Posts tonen met het label competitie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label competitie. Alle posts tonen

Balanceren tussen gelijkwaardigheid en uniciteit

Harmonieus samengaan van individu en samenleving

Het streven naar gelijkwaardigheid en het verlangen om positief af te steken, zijn geen tegenstrijdige doelen. Ze kunnen harmonieus samengaan in een samenleving die gebaseerd is op waardering voor diversiteit en respect voor ieders individuele bijdragen, ongeacht of dit menselijk of dierlijk is. Door deze balans aan te houden, kunnen we een wereld creëren waarin gelijkwaardigheid niet ten koste gaat van uniciteit en waarin iedereen de vrijheid heeft om zichzelf te zijn zonder angst voor oordeel of discriminatie.
In onze samenleving verlangen mensen naar erkenning en eisen gelijkwaardigheid. Het tweede is een basisrecht dat diepgeworteld is in onze overtuigingen over rechtvaardigheid. Echter, de menselijke natuur neigt ernaar om ook uniek te willen zijn, om op een positieve manier te verschillen van anderen. We willen het liefst met kop en schouders ergens boven uitsteken.

Uitzonderlijk of inclusief aanwezig willen zijn

Dit verlangen naar gelijkwaardigheid en uniciteit brengt ons op een subtiele en vaak glijdende schaal, waarbij individuen streven naar erkenning zonder volledig op te gaan in de massa. Gedurende heel onze jeugd zijn wij gericht op groei en verleggen van grenzen en de overgang naar gerichtheid op balans is subtiel en ligt voor iedereen verschillend in de tijd. Je bent nooit te oud om te leren, maar het is niet verstandig om ook als volwassene alsmaar gericht te zijn op meer en verder. Het betere is de vijand van het goede.
De drang naar gelijkwaardigheid is begrijpelijk. Niemand wil gediscrimineerd worden op basis van uiterlijke kenmerken, afkomst of andere oncontroleerbare factoren. Iedereen zoekt naar erkenning en behandeling op basis van hun waarden, vaardigheden en persoonlijkheid, in plaats van oppervlakkige criteria. Deze universele wens vormt de kern van onze sociale rechtvaardigheid en egalitaire overtuigingen.
Tegelijkertijd streven mensen naar individualiteit. We willen niet alleen gelijk zijn aan anderen, maar ook op een positieve manier afsteken. Dit verlangen komt voort uit het streven naar zelfexpressie en het creëren van een unieke identiteit. Het kan zich manifesteren in uiteenlopende aspecten van het leven, zoals persoonlijke stijl, prestaties, en zelfs materiële verworvenheden.
De glijdende schaal van gelijkwaardigheid en uniciteit roept echter vragen op over de criteria waarmee we onszelf en anderen beoordelen. Is iemand die langer is automatisch meer waard? Uit onderzoek blijkt dat managers gemiddeld langer zijn en meer verdienen. Opzien of aanzien? Telt knap zijn zwaarder dan andere eigenschappen? En hoe zit het met financieel succes? Het is essentieel om te erkennen dat deze criteria vaak oppervlakkig zijn en niet de ware waarde van een individu weerspiegelen. Vanaf dit punt spreek ik daarom liever over evenwaardigheid, om nog meer te benadrukken dat we niet gelijk zijn, ook niet beoordeeld willen worden op waarde, maar wel evenwaardig behandeld willen worden.

Laten we de dieren niet vergeten

En laten we deze visie op evenwaardigheid niet beperken tot menselijke relaties. Onze omgang met dieren is een ander cruciaal aspect waarin dit evenwicht van toepassing zou moeten zijn. Die omgang is cruciaal omdat we op globaal niveau te weinig rekening houden met het behoud van leefbaarheid van onze aarde. Dat kost dierenlevens, maar mogelijk ook onze gezondheid. Onze gezondheid is gebaat met een gezonde leefomgeving voor dieren.
We zouden dieren moeten betrekken in onze morele cirkel. Dieren hebben ook recht op vrijheid en respect, vergelijkbaar met onze wens voor gelijkwaardige behandeling. Net zoals wij streven dieren naar een leven dat in overeenstemming is met hun natuurlijke behoeften en instincten. In de praktijk betekent het dat we dieren voldoende leefruimte geven om natuurlijk te kunnen leven en dat we verbindingen tussen gebieden herstellen, vooral daar waar de landbouw en veeteelt overmatig gericht zijn op productie voor de export en geen ruimte gelaten hebben voor de natuur.
Ook dieren zijn onderling niet gelijk en veel diersoorten lijken nauwelijks op mensen. Maar mens en dier kunnen evenwaardig worden beschouwd in hun intrinsieke recht op vrijheid (op een natuurlijk leven).

(Bio)diversiteit is een goede balans

Het evenwicht tussen evenwaardigheid en uniciteit vereist een verschuiving in onze maatschappelijke normen en waarden. We zijn overmatig gericht op competitie met veel te veel ellenbogenwerk als gevolg. Het is niet voldoende om evenwaardigheid alleen te eisen; we moeten ook streven naar een inclusieve cultuur die diversiteit waardeert en individuen aanmoedigt om hun unieke bijdragen te leveren, ongeacht hun soort. Op deze manier kunnen we een samenleving creëren waarin iedereen gelijke kansen heeft en waarin verschillen worden gevierd in plaats van veroordeeld, inclusief de diversiteit aan levensvormen op onze planeet.

Elkaar tegenwerken op de apenrots en in de krabbenmand

Ontsnappen in de krabbenmand

De "krabbenmandtheorie" wordt vaak gebruikt als metafoor voor menselijk gedrag, waarbij mensen die in een groep zitten elkaar naar beneden halen of tegenhouden uit jaloezie of competitieve gevoelens, vergelijkbaar met krabben die elkaar naar beneden trekken wanneer ze tegen de wand opklimmen in een mand.
De essentie van de krabbenmandtheorie is dat wanneer één krab probeert te ontsnappen en naar de rand van de mand klimt, de andere krabben hem naar beneden trekken, waardoor hij niet kan ontsnappen. Dit fenomeen wordt soms gebruikt om het gedrag van mensen op werkplekken en sociale kringen te beschrijven die proberen te ontsnappen aan een situatie of om vooruitgang te boeken, maar worden tegengehouden door degenen om hen heen uit angst, jaloezie of competitie.

Krabben vrouwen vaker?

Sociaal-culturele factoren kunnen een rol spelen bij het vaker voorkomen van de krabbenmanddynamiek onder vrouwen. Bijvoorbeeld, in sommige culturen kunnen vrouwen meer druk voelen om zich aan sociale normen te houden en niet af te wijken van de groep. Dit kan leiden tot jaloezie, concurrentie of zelfs tegenwerking wanneer een vrouw probeert haar eigen weg te gaan.

Machtsstrijd op de apenrots

Het apenrotsfenomeen verwijst naar situaties waarin individuen in een groep zich bezighouden met hiërarchische machtsstrijd, dominantie en competitie om een hogere positie te bereiken of te behouden. Dit gedrag wordt vaak geassocieerd met apen die strijden om de hoogste positie op een rots, vandaar de naam.
Het bruggetje tussen deze twee concepten kan worden gemaakt door te kijken naar de manier waarop sociale groepen, of het nu krabben of mensen zijn, reageren op individuen die proberen te ontsnappen aan de groep of hogere doelen nastreven. In beide gevallen kan er sprake zijn van tegenwerking of sabotagedrang van anderen binnen de groep.

De rol van timing

In situaties waar ongewenst gedrag snel wordt aangepakt, kan de kans op succes groter zijn omdat het voorkomt dat negatieve patronen zich verder ontwikkelen en versterken binnen de groep. Het effectief aanpakken van ongewenst gedrag vereist vaak proactief optreden, het stellen van duidelijke normen en consequenties, en het handhaven van die normen.
Bovendien kan de timing van de reactie ook bepalend zijn voor de koers die individuen binnen de groep volgen. Wanneer een individu snel wordt aangesproken op gedrag dat afwijkt van de norm of dat schadelijk is voor de groep, kan dit de neiging van dat individu om verder te gaan in die richting verminderen. Aan de andere kant, als ongewenst gedrag wordt getolereerd of genegeerd, kan dit de acceptatie en voortzetting ervan bevorderen.
Dit geldt ook voor situaties waarin individuen streven naar hogere doelen of posities binnen een groep. 

