdekking en persoonlijke groei. Echter, op latere leeftijd is het verstandiger om deze ambitie om te zetten in een meer evenwaardige omgang met anderen.
Er zijn verscheidene verklaringen over de factoren die aanzetten tot onderlinge strijd.

  1. De sociale vergelijkingstheorie. De sociale vergelijkingstheorie stelt dat mensen hun eigen waarde, geluk en tevredenheid afmeten aan anderen in hun sociale omgeving. Door zichzelf te vergelijken met anderen, kunnen mensen inzicht krijgen in hun eigen positie en prestaties. Deze vergelijking kan als motivatie dienen om grenzen te verleggen en mogelijkheden te verkennen.
  2. De rol van competitie in de kinderjaren. Competitie onder kinderen bijvoorbeeld via spelletjes kan nuttig zijn voor hun ontwikkeling. Het kan hen helpen om hun eigen vaardigheden en mogelijkheden te ontdekken, grenzen te verleggen en motivatie te vinden om te trainen en zo te groeien. Het kan ook belangrijke levenslessen leren, zoals het omgaan met winnen en verliezen, het ontwikkelen van geduld en doorzettingsvermogen en het leren samenwerken in een competitieve omgeving.
  3. Een overgang naar evenwaardige omgang naar anderen (mens en dier). Naarmate mensen volwassen worden, is het belangrijk om de ambitie om beter te zijn dan anderen om te zetten in een meer evenwaardige omgang. Overmatige competitie kan leiden tot negatieve gevolgen, zoals vijandigheid, het verlies van verbinding en het ondermijnen van relaties (eenzaamheid en uitsluiting). Het is verstandiger om in de opvoeding de nadruk te leggen op samenwerking, empathie en waardering voor de unieke bijdragen van anderen. En om ook oog te hebben voor de natuur. Die en de dieren daarin kunnen lijden wanneer mensen het onderste uit de kan willen halen.
  4. Het belang van evenwicht. Competitie op zichzelf is niet per se negatief, maar het is essentieel voor het lichamelijk en geestelijk welzijn om een evenwicht te vinden tussen competitie en samenwerking. Het (h)erkennen van het nut van competitie in de kinderjaren kan helpen bij het begrijpen van de voordelen ervan. Echter, naarmate we ouder worden, moeten we streven naar een evenwaardige omgang waarin we anderen ondersteunen, inspireren en waarderen zonder de behoefte om te overheersen.

Race to the bottom

Bewustwording van de schaduwkant van competitie kan mensen aan het denken zetten over bredere sociaal-economische kwesties, zoals het neoliberale economische denken. Het neoliberale paradigma legt de nadruk op vrije markten, individuele concurrentie en winstmaximalisatie. Hoewel dit model bepaalde voordelen heeft gehad, heeft het ook geleid tot afbraak van de natuur en biodiversiteit, vervuiling, ongelijkheid, sociale fragmentatie en het verlies van collectieve waarden.

  • Het neoliberale economische denken. Het neoliberale economische denken legt de nadruk op vrije markten, individuele concurrentie en winstmaximalisatie. Dit paradigma heeft geleid tot economische groei en innovatie, maar heeft ook negatieve effecten gehad op sociale gelijkheid, publieke voorzieningen en het gemeenschapsgevoel.
  • De schaduwkant van competitie in het neoliberale paradigma. In het neoliberale model is concurrentie vaak onbeperkt en gericht op individuele prestaties en winst. Dit kan leiden tot toenemende ongelijkheid, uitbuiting van arbeid, sociale fragmentatie en het verlies van collectieve waarden. Het nadruk leggen op winstmaximalisatie kan ook resulteren in kortetermijndenken en het negeren van bredere maatschappelijke belangen.
  • Bewustwording en verandering. Niet alles draait om geld of is in geld uit te drukken. Bewustwording van de schaduwkant van competitie binnen het neoliberale economische denken kan leiden tot een heroverweging van onze sociale en economische waarden. Het stimuleert het zoeken naar alternatieve modellen die sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en menselijke verbondenheid bevorderen. Het is belangrijk om te streven naar een evenwichtige benadering waarin zowel concurrentie als samenwerking worden gewaardeerd.

Het is belangrijk voor individuele en het algemene belang om een evenwichtige benadering na te streven waarin concurrentie wordt gekoppeld aan sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en het behoud van collectieve waarden en daarvan op (jonge leef)tijd van bewust te worden en de koers bij te stellen.

Competitie
Montessori was kritisch over de rol van competitie in het onderwijs en haar bredere implicaties voor de samenleving.

Haar zorg over competitie was geworteld in het idee dat competitie vaak leidt tot vergelijkingen tussen individuen, waarbij sommigen als winnaars worden aangemerkt en anderen als verliezers. Ze geloofde dat dit winnen of verliezen de basis legt voor gevoelens van superioriteit of inferioriteit, wat op zijn beurt kan leiden tot conflicten en ongelijkheid in de maatschappij.

Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het lid op de neus

Wanneer we constant over onze grenzen gaan, zullen we onszelf uitputten en mogelijk negatieve gevolgen kunnen ervaren, zoals stress, burn-out of zelfs fysieke problemen. Door op tijd te stoppen en een zekere balans te bewaren, kunnen we onze energie en middelen beter beheren, waardoor we effectiever kunnen zijn op de lange termijn.

Daarnaast kan het nemen van pauzes en af en toe stilstaan ons helpen om te reflecteren, nieuwe perspectieven te krijgen en onze doelen en prioriteiten in het leven bij te stellen. Het stelt ons in staat om te genieten van wat we hebben bereikt en dankbaar te zijn voor onze successen, in plaats van altijd te streven naar meer zonder tevredenheid te vinden.

Hoewel ambitie en de drang om te groeien belangrijke drijfveren kunnen zijn, is het belangrijk om een gezonde balans te vinden. Het draait niet alleen om het behalen van meer succes of het overtreffen van anderen, maar ook om het ervaren van tevredenheid, geluk en welzijn in ons leven. Het gaat erom te begrijpen wat echt belangrijk voor ons is en te streven naar een evenwicht tussen het nastreven van doelen en het in stand houden van onze eigen gezondheid en welzijn.

