Posts tonen met het label functioneren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label functioneren. Alle posts tonen

Metacommunicatie en vertrouwen

De hele wereld is voortdurend in communicatie en de techniek maakt een en ander steeds sneller. Toch is er niet zo veel over het verbeteren van de menselijke aspecten aan het communiceren zelf te vinden op het Internet.

Eerst twee citaten.

Met metacommunicatie wordt bedoeld dat er niet wordt gesproken over de inhoud van de boodschap, maar er is communicatie over de communicatie zelf. Dit kan betrekking hebben op zowel verbale als non-verbale communicatie. Een voorbeeld is praten over de manier waarop je met elkaar praat en de toon waarop, zoals in “Zo (brutaal) praat je niet tegen je vader!”.
Metacommunicatie kan zowel intern als extern plaatsvinden. Bij interne metacommunicatie is het een zelfevaluatie over je communiceren. Bij externe metacommunicatie bespreek je de communicatie met anderen.
Een uitspraak op metaniveau kan een gesprek openbreken. Voorbeelden van uitspraken zijn de volgende.
  • Ik heb het gevoel dat we niet helemaal op 1 lijn zitten.
  • Ik heb het idee dat er belangen spelen waar ik nog geen zicht op heb.
  • Ik zie u wat twijfelend kijken na deze opmerking van mij, begrijp ik het goed dat u het anders ziet?
  • Na dit gesprek heb ik echt het idee dat wij dezelfde visie hebben.

2e citaat: Axioma II.
Iedere communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsaspect. Laatstgenoemde classificeert de eerste en is daarmee een metacommunicatie.
Naast de inhoud van een interactie speelt ook altijd de relatie tussen de personen in de communicatie een rol. Als deze goed is dan is er meer wederzijds begrip, dan heeft dat invloed op de inhoud. Het spreekwoord luidt: het is de toon die de muziek maakt.
Als ik wat zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met mij omgaat.

Storing in de communicatie kan ontstaan wanneer:
  • een slechte relatie het praten over de inhoud bemoeilijkt;
  • onenigheid over de inhoud op de relatie wordt overgedragen;
  • men probeert de relatie uit de communicatie te houden.
Tot zover twee citaten van Internet.

Wie het gevoel heeft dat de communicatie hapert, kan veel hebben aan het starten van een metagesprek. Maar ook op dit niveau is de effectiviteit afhankelijk van het vertrouwen tussen de gesprekspartners. Soms moet je genoegen nemen met “agree to disagree”. Wie het metagesprek oneigenlijk wil gebruiken om macht over de gesprekspartner uit te oefenen die loopt onherroepelijk ergens vast. Dit fenomeen doet zich ook voor bij een functioneringsgesprek wanneer de manager via dit gesprek eigenlijk een beoordelingsgesprek wil houden. Een functioneringsgesprek is bedoeld om de werknemer de gelegenheid te bieden om op evenwaardige wijze de samenwerking met zijn werkgever bespreekbaar te maken en waar mogelijk te verbeteren. De manager heeft meer macht en kan deze misbruiken om de eerlijkheid van de werknemer te bestraffen. Ook tussen partners kan het gebeuren dat een metagesprek een voortzetting is van een machtsstrijd op inhoudsniveau. Je verdiepen in de do’s and don’ts van een machtsstrijd is een goede start om valkuilen in de communicatie te voorkomen.

Tussen computers wordt voortdurend gecheckt of informatie (data) goed is overgekomen. Ze hebben er capaciteit en snelheid genoeg voor  en omdat een computer geen gevoel en intuïtie heeft is het ook essentieel dat die check geformaliseerd is. Anders is er geen zekerheid of informatie overkomt. Tussen mensen is minder directe noodzaak om regelmatig een metagesprek te houden. Toch kan het slim zijn om de voordelen daarvan eens te verkennen. Net als leren lopen is het in begin vallen en opstaan en lijkt het meer tijd te kosten dan het oplevert, maar na verloop van tijd worden de voordelen duidelijk in de kwaliteit van een resultaat en beleving van een gesprek. Ook bespaart het vervolgens tijd en energie.