Als er duidelijke normen en kaders zijn voor het bereiken van deze doelen, en als de groep snel reageert op gedrag dat deze normen schendt, kan dit de groep gezonder en meer samenhangend maken.

Conclusie?

Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat apenrotsgedrag en krabbenmandgedrag potentieel schadelijke effecten kunnen hebben op individuen en groepen als geheel, vooral wanneer ze leiden tot onderdrukking van vrijheid en innovatie. Het streven naar een gezonde balans tussen groepscohesie en individuele vrijheid is essentieel voor het creëren van een positieve en ondersteunende groepscultuur.

Respect en in en uit verbinding zijn

Onzekerheid in tijden van voortdurende verbinding

Het vermogen om verbinding te maken met anderen en je weer los te maken is van cruciaal belang voor ons welzijn en onze persoonlijke ontwikkeling. Mensen zijn sociale wezens en hebben een inherente behoefte aan verbinding met anderen. Het vermogen om relaties aan te gaan en emotioneel betrokken te zijn bij anderen speelt een essentiële rol in ons geluk, zelfvertrouwen en algemeen welbevinden.
Het idee dat het vermogen om te verbinden belangrijker is dan het constante gevoel van verbondenheid is relevant in de moderne tijd, waar technologie ons gemakkelijk in staat stelt om constant in contact te zijn via sociale media en messaging-apps. Hoewel deze technologieën onze mogelijkheid om met anderen te communiceren hebben verbeterd, kan het ook leiden tot een gevoel van afhankelijkheid en een verstoord begrip van wat echte verbinding inhoudt.
Niet iedereen heeft hetzelfde vertrouwen in hun vermogen om te verbinden met anderen. Dit kan worden veroorzaakt door verschillende factoren, zoals eerdere negatieve ervaringen in relaties, een gebrek aan sociale vaardigheden, laag zelfvertrouwen of angst voor afwijzing.

Uit verbinding raken

Het gevoel van verbondenheid zal niet altijd constant zijn. Menselijke interacties kunnen variëren en emoties zijn onderhevig aan verandering. Het is normaal dat mensen soms geen verbinding voelen, maar dit betekent niet dat ze niet in staat zijn om verbinding te maken of dat ze dit vermogen niet hebben.
Het ontwikkelen van vertrouwen in het eigen vermogen om te verbinden met anderen kan beginnen met zelfreflectie, het werken aan zelfacceptatie en het aanleren van communicatieve vaardigheden. Het kan ook waardevol zijn om ondersteuning te zoeken bij vrienden, familie of professionele hulpverleners om met eventuele hindernissen om te gaan.
Het vermogen om zowel verbinding te maken als weer uit verbinding te gaan is essentieel voor het creëren van gezonde en bevredigende relaties. De kwaliteit van een verbinding wordt beïnvloed door de mate waarin beide partijen in staat zijn om op een gezonde manier te timen wanneer in en uit verbinding te treden.
In gezonde relaties hebben beide individuen de vrijheid om zichzelf te zijn en hun eigen ruimte te behouden. Ze voelen zich comfortabel en veilig om hun gedachten en emoties te delen zonder angst voor veroordeling of afwijzing. Deze openheid en eerlijkheid dragen bij aan een diepere en authentieke verbinding tussen mensen.

Uit verbinding treden

Tegelijkertijd is het belangrijk dat beide partijen de vrijheid hebben om afstand te nemen wanneer dat nodig is. Mensen hebben verschillende behoeften als het gaat om persoonlijke ruimte, tijd alleen doorbrengen, en individuele groei. Het vermogen om op een respectvolle manier afstand te nemen en tijd voor jezelf te nemen wanneer dat nodig is, helpt om emotionele druk te verminderen en voorkomt dat de relatie verstikkend wordt.
Wanneer mensen zich vrij voelen om in en uit verbinding te treden, ontstaat er een gevoel van rust en vrijheid in de relatie. Er ontstaat een gezonde balans tussen verbondenheid en autonomie, wat kan bijdragen aan een duurzame en vervullende band tussen mensen.
Het is echter belangrijk op te merken dat dit evenwicht niet altijd gemakkelijk te bereiken is. Het vergt bewuste communicatie (benoemen), wederzijds begrip en respect voor elkaars behoeften. Soms kan het nodig zijn om grenzen te stellen en duidelijk te communiceren over persoonlijke ruimte en behoeften.

Respect

Het vermogen om in en uit verbinding te treden is ook een essentieel onderdeel van respectvol gedrag in relaties. Respect houdt in dat je de grenzen, behoeften en individualiteit van anderen erkent en waardeert.
Door anderen de ruimte te geven om zich terug te trekken of tijd alleen door te brengen, respecteer je hun behoefte aan privacy en individuele groei. Dit toont aan dat je hun grenzen respecteert en hen niet probeert te verstikken.
Het vermogen om uit verbinding te treden wanneer iemand emotioneel overweldigd is, getuigt van respect voor hun gevoelens. Het betekent dat je begrijpt dat sommige momenten niet het juiste moment zijn om bepaalde onderwerpen te bespreken en dat je wacht tot ze klaar zijn om te praten.
Door anderen in staat te stellen hun eigen beslissingen te nemen en hun eigen pad te kiezen, toon je respect voor hun autonomie. Het betekent dat je hen niet onder druk zet om dingen te doen die ze niet willen doen en dat je hun keuzes respecteert.

Competitie

Soms kan een onderlinge competitie ontstaan in het vermogen om in en uit verbinding te treden.
In sommige situaties kunnen mensen het gevoel hebben dat ze meer beschikbaar moeten zijn dan anderen om als betrokken en betrouwbaar te worden gezien. Dit kan leiden tot een wedstrijd waarin mensen proberen te bewijzen dat ze altijd beschikbaar zijn voor anderen, zelfs als het ten koste gaat van hun eigen behoefte aan persoonlijke ruimte.

Soms kunnen mensen in een competitie terechtkomen over wie de meest onafhankelijke persoon is. Ze willen laten zien dat ze niet emotioneel afhankelijk zijn van anderen en dat ze hun eigen boontjes kunnen doppen. Dit kan ertoe leiden dat ze terughoudend zijn om zich met anderen te verbinden of hulp te vragen wanneer dat eigenlijk nodig is.

Sommige mensen kunnen aarzelen om zich kwetsbaar op te stellen en hun emotionele behoeften te uiten uit angst om als zwak te worden gezien. Ze kunnen het gevoel hebben dat het laten zien van hun behoefte aan verbinding hen in een zwakke positie plaatst in vergelijking met anderen die zich meer onafhankelijk voordoen.

Mensen hebben vaak de neiging zichzelf te vergelijken met anderen. Als ze het gevoel hebben dat anderen beter zijn in het aangaan of verbreken van relaties, kunnen ze zich onder druk gezet voelen om hun eigen vaardigheden op dit gebied te bewijzen.

Het is belangrijk dat mensen zich bewust zijn van hun eigen behoeften en grenzen en dat ze hun relaties op een evenwichtige en respectvolle manier benaderen. In plaats van de focus te leggen op competitie, is het waardevoller om te streven naar een gezonde balans tussen verbondenheid en autonomie en om wederzijds respect en begrip in relaties te bevorderen. Communicatie en empathie zijn sleutelfactoren om deze balans te bereiken en te behouden.

Het vermogen om te verbinden en om los te laten zijn complementair.

Competitiedrift: jong geleerd, oud overwonnen?

