Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen

De relatieve waarheid van psychologisch onderzoek

Maarten Keulemans schrijft op 28 augustus in de Volkskrant over het bericht dat veel psychologisch onderzoek bij nader inzien geen stand houdt.

Een citaat.
Het spook heeft vele namen: 'bureaulade-effect', 'afname-effect', 'publicatiebias'. Denken wetenschappers eindelijk iets te hebben ontdekt, blijkt het na een tijdje helemaal niet te bestaan. Rode wijn is bij nader inzien toch niet goed voor de gezondheid, mild depressieve mensen hebben toch geen baat bij antidepressiva, en de effecten van antioxidanten zijn minder groot dan onderzoek aanvankelijk uitwees. Ach, de publicatiebias, verzuchten wetenschappers op zo'n moment.
Dat zit zo. Wetenschappers werken liever experimenten met een mooi resultaat uit, dan proeven die niets opleveren (die verdwijnen in de bureaulade, vandaar de naam). Ook vakbladen publiceren liever opvallende resultaten dan studies die iets níét aantonen. Er is geen kwade opzet en er zijn geen schuldigen: in de wetenschap waait de wind nu eenmaal richting 'gelukt' onderzoek en klinkende resultaten. Onopvallende of negatieve uitkomsten blijven zo onder belicht.
Daarbij komt dat zelfs de beste onderzoeker wel eens door toeval iets ontdekt. Onderzoek hanteert vaak de spelregel dat iets waar is, als de kans op toeval kleiner is dan één op twintig. De keerzijde is dat experimenten dus één op de twintig keer een op het oog klinkend resultaat opleveren, terwijl er gewoon sprake is van toeval.
De optelsom van die twee toevalstreffers komen voor en mooie resultaten worden voorgetrokken geeft problemen. Sterker, het lijkt erop dat van al het gepubliceerde onderzoek het meeste 'fout' is, betoogde de Grieks-Amerikaanse epidemioloog John Ioannidis al tien jaar geleden.
Tot zover de Volkskrant.

Bij deze verklaringen komt dat psychologisch onderzoek gaat over mensen. Wanneer mensen te horen krijgen dat zij zich gedragen volgens een bepaalde theorie dan kunnen ze een aantal dingen doen: zich daarom zo blijven gedragen; zich juist daarom anders gaan gedragen of hun schouders ophalen. Met andere woorden: de menselijke realiteit wordt beïnvloed door publicaties over de realiteit.

Ook uit hetzelfde artikel.
“De oplossing is simpel, zegt onder meer de Tilburgse methodoloog Marcel van Assen. 'Neem grotere steekproeven, zorg dat de uitkomsten van alle uitgevoerde studies ook echt worden gerapporteerd en zorg voor een systeem van registratie vooraf, waarbij je voordat je gegevens gaat verzamelen al netjes vastlegt wat je precies gaat doen'. Zo houd je ook zicht op de studies die géén 'gewenste' uitkomsten opleveren en verklein je de kans op toevalstreffers”.

In een tijd waarin geschermd wordt met wetenschappelijke inzichten om commerciële belangen te dienen wordt de kans steeds kleiner dat er betrouwbaar gerapporteerd wordt over onderzoeksresultaten. Het gemakzuchtige frauderen van hoogleraar Diederik Stapel hielp ook al niet om het imago van psychologisch onderzoek hoog te houden. Als consument wordt je steeds meer op jezelf teruggeworpen om te kunnen weten of een opvatting en wat je leest in de media hout snijdt. Gelukkig worden we steeds meer getraind om kritisch te zijn op wat je leest, maar die vaardigheid moet je wel weten toe te passen en kan gemakkelijk leiden tot impasses, besluiteloosheid, lethargie of onverschilligheid. Het enige wat helpt is de vaardigheid te ontwikkelen om integer overleg met anderen te voeren om samen tot waarheidsvinding te komen.

Dat de waarheid in het midden ligt wil vooral zeggen dat het op dat moment en die plaats onderwerp van discussie is en niet dat het een reële bepaling is. Veelzeggend is het antwoord op de vraag wie belang heeft bij welke waarheid?

