Niet hun dood, maar hun leven verdient onze aandacht
We zien het vaak pas als we even stilvallen.
Een kalf in een eenzame stal. Een vrachtwagen vol kippen op weg naar het
slachthuis.
Een varken dat iets lijkt te begrijpen. En dan, heel even, dringt iets door.
Hoe zou het zijn, als ik dat dier was?
Dieren leven niet zoals wij. Maar ze léven wél.
Ze ademen, voelen, zoeken beschutting, vormen banden, hebben hun eigen
voorkeuren.
En juist daarin kunnen we ons -meer dan we vaak willen toegeven- herkennen.
Toch leven de meeste dieren die wij gebruiken volledig
buiten ons zicht.
In stallen, kooien of systemen die zijn ontworpen voor efficiëntie, niet voor
welzijn.
Ze worden geboren, gebruikt en sterven, zonder dat ze ooit echt de kans
krijgen om te léven.
Niet uit schuld, maar uit geweten

Het gaat over iets veel ouder dan activisme of politiek: over het vermogen om na te denken over wat we anderen aandoen. En over de vraag of we dat -diep vanbinnen- juist vinden.
De Gouden Regel klinkt eenvoudig:
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
Soms wordt gezegd: die regel leidt ertoe dat we helemaal
geen vlees meer mogen eten.
Maar dat hoeft niet de kern te zijn.
De regel nodigt uit tot inleven.
En juist dat is de vraag die wél binnen bereik ligt:
Hoe zou ik willen leven, als ik dat dier was?
Niet: hoe zou ik willen sterven.
Maar: hoe zou ik willen léven, voordat het einde komt.
Dieren zijn geen mensen. Maar ook geen dingen.
Niemand beweert dat dieren mensen zijn.
Ze stemmen niet, bouwen geen huizen en spreken onze taal niet.
Maar ze ademen, voelen, willen leven, net als wij. En juist daarom is onze
macht over hen zo ingrijpend.
Wat we vaak vergeten, is dat dieren een leven hebben vóór
de dood.
En daarin herkennen we onszelf.
Wie wil er binnenzitten als de zon schijnt?
Wie wil zijn kinderen niet zien?
Wie wil niet even rennen, scharrelen, rusten, kiezen?
Het antwoord is eenvoudig. We weten het.
Die herkenning is precies waarom de omgang met dieren raakt aan onze eigen
menselijkheid.
Vrijheid begint bij het herkennen van kwetsbaarheid
In een tijd waarin veel mensen zich zorgen maken over hun vrijheid, is dit misschien een ongemakkelijke gedachte.
Dat ook hoe wij omgaan met anderen -ook dieren- iets zegt over onze eigen vrijheid.
Vrijheid is niet alleen: “Ik doe wat ik wil”.
Vrijheid is ook: kiezen om iets niét te doen, juist omdat je weet dat
het een ander schaadt.
Dat is geen zwakte. Dat is beschaving.
Wat kunnen we doen?
Niet alles hoeft morgen anders.
Maar we kunnen bewuster kiezen. Wie vlees eet, kan kiezen voor dieren
die een dierwaardig leven hebben gehad. Wie dat niet kan of wil betalen, kan
overwegen minder vaak vlees te eten. En wie verder wil gaan, kiest plantaardig,
dat is ieders vrijheid.
Het punt is niet om perfect te zijn.
Het punt is: erkenning. En herkenning.
Wat wij dieren aandoen, is een spiegel.
Wat we kiezen, zegt iets over wie we willen zijn.
En daarin zijn we vrij.