Onderlinge strijd en economie

De menselijke aard en samenleving is doordrongen van competitiviteit. Of het nu gaat om academische prestaties, carrièrevooruitgang of persoonlijke relaties, mensen hebben de neiging om zichzelf te vergelijken met anderen en vaak te streven naar superioriteit. Dit competitieve streven kan voortkomen uit verschillende psychologische en sociale factoren. Competitie onder kinderen kan nuttig zijn voor grensverlegging, zelfontdekking en persoonlijke groei. Echter, op latere leeftijd is het verstandiger om deze ambitie om te zetten in een meer evenwaardige omgang met anderen.
Er zijn verscheidene verklaringen over de factoren die aanzetten tot onderlinge strijd.

  1. De sociale vergelijkingstheorie. De sociale vergelijkingstheorie stelt dat mensen hun eigen waarde, geluk en tevredenheid afmeten aan anderen in hun sociale omgeving. Door zichzelf te vergelijken met anderen, kunnen mensen inzicht krijgen in hun eigen positie en prestaties. Deze vergelijking kan als motivatie dienen om grenzen te verleggen en mogelijkheden te verkennen.
  2. De rol van competitie in de kinderjaren. Competitie onder kinderen bijvoorbeeld via spelletjes kan nuttig zijn voor hun ontwikkeling. Het kan hen helpen om hun eigen vaardigheden en mogelijkheden te ontdekken, grenzen te verleggen en motivatie te vinden om te trainen en zo te groeien. Het kan ook belangrijke levenslessen leren, zoals het omgaan met winnen en verliezen, het ontwikkelen van geduld en doorzettingsvermogen en het leren samenwerken in een competitieve omgeving.
  3. Een overgang naar evenwaardige omgang naar anderen (mens en dier). Naarmate mensen volwassen worden, is het belangrijk om de ambitie om beter te zijn dan anderen om te zetten in een meer evenwaardige omgang. Overmatige competitie kan leiden tot negatieve gevolgen, zoals vijandigheid, het verlies van verbinding en het ondermijnen van relaties (eenzaamheid en uitsluiting). Het is verstandiger om in de opvoeding de nadruk te leggen op samenwerking, empathie en waardering voor de unieke bijdragen van anderen. En om ook oog te hebben voor de natuur. Die en de dieren daarin kunnen lijden wanneer mensen het onderste uit de kan willen halen.
  4. Het belang van evenwicht. Competitie op zichzelf is niet per se negatief, maar het is essentieel voor het lichamelijk en geestelijk welzijn om een evenwicht te vinden tussen competitie en samenwerking. Het (h)erkennen van het nut van competitie in de kinderjaren kan helpen bij het begrijpen van de voordelen ervan. Echter, naarmate we ouder worden, moeten we streven naar een evenwaardige omgang waarin we anderen ondersteunen, inspireren en waarderen zonder de behoefte om te overheersen.

Race to the bottom

Bewustwording van de schaduwkant van competitie kan mensen aan het denken zetten over bredere sociaal-economische kwesties, zoals het neoliberale economische denken. Het neoliberale paradigma legt de nadruk op vrije markten, individuele concurrentie en winstmaximalisatie. Hoewel dit model bepaalde voordelen heeft gehad, heeft het ook geleid tot afbraak van de natuur en biodiversiteit, vervuiling, ongelijkheid, sociale fragmentatie en het verlies van collectieve waarden.

  • Het neoliberale economische denken. Het neoliberale economische denken legt de nadruk op vrije markten, individuele concurrentie en winstmaximalisatie. Dit paradigma heeft geleid tot economische groei en innovatie, maar heeft ook negatieve effecten gehad op sociale gelijkheid, publieke voorzieningen en het gemeenschapsgevoel.
  • De schaduwkant van competitie in het neoliberale paradigma. In het neoliberale model is concurrentie vaak onbeperkt en gericht op individuele prestaties en winst. Dit kan leiden tot toenemende ongelijkheid, uitbuiting van arbeid, sociale fragmentatie en het verlies van collectieve waarden. Het nadruk leggen op winstmaximalisatie kan ook resulteren in kortetermijndenken en het negeren van bredere maatschappelijke belangen.
  • Bewustwording en verandering. Niet alles draait om geld of is in geld uit te drukken. Bewustwording van de schaduwkant van competitie binnen het neoliberale economische denken kan leiden tot een heroverweging van onze sociale en economische waarden. Het stimuleert het zoeken naar alternatieve modellen die sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en menselijke verbondenheid bevorderen. Het is belangrijk om te streven naar een evenwichtige benadering waarin zowel concurrentie als samenwerking worden gewaardeerd.

Het is belangrijk voor individuele en het algemene belang om een evenwichtige benadering na te streven waarin concurrentie wordt gekoppeld aan sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en het behoud van collectieve waarden en daarvan op (jonge leef)tijd van bewust te worden en de koers bij te stellen.

Competitie
Montessori was kritisch over de rol van competitie in het onderwijs en haar bredere implicaties voor de samenleving.

Haar zorg over competitie was geworteld in het idee dat competitie vaak leidt tot vergelijkingen tussen individuen, waarbij sommigen als winnaars worden aangemerkt en anderen als verliezers. Ze geloofde dat dit winnen of verliezen de basis legt voor gevoelens van superioriteit of inferioriteit, wat op zijn beurt kan leiden tot conflicten en ongelijkheid in de maatschappij.

Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het lid op de neus

Wanneer we constant over onze grenzen gaan, zullen we onszelf uitputten en mogelijk negatieve gevolgen kunnen ervaren, zoals stress, burn-out of zelfs fysieke problemen. Door op tijd te stoppen en een zekere balans te bewaren, kunnen we onze energie en middelen beter beheren, waardoor we effectiever kunnen zijn op de lange termijn.

Daarnaast kan het nemen van pauzes en af en toe stilstaan ons helpen om te reflecteren, nieuwe perspectieven te krijgen en onze doelen en prioriteiten in het leven bij te stellen. Het stelt ons in staat om te genieten van wat we hebben bereikt en dankbaar te zijn voor onze successen, in plaats van altijd te streven naar meer zonder tevredenheid te vinden.

Hoewel ambitie en de drang om te groeien belangrijke drijfveren kunnen zijn, is het belangrijk om een gezonde balans te vinden. Het draait niet alleen om het behalen van meer succes of het overtreffen van anderen, maar ook om het ervaren van tevredenheid, geluk en welzijn in ons leven. Het gaat erom te begrijpen wat echt belangrijk voor ons is en te streven naar een evenwicht tussen het nastreven van doelen en het in stand houden van onze eigen gezondheid en welzijn.

Hoop houden in tijden van stress

Wie de tijdgeest probeert te volgen via de sociale media en de nieuwsdiensten van links naar rechts ziet in de reacties veel agressie tussen mensen die het niet met elkaar eens zijn.
Het is een teken des tijds en het gevolg van het aloude gezegde “wie wind zaait, zal storm oogsten”.
Al heel lang geleden is het sportief met elkaar omgaan omgezet in competitiedrift en apenrotsgedrag. Het is niet echt (echt niet) verkeerd om van tijd tot tijd naar elkaar te kijken of je nog mee kunt in de vaart der volken, een soort van particulier benchmarken. Maar we zijn doorgeschoten in assertief gedrag.
In tijden waarin het kapitalistische groeidenken is doorgeschoten in kamikaze werken is het goed om de koers bij te stellen. Steekwoorden zijn dan evenwaardigheid en balans. Een mens kan ook een goede boterham verdienen door een andere balans aan te houden tussen investeren en kosten besparing, namelijk een balans gericht op duurzaamheid. Dat geldt ook voor onze onderlinge relaties: we hoeven niet voortdurend naar elkaar te kijken of we wel het uiterste uit de kan kunnen halen.
Af en toe niets, niets doen, niets zeggen en vooral bewust zijn dat doen en laten ook inhoudt waarderen wat je niet doet. Niet doen is wat anders dan niets doen. Oosterse culturen van ver voor de start van onze jaartelling kenden al het begrip "wei wu wei". Vertaald naar nu is het toegevoegde waarde aan bijvoorbeeld consuminderen en “spreken is zilver en zwijgen is goud”.