Dat conclusies uit onderzoek niet snel definitief zijn was in de universitaire wereld al langer bekend. Vandaar dat de wetenschappelijke cyclus is benoemd. Waar je jouw hypotheses vandaan haalt is niet zo belangrijk. Wat van belang is wat je ermee doet. Klopt de methodologie van jouw onderzoeken en is jouw rapportage integer gedaan. De uitslag is altijd startpunt van een nieuwe cyclus, die gericht is op confirmatie (bevestiging) of op verdieping. Een hypothese moet altijd weerlegd (gefalsificeerd) kunnen worden.

Hoe meer stress, hoe minder resultaat

Een promotieonderzoek draagt als het goed is bij aan wetenschappelijke kennis. Het is ook een proeve van bekwaamheid van de promovendus. Maar soms staat in een proefschrift alleen wat iedereen kan zien door de open deur.
Belangrijkste conclusie van deze bekroonde Topvrouw: meer bevlogenheid leidt niet altijd tot betere financiële prestaties.
Bezint eer gij begint (aan een onderneming en een proefschrift).

Ondernemers die leren omgaan met stress presteren beter.

Veel ondernemers werken hard, dag in, dag uit. Het ‘entrepreneurship’ eist veel van hen. Ze hebben dan ook te maken met stress. Maar welke gevolgen heeft stress bij hen? En kunnen training- en coachingsprogramma’s die stress verminderen? In haar proefschrift concludeert Josette Dijkhuizen dat ondernemers concurrentievoordeel kunnen halen als ze leren omgaan met werkgerelateerde stress.
Josette Dijkhuizen is een van de weinigen die onderzoek doet naar het fenomeen stress bij ondernemers. In een studie onder 277 Nederlandse ondernemers kwam naar voren dat specifieke werkeisen als onzekerheid, risico, verantwoordelijkheid en altijd beschikbaar moeten zijn, van grote invloed zijn op de stressbeleving.

Stress versus bevlogenheid

Dijkhuizen onderzocht ook de relatie tussen stress en prestatie. Hoe meer stress, hoe minder de ondernemer zijn of haar doelen haalt op financieel en persoonlijk vlak. Bevlogenheid (work engagement) is in het door Dijkhuizen gebruikte Job Demands-Resources Model de tegenpool van stress. Die ‘passie’ is bij ondernemers veel hoger dan bij werknemers. De promovenda stelt dat een ondernemer een zeker minimum niveau van bevlogenheid moet hebben om succesvol te zijn. Deze bevlogenheid zorgt wel voor een beter gevoel van persoonlijk succes, maar leidt niet per definitie tot betere financiële prestaties.

Concurrentievoordeel

De bevindingen van Dijkhuizen hebben belangrijke consequenties voor ondernemers, adviseurs, beleidsmedewerkers, mentoren en coaches. Ondernemers kunnen namelijk een belangrijk concurrentievoordeel halen als ze leren hoe effectief om te gaan met werkvereisten en werkgerelateerde stress in training- en coachingprogramma’s. Omdat bevlogenheid een belangrijke voorwaarde is voor bedrijfssucces, hebben adviseurs en coaches een uitdagende rol bij het op een hoog niveau houden van die bevlogenheid.

Josette Dijkhuizen is zelf ondernemer. Eind 2012 is zij door de Minister van Buitenlandse Zaken benoemd als Vrouwenvertegenwoordiger in de Koninkrijksdelegatie naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Zij is auteur van diverse managementboeken en geeft internationaal lezingen over ondernemerschap. Naast eerdere nominaties en prijzen, is zij op 15 juni jl. ook benoemd als Topvrouw van Zuidoost Brabant.

Samenwerken voorkomt fraude in de zorg

Psychiater Flip Tabeling te Oestgeest schreef het volgende in een ingezonden brief naar de Volkskrant.
Niet alle psychiaters die de verzekering willen boycotten, hebben de luxe dat te kunnen. Wie bij een instelling werkt (de GGZ) ziet steeds meer invloed van die verzekeraars. Zij maken uit welke behandelingen vergoed worden en nemen de GGZ de maat met het aantal ROM-onderzoeken dat jaarlijks wordt gedaan.
Wanneer dat aantal niet wordt gehaald, volgt een korting. De ROM was een instrument voor onderzoek, maar is gekaapt door de zorgverzekeraars. Wie een willekeurige spreekkamer binnenloopt, ziet de psychiater achter de pc zitten registreren: de diagnose, de actuele behandelduur, invullen van het behandelplan, invullen van indirecte tijd en natuurlijk, waar het uiteindelijk om gaat: uw dossier bijwerken. En dat laatste wordt dan beoordeeld door… de zorgverzekeraar. Kon ik maar boycotten.
Tot zover zijn brief.