De kip en het ei in het non-dualisme

Non-dualisme kun je opvatten als het inzicht dat er geen tijd bestaat, geen ruimte, geen vorm, geen waarneming, geen afscheiding, geen object-subject, niets dat zich bewust is van iets dat niet zichzelf is. Kortom, zoals een pas geboren kind de omgeving zonder angst lijkt te ervaren, maar dan op een bewust niveau. Of zoals intens verliefden zich een tijdje voelen.

In het Bijbelse paradijsverhaal worden Adam en Eva het zorgeloze paradijs uitgejaagd nadat ze een gebod van God hadden overtreden. Ze werden zich in één keer bewust van de dualiteit van goed en kwaad en konden en mochten niet meer terug in de paradijselijke eenheidservaring.

Het beeld van een straffende God lijkt op de ouder op wiens bescherming een opgroeiend kind rekent, maar dat het lijkt te kunnen verliezen door verkeerd om te gaan met zijn eigenheid en afgescheidenheid.
Bij de ontwikkeling van het eigen ego, zo rond het tweede levensjaar, begint het kind zichzelf af te scheiden van de omgeving. Daarin wordt het aangemoedigd door de ouders, immers het zijn de eerste tekenen van zelfstandigheid, maar tegelijk wordt het kind zich stapje voor stapje bewust van het nadeel van afgescheiden zijn, namelijk dat het ongenoegen kan oproepen bij de ander of dat je een ander gaat missen. Mogelijke straf roept angst op, angst om te worden verlaten of alleen gelaten, terug te worden geworpen op het zelf. Het leven levert je op die leeftijd, en eigenlijk nooit meer, de zorgeloze veiligheid van het eerste levensjaar. De peuter is er zich nog niet bewust dat je ongelijk bent en kunt twijfelen aan evenwaardigheid. Het gaat er gewoon vanuit en doet gewoon.

In termen van (non-)dualisme: vóór het ontstaan van het ego was de wereld één, was alles liefde. Na het ontstaan van het ego is er voor het eerst angst en is er dualiteit: ik en jij, goed en slecht, liefde en haat, blijdschap en verdriet, schuld en onschuld, straf en beloning, vroeger en later et cetera. Essentieel voor de realisatie van non-dualiteit is dat ego doorzien wordt als een construct, een activiteit van de mind en geen entiteit. Non-duaal gewaarzijn laat zich per definitie niet vangen in het begrippenkader van het ego dat wil begrijpen en daarmee dualiteit schept.

Het lijkt een naïef wereldbeeld, maar dat alles verbonden is, is een inzicht dat al eeuwen speelt in oosterse culturen en in de moderne kwantumfysica. Is de moderne mens zich daarnaast wel voldoende bewust van de werking van angsten (ook in de vorm van twijfel) die (economische) belanghebbenden ook nu nog (en dan met opzet) oproepen?

Het beeld dat religies of ouders opriepen, is ook het beeld dat de politiek en de economische grootmachten oproepen. Het is de angst om niet goed of veilig genoeg te zijn, die de kiezer verleidt tot populisme en de consument herhaald tot aanschaf doet overgaan. Het bevordert dat materialisme (kopen) geassocieerd wordt met gelukkig worden.

Zet het beeld van een oordelende en straffende God tegenover het beeld van onvoorwaardelijke liefde dat door Een cursus in wonderen wordt aangehouden. Dit is een boek waarin misvattingen over de bedoelingen van God worden rechtgezet. De wonderen, die de cursus onderwijst, zijn uitdrukkingen van liefde die gepaard gaan met veranderingen in waarneming, waardoor we de wereld door de ogen van liefde in plaats van angst zien.
Jan-Willem van Aalst schrijft daarover in Wonderen of waan: God denkt niet; veroordeelt niet; straft niet. God heeft in het geheel niets met materie van doen. God weet niets van dualisme. God is. “God” is letterlijk synoniem met “onvoorwaardelijke liefde”. God doet niets, omdat hij niet van tijd weet. Onvoorwaardelijke liefde is simpelweg, volstrekt onbeïnvloedbaar omdat er in nondualisme niets anders is. Het “laatste oordeel” wordt volgens Een cursus in wonderen niet door God uitgesproken, maar door onszelf, zodra we ten langen leste het ego-denksysteem aan de kant schuiven en er dankbaar voor kiezen om tijd, ruimte, waarneming, veroordeling en individueel bewustzijn achter ons te laten. Dat is onze verantwoordelijkheid: het ontkennen van de ontkenning van Eenheid met onze Schepper.

In onze nachtelijke dromen kunnen de meest bizarre dingen gebeuren, en toch zijn we daarover niet verbaasd zodra we wakker worden. Wat we ons niet realiseren is dat zodra we denken wakker te zijn, wij slechts wakker zijn in dualisme, wat zelf een droom is.
Tot zover van Aalst.

Wonderen of waan, Jan-Willem van Aalst (bol.com)


Mieke Berger schrijft het volgende over onze identiteit.
"Alles dat wij kennen, zijn we dus niet zelf. We zijn dus niet ons lichaam en ook niet onze gedachten, zonder welke geen wereld kan ontstaan. We kunnen immers ons lichaam en onze gedachten waarnemen. Wat we dan wel zijn? Dat wat geen tegenstellingen kent en dus geen eigenschappen heeft. Onbeweeglijkheid, die beweging waarneemt. Tijdloosheid, die tijd waarneemt. Eigenschaploosheid, die eigenschappen waarneemt. Als we tot dat inzicht komen, zullen we moeten erkennen, dat wij niet in de wereld verblijven, maar dat de wereld in ons verblijft".