Volgens de taoïstische filosofie is wei wu wei een manier om de harmonie te behouden tussen de mens en de natuurlijke wereld. Door te handelen in overeenstemming met de natuurlijke orde, wordt men één met de natuurlijke stroom van het leven en wordt men vrij van spanning, stress en strijd.

Wei wu wei is echter niet hetzelfde als passiviteit of nietsdoen. Het betekent eerder dat men handelt zonder egoïstische intenties, zonder zichzelf te forceren en zonder tegen de natuurlijke stroom in te gaan. Het betekent dat men handelt vanuit een innerlijke stilte en in harmonie met de omgeving.

Wie op gepaste wijze humor toelaat, doet als het koken van een recept met de juiste ingrediënten en specerijen.
Wie in balans leeft kan ontwikkelen naar de volgende stap in bewustzijn. Een staat van non-dualiteit. Een staat van bewustzijn waarin de neiging om te oordelen wordt omgezet in het vormen van een mening zonder de noodzaak om dat ook te delen en zo nodig alleen in een ik-boodschap. En er hoeft ook niet geselecteerd te worden: geen eigen volk eerst, maar evenwaardig reageren op mens en dier, ongeacht soort, ras of aaibaarheid.

Deze tijd voelt weer alsof er een soort evolutionaire stap gaat worden gezet. Het kan projectie zijn, wishful thinking, het kan ook noodzaak zijn omdat wij mensen de aarde al zo over bevolken en uitputten dat de aarde als het ware (weer) gaat reageren als een organisme. Het is een proces dat veel denkers al eens hebben verwoord, letterlijk en figuurlijk. Robert Pirsig, bijvoorbeeld, sprak over dynamische en statisch kwaliteit van organismen. Het begon miljarden jaren na de oerknal met het afkoelen van de energie tot materie in anorganische patronen, vervolgens ontstond er leven met  biologische patronen, na lange tijd kregen die sociale patronen en tenslotte intellectuele patronen. Misschien zitten we nog in die laatste fase, misschien wordt er nu een nieuw patroon ontwikkeld. Welk? Wie het weet mag het zeggen. Sommigen zien een spiritueel patroon ontstaan, anderen willen niets liever dan een pas op de plaats of zelfs terug.
De waarheid is analoog aan de overstelpende hoeveelheid leugens van Donald Trump irrelevant geworden; het gaat nu om hoe we met het niet kunnen tegenhouden van fake news (deep fake video's) omgaan; hoe we weer tot rust komen en tot vertrouwen en daarmee tot hoop. En zo is de cirkel weer gesloten: niet meer (ver)oordelen, elkaar evenwaardig behandelen en gericht zijn op balans.
Het label van die stap moet nog ontdekt en benoemd worden.

(in de labels onderaan deze tekst de aanloop van dit blog).

Kinderen leren liefdevolle gesprekken te voeren

Valkuilen bij het communiceren

Er wordt weleens voor gepleit om kinderen les in liefde of debatteren te geven. Maar in een maatschappij waarin vooral competitie wordt gevoerd zullen deze lessen in debatteren bijdragen aan het zoeken naar liefdeloze macht in relaties. In de huidige maatschappelijke en menselijke verhouding is overal machtsstrijd te zien. Het verziekt de sfeer, privé en in het openbaar. Het ware beter om al op de lagere en middelbare school kinderen te leren hoe zij een machtsstrijd kunnen herkennen, voorkomen en stoppen.

Een bijna liefdevolle manier om met elkaar constructief in gesprek te gaan is een dialoog te voeren. In een echte dialoog wordt geen machtsstrijd gevoerd. Bij het voeren van debatten gaat het om te winnen en dat gaat gepaard met veel trucjes. Die komen vaak neer op het gebruik van drogredenen.

Een gemeen voorbeeld van een drogreden is het gebruik van een “stropop” in onderstaand gesprek tussen man A en man B. Uiteraard is dit voorbeeld van gentech te abstract voor kinderen en kan vervangen worden door een onderwerp dat kinderen op hun leeftijd aanspreekt.

A ‘We moeten heel voorzichtig zijn met het toepassen van gentech’.
B ‘Dus jij zegt dat we gentech niet moeten toestaan? Dat is niet realistisch’.

Wat B doet is dubbel doortrapt. Hij vat eerst het standpunt van A extremer samen dan hij het heeft gezegd. En boort het vervolgens de grond in (of anders en beeldend gezegd: de stropop wordt in de fik gestoken).

Net als bij pesten is het gebruik van drogredenen bedoeld om de ander te vernederen. Die negatieve vormen te herkennen en weten waar je als kind of puber wel iets aan kan doen en wat je beter kunt negeren  is iets waar ze later in de maatschappij en relaties positief mee uit de voeten kunnen.
Waar ik voor pleit is niet om kinderen ongrijpbare concepten als liefde proberen aan te leren, maar om hen te leren wat wel en niet oorbaar is bij het voeren van een gesprek over verschil in inzicht. En daarmee samen (liefdevol en evenwaardig) te laten zoeken naar win-win doelen.

Meer in het algemeen: door zelf een goed voorbeeld te zijn, kinderen te leren hun emoties te beheersen en te communiceren, te vergeven, complimenten te geven en respect te hebben voor anderen en hun eigendommen, en samenwerking te stimuleren, kunnen we kinderen leren om liefdevoller met elkaar om te gaan.

Zie ook het artikel over wellevendheid.

De volgende stap in de (r)evolutie

Mensen willen evenwaardig worden behandeld, maar wanneer zij de kans krijgen willen zij zich onderscheiden van anderen.

Ed van Riel uit Vlissingen schreef naar de Volkskrant.
Ongetwijfeld hebben onder anderen Thomas Piketty een duidelijk rapport afgeleverd over de ongelijkheid in de wereld (Voorpagina, 15 december).
Zij schrijven die ongelijkheid toe aan de globalisering, maar vergeten dat die globalisering, op haar beurt, weer een gevolg is van de menselijke aard. Aan die menselijke aard wordt al gerefereerd in de Bijbel, en wel in het Nieuwe Testament. 'Beproeft of onderzoekt alle dingen en behoudt het goede' (Tessalonicenzen 5: 21-22).
Deze opdracht was natuurlijk een regelrechte uitnodiging tot het doen van wereldwijd onderzoek. Ook het intercontinentale onderzoek naar inkomensongelijkheid is daar het resultaat van.
Echter, zowel Piketty's bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw als Das Kapital van Karl Marx gaan voorbij aan of ontkennen de menselijke drang om te winnen van je medemens middels de competitie in ons bestaan. Al het menselijk streven is hierop gebaseerd.
Reclamejongens gebruiken deze drang om mensen een nog grotere auto te verkopen dan hun buurman heeft. Op de werkvloer bestaat zij als de carrièrestrijd met collega's, in het bedrijfsleven en de politiek heb je de onderlinge strijd naar de top. Tijdens de o zo gezellige spelletjesavonden onder de kerstboom overheerst het winstbejag en op godsdienstig gebied zie je de wedijver wie de meeste gelovigen kan winnen.
En natuurlijk zijn alle sporten gebaseerd op het winnen van je tegenstander. Zelfs in het dammen of schaken wordt een harde strijd geleverd. Dat is typisch menselijk. Ik heb tenminste nooit een vos, leeuw of tijger erop kunnen betrappen zomaar een eindje te gaan rennen voor een stukje metaal om hun nek.
De menselijke aard heeft het communisme van Marx de nek omgedraaid. Het is namelijk niet onwaarschijnlijk dat 100 procent van de armste 50 procent van de wereldbevolking tot de rijkste 0,1 procent zou willen behoren. Als ze tenminste de kans zouden krijgen.
Tot zover de ingezonden brief.