Verzekeraars proberen te sturen in de hulpverlening in belang van de kwaliteit en betaalbaarheid van de hulpverlening. Psychiaters mopperen op het tijdschrijven omdat deze tijd ten koste gaat van hun vrijheid, hun tijd om andere dingen te doen en andere patiënten te helpen.
Het zou zo mooi zijn wanneer psychiaters twee vliegen in één klap zouden kunnen slaan: archiveren wat toch al moet worden vastgelegd in een cliëntcontact en dat er onderzoek kan worden gedaan waarmee de kwaliteit van de hulpverlening kan worden verbeterd.
Nu staan zorgverzekeraars en hulpverleners soms tegenover elkaar. Wanneer zij zouden samenwerken op evenwaardige basis kan ook het privacy belang worden gediend: gegevens worden vastgelegd tijdens de behandeling en na afsluiten van het cont(r)act geanonimiseerd en ter beschikking gesteld van researchers. Een commissie met vertegenwoordigers van de drie partijen: hulpverlening, verzekeraars en cliëntenbelangen zouden er op kunnen toezien dat dit verantwoord gebeurt.

Hij kwetst mij, is dat waar?

The Work en Byron Katie

Een aforisme van Byron Katie is “niemand kan mij kwetsen – dat is mijn werk”.

Een citaat van haar.
Mensen die voor het eerst kennismaken met The Work zeggen vaak tegen me:
“maar het zou mij machteloos maken als ik mijn strijd met de realiteit stop. Wanneer ik de realiteit gewoon accepteer, word ik passief. Ik kan zelfs de wens om iets te doen verliezen”. Ik antwoord dan met een vraag: “kun je werkelijk weten dat dit waar is?”.

Wat geeft je meer macht? – ‘Ik wou dat ik mijn baan niet kwijt was geraakt’ of ‘ik ben mijn baan kwijt geraakt, wat voor intelligente oplossingen kan ik nu direct vinden’?
The Work laat zien dat wat volgens jou niet zou mogen gebeuren, moest gebeuren.
Het moest gebeuren omdat het gebeurde en geen enkel denken ter wereld kan dat veranderen. Dat betekent niet dat je het moet gedogen of goedkeuren. Het betekent dat je zonder weerstand naar dingen kunt kijken en zonder de verwarring van je innerlijke strijd. Niemand wil dat zijn kinderen ziek worden, niemand wil een auto-ongeluk krijgen, maar als deze dingen gebeuren, wat helpt het dan om er mentaal tegen te strijden?
Maar tegen beter weten in doen we het toch, want we weten niet hoe we het moeten stoppen.
Ik houd van wat is, niet omdat ik een spiritueel mens ben, maar omdat het pijn doet als ik strijd met de realiteit. We kunnen weten dat de realiteit goed is zoals die is omdat als we er tegen strijden, we spanning en frustratie ervaren. We voelen ons niet natuurlijk en evenwichtig. Als we stoppen om tegen de realiteit in te gaan, wordt actie eenvoudig, vloeiend, vriendelijk en zonder angst.
Tot zover Byron Katie.

De bekende vier vragen

Byron Katie is bekend geworden van de vier vragen die zij stelt aan mensen die lijden onder hun overtuigingen.
Vraag 1: is het waar?
Vraag 2: kun je absoluut zeker weten dat het waar is?
Vraag 3: hoe reageer je als je die gedachte denkt?
Vraag 4: wie zou je zijn zonder deze gedachte?

De functie, die deze vragen hebben, is dat je gaat twijfelen aan de onontkoombaarheid van je eigen gedachten. Wanneer je de aanspraak op waarheid van je gedachten loslaat, verwerf je vrijheid.
Iemand die zichzelf tot slachtoffert bombardeert met de gedachte dat een ander hem opzettelijk wilde kwetsen doet aan mentale automutilatie.
Het helpt wanneer je de gedachte accepteert dat andere mensen anders denken dan jij en dat jij en die ander evenwaardig zijn in de waarheid van de eigen gedachte.

Nog een paar “Katie-ismen”.
Wanneer ik een gebed zou hebben, zou het zijn: “God spaar me voor het verlangen naar liefde, goedkeuring en waardering. Amen”.

Het ergste dat ooit gebeurde is een niet onderzochte gedachte.

