Liefde buiten het cliché
Romantiek is een terrein waarop we ons graag laten meeslepen, maar waar ook de meeste gemeenplaatsen huizen. Van de 'ware' ontmoeten tot opgaan in de ander, van vlinders in de buik tot rozen op tafel, het lijkt allemaal bekend terrein. Maar wie iets dieper graaft, merkt dat er onder de oppervlakte vragen liggen die de clichés onderuit schoppen. Filosofen hebben op verschillende manieren geprobeerd om de liefde te ontdoen van haar valse glans, niet om haar te ontkennen, maar om haar bestaansrecht juist dieper te funderen.
Liefde is een daad: Kierkegaard
Søren Kierkegaard was een romanticus van het existentiële soort. Hij wantrouwde het idee dat liefde louter een gevoel is dat je overvalt. Volgens hem begint echte liefde pas waar je bereid bent verantwoordelijkheid te nemen. Niet het spontane gevoel telt, maar de keuze ervoor, tegen de stroom van je stemmingen in. Liefde is een voortdurende daad van trouw aan iets dat zich niet altijd laat voelen.
In die zin is liefde geen romantische roes, maar een ethisch engagement: “De liefde is geen stemming, maar een daad van het innerlijk”. Wie dat beseft, begint aan een ander soort romantiek: niet die van de vlinders, maar die van de volharding.
Liefde als evenwaardige ontmoeting: De Beauvoir
Simone de Beauvoir bekritiseerde de manier waarop vrouwen traditioneel zijn opgevoed tot ‘liefdesobjecten’. In plaats van autonoom lief te hebben, wordt hen geleerd op te gaan in de ander. Ze zag daarin een vorm van zelfvervreemding, waarin romantiek een valkuil wordt.
Tegenover dat beeld stelt ze een liefde tussen twee vrije subjecten, waarin geen van beiden zich opoffert, maar beiden zichzelf blijven. Geen fusie, maar een ontmoeting waarin wederzijds respect en vrijheid samenkomen.
Liefde als taalspel: Barthes
Roland Barthes heeft in Fragments d’un discours amoureux op geniale wijze blootgelegd hoe we over liefde praten. En hoe dat praten -de woorden, stiltes, wachten, blikken- de liefde vormgeeft. Liefde is bij hem geen puur gevoel, maar een discours: een script waarin we een rol spelen.
Daarmee verplaatst hij de liefde van het hart naar de taal. En toont hij hoe onze intiemste ervaringen niet vrij zijn van cultuur, herhaling en verwachting. We zeggen "ik hou van jou", maar wat bedoelen we dan echt? Of anders gezegd: zegt de geliefde "ik hou van jou", of "ik hou van het idee dat jij van mij houdt"?
Liefde als durven volhouden: Badiou
Alain Badiou verzet zich tegen het hedendaagse ideaal van de 'perfecte match' of veilige verbinding. Hij pleit voor een herwaardering van liefde als een gebeurtenis: een plotselinge breuk met het bekende, waarin je uitgedaagd wordt om de wereld voortaan vanuit het perspectief van twee te zien.Liefde is voor hem niet het vinden van de ander, maar het durven volhouden van verschil. Het is een langdurig project dat een waarheid blootlegt die alleen in het samen-zijn kan verschijnen. Echte liefde is dus geen bevestiging van jezelf, maar een oefening in het leven met verschil.
Liefde vraagt om mysterie: Byung-Chul Han
In een wereld van transparantie, efficiëntie en controle, dreigt de liefde haar eros te verliezen. Byung-Chul Han stelt dat we romantiek kapot maken door haar meetbaar en beheersbaar te willen maken: denk aan swipen, matching, optimaliseren van jezelf als partner.
Hij pleit voor een terugkeer van het niet-weten in de liefde. Daar waar niet alles gezegd hoeft te worden en waar het mysterie van de ander blijft bestaan. Want, zo stelt hij: “Eros sterft wanneer alles zichtbaar moet zijn”. Romantiek bloeit waar niet alles verklaard wordt.
Liefde als machtsspel: Nietzsche
Tot slot Friedrich Nietzsche, de denker die nergens voor terugschrikt. Ook niet voor het ontleden van romantiek tot op het bot. Hij zag in de verliefde adoratie vaak een vorm van narcisme: we houden niet van de ander, maar van onszelf in de blik van die ander.
Zijn analyse is ontluisterend, maar scherp. Romantiek wordt al snel een subtiel machtsspel: de geliefde als trofee, als spiegel, als bezit. Daarmee waarschuwt hij ons: liefde vraagt een radicale eerlijkheid tegenover onze motieven. Niet om haar af te wijzen, maar om haar schoon te maken van wat haar corrumpeert.
Romantiek zonder script
Wat deze denkers verbindt, is dat ze liefde niet als vaststaand fenomeen benaderen, maar als open ruimte. Geen van hen biedt een handleiding. Wat ze wel doen, is ons bevrijden van de illusie dat liefde vanzelf spreekt.
Romantiek is geen kant-en-klaar verhaal, maar een levend vraagstuk. Juist door haar los te weken van de clichés -de mooie woorden, het opgaan in de ander, de perfecte match- maken we ruimte voor een liefde die misschien minder sprookjesachtig is, maar des te echter.
Of, zoals Badiou het stelt: “De ware liefde is die waarin je besluit het verschil niet te ontlopen”.