Het ligt in de menselijke aard en van de meeste dieren om vrij te willen zijn. Die wens heeft het communisme van Marx de das omgedaan. Sommige varkens waren in het communisme van 1984 meer gelijk dan anderen. Wie in staat is om vrijheid en solidariteit te combineren die is koopman. Het is niet voor niets dat de Franse Revolutie als leuze had “vrijheid, gelijkheid en broederschap”! We willen allemaal gelijk behandeld worden in onze wens om vrij te zijn. Die solidariteit hier verwoord als broederschap zouden arm en rijk in het oog moeten houden en doortrekken naar alle andere mensen en dieren op de aarde. Evenwaardigheid is de fase in globalisering die we nu moeten oppakken voordat de kwaliteit van leven te zeer is aangetast.

Maakt vroom zijn een beter mens?

Karakter sterken

Vroomheid verwijst naar het streven naar religieuze of spirituele toewijding en het volgen van morele en ethische principes die door een bepaalde religie worden onderwezen. Als iemand zichzelf als vroom beschouwt, kan dat betekenen dat ze proberen te leven volgens bepaalde waarden zoals naastenliefde, compassie, vergeving en altruïsme.
Als iemand deze waarden serieus neemt en ze probeert toe te passen in hun dagelijks leven, kan dat hun karakter versterken. Door middel van gebed, meditatie, contemplatie en andere religieuze praktijken kan iemand ook werken aan het ontwikkelen van innerlijke rust, geduld en acceptatie.
Samenlevingen hebben er altijd een voordeel in gezien om mensen te bewegen tot een deugdzaam en vroom leven. Vroom in de zin van godsvruchtig of braaf. Autochtonen met een lange religieuze geschiedenis hechten hieraan en tegenwoordig ook sommige jonge moslim(a)s.
Er is niets mis mee om een zekere druk te ervaren om je te gedragen naar de regels van een groep of in ieder naar de wet. Het is duidelijk dat die druk ook kan doorslaan. Want wie mag straffen wanneer niemand kan waarmaken dat hij of zij een moreel beter standpunt inneemt dan een ander? "Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen". Strafrecht is gebaseerd op het voorkomen en corrigeren van onrecht. Zolang mensen anderen niet schaden met hun gedrag is er grote vrijheid. Ook God oordeelt niet bij leven en of God oordeelt na de dood moeten gelovigen nog maar afwachten.

Iedereen is evenwaardig in het recht op vrijheid


Hoe meer vrijheid mensen elkaar toestaan hoe sterker de cohesie in een samenleving. Maar wanneer dat toestaan voortkomt uit onverschilligheid is er juist minder cohesie.
Zo is het met vroomheid ook. Hoe meer mensen zich vroom gedragen, hoe meer vertrouwen er onderling zal zijn. Maar wanneer vroomheid voortkomt uit competitie dan leidt het tot roddel en achterklap. Ook hier zou evenwaardigheid voorop moeten staan.
Helaas zijn wij in onze jeugd vaak voorgehouden dat wie zijn best doet om braaf te zijn vaker beloond zal worden dan degenen met minder discipline. En wie lui was of veel pech had, kan dat beamen.
Geluk kan je afdwingen en ongeluk ligt in een klein hoekje. Het betekent dat je door alert en waakzaam te zijn ongeluk kan voorkomen en door discipline jezelf kan trainen. En dat is nuttig wanneer je als ambitie hebt om ergens aan de top te komen, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven of in de sport. Mensen die de top hebben bereikt worden vaak als voorbeeld gesteld voor anderen. Het is een voorbeeld dat discipline leidt tot progressie in een rangorde. De suggestie dat moraal ook een rangorde kent is een valse illusie.

Niets kan leiden tot het worden van een beter mens dan een ander wezen

Ernest Hemingway zei ooit het volgende. "There is nothing noble in being superior to your fellow man; true nobility is being superior to your former self".
Deze uitspraak benadrukt dat het niet zinvol is om jezelf te vergelijken met anderen en te proberen beter te zijn dan zij. In plaats daarvan is het belangrijk om je te concentreren op je eigen persoonlijke groei en ontwikkeling, en om te streven naar een betere versie van jezelf dan je in het verleden was.

We zijn allemaal (ook dieren) goed genoeg om er te mogen zijn. Evenwaardigheid betekent dat alle mensen op een bepaald vlak dezelfde waarde hebben. En dat vlak is vrijheid. Vrijheid is onbepaald en kent wel een tegendeel: onvrijheid, bijvoorbeeld in de vorm van angst. En vroomheid inzetten om elkaar te steunen in het vrij worden uit onterechte vrijheid is een vorm van liefde.
In de huidige tijd krijgt ieder individu de ruimte om zichzelf te manifesteren. De discussie over genderneutraliteit is een voorbeeld. Het is een mooie samenleving waarin iedereen de ruimte krijgt om zich vrij te positioneren op de diverse schaal met mannelijkheid en vrouwelijkheid als polen. Dat slaat pas door wanneer mensen denken dat gewoon zijn een afwijking is.

Laten we elkaar attenderen op verborgen verleiders, maar vooral in het nut om daarbij maat te houden.

Alternatieven voor belonen en straffen

Justine Mol schrijft op de site van de Vrije School Beweging over straffen en belonen van kinderen. Dat leidt bij de kinderen tot denken in oordelen, met als gevolg angst. Sterk aan haar verhaal is dat zij een uitgebreide lijst van voorbeelden geeft hoe het anders kan. Zij baseert haar mening op het gedachtegoed van Marshall Rosenberg, psycholoog uit Amerika en grondlegger van Nonviolent Communication ofwel Geweldloos Communiceren, en dat van Alfie Kohn, die zich wereldwijd inzet voor een leven zonder straffen en belonen. De stap van mét naar zónder straffen en belonen vraagt om het loslaten van de top-down houding en het vinden van een basis van gelijkwaardigheid.

Opvoeden in vertrouwen is niet alleen opvoeden zonder straffen, maar ook zonder belonen.

Hoe kunnen we kinderen stimuleren hun kwaliteiten te ontplooien? Hieronder vind je manieren om de intrinsieke motivatie aan te wakkeren.
  1. Samen genieten. Zeg i.p.v. ‘Goed zo’ eens ‘Jaaa!’ of ‘Gelukt’. Dit werkt alleen als je gewoon echt blij bent en niet toch stiekem denkt in goed of fout.
  2. Samen betreuren dat iets niet lukt of dat een kind schade heeft aangericht. I.p.v. ‘Fout’ of ‘Wat stom’ zou je kunnen zeggen ‘Mislukt’ of ‘Jammer’.
  3. Respect. Zie het kind met al zijn eigen-aardigheden en heb daar respect voor.
  4. Dankbaarheid. Vaker dankbaarheid uiten voor waar we blij van worden helpt het kind en ook ons te focussen op wat het leven verrijkt. Je kunt je ‘dank je wel’ vergezeld laten gaan van waar je precies dankbaar voor bent. Dus wat het gedrag van het kind jou brengt. “Dank je wel dat je hebt opgeruimd. Nu ga ik met veel meer rust mijn krantje lezen dan wanneer er allerlei spullen om me heen liggen”.
  5. Focus op behoeften. Wat zijn de basisbehoeften van het kind om wel of niet te doen wat je vraagt, of nog breder, om te doen wat hij doet? Kun je samen tot een vorm komen waarbij zowel jouw behoeften als die van het kind vervuld worden?
  6. Wat is het “ja” achter het “nee”? Als een kind niet doet wat je zegt, kan het helpen te kijken vanuit welke behoefte hij dat niet wil doen en wat hij wel wil. Een kind kan schreeuwen en tegenstribbelen omdat hij moe is en behoefte heeft aan rust. Terug schreeuwen of dwingen zal noch het kind noch jezelf rust geven.
  7. Belangstelling tonen. Het kan even duren voordat een kind jouw vraag ‘Heb je je verslag al af?’ kan horen als interesse en niet als controle. Hou vol.
  8. Humor en relativeren.
  9. Vertellen wat het gedrag van het kind met jou doet en met andere betrokkenen. Doe dit zonder moralistisch oordeel.
  10. Waarden en deugden voorleven. Een kind raakt in de war als wij de buurman belachelijk maken als hij er niet bij is en tegen onze kinderen zeggen dat ze beleefd en aardig tegen hem moeten zijn. Het ingebouwde geweten en de aangeboren moraliteit krijgen meer kans tot ontplooiing als wij een voorbeeld zijn in een gewetensvolle en morele levenshouding.
  11. Volharden i.p.v. dwingen. Bij herhaling van schadelijk gedrag blijf je zoeken naar de onderliggende behoeften. Zolang een kind ongelukkig, dus teruggetrokken of onhandelbaar is of wat dan ook, is het nog niet gelukt om hem dat te bieden wat hij nodig heeft. Intussen kun je beschermende macht inzetten als dat nodig is en duidelijke grenzen aangeven.
Kinderen zullen zich bij deze benadering veilig voelen om zichzelf te zijn. Het zou zomaar kunnen dat ze dan lang niet zo lastig of lui zijn als we dachten.
Tot zover Justine Mol.