Gezond verstand lijdt niet, nooit.

Ik laat mijn gedachten niet los, ik onderzoek ze. Dan laten ze mij los.

Je keert je volledig af van de realiteit als je gelooft dat er een gerechtvaardigde reden is om te lijden.

De realiteit is altijd vriendelijker dan het verhaal dat we erover geloven.

Ik weet zeker dat de hele wereld van mij houdt. Ik verwacht alleen niet dat ze het zich realiseren.

Wanneer ik volkomen helder ben, is wat is, wat ik wil.

Het is belangrijk om te onthouden dat onze overtuigingen niet per definitie objectieve waarheden zijn, maar eerder interpretaties van de werkelijkheid gebaseerd op onze eigen ervaringen en percepties. Door onze overtuigingen te onderzoeken en te bevragen, kunnen we onze eigen blinde vlekken en beperkingen blootleggen en ons bewust worden van de mogelijkheden die we hebben om te groeien en ons te ontwikkelen.

Veel voorkomende belemmerende overtuigingen

Enkele van de meest voorkomende beperkende overtuigingen zijn de volgende.

  • "Ik ben niet goed genoeg" - dit is een veel voorkomende overtuiging die mensen kan weerhouden om nieuwe kansen en uitdagingen aan te gaan.
     
  • "Ik ben niet slim / getalenteerd / knap genoeg" - deze overtuiging kan ertoe leiden dat mensen zichzelf onderschatten en zichzelf niet de kans geven om hun talenten te ontwikkelen en te laten zien.
     
  • "Ik ben niet waardig" - deze overtuiging kan leiden tot gevoelens van schuld en schaamte en kan mensen weerhouden om hun eigenwaarde te erkennen en zichzelf op de eerste plaats te zetten.
     
  • "Het leven is oneerlijk" - deze overtuiging kan leiden tot gevoelens van slachtofferschap en onmacht en kan mensen ervan weerhouden om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven.
     
  • "Ik moet perfect zijn" - deze overtuiging kan leiden tot een obsessie met perfectionisme en kan mensen ervan weerhouden om risico's te nemen en nieuwe uitdagingen aan te gaan uit angst om te falen.
     
  • "Ik moet altijd aardig zijn voor anderen" - deze overtuiging kan leiden tot overmatige zorgzaamheid voor anderen en kan mensen ervan weerhouden om hun eigen grenzen te stellen en voor zichzelf op te komen.


Boeken van Byron Katie (bol.com).

Vera Helleman: "het ego en zijn illusies kunnen gekwetst worden. Jij niet".

Selectie is prima zolang je maar een basisinkomen hebt

Bart Diks schrijft vandaag in de Volkskrant:
“De loting voor populaire studies als geneeskunde, diergeneeskunde, tandheelkunde, fysiotherapie en mondzorgkunde leidt al jarenlang tot teleurstelling bij veel potentiële studenten. Ook hogescholen en universiteiten zijn er niet gelukkig mee: ze vinden dat hoge cijfers niet alles zeggend zijn voor de succeskansen van een student.
Het einde van de centrale loting is het sluitstuk van een jarenlang proces: van het taboe op 'selectie aan de poort' tot de consensus dat de juiste student op de juiste plek terecht moet komen.
Lang gold als het principiële uitgangspunt dat iedereen met een eindexamendiploma op zak gelijke toegang moest hebben tot de opleiding van zijn of haar keuze. Als er al moest worden geloot, dan mocht iedereen daaraan meedoen, met evenveel kans voor iedereen. Motivatie noch hoge cijfers speelde een rol in de selectie.
De praktische consequenties van dat 'eerlijke' systeem werd eind jaren negentig pijnlijk duidelijk. Ondanks haar gemiddelde eindexamencijfer van 9,6 werd Meike Vernooij uit Maassluis tot drie keer toe uitgeloot voor de studie geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Onwenselijk en oneerlijk, luidde het algemene oordeel. In 1999 volgde een wetswijziging: wie een 8 gemiddeld haalt, is in principe ingeloot of maakt in elk geval veel meer kans”.
Tot zover de Volkskrant.