Non-dualiteit is (net als de natuur) Eenheid in beweging en in verscheidenheid en wij laten ons in slaap sussen met het idee dat dualiteit voorafgaat aan een onbereikbare nondualiteit. Dat verleidt ons om slechts te focussen op het eigen belang en de belangen van het geheel te negeren. "Pak wat je pakken kan" en "doe je voordeel met de tegenstellingen".
Het zou mooi zijn wanneer we ontwaken in de realiteit van het universele nonduale bewustzijn dat de illusie van dualiteit voortbrengt.

  • Dat we realiseren dat alles niet twee is en we vervolgens de ander, mens en dier, vriendelijker behandelen.
  • Dat we de schadelijkheid inzien van louter op het eigen belang gericht te zijn, ingefluisterd door het ego.
  • Dat we intuïtief herinneren dat wij (en dualiteit) voortkomen uit eenheid.
  • Dat we niet meer dualiteit (afscheiding) scheppen door te veroordelen.
  • Dat we inzien dat ogenschijnlijk tegenstrijdige zaken geen dualiteit vertegenwoordigen / betekenen.
  • Dat we inzien dat alle mensen en dieren intrinsiek evenwaardig zijn in het recht op beleven van vrijheid en liefde.

Er hebben triljoenen levensvormen geleefd, er leven er nu miljarden tegelijk. Dat waarin wordt waargenomen verschilt niet, wel wat en hoe wordt waargenomen. Het maakt een wereld van verschil.
Jij en ik zijn dat. "Tat tvam asi". We zijn allemaal vormen van energie. De een heeft het talent om informatie (bijvoorbeeld een levensdoel) uit allerlei energielichamen op te pikken, een ander ziet alleen één lichaam. Het maakt niet uit voor het ontwaken in non-duaal bewustzijn. Frustrerend, omdat het niet valt te (be)grijpen? Je kunt er ook om lachen, zoals Alan Watts aangeeft.

De eenheidservaring is een tijdelijk kijkje in de staat van verlichting of zelfrealisatie.
Ervaringen blijven vernieuwen, het inzicht in het evenwaardige geheel van dualiteit en non-dualiteit kan blijvend zijn. Wie probeert het vast te leggen (in tekst, beeld, herinnering etc.), verstoort de resonantie binnen en met het geheel.
Het gaat om de balans tussen betrokken zijn en loslaten, als een eeuwig durende dans in het nu.
Liefde zijn en liefdevol doen en laten.
Het leven is één en liefde maakt dat je de verbinding herkent. Namasté mudra, "De ziel in mij, groet de ziel in jou".

Nondualiteit is het liefdevolle startpunt van waaruit iedereen tijdelijk wil vertrekken om de wereld te verkennen en wat vervolgens uit het oog wordt verloren omdat woorden en gedachten in de weg zitten. En tegelijkertijd kan die verbinding (met de eenheid) niet verloren gaan. Het is de kip en het ei in één.

De (ongeboren) baby wordt concipieerd in en tot eenheid en door versmelting van eicel en zaadcel. Met het geleidelijk loskoppelen van de eenheid bij het kind door het ontwikkelen van het ego wordt het kind het pad opgeleid dat via vele kronkelige omwegen en liefdesperikelen toch de kortste weg is naar nieuwe eenheid. Dit is niet letterlijk een terugkeer naar de bron van waaruit het startte, maar een (vermogen tot een) verbinding (thuis komen), opnieuw verbinden (latijn: "religare") op een transcendent, meer rustgevend niveau.
Terwijl de vanzelfsprekende en zorgeloze eenheid van de vroegste jeugd altijd blijft trekken, heeft het leven er belang bij dat we ons zo ontwikkelen dat we meer in harmonie gaan leven met onze omgeving, dat we geen oplossingen willen forceren, dat we een vredige omgeving helpen creëren waarin nieuw leven kan ontstaan en van waaruit het zich verder kan ontwikkelen.
Kortom een (individuele en evolutionaire) ontwikkeling van (meer) vrijheid en liefde.
Een ontwikkeling die plaats vindt in het eeuwig durende nu van onbewust paradijselijk naar bewust hemels.

Miranda Warren
Nondualiteit heeft met kunst gemeen dat ze ons de verborgen diepten van de menselijke ervaring toont en laat voelen; niet verborgen omdat ze geheim zijn, maar omdat ze buiten het conventionele, culturele verhaal leven. Het nonduale perspectief op het leven geeft een veel rijkere en minder stressvolle manier van zijn heeft bezorgd dan wat we ooit eerder hebben ondervonden.
Nondualiteit gaat natuurlijk niet om het verbeteren van het bestaan, maar haar weigering om te beoordelen wat zich gewoon afspeelt biedt een vorm van vrijheid die zowel beter als slechter ontstijgt. Het gaat er niet om dat we onze menselijkheid verliezen of transcenderen, maar dat we onszelf niet langer beschouwen als iets wat losstaat van alles wat zich voordoet.

Kinderen leren liefdevolle gesprekken te voeren

Valkuilen bij het communiceren

Er wordt weleens voor gepleit om kinderen les in liefde of debatteren te geven. Maar in een maatschappij waarin vooral competitie wordt gevoerd zullen deze lessen in debatteren bijdragen aan het zoeken naar liefdeloze macht in relaties. In de huidige maatschappelijke en menselijke verhouding is overal machtsstrijd te zien. Het verziekt de sfeer, privé en in het openbaar. Het ware beter om al op de lagere en middelbare school kinderen te leren hoe zij een machtsstrijd kunnen herkennen, voorkomen en stoppen.

Een bijna liefdevolle manier om met elkaar constructief in gesprek te gaan is een dialoog te voeren. In een echte dialoog wordt geen machtsstrijd gevoerd. Bij het voeren van debatten gaat het om te winnen en dat gaat gepaard met veel trucjes. Die komen vaak neer op het gebruik van drogredenen.

Een gemeen voorbeeld van een drogreden is het gebruik van een “stropop” in onderstaand gesprek tussen man A en man B. Uiteraard is dit voorbeeld van gentech te abstract voor kinderen en kan vervangen worden door een onderwerp dat kinderen op hun leeftijd aanspreekt.

