De paradox van ontvankelijkheid en motivatie
Gelatenheid. Het klinkt als iets passiefs. Als iets voor mensen die zich hebben neergelegd bij de loop der dingen. Wie gelaten is, lijkt weinig vuur meer te hebben. Geen drang, geen streven. Maar is dat werkelijk zo?
In de mystieke en filosofische traditie van Meister Eckhart en Heidegger krijgt gelatenheid een andere klank. Geen berusting, maar een actieve vorm van openheid. Niet de moed opgeven, maar het verzet opgeven. Gelatenheid betekent: het loslaten van onze neiging om grip te willen houden op de wereld, de ander en onszelf. Het is de bereidheid om het leven toe te laten zoals het zich aandient: zonder filters, zonder schema's, zonder de illusie van controle.Wat mij hierin intrigeert, is hoe deze houding zich verhoudt tot motivatie. Want als we onszelf niet langer voortstuwen vanuit willen en beheersen, wat blijft er dan over als drijfveer?
Het antwoord ligt misschien juist in wat gelatenheid opent: een vorm van motivatie die niet voortkomt uit ego of prestatiedrang, maar uit resonantie met het leven zelf. Wie gelaten is, staat ontvankelijk in het bestaan. En die ontvankelijkheid is niet leeg of apathisch, maar juist gevuld met een stille alertheid. Het is een open zijn dat toelaat, aanvoelt, overweegt en dan soms handelt, maar vanuit een ander centrum dan het ik.
Vrijheid zonder beheersing
Gelatenheid raakt daarmee direct aan mijn idee van vrijheid: vrijheid die niet bestaat uit alles kunnen bepalen, maar uit de ruimte hebben om niet alles te hoeven bepalen. Geen vrijheid als dominantie, maar als afstemming. In gelatenheid zit geen onverschilligheid, maar een diep besef van verbondenheid. Niet de vrijheid van ‘ik doe wat ik wil’, maar de vrijheid om los te laten wat ik dacht te willen en te luisteren naar wat zich wil aandienen.
Liefde zonder greep
Ook liefde krijgt in dit licht een ander karakter. Geen liefde die bezit of verbindt uit behoefte, maar liefde als ruimte waarin de ander zichzelf mag zijn. Gelatenheid maakt liefde mogelijk die de ander niet probeert te veranderen, maar ontvangt. Juist door niets af te dwingen, ontstaat er vertrouwen. Vrijheid en liefde worden zo elkaars spiegelbeeld: in gelatenheid vallen ze samen.
De stille raad van gevoel, verstand en intuïtie
Voor mij bestaat wijsheid uit de afstemming tussen gevoel, verstand en intuïtie. Elk van die drie spreekt met een eigen stem. Soms zijn ze in conflict, soms vinden ze een stille eenheid. Gelatenheid helpt om hun raad te horen, niet als dwingende stemmen, maar als bronnen van inzicht. Wie zich niet laat overspoelen door één van de drie, maar ze laat spreken en wachten tot hun klanken samenvallen, vindt richting. Geen opgelegd doel, maar een motief dat van binnenuit opkomt.
Naar een andere toonhoogte van motivatie
Gelatenheid sluit ambitie of inzet niet uit. Het plaatst ze alleen in een andere toonhoogte. Je leeft niet meer vanuit drang, maar vanuit afstemming. Niet vanuit beheersing, maar vanuit vertrouwen. Niet om te winnen, maar om aanwezig te zijn. In die zin is gelatenheid niet het eind van motivatie, maar haar zuiverste vorm. Een motief dat niet duwt, maar trekt. Niet stuwt, maar uitnodigt.
Gelatenheid is geen vlucht, maar een keuze voor waarheid. Geen leegte, maar een ruimte waarin vrijheid, liefde en wijsheid kunnen ademen.