Al jaren is de uitkomst van onderzoek naar de relatie tussen prestatie op de middelbare school en op de universiteit dat die relatie niet bestaat.
Op basis van dit gegeven kun je een aantal zaken doen: je kunt redeneren “de helft van de goeden op de middelbare school doet het niet goed op de universiteit en de helft van de slechte op de middelbare school doet het goed op de universiteit. Omdat we niet weten welke personen dat zijn kunnen we net zo goed loten wanneer de belangstelling voor een studie te groot is”.
Je kunt ook redeneren: “Mensen ervaren het als demotiverend dat wanneer je je best gedaan hebt op de middelbare school en je loopt kans dat je uitgeloot wordt, dan laten we degenen met een hoog gemiddelde gewoon toe en laten we de rest loten”.
Met de laatste redenering krijg je de minste protesten en kun je jouw kansen nog beïnvloeden.

Nu de arbeidsmarkt is gewijzigd ten opzichte van de zeventiger jaren en er twee groepen zijn die goed in de markt liggen namelijk zij die een vak hebben geleerd dat veel gevraagd is en zij die een universitaire studie hebben afgerond, is een universitaire studie niet meer de beste manier om goed te verdienen. Doordat veel studenten iets zijn gaan studeren waar later geen vacatures meer voor waren, is het nu begrijpelijk dat de overheid meer sturing geeft aan wie toegelaten worden tot de universiteit.
Dat kan door selectie aan de poort of door de studie duurder te maken zodat de overheid minder geld kwijt is aan hoger onderwijs. Het is nu aan de individuele student om te bepalen welk belang hij hecht aan status of hoeveel hij of zijn ouders er voor over hebben. Rijke ouders verhogen de kans op een bepaalde status voor hun kinderen.
Met (sociale) rechtvaardigheid heeft dit nog steeds niet veel te maken. Onze maatschappij verandert zo snel dat weinig loopbanen een gelopen race zijn. Jouw baan kwijt raken kan bijna iedereen overkomen en daarmee is een nog niet eerder vertoonde, paradoxale vorm van sociale gelijkheid ontstaan.

Veel beleidsbeslissingen ten aanzien van aankomende studenten zijn te verdedigen zolang de overheid maar zorgt voor voldoende inkomen voor degenen die in de loop der tijd buiten boord vallen.
Door de toenemende automatisering en robotisering kan wel 45% van de beroepsbevolking werkeloos raken, zo voorspelde een Amerikaans onderzoek.
Ook dat hoeft geen ramp te zijn. Wat die voorspelling noodzakelijk maakt is een effectieve, betaalbare en kortdurende mogelijkheid tot omscholing tot wat dan ook, betaald of als vrijwilliger zolang men zich maar geen zorgen hoeft te maken over de basisbenodigdheden in het leven.

Want mensen zijn vatbaar voor besluiten tot extreme handelingen wanneer zij zich in hun bestaan bedreigd voelen.

De voor- en nadelen van de nieuwe DSM

Het nieuwe handboek voor de psychiatrie, de DSM-5, geeft aanleiding tot vele kritische beschouwingen.
De DSM-5 bestempelt normale variaties van menselijk gedrag tot ziektes waarvoor je hulp moet zoeken en pillen moet slikken. Wat je aandacht geeft, groeit.

AartJan Beekman, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, ziet dat niet terug in de Nederlandse cijfers. Hij wijst in artikel van Tonie Mudde in de Volkskrant van 18 mei op de zogeheten NEMESIS-studies; grote periodieke steekproeven om de geestelijke gezondheid van de Nederlandse bevolking te peilen. Uitkomst: psychische stoornissen komen nu net zo vaak voor als tien jaar geleden. Beekman: 'Ook in landen als Amerika en Australië neemt het aantal diagnoses over de gehele linie niet toe, ook niet na de publicatie van een nieuwe editie van de DSM'.
Wat door de jaren heen wél toeneemt, is het aantal behandelingen en het medicijngebruik. Inmiddels slikken 900 duizend Nederlanders antidepressiva, een stijging van 2 procent per jaar. 200 duizend Nederlanders nemen nu medicatie tegen ADHD, een stijging van gemiddeld 14 procent per jaar.
Beekman: 'In 1997 kregen zes op de tien mensen met een depressie een behandeling. Nu is dat acht op de tien. We geven dus niet steeds meer mensen een etiket, we behandelen alleen steeds meer mensen'.
Volgens Beekman komt dat omdat taboes rondom psychische afwijkingen langzamerhand verdwijnen. 'Iemand van dertig die zich nu prikkelbaar voelt en geen zin heeft in zijn werk denkt veel eerder aan een stemmingsstoornis dan zijn ouders dat zouden hebben gedaan. Als hij dan ook nog iemand kent die is opgeknapt van pillen, zal hij daar eerder zelf om vragen bij zijn huisarts'.
Tot zover Mudde in de Volkskrant.

