De kwetsbaarheid van goedbedoelde aandacht
Paternalisme wordt vaak besproken als iets wat volwassenen doen tegenover anderen: artsen tegenover patiënten, ambtenaren tegenover burgers, ouders tegenover kinderen. De term heeft iets betuttelends, iets dat de autonomie van de ander ondermijnt. Maar paternalisme kent varianten en die zijn niet altijd gekoppeld aan macht of geslacht. Maternalisme bijvoorbeeld, een verzorgende maar soms ook overnemende houding, kan net zo sturend zijn als de klassieke vaderlijke variant. In beide gevallen gaat het om de neiging om het beste voor de ander te willen, maar daarmee ook diens ruimte om zichzelf te zijn ongemerkt in te perken.
Dit artikel gaat over de subtiele vormen van sturing die kunnen ontstaan in sociale relaties met mensen die kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld mensen met autisme. Het is bedoeld voor mensen die niet professioneel in de zorg werken, maar die in hun omgeving wel proberen vriendelijk, beleefd en betrokken te zijn bij mensen met autisme. Juist in die situaties, waar niemand expliciet 'verantwoordelijk' is, ontstaat soms een scheve dynamiek.
Het gevoel van onveiligheid en niet geaccepteerd worden
Een complicerende factor in het contact met mensen met autisme is dat zij zich snel onveilig kunnen voelen wanneer een ander suggesties geeft over hun gedrag. Wat als opbouwend bedoeld is –bijvoorbeeld een advies om communicatie wat speelser te maken of om meer oog te hebben voor wederkerigheid– kan door hen worden ervaren als een persoonlijke afwijzing. Het gevoel dat zij zich moeten aanpassen roept dan angst of weerstand op.
Belangrijk is om in zulke situaties het gevoel van onveiligheid serieus te nemen, zonder jezelf te verliezen. Erken het gevoel, maak duidelijk dat je intentie ondersteunend was en geen druk beoogde, en laat ruimte voor autonomie. Zinnen als “Je hoeft het nu niet anders te doen, maar als je wilt kunnen we er samen naar kijken” helpen om het gesprek open te houden. Door dit patroon in een rustiger moment bespreekbaar te maken, kan wederzijds begrip groeien. Want ware aandacht is niet het vermijden van ongemak, maar het vermogen om dat ongemak samen te dragen zonder oordeel.
Zoeken naar een partner
Een praktijkvoorbeeld: ik begeleid in mijn vrijwilligerswerk een aantal autistische mannen. Wanneer zij zich op hun gemak voelen bij vrouwen die zij aantrekkelijk vinden –en die op hun beurt vriendelijk, warm of zorgzaam zijn– gebeurt er iets opvallends. De sfeer wordt ontspannen, maar ook verwarrend. De mannen beginnen zich “naïef” te gedragen: ze stellen directe vragen als "heb jij een vriend?", beginnen uitgebreide monologen over hun hobby’s of fascinaties zonder aan te voelen of de ander daarin meegaat en lijken als vanzelfsprekend aan te nemen dat de vrouw in kwestie eindeloos geïnteresseerd is. Veel van deze mannen hebben in hun leven vooral te maken gehad met vrouwen die in een verzorgende rol verkeerden –moeders, zussen, begeleidsters– en dat patroon zetten zij onbewust voort.
Die “naïeve” houding heeft een schaduwzijde. Want hoewel zij oprecht verlangen naar een gelijkwaardige partnerrelatie, roept hun gedrag bij vrouwen eerder een zorgreflex op dan wederzijdse aantrekkingskracht. De vrouw voelt zich dan soms ongemakkelijk: ze wil beleefd en vriendelijk blijven, maar merkt tegelijk dat haar geduld en ruimte worden overvraagd. En omdat ze voelt dat de ander kwetsbaar is, durft ze haar grenzen niet goed aan te geven. Ze past zich aan. Daarmee bevestigt ze –onbedoeld– het patroon en verbreekt ze de verbinding op een voor de autist onverwacht moment.
Het probleem ligt niet bij de vrouw, noch bij de autistische man. Het probleem ligt in het ontbreken van een gedeeld spel: een situatie waarin beide partijen vrijuit kunnen reageren, hun verlangens mogen tonen, maar ook elkaars grenzen respecteren. Mensen met autisme zijn vaak opvallend direct –en dat wordt als lastig ervaren– maar kunnen zelf moeilijk omgaan met directheid van de ander. Ze missen soms het speelse element in communicatie, het aftasten, het impliciete. Daarmee missen ze ook de ruimte om te oefenen in wederkerigheid en vooral in het loslaten.
Geen pasklare oplossingen
Ik schrijf dit artikel niet met een pasklare oplossing. Integendeel. Ik weet niet hoe je dit soort situaties het best aanpakt. Wat ik wél hoop, is dat dit artikel bijdraagt aan herkenning, aan het bespreekbaar maken van iets dat in de praktijk veel voorkomt maar zelden benoemd wordt. Dat het tot meer begrip leidt, zowel richting mensen met autisme als richting mensen die vanuit warmte, beleefdheid of betrokkenheid in zo’n verwarrende dynamiek terechtkomen.Want goedbedoelde aandacht is niet altijd vanzelfsprekend goed. Juist als de ander kwetsbaar is, is het extra belangrijk om ook naar jezelf te blijven luisteren: hoe voel ik me hierbij, wil ik dit contact op deze manier, wat vraagt het van mij? Echte nabijheid is pas mogelijk wanneer beide mensen zichzelf mogen blijven. Kwetsbaarheid vraagt geen overbescherming, maar zorgvuldigheid: van beide kanten.