In een interview met JM ouders werd de volgende vraag gesteld aan Alfie Kohn.

We willen geen autoritaire ouder zijn, maar aan een laissez-faire opvoeding zitten ook veel haken en ogen. Is het niet gewoon gezond verstand om ergens in het midden te gaan zitten?

‘Dat is een vals dilemma: of je bent een laat-maar-waaien-ouder of je bent superstreng. Ik stel een derde perspectief voor, eentje van grote betrokkenheid bij je kinderen, waar ouders en kinderen samenwerken, in plaats van dat ouders kinderen steeds goed gedrag proberen af te dwingen. Belonen en prijzen lijken op het oog vriendelijkere methodes, maar het zijn variaties van hetzelfde. We proberen met trucjes het gedrag van onze kinderen te manipuleren. Straffen en belonen werken heel goed, maar alleen tot je kind niet meer bang of afhankelijk van je is. Dan sta je als ouder met lege handen en is je relatie beschadigd. Het enige wat ze op de lange termijn leren, is dat degene met macht bepaalt hoe dingen gaan’.

In deze video Kohn in een gepassioneerde lezing.

Kansrijke zeurouders en zeurkinderen

Toine Heijmans heeft zelf drie kinderen en wil geen zeurouder zijn. Hij schrijft erover in de Volkskrant op 30 juni 2015; een paar citaten:

Gewoon een beetje opvoeden is er niet meer bij: tegenwoordig is het de bedoeling dat je kinderen kneedt tot excellente kinderen. Vanaf de kleuterklas uitstekende resultaten in het leerlingvolgsysteem, cum laude slagen op een excellente middelbare school - want dat wil de staatssecretaris graag - plus uitkomen in een selectieteam van de sportclub en een bloemetje kopen als oma jarig is zonder dat daartoe opdracht wordt gegeven.

Van een ambtenaar begreep ik dat toch echt de ouders het probleem zijn: die willen zó graag een populaire school voor hun kind, daar is geen houden aan. Krijgen ze niet wat ze willen, gaan ze naar de rechter. Nou, bedankt. Het is de gemeente zelf die van kiezen een feest maakt, terwijl ze weet dat de wensen niet bij het aanbod passen. Het zijn de scholen zelf die populair willen zijn, met hun Mindstorms, en het de ouders kwalijk nemen dat ze populaire scholen zoeken. Zo draait iedereen rond in zijn kringetje eigenbelang.
Scholen staan graag hoog in de hitparades: de lijstjes waar ouders naar kijken. Ze worden 'afgerekend' op hun 'opbrengsten'. Zonder excellente kinderen geen excellente resultaten, vandaar ook dat de schoolbesturen boos waren toen besloten werd dat de citotoets niet meer leidend is bij het kiezen van een schoolniveau. Dan hebben ze er zelf niks meer over te zeggen.
Tot zover Heijmans.

Kinderen zijn de toekomst. De wens om ze zo te drillen dat zij later op de arbeidsmarkt vooraan staan weerspiegelt de angst van de huidige generatie dat het allemaal minder wordt.
Het individu lijkt doorgeschoten in de opvatting dat we eerst en vooral ons eigen belang moeten waarborgen. Er straalt weinig vertrouwen vanaf op het collectief die er voor zorgt dat er weer een balans is tussen inspanning en ontspanning lijkt te komen. Spelenderwijs het beste uit jezelf halen, is toch mooi genoeg? Wanneer we allemaal vooraan willen staan, verdringen we elkaar. Saamhorigheid raakt verloren, burn-out het waarschijnlijke lot. In plaats van kansrijk zijn te relativeren worden kansarmen te kakken gezet als labbekakkers.

Carien Karsten ziet in haar praktijk veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Haar visie op de oorzaken en behandeling.

Hard werken en weten wat je wilt. Daar is niets mis mee. Ondertussen zijn meer dan honderdduizend jongeren burn-out. Het programma Nieuwsuur luidde daarover onlangs nog de noodklok. Een flink aantal jongeren zit met ernstige vermoeidheidsklachten thuis en doet er lang over te herstellen. Sommigen noemen vier of vijf jaar. CBS-cijfers laten zien dat tot 25 jaar één op de tien jongeren risico loopt op te branden en tussen de 25 en 34 jaar piekt het aantal: 15 procent.

...

In mijn praktijk zie ik veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Belangrijkste oorzaak? Geldingsdrang! Ze willen graag uitblinken, laten zien hoe goed ze zijn en wat ze aankunnen. Ze willen hun leidinggevende of opdrachtgever tevreden stellen. Ze vinden hun werk leuk en weinig weerhoudt hen om door te gaan, door te gaan, door te gaan. Als ze een avond vroeg thuis zijn, gaan ze meteen naar bed. Om het maar vol te houden. Ze organiseren hun dagen zo, dat ze er het meest er uit kunnen halen voor hun werk. Klagen doen ze niet. Ze hebben een onbegrensd vertrouwen in eigen kunnen. Burn-out? Ik niet! Bezorgde omstanders krijgen te horen dat ze binnenkort vakantie hebben. Allemaal dik voor mekaar.

Tot zover Carien Karsten in Intermediair.

Anderen stimuleren of onderwerpen?

In onze samenleving zijn we van kinds af aan ons aan het meten met anderen. De opvoeding is deels gericht op een zo hoog mogelijke positie in de maatschappij. Via sport en spel oefenen we daarin. Ook in de media is het kijken naar mensen die zich meten met anderen een populaire vorm van ontspanning. Denk aan de Olympische Spelen, quizzen, Wie is de mol? etc..
De competitie heeft positieve en negatieve kanten. De positieve kant van sport en spel is grenzen verleggen, gezelligheid en ongemerkt conditietraining. De negatieve kant kan zijn dat mensen zich nooit evenwaardig opstellen, waardoor er altijd een meer of minder openlijke strijd is. Er zijn sportvrienden, maar is er echte verbroedering met mensen buiten de eigen kring? Ook voor een liefdesrelatie kan een focus op winnen van de ander de dood in de pot zijn. Onevenwaardigheid blokkeert de liefde.

In zijn boek Authentiek Leiderschap onderscheidt Bas Blekkingh acht vormen van een ego. De ego’s zijn zo gekozen dat zij verschillen in de manier waarop zij een proberen een positie ten opzichte van een ander te bereiken. Blekkingh gaat er vanuit dat wanneer mensen zich niet veilig voelen zij zich proberen te manoeuvreren in een hogere positie ten opzichte van een ander. Of de ander in een lagere positie, wat op hetzelfde neerkomt.

Acht vormen van ego.
  1. De trotse, de opschepper.
  2. De zelfstandige, de solist.
  3. De schuldeloze, het slachtoffer.
  4. De rustige, de wegduiker.
  5. De aardigerd, de slijmbal.
  6. De relativerende, de afgunstige.
  7. De adviseur, de paternalist.
  8. De krachtige, de sloper.