Het belang van het betrouwbaar diagnosticeren van dezelfde verschijnselen over verschillende landen en culturen heen, heeft veel voordelen. Behandelingsresultaten kunnen gemakkelijker worden vergeleken en cross-cultureel worden onderzocht. Men kan van elkaar leren welke behandeling het effectiefst, snelst, goedkoopst, de minste bijwerkingen etc. is.
Belangrijk is dat iemand bij een bepaalde diagnose of label niet te snel naar medicijnen grijpt of denkt dat hij ziek of “gek” is. Je bent niet minder waard als je gedrag vertoont wat in de DSM beschreven wordt.
Natuurlijk is het voor verzekeringsmaatschappijen gemakkelijk om de voorwaarde te stellen dat zij alleen iets vergoeden wat officieel in de DSM is beschreven, maar het moet niet zo zijn dat een behandelaar iemand een afwijking aanpraat zodat hij dan er een cliënt of patiënt bij heeft. Het is aan de verzekeringsmaatschappij om dit te controleren en aan de samenleving en de politiek om te monitoren dat gezondheidszorg en verzekering elkaar niet de bal (geld) toeschuiven. Het is aan patiëntverenigingen om mee te denken over wat te doen na het krijgen van een DSM-label.

Zie ook “Pas je als hulpvrager in het goedkoopste of in het lucratiefste plaatje van de hulpverlener”?

Het boek Betere mensen laat zien dat wetenschappelijk onderzoek de werkelijkheid eerder vormgeeft dan dat ze haar ontdekt. Er is veel meer openheid nodig over de manieren waarop wetenschap de realiteit creëert, betoogt Trudy Dehue, omdat ze het leven anders vóór anderen, maar niet met hen maakt. Het onderzoek naar ADHD bij volwassenen en het ontwerp van nieuwe hersentechnologie dienen als centrale voorbeelden in een pleidooi voor het behoud van variatie in typen wetenschap, omwille van het behoud van variatie in typen mensen.



Trudy Dehue (1951) is wetenschapsfilosoof en als zodanig een luis in de pels van de universiteit. Ze houdt met haar laatste boek Betere mensen een fel pleidooi tegen standaardisering en voor diversiteit. Zie ook dit audio-interview.
Ernst-Jan Pfauth van De Correspondent.
"Ze spreekt dan ook van een systeem waar iedereen aan meedoet. Toch laat Dehue zich niet verleiden (al probeer ik het wel) om personen in staat van beschuldiging te stellen, of te spreken van een schandaal (terwijl ik daar in sommige gevallen wel degelijk aanleiding toe zie)".

Zelfkennis ontwikkelt tot relatie

Geluk en relatie

In de aanloop van Valentijnsdag schrijft Lisa Bontenbal in de Wetenschapsbijlage van de Volkskrant over de mythe dat stelletjes gelukkiger zijn dan vrijgezellen. Onderzoeken suggereren dat het huwelijk of het aangaan van een relatie het beste is wat een mens kan overkomen. Zo zijn gehuwden gezonder, minder eenzaam en leven ze langer dan alleenstaanden.
Mensen die een partner vinden waren voor die tijd al gelukkiger. De relatie tussen geluk en het hebben van een relatie werkt twee kanten op: zij die gezonder en gelukkiger zijn hebben een grotere kans om een partner te vinden en als gevolg daarvan zijn mensen met een partner een klein beetje gelukkiger dan mensen zonder partner. In die groep singles zitten namelijk ook mensen die nu eenmaal een kleinere kans hebben om een partner te vinden om redenen van schoonheid, karakter, (psychische) gezondheid en tekortkomingen die een relatie in de weg zitten.

De boodschap is dat wanneer je nu niet gelukkig bent, je beter aan jezelf kunt werken, dan op zoek te gaan naar een relatie die je gelukkig gaat maken.