Metacommunicatie kan intern en extern. Ik begin met het voorkomen dat een communicatie moet worden vlot getrokken met metacommunicatie. Er zijn drie vragen die je je altijd (intern) kunt afvragen voordat je een reactie geeft op een ander.
  1. is de reactie (die ik wil geven) waar,
  2. is het aardig,
  3. is het nodig?
Onder het motto "spreken is zilver en zwijgen is goud", kun je voorkomen dat het fout gaat. Analoog aan en sterker dan wat computers doen kun je steeds op drie terreinen checken of de communicatie goed verloopt: via het denken, via het gevoel en via de intuïtie. Wanneer bij een gesprek in rondjes wordt gedraaid, het gesprek stroef loopt of telkens op hetzelfde punt komt, dan kun je dit op metaniveau bespreekbaar maken. De aanleiding kan zijn dat je het gevoel krijgt dat de ander niet wil meewerken en jouw intuïtie kan je ingeven dat er iets heel anders omgaat in het hoofd van de gesprekspartner dan wat er gezegd wordt.

Wie een metagesprek wil beginnen is gebaat bij een gezonde inschatting van hoe het ervoor staat op betrekkingsniveau. Ook timing is belangrijk. Wanneer de ander al in een negatieve emotie is geschoten is het verstandiger om eerst verder uit de hand lopen te voorkomen. Op een later tijdstip kan worden doorgegaan om herstel en verbetering te bereiken.
Voorbeelden van hoe een neutraal metagesprek kan worden gestart worden in het eerste citaat genoemd. Belangrijk is niet de indruk te wekken dat een bepaald antwoord sociaal gewenst is en dat er geen oordeel gevormd zal worden of dat er sancties zijn te verwachten. Ook de ander moet er vertrouwen in hebben dat constructieve uitwisseling op metaniveau ten goede zal komen aan de inhoud.

Houd een dialoog en geen discussie over wat er speelt.

Spreken over functioneren

In het ideale geval heeft uw manager minstens drie keer per jaar een gesprek over uw functioneren in verleden, heden en toekomst.
Eén keer per jaar wordt in een targetgesprek vastgesteld welke doelen een werknemer gaat proberen te halen in het komende jaar en welke beloning daar bij hoort. Of deze doelen gehaald worden wordt vastgesteld in het beoordelingsgesprek een jaar later. Halverwege het jaar wordt besproken of alles nog gaat zoals de bedoeld en of er nog wederzijds iets kan worden verbeterd.
Maar niet alle bedrijven houden zich keurig aan deze driedeling. De reden is tijdgebrek of een niet goed begrijpen van de reden waarom deze zaken zo strikt gescheiden zouden moeten worden gehouden. Een werknemer zou tijdens een functioneringsgesprek er op moeten kunnen vertrouwen dat wanneer hij zich kwetsbaar opstelt, dat hij dat niet een half jaar later op zijn brood krijgt in de vorm van een lagere beoordeling.
Veel bedrijven stellen van te voren vast wat de verdeling is in hoeveel mensen boven verwachting worden beoordeeld en hoeveel mensen een slechte(re) score krijgen. Ze doen dat onafhankelijk van het functioneren van hun personeel. De reden is dat zij geen geld over hebben voor een beloning van goed functioneren. Ze delen hoogstens hun personeel in van hoog naar laag in functioneren en trekken ergens een lijn waaronder geen beloning meer wordt gegeven en waaronder een onvoldoende wordt uitgedeeld (ook al heeft de werknemer zijn doelen (targets) gehaald).
Deze manier van werken is bedoeld om de werknemer te prikkelen om beter te presteren, maar heeft grote risico van demotivatie in zich.
Beter is om de beoordeling van iemands functioneren te doen los van consequenties voor beloning. Hoogstens kan met rapportcijfers met 1 decimaal achter de komma een verdeling gemaakt worden waarbij de hoogste x promotie of salarisverhoging krijgt.
Om meer te kunnen halen uit de het halfjaarlijkse functioneringsgesprek kan de 360 graden feedback procedure worden toegepast waarbij de rapportage alleen wordt gedaan aan de werknemer. Dit vergroot het vertrouwen van de werknemer om zich kwetsbaar op te stellen en het inzicht waarop zijn functioneren wordt beoordeeld. Eventuele (inspanning voor extra) ontwikkeling kan dan op het functioneringsgesprek met de manager worden besproken.