A ‘We moeten heel voorzichtig zijn met het toepassen van gentech’.
B ‘Dus jij zegt dat we gentech niet moeten toestaan? Dat is niet realistisch’.

Wat B doet is dubbel doortrapt. Hij vat eerst het standpunt van A extremer samen dan hij het heeft gezegd. En boort het vervolgens de grond in (of anders en beeldend gezegd: de stropop wordt in de fik gestoken).

Net als bij pesten is het gebruik van drogredenen bedoeld om de ander te vernederen. Die negatieve vormen te herkennen en weten waar je als kind of puber wel iets aan kan doen en wat je beter kunt negeren  is iets waar ze later in de maatschappij en relaties positief mee uit de voeten kunnen.
Waar ik voor pleit is niet om kinderen ongrijpbare concepten als liefde proberen aan te leren, maar om hen te leren wat wel en niet oorbaar is bij het voeren van een gesprek over verschil in inzicht. En daarmee samen (liefdevol en evenwaardig) te laten zoeken naar win-win doelen.

Meer in het algemeen: door zelf een goed voorbeeld te zijn, kinderen te leren hun emoties te beheersen en te communiceren, te vergeven, complimenten te geven en respect te hebben voor anderen en hun eigendommen, en samenwerking te stimuleren, kunnen we kinderen leren om liefdevoller met elkaar om te gaan.

Zie ook het artikel over wellevendheid.

Het moment grijpen?

In de film Boyhood (2014) wordt Mason (en zijn zusje Samantha) gedurende 12 jaar gevolgd van de leeftijd van 6 tot 18 jaar.
Die tijdsspanne is echt, in de zin dat het dezelfde acteurs zijn die echt 12 jaar ouder worden, maar wat ze spelen is niet het echte leven van Mason. Ze spelen een levensles die de makers van de film willen overbrengen. En wie dat niet kan of wil zien, kan zich gedurende de 2, 5 uur die de film duurt stierlijk vervelen, want er gebeurt niet veel onverwachts. Vader en moeder scheiden en krijgen nieuwe relaties en Mason maakt van alles mee wat een Amerikaans kind normaalgesproken doormaakt: school, vriendjes en vriendinnetjes, leren met vallen en opstaan hoe om te gaan met drank, tegenslag, verandering en vrijheid.
De strijd om het bestaan, geld verdienen, is natuurlijk in eerste instantie de zorg van de ouders. De moeder van Mason wil vooruit in het leven en “verslijt” verschillende partners die in eerste instantie leken haar daarbij te willen ondersteunen. De vader van Mason wil muzikant worden, maar is niet echt getalenteerd, wel een goed observator.

Wat de film bijzonder maakt is dat er niet echt een oordeel wordt gegeven over wie het nu beter doet. Beide ouders geven om hun kinderen en proberen ze waarachtig voor te bereiden op volwassen worden. Soms geeft de ene ouder een wijze les, op een ander moment geeft de andere ouder een visie die weliswaar gekleurd is, maar raak. De een probeert de gebaande paden in de maatschappij te volgen en zichzelf te ontwikkelen, de ander wil alsmaar op zoek naar zichzelf. Veel nieuwe partners betekent ook verhuizen. Geen wonder dat Mason vaak twijfelt, want op wie kan hij nu bouwen?

Boyhood eindigt met de scene waarin beginnend student Mason opnieuw in gesprek gaat met een nieuw meisje. De conclusie wordt verwoord als “soms moet je het moment grijpen en soms grijpt het moment jou”.

Alternatieven voor belonen en straffen

Justine Mol schrijft op de site van de Vrije School Beweging over straffen en belonen van kinderen. Dat leidt bij de kinderen tot denken in oordelen, met als gevolg angst. Sterk aan haar verhaal is dat zij een uitgebreide lijst van voorbeelden geeft hoe het anders kan. Zij baseert haar mening op het gedachtegoed van Marshall Rosenberg, psycholoog uit Amerika en grondlegger van Nonviolent Communication ofwel Geweldloos Communiceren, en dat van Alfie Kohn, die zich wereldwijd inzet voor een leven zonder straffen en belonen. De stap van mét naar zónder straffen en belonen vraagt om het loslaten van de top-down houding en het vinden van een basis van gelijkwaardigheid.

Opvoeden in vertrouwen is niet alleen opvoeden zonder straffen, maar ook zonder belonen.

Hoe kunnen we kinderen stimuleren hun kwaliteiten te ontplooien? Hieronder vind je manieren om de intrinsieke motivatie aan te wakkeren.
  1. Samen genieten. Zeg i.p.v. ‘Goed zo’ eens ‘Jaaa!’ of ‘Gelukt’. Dit werkt alleen als je gewoon echt blij bent en niet toch stiekem denkt in goed of fout.
  2. Samen betreuren dat iets niet lukt of dat een kind schade heeft aangericht. I.p.v. ‘Fout’ of ‘Wat stom’ zou je kunnen zeggen ‘Mislukt’ of ‘Jammer’.
  3. Respect. Zie het kind met al zijn eigen-aardigheden en heb daar respect voor.
  4. Dankbaarheid. Vaker dankbaarheid uiten voor waar we blij van worden helpt het kind en ook ons te focussen op wat het leven verrijkt. Je kunt je ‘dank je wel’ vergezeld laten gaan van waar je precies dankbaar voor bent. Dus wat het gedrag van het kind jou brengt. “Dank je wel dat je hebt opgeruimd. Nu ga ik met veel meer rust mijn krantje lezen dan wanneer er allerlei spullen om me heen liggen”.
  5. Focus op behoeften. Wat zijn de basisbehoeften van het kind om wel of niet te doen wat je vraagt, of nog breder, om te doen wat hij doet? Kun je samen tot een vorm komen waarbij zowel jouw behoeften als die van het kind vervuld worden?
  6. Wat is het “ja” achter het “nee”? Als een kind niet doet wat je zegt, kan het helpen te kijken vanuit welke behoefte hij dat niet wil doen en wat hij wel wil. Een kind kan schreeuwen en tegenstribbelen omdat hij moe is en behoefte heeft aan rust. Terug schreeuwen of dwingen zal noch het kind noch jezelf rust geven.
  7. Belangstelling tonen. Het kan even duren voordat een kind jouw vraag ‘Heb je je verslag al af?’ kan horen als interesse en niet als controle. Hou vol.
  8. Humor en relativeren.
  9. Vertellen wat het gedrag van het kind met jou doet en met andere betrokkenen. Doe dit zonder moralistisch oordeel.
  10. Waarden en deugden voorleven. Een kind raakt in de war als wij de buurman belachelijk maken als hij er niet bij is en tegen onze kinderen zeggen dat ze beleefd en aardig tegen hem moeten zijn. Het ingebouwde geweten en de aangeboren moraliteit krijgen meer kans tot ontplooiing als wij een voorbeeld zijn in een gewetensvolle en morele levenshouding.
  11. Volharden i.p.v. dwingen. Bij herhaling van schadelijk gedrag blijf je zoeken naar de onderliggende behoeften. Zolang een kind ongelukkig, dus teruggetrokken of onhandelbaar is of wat dan ook, is het nog niet gelukt om hem dat te bieden wat hij nodig heeft. Intussen kun je beschermende macht inzetten als dat nodig is en duidelijke grenzen aangeven.
Kinderen zullen zich bij deze benadering veilig voelen om zichzelf te zijn. Het zou zomaar kunnen dat ze dan lang niet zo lastig of lui zijn als we dachten.
Tot zover Justine Mol.