In dezelfde bijlage onderzoekt wetenschapsjournalist Tonie Mudde of persoonlijkheidstesten, die datingsites gebruiken, voorspellende waarde hebben of iemand bij jou past. Datingsites gebruiken vaak de Big Five: openheid, extraversie, goedaardigheid, zorgvuldigheid en emotionele stabiliteit.
Het enige persoonlijkheidsaspect dat nog enkele toegevoegde waarde is emotionele stabiliteit. Anders gezegd: neurotische mensen hebben minder stabiele relaties.

Het matchingspercentage dat de datingsites geven is niet betrouwbaar. Veel singles proberen zichzelf te mooi te presenteren en verdoen hun tijd met het kijken naar profielen van te aantrekkelijke kandidaten. Er wordt gefluisterd dat veel van die aantrekkelijke profielen alleen maar gemaakt zijn om mensen te verleiden om zich te abonneren en in werkelijkheid niet bestaan. Dat zou kunnen verklaren waarom zo veel mensen niets horen wanneer ze op anderen reageren.

De grootste kans om een partner te vinden maken singles die in hun presentatie eerlijk en zichzelf zijn.  “Ken jezelf” stond er al boven de poort van Griekse tempels in de oudheid en deze aanbeveling is nog steeds de beste manier om een partner te leren kennen en gelukkig(er) te worden.

In onze tijd is het vinden en houden van liefde eenvoudiger én ingewikkelder dan ooit. Alles mag, niks hoeft. We beleven de liefde op een vrijere manier, en door moderne communicatie zijn de mogelijkheden haar te vinden exponentieel toegenomen.

Vrijheid is prettig, maar komt met een prijs. De spelregels en uitdagingen van het liefdesspel zijn veranderd. De nieuwe mogelijkheden leiden tot nieuwe manieren om te verdwalen of spaak te lopen in de liefde. In Liefde in tijden van Facebook beantwoorden de auteurs actuele vraagstukken over liefde, verleiding en aantrekking. In overeenstemming met de tijdgeest geven ze geen eenduidige boodschap of allesomvattende theorie. ‘Liefde’ betekent voor iedereen iets anders. De ontwikkelingen in een relatie pakken verschillend uit binnen stellen en tussen stellen.

Het ontwikkelen van zelfkennis

Zelfkennis ontwikkelt zich in contact met anderen. Zij houden ons een spiegel voor. Het is een voortdurend proces dat een levenskunst genoemd kan worden wanneer je jouw handelingsbekwaamheid bijhoudt; je jouw authenticiteit bewaakt door een waarachtig bestaan te leven; je rekening houdt met de verandering die ouder worden met zich meebrengt en je je bewust bent van jouw positie in de maatschappij.

Denkfouten bij goedgelovige mensen

Het Woordenboek van de scepticus richt zich tot vier verschillende soorten publiek:
  1. de onbevooroordeelde zoeker, die geen specifieke mening heeft over het occulte en het niet aanhangt maar ook niet afwijst;
  2. de gematigde scepticus die eerder zal twijfelen dan geloven in het occulte;
  3. de geharde scepticus die totaal niet gelooft in al die occulte zaken;
  4. de gelovige twijfelaar die geneigd is te geloven in het occulte maar licht twijfelt.

Van deze website een paar voorbeelden van denkfouten.

Magisch Denken
Een van de drijvende beginselen van magisch denken is het idee dat dingen die op elkaar lijken oorzakelijk verbonden zijn op een of andere manier die wetenschappelijk niet kan worden nagegaan (het principe van overeenkomst). Een ander drijvend beginsel is het geloof dat "dingen die ofwel fysiek contact hebben gehad of in ruimtelijke of temporele verbinding staan met andere dingen een verbinding behouden wanneer ze gescheiden zijn" (de wet van besmetting) (Frazer; Stevens). Denk aan relikwieën van heiligen die verondersteld worden spirituele energie door te sturen. Denk aan paranormale detectives die beweren dat ze informatie kunnen verkrijgen van een vermiste persoon door een voorwerp aan te raken dat aan de persoon toebehoorde (psychometrie). Of denk aan de dierenkwakzalvers die beweren dat ze de gedachten van uw hond kunnen lezen door te kijken naar een foto van de hond. Of denk aan het morfogenetisch veld van Rupert Sheldrake. Toevallig bestudeert Sheldrake ook paranormale honden.
Twee of meer duidelijke voorbeelden van magisch denken zijn Jungs begrip van synchroniciteit en Hahnemanns begrip van homeopathie (Stevens). Andere voorbeelden zijn toegepaste kinesiologie, grafologie (Beyerstein), handlijnkunde en psychokinese.