Authenticiteit (positieve intentie)
Ego (gericht op bovenliggend gedrag)


Positie is onbelangrijk.
Positie is belangrijk.
Intentie: jij en de omgeving groeien.
Intentie: jij groeit.
Je creëert positieve drive bij anderen.
Je creëert angst bij anderen.
Je geeft onvoorwaardelijk.
Je geeft voorwaardelijk.
Verdiept relaties.
Houdt relaties oppervlakkig.
Genereert energie.
Kost energie.
Is ‘willen’.
Is ‘moeten’.
Wordt door interne normen en waarden gedreven.
Wordt door externe normen gedreven.
Is duurzaam.
Moet steeds opnieuw bevestigd worden.
Redeneren vanuit overvloed.
Redeneren vanuit schaarste.
Is gericht op ‘zijn’.
Is gericht op ‘hebben’.


Het moge duidelijk zijn dat het hebben van een ego belemmerend kan zijn voor de kwaliteit van een relatie omdat niemand gedwongen wil worden in een onderliggende positie. Toch komt een evenwaardige verhouding niet zo maar tot stand of houdt lang stand.
Een aantal van de verschillen tussen authenticiteit en ego maken duidelijk welke kant we kunnen op ontwikkelen om van ons ego een ondersteunend onderdeel van onze persoonlijkheid kunnen maken.
Je kunt gelukkiger worden door voor authenticiteit te kiezen.
Iemand die zelf gelukkig is kan gemakkelijker bijdragen aan het geluk van anderen.

Competitie

Montessori was kritisch over de rol van competitie in het onderwijs en haar bredere implicaties voor de samenleving.

Haar zorg over competitie was geworteld in het idee dat competitie vaak leidt tot vergelijkingen tussen individuen, waarbij sommigen als winnaars worden aangemerkt en anderen als verliezers. Ze geloofde dat dit winnen of verliezen de basis legt voor gevoelens van superioriteit of inferioriteit, wat op zijn beurt kan leiden tot conflicten en ongelijkheid in de maatschappij.

Je groei (mentaal en spiritueel) zit in het feit dat je in steeds moeilijkere of onveiligere omgevingen je ego's minder nodig hebt. Je haalt het beste uit jezelf en de samenwerking met de ander door je evenwaardig op te stellen.

Onevenwaardigheid blokkeert de liefde

Wat de liefde tussen twee geliefden het snelst kapot maakt is minachting. Denigrerende opmerkingen maken en neerkijken op de ander of langdurig negeren is de dood in de pot voor een relatie.
Dit gegeven maakt duidelijk dat niet oordelen en een evenwaardige houding naar een ander belangrijk zijn in het behouden van een relatie.
Toch zit onze samenleving vol van momenten van competitie en oordeel. Van kleins af aan worden we geoefend in het meten met een ander. Sport en schoolprestaties zijn bedoeld om kinderen te leren om hun grenzen te verleggen en om samen te werken, maar doet hen ook permanent zichzelf vergelijken met anderen. Zij die altijd achteraan in de rij belanden worden moedeloos en verliezen hun zelfvertrouwen. Zij die altijd vooraan staan zijn slechts tijdelijk blij, maar nooit tevreden want ze kunnen elk moment van hun troon worden gestoten.

Al sinds Bijbelse tijden wordt de mens gewaarschuwd voor de desastreuze uitwerking van de waan de waarheid in pacht te hebben van het oordeel van goed en wat slecht is. Het spreekwoordelijk paradijslijk samenleven is onmogelijk wanneer we elkaar permanent de maat nemen.
Zelfs machthebbers kunnen rustig achterover leunen wanneer het verdeel en heers principe de mensen met elkaar doet vechten in plaats met hun uitbuiters. In de politiek hoeven ze alleen een veto recht te hebben om ongewenste veranderingen tegen te houden. Ontwikkelingen die hun niet bedreigen kunnen ongehinderd doorgang vinden. In dit licht bezien zou het geen verbazing mogen wekken dat de Verenigde Naties zo georganiseerd is dat een paar grootmachten besluiten kunnen tegenhouden en dat de Eerste Kamer in 1848 zo is ingericht dat ook regionale belangen zijn geborgd.

Nu is de menselijke ontwikkeling en beschaving inmiddels zo ver gekomen dat zowel de machthebbers buiten beeld zijn geraakt als dat vrijwel elke aardbewoner via Internet in principe alles in beeld kan hebben. Wie alleen strijdt over dat wat zichtbaar is ontgaat wat echt van belang is.

De drie grondslagen die werden aangedragen tijdens de Franse Revolutie zijn nog steeds aan de orde: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Willen we in de wereld echt bijdragen aan het bevorderen van gerechtigheid, welzijn en welvaart voor elke wereldburger dan moeten we inzien wat de haalbaarheid van deze zaken aan ons zicht onttrekken. En het verrassende antwoord is de werking van ons ego.
De Dalai Lama maakt ons er al op attent dat het ego uit angst voor de dood ons doet zoeken naar overleving en veiligheid, met een krimp van het bewustzijn tot gevolg. We raken ons gevoel van verbinding met alles en iedereen kwijt. Dat gevoel hadden we in onze eerste twee levensjaren nog wel. Wanneer we de moed verzamelen om alle ongrijpbare zaken (vrijheid, waarheid, liefde e.d.) los (vrij) te laten kunnen we de blokkade die het ego opwerpt ontlopen en weer in verbinding treden.

Wat eigenlijk ieder kind zou moeten leren is dat omgaan met ongrijpbare zaken doenlijk is. Sterker nog, zelfs het gelijktijdig omgaan met twee ongrijpbare zaken als vrijheid en liefde is te doen. We kennen deze situatie als respect. Iemand die een ander respecteert is zowel betrokken bij de ander als de juiste afstand houdend. Hoe hierin balans te houden kost eerst wat oefenen, ongeveer evenveel als op twee benen te gelijk te staan en te lopen, maar het duurt niet lang of met de verworvenheid kan het kind zelfs leren fietsen en zo voort. Spelenderwijs kan een ouder of leraar ook feedback geven over het functioneren van het ego bij het balanceren en evenwicht houden bij respect.

Meer lezen over deze concepten? Klik op de labels onderaan dit blog.

Je meten met de beste, is dat wel zo verstandig?

Presteren tot je erbij neervalt

Ons meten aan anderen doen we al sinds de oudheid. We vinden het leuk te weten waar we staan in de ranglijst op de apenrots. We vermoeden dat we op een hoger plan meer macht, geld en seks zullen verkrijgen.
Toen de wereld nog klein was, mat je je met mensen uit je directe omgeving. Toen de wereld groter werd door de verbeterde reismogelijkheden gingen we ons meten met anderen van verder weg. Toen de wereld zo groot of juist klein was geworden dat we ons konden vergelijken met iedereen op aarde toen bleek dat het niet zo gemakkelijk meer was om de top te bereiken. Sterker nog, bijna alleen met liegen en bedriegen (doping) kunnen we nog kortstondig de indruk wekken dat we de snelste, het hoogste of het verste kunnen bieden.
Tijd om het roer om te gooien.


In zijn boek De prestatiegeneratie onderzoekt Jeroen van Baar waar zijn drang - en die van zijn generatie - tot excelleren vandaan komt. Zijn pleidooi? 'Gewoon doen' in ere herstellen. Hij pleit voor de waarde van het middelmatige, het belang van doorsnee, de schoonheid van status quo. Wie altijd zoekt naar een betere optie, zal nooit tevreden zijn.