In een interview met JM ouders werd de volgende vraag gesteld aan Alfie Kohn.

We willen geen autoritaire ouder zijn, maar aan een laissez-faire opvoeding zitten ook veel haken en ogen. Is het niet gewoon gezond verstand om ergens in het midden te gaan zitten?

‘Dat is een vals dilemma: of je bent een laat-maar-waaien-ouder of je bent superstreng. Ik stel een derde perspectief voor, eentje van grote betrokkenheid bij je kinderen, waar ouders en kinderen samenwerken, in plaats van dat ouders kinderen steeds goed gedrag proberen af te dwingen. Belonen en prijzen lijken op het oog vriendelijkere methodes, maar het zijn variaties van hetzelfde. We proberen met trucjes het gedrag van onze kinderen te manipuleren. Straffen en belonen werken heel goed, maar alleen tot je kind niet meer bang of afhankelijk van je is. Dan sta je als ouder met lege handen en is je relatie beschadigd. Het enige wat ze op de lange termijn leren, is dat degene met macht bepaalt hoe dingen gaan’.

In deze video Kohn in een gepassioneerde lezing.

Een ander ouder-kindparadigma

Jan Geurtz, bekend van bestsellers als Bevrijd en Verslaafd aan liefde en denken; De opluchting en De verslaving voorbij, laat in Het einde van de opvoeding meer levensgeluk voor ouders en kinderen zien dat de crisis in de opvoedkunde, maar vooral ook in de dagelijkse praktijk van het opvoeden, veroorzaakt wordt door een fundamentele fout in ons basisprincipe van het opvoeden. Terwijl we ons als ouders verantwoordelijk voelen voor het latere levensgeluk van onze kinderen, zijn we juist bezig hun huidige en toekomstige geluk te dwarsbomen. Het einde van de opvoeding confronteert ouders met het fatale mechanisme om hun eigen jeugdproblemen te corrigeren in de opvoeding van hun kinderen, waarmee ze op een dieper niveau hun blokkades en beknellingen juist aan de volgende generatie overdragen.

Hij stelt voor de manier waarop je jezelf en je kinderen omgaat te onderzoeken en te veranderen volgens de vier slogans: kijken, erkennen, vertrouwen en loslaten.

Kijk naar wat er echt gebeurt, erken dat je verantwoordelijk bent voor jouw gevoelens, en vertrouw er op dat jouw kind zich ook goed ontwikkelt wanneer het kan leren op het eigen leervermogen te vertrouwen.

Hij stelt voor de volgende 10 opvoedingsregels los te laten:
1. Je moet vasthouden aan jouw principes
2. Ouders moeten tegenover hun kinderen één lijn trekken
3. Je moet ze niet te veel hun zin geven
4. Je moet altijd consequent zijn
5. Ouders moeten altijd het goede voorbeeld geven
6. Kinderen moeten hun ouders respecteren
7. Je moet goed gedrag belonen en slecht gedrag straffen
8. Je moet je kinderen vrijlaten
9. Ouders weten het beste wat goed is voor hun kind
10. Je moet je kinderen normen en waarden bijbrengen

Loslaten is pas loslaten wanneer het niet onder dwang gebeurt. Ontspan uw opvoedingskramp en geniet van uw kinderen. Dan komt de natuurlijke goedheid van kinderen tot ontwikkeling en zijn recht.

Kansrijke zeurouders en zeurkinderen

Toine Heijmans heeft zelf drie kinderen en wil geen zeurouder zijn. Hij schrijft erover in de Volkskrant op 30 juni 2015; een paar citaten:

Gewoon een beetje opvoeden is er niet meer bij: tegenwoordig is het de bedoeling dat je kinderen kneedt tot excellente kinderen. Vanaf de kleuterklas uitstekende resultaten in het leerlingvolgsysteem, cum laude slagen op een excellente middelbare school - want dat wil de staatssecretaris graag - plus uitkomen in een selectieteam van de sportclub en een bloemetje kopen als oma jarig is zonder dat daartoe opdracht wordt gegeven.