Op Wikipedia wordt het onderscheid tussen functionerings- en beoordelingsgesprek klip en klaar uiteengezet:
Een functioneringsgesprek is een dialoog waarin het wederzijds functioneren van de werknemer en diens leidinggevende besproken wordt. Doelen voor deze bespreking kunnen prestatieverbetering, bijsturing, stimulering en ontwikkeling zijn. Eventueel aansluitende bespreekpunten kunnen zaken zijn zoals het herkennen en eventueel aanpakken van problemen op de werkvloer.
Een functioneringsgesprek heeft de volgende kenmerken:
  • Het gesprek is tweezijdig; de leidinggevende vraagt over het functioneren van de medewerker en eventuele problemen die er ontstaan. Deze krijgt de kans om te reageren en gelijke vragen aan zijn leidinggevende te stellen.
  • Tijdens het functioneringsgesprek wordt onder meer de status van de van tevoren vastgelegde doelstellingen besproken alsmede prestatie ten opzicht van de competenties welke voor de werknemer van toepassing zijn.
  • De verhoudingen tussen leidinggevende en medewerker zijn gelijkwaardig.
  • Een functioneringsgesprek is (bij de meeste bedrijven) een keer per jaar verplicht.
  • Na een functioneringsgesprek kan er op een later termijn een ontwikkelings- of beoordelingsgesprek plaatsvinden.
  • Van het gesprek dient een verslag gemaakt worden. Beide partijen mogen dit verslag corrigeren: is het verslag naar tevredenheid, dan ondertekenen beiden deze.

Een beoordelingsgesprek is een gesprek tussen een werknemer en zijn leidinggevende waarin het functioneren van de werknemer door de leidinggevende wordt beoordeeld en waaraan rechtspositionele gevolgen kunnen worden verbonden. De leidinggevende heeft in dit gesprek een waardeoordeel over het totaal aan functioneren (zowel kwalitatief, alsook kwantitatief en sociaal) en verbindt hieraan eventueel salariërings- en juridische gevolgen.
Een beoordelingsgesprek heeft de volgende kenmerken:
  • Het gesprek is eenzijdig, de leidinggevende geeft een oordeel over het functioneren van de medewerker. Deze krijgt uiteraard wel de kans om te reageren, maar dit heeft geen gevolgen voor het oordeel.
  • Gedurende het gesprek worden de prestaties van de medewerker ten opzichte van de eerder vastgelegde doelstellingen en competentie (vaardigheid) beoordeeld.
  • De verhoudingen tussen leidinggevende en medewerker zijn ongelijkwaardig.
  • Een beoordelingsgesprek kan door de werkgever worden aangevraagd.
  • Aan een beoordelingsgesprek gaat bijna altijd een functioneringsgesprek vooraf.
  • Na het gesprek wordt er een verslag gemaakt en eventueel een actieplan opgesteld. Dit plan kan in een volgend gesprek geëvalueerd worden.


Het ego maakt vrij en verbindt

Het ego is nodig

Het ego speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van ons zelfbewustzijn en zelfbeeld. Het stelt ons in staat om onszelf te definiëren en te onderscheiden van anderen, en het stelt ons in staat om ons gedrag en onze ervaringen te begrijpen en te interpreteren vanuit ons perspectief als individu.

