Het gewone leven is geen gemiste kans
We leven in een tijd waarin het gewone leven niet meer genoeg lijkt. We moeten groeien, bloeien, alles uit het leven halen, risico’s nemen, grenzen verleggen, intenser leven dan onze ouders ooit durfden dromen. Balans is niet langer rust, maar een prestatie geworden: een evenwichtsoefening op een koord gespannen tussen werk, zelfontwikkeling, sociale plichtplegingen en zingeving. En als we daarin falen, dreigt de andere valkuil: terugblikken met spijt, de gemiste kansen optellen en concluderen dat het echte leven zich elders afspeelde.
Maar wat als het gewone leven zelf al genoeg is?
Alles moet iets opleveren
We zijn zo gewend geraakt om het leven te benaderen als een project, dat zelfs rust en verveling efficiënt moeten worden ingevuld. We doen aan “quality time”, we “lummelen bewust” en we nemen een retraite in de agenda op alsof het een kwartaaldoel is. De vrije dag moet “opladen”, het weekend moet “in balans brengen” en zelfs spontane lol moet het liefst een mooie herinnering (op Instagram) opleveren.
Een dag waarop je niets bereikt, niet groeit, niet getransformeerd bent, voelt al snel als een mislukking. Terwijl het misschien gewoon dinsdag was. Een gewone dag in een gewoon leven. En daar is niets mis mee. Juist in zulke dagen kan een diepere vorm van aanwezigheid ontstaan: je hoeft nergens heen, je hoeft niemand te zijn. Je bent er en dat is genoeg.
Burgerlijk of bevrijd?
![]() |
Eckhart Tolle |
En zo wordt zelfs onze non-conformiteit een nieuw soort uniform.
Wat we verliezen in die zoektocht naar zichtbaarheid, is openheid. Geen openheid als etalage, maar als houding: niet alles vooraf willen bepalen, niet alles regisseren, maar ontvankelijk zijn voor wat zich aandient. Het gewone leven geeft daar ruimte voor, als we het tenminste durven laten gebeuren.
Spijt is een slechte raadgever
Wie niet alles uit het leven haalt, loopt het risico later spijt te krijgen, zo luidt het cliché. Maar spijt is vaak een mythisch gevoel: het doet alsof er een beter leven beschikbaar was, als we maar andere keuzes hadden gemaakt. In werkelijkheid kozen we altijd met de kennis en het gevoel van toen. Misschien lieten we iets aan ons voorbijgaan, maar misschien was dat ook precies wat we op dat moment nodig hadden: rust, aarzeling, behoudzucht, onrijpheid.
We hoeven het leven niet voortdurend te optimaliseren. Wie oprecht aanwezig is in het moment, merkt soms ineens: iets of iemand klopt op de deur. Geen ingepland moment, geen doordachte keuze, maar iets dat zich op het juiste moment aandient. Die ervaring noemen sommigen toeval, anderen synchroniciteit. Hoe je het ook noemt: het vraagt geen planning, maar ontvankelijkheid.
De vrijheid van het gewone
Het gewone leven hoeft niet gepimpt te worden. Het vraagt geen bewijs. Geen tatoeage, geen spirituele retreat, geen bucketlist vol parachutespringen en soloreizen. Wie leert verdragen dat sommige dagen gewoon zijn en sommige jaren kalm, die bevrijdt zichzelf van de druk om het leven voortdurend op te blazen tot iets dat het niet is.
We hoeven niet voortdurend in balans te zijn. We mogen slingeren, stilstaan, vallen en weer opstaan zonder er meteen een les uit te hoeven trekken. Misschien is het gewone leven het leven waarin we het meest open en aanwezig mogen zijn, niet als imago, maar als stille vorm van vertrouwen.
Klaar voor wat zich aandient
Dus nee, het gewone leven is geen gemiste kans. Het is de kans om onszelf niet kwijt te raken in het najagen van wat we denken te moeten zijn. Het is het leven waarin we de tijd mogen vergeten, ons gezicht niet hoeven te bewijzen en het bestaan niet hoeven op te smukken tot iets bijzonders.
Want het leven dient zich aan: niet als resultaat van zoeken, maar als geschenk voor wie aanwezig durft te zijn.