Van een ambtenaar begreep ik dat toch echt de ouders het probleem zijn: die willen zó graag een populaire school voor hun kind, daar is geen houden aan. Krijgen ze niet wat ze willen, gaan ze naar de rechter. Nou, bedankt. Het is de gemeente zelf die van kiezen een feest maakt, terwijl ze weet dat de wensen niet bij het aanbod passen. Het zijn de scholen zelf die populair willen zijn, met hun Mindstorms, en het de ouders kwalijk nemen dat ze populaire scholen zoeken. Zo draait iedereen rond in zijn kringetje eigenbelang.
Scholen staan graag hoog in de hitparades: de lijstjes waar ouders naar kijken. Ze worden 'afgerekend' op hun 'opbrengsten'. Zonder excellente kinderen geen excellente resultaten, vandaar ook dat de schoolbesturen boos waren toen besloten werd dat de citotoets niet meer leidend is bij het kiezen van een schoolniveau. Dan hebben ze er zelf niks meer over te zeggen.
Tot zover Heijmans.

Kinderen zijn de toekomst. De wens om ze zo te drillen dat zij later op de arbeidsmarkt vooraan staan weerspiegelt de angst van de huidige generatie dat het allemaal minder wordt.
Het individu lijkt doorgeschoten in de opvatting dat we eerst en vooral ons eigen belang moeten waarborgen. Er straalt weinig vertrouwen vanaf op het collectief die er voor zorgt dat er weer een balans is tussen inspanning en ontspanning lijkt te komen. Spelenderwijs het beste uit jezelf halen, is toch mooi genoeg? Wanneer we allemaal vooraan willen staan, verdringen we elkaar. Saamhorigheid raakt verloren, burn-out het waarschijnlijke lot. In plaats van kansrijk zijn te relativeren worden kansarmen te kakken gezet als labbekakkers.

Carien Karsten ziet in haar praktijk veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Haar visie op de oorzaken en behandeling.

Hard werken en weten wat je wilt. Daar is niets mis mee. Ondertussen zijn meer dan honderdduizend jongeren burn-out. Het programma Nieuwsuur luidde daarover onlangs nog de noodklok. Een flink aantal jongeren zit met ernstige vermoeidheidsklachten thuis en doet er lang over te herstellen. Sommigen noemen vier of vijf jaar. CBS-cijfers laten zien dat tot 25 jaar één op de tien jongeren risico loopt op te branden en tussen de 25 en 34 jaar piekt het aantal: 15 procent.

...

In mijn praktijk zie ik veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Belangrijkste oorzaak? Geldingsdrang! Ze willen graag uitblinken, laten zien hoe goed ze zijn en wat ze aankunnen. Ze willen hun leidinggevende of opdrachtgever tevreden stellen. Ze vinden hun werk leuk en weinig weerhoudt hen om door te gaan, door te gaan, door te gaan. Als ze een avond vroeg thuis zijn, gaan ze meteen naar bed. Om het maar vol te houden. Ze organiseren hun dagen zo, dat ze er het meest er uit kunnen halen voor hun werk. Klagen doen ze niet. Ze hebben een onbegrensd vertrouwen in eigen kunnen. Burn-out? Ik niet! Bezorgde omstanders krijgen te horen dat ze binnenkort vakantie hebben. Allemaal dik voor mekaar.

Tot zover Carien Karsten in Intermediair.

Machtsstrijd tussen oudergenoten

Het is niet vanzelfsprekend dat oudergenoten -broers en zusters met één of meer gemeenschappelijke ouders- van elkaar houden. Hoe komt dat eigenlijk?

Door het leeftijdsverschil van broers en zusters is er wanneer iedereen nog thuis woont ook een verschil in macht. Of de oudere broer is fysiek sterker of de oudere zuster is handiger in het krijgen van haar zin. Van dat verschil maken kinderen soms graag misbruik.
Ouders proberen wel om hun aandacht liefde gelijkmatig te verdelen, maar zijn daar niet altijd consequent in. De een is een oogappeltje of ruzies worden beteugeld met de oproep “wees als oudere nu de wijste” en er wordt niet gekeken wie een ruzie heeft veroorzaakt. Wanneer twee kinderen ruziën hebben twee schuld. Dat is juist, maar het is niet gezegd dat beide evenveel schuld hebben.
Kortom veel kinderen denken al snel dat de andere(n) meer erkenning krijgt. Helaas zijn er ook veel ouders die de twijfel van kinderen gebruiken om hen aan te moedigen meer hun best te doen. Het onthouden van liefde of doen twijfelen of er wel onvoorwaardelijk van kinderen wordt gehouden is een kwalijke vorm van opvoeden en disciplineren.

Zo wordt al vroeg een basis gelegd voor een machtsstrijd, die bij het klimmen der jeugdjaren telkens weer nieuwe vormen aanneemt. Terwijl gezinsleden op een gegeven moment het huis uitgaan, zal niet ieder kind er voor kiezen om voor die tijd een einde te maken aan die strijd. Ook als er een relatief groot leeftijdsverschil is zal het oudere kind al snel denken "laat maar zitten'. Het gevolg en vervolg kan een leven lang duren en weer oplaaien wanneer kinderen gedwongen moeten samenwerken in het verzorgen van hun ouders of hun begrafenis en afhandelen van de erfenis.

Ook kinderen zitten er niet altijd mee of zaken wel eerlijk verlopen. In de kindertijd kan dan een hekel worden opgebouwd die nog niet is verdwenen wanneer iedereen het ouderlijk huis heeft verlaten. Wanneer kinderen volwassen zijn dan is de verwachting dat iedereen zich evenwaardig ten opzichte van elkaar gedraagt. Maar dat is vaak een onuitgesproken verwachting, zodat die opvatting in de praktijk niet altijd wordt gedeeld of bijvoorbeeld bij de aangetrouwde kant geen instemming vindt. Een jonger kind dat relatief dominant is kan na zijn 18e levensjaar er geen enkele been in zien om de machtsverhouding vanaf dat moment om te draaien. “Nu is het mijn beurt”.
Een machtsstrijd binnen een gezin kost veel energie en levert veel verdriet op. En de spanningen lopen nog hoger op wanneer de impliciete boodschap van ouders is dat hun kinderen expliciet zeggen dat ze van elkaar houden, terwijl ze het eigenlijk niet zo voelen. En dan is elke verjaardag een pijnlijke herinnering dat dit niet vanzelfsprekend is.