Het ego staat vaak in een negatief licht. Associaties met egoïstisch en egocentrisch spreken voor zich. Maar de mens kan zich niet ontwikkelen zonder een ego. Het hoort bij een onmisbaar stadium in zijn ontwikkeling.

Het ego is volgens Jung het centrum van het bewustzijnsveld. Geen enkele inhoud die in dat veld komt kan de kwaliteit “bewust worden” bereiken tenzij deze inhoud verbonden raakt met het ego. Alle bewuste psychische activiteiten staan onder beheer van het ego.
Het ego ontstaat uit het archetype Zelf, het centrale regulerende archetype van de gehele psyche, het bestuurlijke en ontwikkelingscentrum van zowel het bewuste als van het onbewuste deel. De wording van het ego vindt plaats in de eerste levenshelft tot circa 35 jaar. Het ego verlost zich uit het Zelf en is bij voorspoedig verloop omstreeks die tijd zo goed als volledig uit het Zelf getreden maar blijft er wel mee verbonden. Deze verbinding tussen ego en Zelf wordt aangeduid met de ego-Zelf-as. Het ego is van het archetype Zelf de ‘ambassadeur’ in het bewustzijn.

Egofuncties

Aan het ego worden een viertal specifieke functies toegekend.
  1. Het waarnemen, dat het werkelijkheidsgehalte van de objecten kan vaststellen. Waarnemingen vertellen niet wat er gaat gebeuren;
  2. Het denken, dat schift en tracht aan te geven wat de aard van het object is. Het denken geeft het object een naam, plaatst het object in categorieën en zoekt naar het samenhangende geheel, de betekenisgevende context, waarin het object zijn plaats en functie heeft. Voor deze functie heeft het ego (subject) enige afstand nodig ten opzichte van het object;
  3. Het gevoelen, dat aangeeft wat het object voor de waarnemer betekent, b.v. een bedreiging, een gezochte, een hooggewaardeerde zaak of een (on)nuttig verschijnsel. Het betreft een waarderend oordeel;
  4. De intuïtie geeft aan waar het waargenomene vandaan komt en waar dit heen gaat. De intuïtieve inhoud, ingevingen en voorgevoelens, die uit het onbewuste als een flits worden aangereikt, heeft een directe inhoud van een concreet gegeven en reikt een oordeel aan over zekerheid en (on)twijfelbaarheid. De inhoud kan later blijken onjuist te zijn. De kritische zin dient waakzaam te zijn.
Deze analytische beschrijving suggereert een onafhankelijk functioneren van elk der functies. In feite functioneren de vier functies steeds synchroon, gelijktijdig.
Tot zover Jung.

Afscheiding en verbinding

Het koesteren van het ego gaat samen met gevoelens van afgescheiden zijn van anderen. Ben ik of is de ander toereikend? Dit kan angst oproepen voor uitsluiting en eenzaamheid. Het kan ook verleiden om te denken dat je meer bent dan een ander. Het gevaar van hoogmoed (hybris) ligt op de loer en kan agressie van anderen oproepen en de neiging om de egoïst onderuit te vloeren en van zijn voetstuk te stoten.