Post hoc denkfout
De post hoc ergo propter hoc (daarna en derhalve daarom) denkfout is gebaseerd op de foutieve theorie dat omdat een ding na een ander ding gebeurt, de eerste gebeurtenis automatisch de oorzaak is van de tweede gebeurtenis. Post hoc-redeneringen vormen de basis voor heel wat bijgeloof en verkeerd geloof.
Nochtans geven opeenvolgingen niet meer kans op oorzakelijk verband dan wisselwerkingen. Toeval bestaat. Plaatsvinden na een gebeurtenis is niet voldoende om vast te stellen dat de eerste gebeurtenis de daaropvolgende gebeurtenis heeft veroorzaakt. Om de waarschijnlijkheid van een oorzakelijk verband tussen twee gebeurtenissen vast te stellen, moeten regelingsmechanismen worden vastgelegd om andere factoren zoals toeval of een onbekende oorzakelijke factor uit te sluiten. Anekdotes volstaan niet omdat ze gebaseerd zijn op intuïtie en subjectieve interpretatie. Een beheerste studie is noodzakelijk om de kans op fouten door zelfbedrog te beperken.

Regressieve denkfout
De regressieve denkfout is het onvermogen om natuurlijke en onvermijdelijke schommelingen van dingen in rekening te nemen wanneer men er oorzaken aan toeschrijft (Gilovich 1993: 26). Zaken zoals beurskoersen, golfscores en chronische rugpijn variëren onvermijdelijk. Periodes van lage prijzen, lage scores en weinig of geen pijn worden uiteindelijk gevolgd door periodes met hogere prijzen, scoren en meer pijn, enz.. Wie deze natuurlijke schommelingen en tendensen negeert, doet aan zelfbedrog wat betreft de oorzaken ervan en maakt een post hoc-redenering.
Deze tendens om weg van de extremen naar het gemiddelde te bewegen werd "regressie" genoemd door Sir Francis Galton in een studie over de gemiddelde lengte van zonen van hele grote en hele kleine ouders. Hij vond dat zonen van hele grote of hele kleine ouders doorgaans groot of klein waren, maar niet zo groot of zo klein als hun ouders.

Selectief denken
Selectief denken is het proces waarbij voor een overtuiging gunstig bewijs wordt onthouden en ongunstig bewijs wordt genegeerd. Deze manier van denken vormt de basis voor het meeste geloof in paranormale krachten van zogenaamde gedachtelezers en mediums. Het is ook een basis voor vele, zo niet alle occulte en pseudowetenschappelijke overtuigingen.
Selectief denken werkt onafhankelijk van wishful thinking (ijdele hoop) en mag niet worden verward met vooringenomen denken, waarbij gegevens in tegenspraak met iemands overtuiging zeer ernstig wordt genomen, maar men veel kritischer staat tegenover dat soort gegevens dan tegenover gegevens ten gunste van de overtuiging.

Tot zover citaten van de site. Andere denkfouten en aanverwante fenomenen die op de website worden besproken zijn:
Apofenie, Barnum-effect, clustering illusion, cognitive dissonance, coincidences, koud lezen, gemeenschapsversterking, confabulatie, voorkeur voor bevestiging, Forer-effect, ideomotorisch effect, memory, conditionering, pareidolie, placebo-effect, zelfbedrog, persoonlijke validatie, wishful thinking.

Op 21 december 2012 zou de wereld vergaan. Dat beweerden de (kenners van de) Maya's. Sceptici Herman Boel en Patrick De Witte hebben echter hun bedenkingen bij deze en andere dubieuze theorieën:




Rolf Dobelli schreef een boek over 52 denkfouten die je beter aan anderen kunt overlaten:



Zie ook het ABC van de 26 denkfouten door Suzanne Weusten.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (15) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (2) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (51) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (162) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (14) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (2) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (12) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (33) eenzaamheid (8) ego (45) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (51) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (79) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (12) ideaalbeeld (2) identificatie (10) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (12) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) l (1) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (8) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (20) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (14) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (1) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (1) motto (1) mystiek (5) nabijheid (2) narcisme (4) natuur (5) negatie (16) neti neti (3) niet doen (22) NLP (1) non-duaal bewustzijn (6) non-dualiteit (41) omdenken (7) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (1) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (15) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (18) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (90) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (23) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (10)