Jeroen van Baar werd voor de Volkskrant geïnterviewd door Karolien Knols.
Een paar citaten.
Diezelfde dag las hij in Volkskrant Magazine een interview met de 12-jarige Tijgerlelie, die bezig was met haar eerste boek. Haar toekomstverwachting omschreef ze zo. 'Ik zou wel teleurgesteld zijn als ik niet uniek was'.
Van Baar: 'dat was het moment dat ik me realiseerde: er zijn allemaal jonge mensen die meegaan in een trend van willen uitblinken en dat helemaal niet doorhebben. Dat is een recept voor ongeluk, volgens mij'.
Volgende week verschijnt zijn boek De prestatiegeneratie. Een pleidooi voor middelmatigheid. Hierin onderzoekt Van Baar waar zijn drang tot excelleren vandaan komt. Hij legt niet alleen zichzelf langs de meetlat, maar een hele generatie twintigers die hij maximalisten noemt: ze willen altijd, en in alles, het onderste uit de kan halen en zijn nooit helemaal tevreden met wat ze kiezen.
In je zoektocht hoe jullie zo zijn geworden, begin je met wijzen naar jullie ouders. 'Het is ons door onze ouders verboden middelmatig te zijn', schrijf je. Was dat bij jou ook zo?
'Bij mij thuis viel het eigenlijk wel mee, hoewel ook mijn ouders het liefst hadden dat ik een bètastudie ging doen. Het is meer dat er in zijn algemeenheid bij ouders een rangorde in het hoofd zit: vmbo is slecht, vwo is goed, en ze doen er alles aan, van bijlessen tot examencursussen, om hun kinderen zo hoog mogelijk te laten scoren'.
Wat voor leven zag je voor jezelf, na je studie?
'Ik heb een tijdje geflirt met het internationale consultancygebeuren. Dat leek me gaaf: een goed salaris, een mooi pak, een dikke auto, en over de hele wereld grote bedrijven helpen om nog meer geld te verdienen. Ik heb een paar keer 'proefgedraaid' tijdens wat ze bij zo'n bedrijf inhoudsdagen noemen, en ik kon goed meekomen en meedenken, prima op niveau, maar ergens voelde ik me ook ongemakkelijk bij alle schone schijn'.
Tegelijkertijd beschrijf je hoe lekker het voelt dat je weet dat je op zo'n hoog niveau presteert.
'Dat is ook kicken. Als je op zo'n dag goede sier maakt, zit je echt in een roes. Maar die is over zodra je ziet dat een ander het beter doet dan jij'.

'Een maximalist is altijd bezig zichzelf te vergelijken met anderen. Wie heeft een betere baan, leukere relatie, spannendere vakantie? Een maximalist is nooit tevreden, want het kan altijd beter. Een maximalist laat alleen zijn mooiste kant zien, maar eigenlijk is hij onzeker. Alleen laat hij dat nooit zien omdat het zeurderig en zwak overkomt. Dat maakt ons slechtere vrienden en partners, want als je je niet kwetsbaar kunt opstellen, is het moeilijk om elkaar te leren kennen'.
In je boek onderzoek je of álle twintigers zo zijn als jij en je vrienden. Wat heb je ontdekt?
'Dat, als alle mogelijkheden voor je openliggen, de kans groot is dat je voor de allerbeste prestatie gaat, met alle gevolgen van dien. Iemand op het vmbo weet dat hij later niet naar de universiteit kan. Daar moet hij het mee doen. Dat geeft rust'.

Die verandering moet volgens jou beginnen bij het onderwijs. Want de trend van excellentie zet aan tot competitie, concurrentie en burnouts, en de middenmoot raakt gefrustreerd, want 'gewoon goed' is minderwaardig.
'Bovendien: we hebben al hartstikke goed onderwijs in Nederland. Ik zie echt het probleem niet. Waarom zou het nog beter moeten? Voor nog meer economische groei? Waar is dat goed voor?'.
Tot zover het interview in de Volkskrant.




In De prestatiegeneratie, een pleidooi voor middelmatigheid (bol.com) onderzoekt Jeroen van Baar waar zijn drang naar excelleren vandaan komt. Hij legt niet alleen zichzelf langs de meetlat maar zijn hele generatie: van solliciterende high potentials tot hipsters in Amsterdam. Waarom wil iedereen de top bereiken? In een wervelend betoog komen ouders, excellente studies, relaties, carrièrebeurzen, hoog- en laagopgeleiden, Facebook, de zesjescultuur en de harde werkelijkheid voorbij. De prestatiegeneratie is een genadeloze spiegel voor twintigers én hun ouders.

Shawn Achor vertelt op Ted.com met humor over zijn ontdekking over de relatie tussen succes en geluk.
"We denken dat we succesvol moeten zijn en dán zijn we gelukkig. Maar het probleem is dat onze breinen andersom werken.
Als je iemands positiviteits-niveau in het heden verhoogt, ervaart hun brein wat we noemen: een geluksvoorsprong. Een positief ingesteld brein presteert namelijk beduidend beter dan een negatief, neutraal of gestresst brein. Je intelligentie stijgt, je creativiteit en je energiepeil stijgen".

Gecombineerd met de bevindingen van Jeroen van Baar zou de aanbeveling kunnen zijn 'gewoon positief doen'. Het is ook belangrijk om te onthouden dat het nastreven van sportieve prestaties niet het enige belangrijke aspect van het leven is, en dat het belangrijk is om ook tijd en energie te besteden aan andere dingen die belangrijk voor je zijn. Dus, terwijl het spiegelen aan een topsporter nuttig kan zijn, is het belangrijk om realistische doelen te stellen en je eigen pad te volgen op basis van wat voor jou persoonlijk belangrijk is.

Is willen winnen een ziekte van deze tijd?

Winners and losers

Lance Armstrong was zo gebrand op het winnen van de Tour de France dat hij niet alleen zelf doping gebruikte, maar ook van zijn teammakkers eiste dat zij doping zouden gebruiken. Hij had sterke renners nodig om zelf te kunnen winnen. Hij werd als een held gezien door zeven tours te winnen, maar er wordt gezegd dat zijn activiteiten in charitatieve sector bedoeld waren om zijn gezicht enigszins te redden als hij betrapt zou worden.
Helden van vroeger waren vaak criminelen. Piet Hein was een zeerover. Pakken wat je pakken kan was zijn devies, want “the winner takes all”.
Het scheldwoord “loser” is naar horen zeggen een vaak gebruikt scheldwoord op het schoolplein. Van oudsher worden kinderen voorbereid op een competitie maatschappij, maar het is pas van recent dat kinderen elkaar proberen te pesten met het label verliezer. Vroeger probeerde je te winnen vanwege de eer en het voldane gevoel natuurlijk.
Kinderen worden gestimuleerd om te sporten om overgewicht tegen te gaan. Maar waarom dit combineren met competitie? Dansen of een avondvierdaagse heeft veel meer bijkomende voordelen. Dansen is een sociale gebeurtenis waar het gaat om samen te werken om samen plezier te beleven en wandelen kan goed gecombineerd worden met een gesprek. Er zijn geen verliezers.
Als je wilt winnen moet je bereid zijn veel te investeren en grenzen te verleggen. Dit zijn beide zaken die bij ontwikkeling horen, maar grote financiële risico’s lopen en over je grenzen aan is een brug te ver. Het is niet voor niets dat kanker een vorm van ongebreidelde groei een wordt genoemd die het gevolg is van onbalans.


Competitie

Maria Montessori was kritisch over de rol van competitie in het onderwijs en haar bredere implicaties voor de samenleving. Haar zorg over competitie was geworteld in het idee dat competitie vaak leidt tot vergelijkingen tussen individuen, waarbij sommigen als winnaars worden aangemerkt en anderen als verliezers. Ze geloofde dat dit winnen of verliezen de basis legt voor gevoelens van superioriteit of inferioriteit, wat op zijn beurt kan leiden tot conflicten en ongelijkheid in de maatschappij.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (15) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (2) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (51) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (162) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (14) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (2) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (12) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (33) eenzaamheid (8) ego (45) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (51) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (79) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (12) ideaalbeeld (2) identificatie (10) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (12) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) l (1) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (8) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (20) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (14) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (1) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (1) motto (1) mystiek (5) nabijheid (2) narcisme (4) natuur (5) negatie (16) neti neti (3) niet doen (22) NLP (1) non-duaal bewustzijn (6) non-dualiteit (41) omdenken (7) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (1) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (15) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (18) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (90) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (23) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (10)