Riekje Boswijk-Hummel is een therapeute die een bruikbaar boek heeft geschreven over de achtergronden van een machtsstrijd. Ook draagt zij bruikbare oplossingsrichtingen aan.

Oorzaak: opvoeding, discutabele pedagogie
Gevolg: jaloezie, kindertrauma,
Verband: competitie, worsteling met liefde

Leven na de dood, hoe bestaat het?

Descartes wilde zijn bestaan aantonen door te stellen dat hij dacht. Cogito, ergo sum. Ik denk, dus ik ben. Er zullen weinig mensen zijn die twijfelen of zij bestaan. Het andere uiterste is denken dat je eeuwig bestaat en niet echt kunt sterven. De eerste vorm van moeilijk doen heet filosoferen, de tweede vorm van gemakkelijk doen noemen we magisch denken. Gelukkig bewegen de meeste mensen hier tussenin.

Sommige mensen kunnen niet geloven dat een mens nooit eerder heeft geleefd. Zij gaan er vanuit dat zij een vorige leven hebben gehad en dat hun ziel voort bestaat na de dood.

Geloven in illusie

In non-dualistische filosofieën wordt gesteld dat de scheidingen die we waarnemen tussen individuen en de wereld om ons heen illusoir zijn. Het idee is dat alles deel uitmaakt van hetzelfde fundamentele bewustzijn of de universele werkelijkheid. In die zin wordt gezegd dat een individu nooit echt "geboren" wordt als een afzonderlijke entiteit, omdat het altijd al deel heeft uitgemaakt van het grotere geheel.

Leven en Dood als Continuüm

Vanuit dit perspectief wordt gekeken naar het leven en de dood als onderdeel van een continuüm. In plaats van te denken aan geboorte en dood als strikt afgebakende gebeurtenissen, wordt de nadruk gelegd op de voortdurende stroom van bewustzijn en het idee dat bewustzijn niet wordt vernietigd bij de dood, maar zich op een andere manier voortzet.

In een van zijn lezingen vertelt Osho (Bhagwan) over de schijnbare verschillen die er bestaan tussen de opvattingen van Jezus, Mohammed, Boeddha, Mozes en andere religieuze leiders over reïncarnatie. Het ene geloof stelt dat de ziel bestaat en opnieuw geboren wordt, het andere niet of spreekt er niet of nauwelijks over (bijvoorbeeld Jesus).
Volgens Osho denken alle gelovige leiders dat reïncarnatie bestaat, maar hebben zij verschillende strategische redenen om er wat anders over te zeggen of erover te zwijgen. Wat al duizenden jaren geleden geconstateerd werd is dat wanneer mensen denken dat huidig leed het gevolg is van daden uit een vorig leven dat veel mensen met dat lijden van anderen geen compassie hebben. Onder het mom dat je in een volgend leven een herkansing krijgt, lieten mensen verbeteringen in hun eigen gedrag na.
De schijnbare verschillen in de uitwerking van de religies hebben bij de volgelingen van de religieuze leiders door de eeuwen heen bijgedragen aan machtsstrijd.

De Dalai Lama is onderwerp geworden van politiek getouwtrek over zijn opvolger. In de Tibetaanse traditie wordt een religieuze leider opgevolgd door zichzelf in een volgend leven. De Dalai Lama wordt beschouwd als een bodhisattva. Dat is een wezen die het Ontwaken (verlichting) heeft bereikt, maar besluit na zijn dood terug te keren om anderen te helpen op hun beurt te ontwaken. Een bodhisattva heeft edele bedoelingen en is niet uit op de macht.
Na het overlijden wordt gezocht onder kinderen die opvallen door uitspraken die doen denken aan de overleden leider. Die kinderen worden gezocht onder bepaalde families in Tibet. Vanwege de winst in status ligt magisch denken en manipulatie op de loer. Of het aangewezen kind letterlijk de reïncarnatie van de vorige voorganger is, zullen slechts weinigen betwisten. Het doet er ook niet zoveel toe, want het gezochte kind krijgt een gedegen religieuze opleiding.
Sinds Tibet valt onder de Chinese overheersing, heeft de Dalai Lama aangekondigd niet meer te reïncarneren en heeft China geëist dat hij in China zou reïncarneren. Een tamelijk absurde situatie die laat zien dat opvattingen over reïncarnatie niet neutraal zijn en bijdragen aan politieke discussies over invulling van het geloof en aan machtsstrijd.

Dominee Hans Stolp heeft een boek geschreven met als titel “Waarom wij naar de aarde kwamen”. Het is volgens hem een boek voor kinderen van 10 tot 100 jaar. Volgens Stolp bestaan wij voor onze geboorte op aarde ergens in het universum als lichtwezens in een zuiver positieve omgeving, waar het leven paradijselijk is. We komen naar de aarde om te leren en gaan na onze dood weer terug. Doodgaan is als het uittrekken van een jas. We begraven of cremeren die jas en het lichtwezen verschijnt af en toe om nabestaanden ter zijde te staan, aldus Stolp.
Het leven van de lichtwezens klinkt te mooi om waar te zijn. Alleen maar positief leven daar leer je niets van, alleen maar negatief leven bestaat niet. Het leven op aarde is balanceren tussen positiviteit en negativiteit. Het negatieve maakt functioneel ruimte, zodat het positieve kan bestaan. Leven (zonder machtsstrijd) gaat gemakkelijker wanneer we telkens terugkeren naar die balans.
Het is maar de vraag of kinderen wel gebaat zijn bij het verhaal van Hans Stolp over levens voor en na het aardse bestaan. Het draagt niet bij aan vrijheid en leven in het nu.

Magisch denken

Van ongeveer het derde tot het zesde levensjaar gaan kinderen de fase van magisch denken door. Veel kinderen zien lichtwezens, engelen of overleden mensen. Een deel van die kinderen is paranormaal begaafd. Dat kan zowel bij hunzelf als bij hun ouders verwarring wekken. Een paar maken melding van een vorig leven. Wanneer dit niet onderdrukt en zonder oordeel aangehoord wordt, verdwijnt dit fenomeen uit het kinderleven. Kinderen, die dit niet goed een plaats geven, kunnen tot op hoge leeftijd blijven worstelen met hun ego en macht.