In het ideale geval is het ego verbonden en vrij. In de ontwikkeling van de persoonlijkheid in de tweede helft van het leven gaat het erom om niet meer te identificeren met het ego en haar vier functies.
Aldus wordt ruimte gelaten voor de ander: letterlijk en figuurlijk. Ruimte laten voor andere opvattingen kan vrijblijvend en dus redelijk gemakkelijk zijn. Maar ruimte voor andere gedragingen is moeilijker omdat dit bedreigend kan overkomen voor het eigenbelang. Dan ontstaat angst die kan leiden tot agressie. Ruimte geven aan de ander betekent hem te laten zijn wat hij is, en dat te aanvaarden, omdat hij een mens is.
Komt de mens uiteindelijk tot inzicht en doorprikt hij het mechanisme van de geconditioneerdheid, dan kan hij eindelijk zijn gedachten en gevoelens zien voor wat ze zijn.
De aandacht geldt op de eerste plaats de eigen geest, het eigen hart. Vooraleer we naar de ander kijken is het belangrijk eerst het eigen instrument van waarneming na te zien, en zo nodig het te reinigen of aan te scherpen. Het middel daartoe is de meditatie: een oefening om alle denkactiviteit tot rust te laten komen en enkel nog open te staan voor wat zich aanbiedt.
De ontwikkelde persoonlijkheid heeft de moed zijn angsten te ervaren, zijn alleen-zijn en zijn kwetsbaarheid. Wie de werkelijkheid volledig (niet vooringenomen) waarneemt krijgt inzicht in de veranderlijkheid en vergankelijkheid van alles wat naam en vorm heeft. Hij heeft inzicht in en is verbonden met een bodemloze bron waaruit vrij mededogen en liefde stroomt. En ervaart daarmee een non-dualiteit of twee(een)heid.

Bovenstaande is vrij weergegeven van stichting bodhisattva.

Vera Helleman over ego en je (niet) afhankelijk maken van de waardering van een ander in deze video.

Het ego kan spiritualiteit bevorderen en in de weg zitten

Frédéric Lenoir schrijft in zijn boek over de geschiedenis van het denken over God. Volgens hem is er een onmiskenbare ontwikkeling richting een steeds persoonlijker beleefd en minder dogmatisch geloof.
Een citaat:
Religie brengt mensen samen door middel van een gemeenschappelijk geloof in een onzichtbare wereld die hun te boven gaat. Daarom gebruikt Régis Debray voor religies de zeer toepasselijke term 'menselijke gemeenschappen'. Daar zou ik tegenover willen stellen dat spiritualiteit, de persoonlijke zoektocht van de geest, aanvankelijk juist ontbindt. Spiritualiteit bevrijdt het individu van alles wat hem bindt en in waanideeën gevangen houdt - onwetendheid, ongegronde meningen, vooroordelen - maar ook van de groep. Dankzij spiritualiteit kan de mens het juk van traditie, van het collectieve afwerpen en tot zichzelf, tot zijn innerlijke waarheid komen. Hoewel spiritualiteit het individu in eerste instantie losmaakt, is het uiteindelijke doel ervan toch dat ze datzelfde individu weer op de juiste manier met anderen verbindt. Anders gezegd: spiritualiteit ontbindt om beter te kunnen verbinden, en bevrijdt het individu om het te leren lief te hebben. Spiritualiteit die ontaardt in onverschilligheid of minachting ten aanzien van anderen is geen echte spiritualiteit maar een neurose waarvoor het spirituele als uitvlucht dient.

Door middel van het gebed (Jezus), de filosofie (Socrates) of meditatie (Boeddha) kon het individu voor zijn heil zorgen zonder de voorgeschreven rituelen van de traditie te doorlopen. Verder richtte hun onderricht het aristocratische karakter van de traditionele samenlevingen te gronde. Er bestond voor hen geen wezenlijk verschil tussen mensen: voor iedereen, rijk of arm, slaaf of vrij burger, lag de verlossing of het zielenheil binnen bereik. Er was geen hiërarchie meer, geen kaste, geen uitverkoren volk. Alle mensen waren gelijk, omdat ze allemaal een onsterfelijke ziel bezaten, die hun instaat stelde een geestelijk leven te leiden dat hun vrijheid schonk.