Of reïncarnatie nu wel of niet bestaat en kan worden herinnerd, het leven begint voor de meeste kinderen met een geheel nieuwe start en een schone lei, al begint vrijheid wat later bewust te worden.
Er is niets mis mee om af en toe te dromen en je fantasie uit te leven. Zolang je maar kunt schakelen tussen droom en werkelijkheid en geen verantwoordelijkheid ontloopt in het ontwikkelen van vrijheid. Het gaat om ontwaken in non-duaal bewustzijn. De behoefte om te fantaseren over een alleen maar positieve wereld verdwijnt dan vanzelf.
Hoe "ongeloofwaardig" het ook klinkt, 100% zekerheid over religieuze waarheid in het bestaan is niet nodig om het goed te kunnen leven.

Mystiek is het ongrijpbare respecteren, magisch denken is het je toe-eigenen. Het is een kinderlijke onvolkomenheid van het ego.

Klik op de links in de tekst of op de labels onderaan voor een uitwerking van deze gedachte.

Zie ook Groundhog day, over de kans om elke dag opnieuw te beginnen en zo het wezen van liefde te leren.

Ziekelijk aandacht afdwingen

Nina Blom werd jarenlang door haar eigen moeder ziek gemaakt. Op het laatste moment greep een kinderarts in. Ze was toen veertien jaar, bijna vergiftigd door zware medicatie en kon niet meer lopen.
In Eenvandaag een aangrijpende reportage.
Nina’s moeder leed aan het Munchhausen by Proxy syndroom. Ze maakte haar kind ziek om zelf aandacht te krijgen van artsen. Dit fenomeen heet Munchhausen naar de fantast Baron von Munchhausen en “by Proxy” komt van de Engelse term die betekent “via een tussenpersoon”. In dit geval was Nina de tussenpersoon via wie de moeder aandacht wilde trekken.

Op de site van Roos Boum vele antwoorden op de vraag hoe het kan dat een moeder haar kind zo misbruikt, bijvoorbeeld: Waarom aandacht van medisch personeel? Een positieve ervaring (eventueel uit hun jeugd) met medisch personeel of hulpverleners, doet ze terugverlangen naar diezelfde positieve ervaring. Het is een intense behoefte om contact te hebben met artsen. Dat contact is gebaseerd op een gevoel van afhankelijkheid. Het ziekenhuis is een spannende wereld waar ze veel aandacht krijgen, waar iedereen geïnteresseerd is in hun kind en men bewondering voor kind en dader heeft. Daders willen het slachtoffer permanent ziek houden, om zo zelf nog meer aandacht te krijgen. Münchhausen by proxy-daders vinden het geweldig om er zo middenin te zitten. Er zijn vele voordelen om een ziek kind te hebben. Je offert immers je eigen leven op om voor je kind te zorgen. Je krijgt veel aandacht vooral van medische staf en wordt bijna als een heilige beschouwd. Je krijgt een band met het medisch personeel. Hoe krijgen ze aandacht van het medisch personeel? Deze vrouwen maken hun kinderen met opzet ziek door allerlei ziektesymptomen bij hun kinderen te veroorzaken of te verzinnen. Als een ouder zelf acute symptomen toebrengt kan hij de held uithangen door zelf ter plekke het kind EHBO te geven of snel naar de EHBO te gaan of als hij al in het ziekenhuis is de assistentie van verplegend personeel te krijgen.

Liefde onthouden om kinderen te harden

Het is gelukkig niet meer van deze tijd je kind liefde te ontzeggen om het te harden tegen teleurstellingen in het leven later.
Deze boodschap is helaas nog niet tot alle ouders doorgedrongen.
Belangrijk is ook te beseffen dat die verwerpelijke pedagogische grondhouding van “liefhebbende” ouders de mensen zijn die kind waren in en na de Tweede Wereld Oorlog. Ten onrechte meenden zij zo met een vaak groot gezin efficiënt en verantwoord bezig te zijn. Nu schamen zij zich voor hun pedagogische truuk, maar zijn zij niet allemaal bereid toe te geven dat ze het hebben toegepast. Dat maakt het lastig om erover te praten en uit te wisselen tot wat voor ellende en eenzaamheid dat heeft geleid.
Veel volwassenen durven zich nog steeds niet kwetsbaar op te stellen, bang dat ze onbewust zijn dat een ander daar misbruik van zal maken. In de ogen van de “oude” opvoeders moest je het ijzer smeden als het heet was, dus je kon maximaal je kind vormen als het zich kwetsbaar toonde. Vrijwel geen enkele ouder kwam op het idee dat je het kind voorgoed verpestte. Net als voor de pup die niet wil komen naar zijn baas, is het fnuikend voor het vertrouwen om het te straffen als het uiteindelijk wel komt.
Zo is het ook met vertrouwen tussen ouder en kind. Stelt een kind zich kwetsbaar op, dan verdient het ondersteuning en beloning voor die houding. Alleen zo voedt je kinderen op tot sterke volwassenen die hun kracht tonen door kwetsbaar te zijn.

Veel latere verslavingen zijn terug te voeren op deze fase uit de opvoeding. Jan Geurtz weet in deze video uitstekend uit te leggen hoe deze relatie kan leiden tot verslavingen.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (15) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (2) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (51) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (162) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (14) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (2) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (12) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (33) eenzaamheid (8) ego (45) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (51) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (79) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (12) ideaalbeeld (2) identificatie (10) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (12) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) l (1) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (8) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (20) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (14) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (1) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (1) motto (1) mystiek (5) nabijheid (2) narcisme (4) natuur (5) negatie (16) neti neti (3) niet doen (22) NLP (1) non-duaal bewustzijn (6) non-dualiteit (41) omdenken (7) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (1) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (15) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (18) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (90) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (23) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (10)