Het beoordelingssysteem als bed van Procrustes

Jaarlijks vindt in bedrijven één keer een beoordelingsgesprek plaats. Dan wordt beoordeeld of werknemers in het afgelopen jaar onvoldoende of juist meer dan voortreffelijk hebben gefunctioneerd. Sommige topmanagers vinden het een goede zaak dat de verdeling van beoordelingen een normaalverdeling vertoont. Dat zou een teken zijn dat er een personeelsbeleid wordt gevoerd dat gericht is op het uitdagen van werknemers om het beste uit zichzelf te halen. Echter, wanneer je vervolgens de managers opdraagt om een vrijwel vastliggend percentage werknemers als onvoldoende te beoordelen of het aantal mensen te beperken dat een excellente beoordeling krijgt dan kan het doel, uitdagen, tegenovergesteld uitpakken. De werknemers kunnen juist gedemotiveerd raken of nog erger: elkaar onderuit gaan halen.
Of iemand een schaal omhoog gaat in salaris hangt samen met diens beoordeling. Wanneer het aantal kansen om in schaal te groeien kunstmatig wordt beperkt, kun je ook valse streken verwachten om de kansen van collega’s in te perken.

Deze ongewenste effecten doen denken aan het klassieke geval van Procrustes.
Procrustes was de bijnaam van een herbergier. Meestal bleek dat zijn gasten niet precies op zijn bed pasten. Was een gast te kort, dan rekte Procrustes zijn ledematen met geweld uit, was hij te lang, dan hakte de gastheer er een stukje van af. Meestal eindigde deze behandeling met de dood, zodat Procrustes de bezittingen van de reiziger kon roven. (bron Wikipedia).

In een rechtvaardig beoordelingssysteem is het oordeel dat de manager over zijn of haar werknemers geeft zo objectief mogelijk is, voor zover mogelijk bij een subjectief oordeel. Eerst bepaal je hoe jouw werknemers functioneren en vervolgens pas je het personeelsbeleid aan. In theorie kan een goed personeelsbeleid samenhangen met een overall goed functionerend personeel, dat recht heeft op het oordeel "goed". Je gaat ook geen slecht personeelsbeleid onbedoeld maskeren door een deel van het personeel als "excellent functionerend" te beoordelen als dat niet op realiteit is gestoeld.
Wil een bedrijf toch een beleid voeren dat gericht is op een bepaalde verdeling in beoordelingen dan mag het meetpunt niet hetzelfde jaar zijn of na het targetgesprek worden geïntroduceerd.
Het is zaak om korte en lange termijn denken niet door elkaar te halen. Doe je het wel dan draagt dergelijk personeelsbeleid bij aan "rattengedrag" en de "ratrace".



Uit de Volkskrant van 23-9-2015:
'Veel bedrijven doen aan wat in ons vakgebied 'forced distribution rating' heet', zegt Renée de Reuver, opleidingsdirecteur van Human Resource Studies aan de universiteit van Tilburg. 'Ze accepteren niet dat de mogelijkheid bestaat dat iedereen het goed doet. Ze gaan uit van een 'normaalverdeling' (20 procent slecht, 60 procent oké, 20 procent excellent), waarbij er dan een gelijk aantal slechte en excellente medewerkers moeten worden aangewezen. Uit onderzoek blijkt juist dat er sprake is van het zogeheten Pareto-principe, waarbij 20 procent excellent presteert en de overigen hun werk veelal goed doen. Het is zaak de excellenten te faciliteren en de eventuele rotte appels tussen de overigen eruit te halen'.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (15) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (2) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (51) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (162) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (14) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (2) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (12) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (33) eenzaamheid (8) ego (45) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (51) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (79) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (12) ideaalbeeld (2) identificatie (10) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (12) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) l (1) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (8) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (20) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (14) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (1) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (1) motto (1) mystiek (5) nabijheid (2) narcisme (4) natuur (5) negatie (16) neti neti (3) niet doen (22) NLP (1) non-duaal bewustzijn (6) non-dualiteit (41) omdenken (7) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (1) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (15) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (18) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (90) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (23) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (10)