Wat komt er in je op?
Het is handig om eerst na te denken voordat je spreekt.
Maar komen zinnige gedachten wel in je op als taal?
Het linguïstisch determinisme, zoals voorgesteld door taalkundigen zoals Benjamin Lee Whorf, stelt dat de structuur en het vocabulaire van de taal die we spreken, de manier waarop we denken en onze perceptie van de wereld beïnvloeden. Met andere woorden, het idee is dat taal niet alleen een expressiemiddel is voor onze gedachten, maar ook de manier waarop we denken vormgeven.
Daarmee lijken we uit het oog te verliezen dat zinvol bezig te zijn met ons bewustzijn meer is dan bewust te zijn van taal en dat vormen niet autonoom zijn.
Er zijn twee hoofdvormen van het linguïstisch determinisme.
Sterk linguïstisch determinisme
Dit stelt dat taal niet alleen invloed heeft op, maar zelfs bepaalt hoe we denken. Met andere woorden, als een bepaald concept niet in de taal voorkomt, kunnen we er niet over nadenken. Deze opvatting wordt vaak als te absoluut beschouwd en heeft beperkte empirische ondersteuning.
Zwak linguïstisch determinisme (ook wel bekend als linguïstische relativiteit)
Dit is een meer gematigde opvatting en suggereert dat taal invloed heeft op onze gedachten en percepties, maar niet volledig bepaalt hoe we denken. Het stelt dat verschillen in taalstructuren bepaalde cognitieve verschillen kunnen veroorzaken tussen sprekers van verschillende talen.
Vormgeving van gedachten
Er zijn empirische studies die wijzen op enige invloed van taal op cognitieve processen. Bijvoorbeeld, studies hebben aangetoond dat sprekers van talen met verschillende grammaticale structuren bepaalde concepten op verschillende manieren benaderen. Echter, het idee van absolute determinatie door taal is controversieel en wordt door veel wetenschappers betwist.
Over het algemeen is de consensus in de hedendaagse taalkunde dat terwijl taal een invloed heeft op onze gedachten, het niet de enige factor is die ons denken bepaalt. Er zijn andere factoren zoals ervaring, cultuur en individuele verschillen die ook een rol spelen in de vorming van onze gedachten.
Taal kan als een krachtig gereedschap dienen voor expressie en communicatie, maar het lijkt niet allesbepalend te zijn voor ons denken.
Meditatie is het meest effectief is wanneer je je oefent in het wel laten opkomen van gedachten, maar dat je jezelf traint in het niet aandacht geven daaraan. Wanneer je ook nog eens zonder een gericht doel mediteert geef je jezelf of jouw bewustzijn de kans om ook niet talige ingevingen de revue te laten presenteren.
Mindfulnessmeditatie
Meditatie, vooral in de vorm van mindfulnessmeditatie, richt zich vaak op het cultiveren van een open en niet-oordelende aandacht voor het huidige moment, inclusief de gedachten die opkomen. In plaats van zich te identificeren met gedachten of erop te reageren, worden meditatiebeoefenaars aangemoedigd om een staat van bewustzijn te ontwikkelen waarin ze gedachten kunnen observeren zonder erin meegezogen te worden.
Mindfulnessmeditatie traint het vermogen om gedachten te laten opkomen en te gaan zonder er te veel aandacht aan te schenken. Het doel is niet om gedachten volledig te stoppen, maar eerder om een bewustzijn te ontwikkelen dat ruimte creëert tussen de gedachten en het bewustzijn zelf. Door deze praktijk kan men een dieper inzicht krijgen in de aard van de geest en een meer ontspannen relatie ontwikkelen met gedachten en emoties.
Het mediteren zonder een gericht doel, soms aangeduid als open meditatie of vrije meditatie, kan ook de ruimte creëren voor niet-talige ingevingen of ervaringen. Zonder een specifiek doel kan het bewustzijn zich openen voor wat zich van nature voordoet, inclusief niet-talige aspecten van ervaring zoals sensaties, emoties of intuïtieve inzichten.
Over het algemeen kan meditatie een krachtig hulpmiddel zijn om de relatie tussen gedachten en bewustzijn te verkennen en te veranderen. Het stelt mensen in staat om een dieper begrip van zichzelf te ontwikkelen en om met meer helderheid en kalmte op gedachten te reageren.
De grondhouding van mindfulness, met zijn nadruk op het cultiveren van een open en niet-oordelende aandacht voor het huidige moment, vindt zijn wortels in verschillende Oosterse filosofieën en contemplatieve tradities. Hier zijn enkele voorbeelden.
Boeddhisme
Mindfulnessmeditatie heeft sterke banden met het boeddhisme. Het Boeddhisme benadrukt het belang van aandachtig zijn voor het huidige moment om lijden te begrijpen en uiteindelijk te transcenderen. Mindfulness, zoals beoefend in de vipassana-traditie, is gericht op het ontwikkelen van inzicht in de aard van de geest en ervaring.
Zen
Zenboeddhisme, een stroming binnen het boeddhisme, benadrukt het directe ervaren van de werkelijkheid zonder intellectuele tussenkomst. Zazen, de zitmeditatie in het Zenboeddhisme, deelt veel principes met mindfulnessmeditatie, waaronder de focus op de ademhaling en het observeren van gedachten zonder eraan vast te houden.
Taoïsme
Het Taoïsme, met zijn nadruk op het volgen van de natuurlijke stroom van de Tao, heeft ook overeenkomsten met mindfulness. Het idee van Wu Wei (niet-doen) in het Taoïsme suggereert een actie die spontaan en moeiteloos is, wat vergelijkbaar kan zijn met het niet vastklampen aan gedachten in mindfulnesspraktijken.
Hindoeïsme
In de yogatraditie van het Hindoeïsme is er ook aandacht voor meditatieve praktijken die gericht zijn op het beheersen van de geest en het bereiken van een staat van bewustzijn die voorbijgaat aan identificatie met gedachten.
Over het algemeen delen veel Oosterse filosofieën de opvatting dat het cultiveren van bewustzijn, aandacht en inzicht in het huidige moment een essentieel onderdeel is van persoonlijke transformatie en spirituele groei. Mindfulness, zoals het tegenwoordig wordt beoefend, heeft elementen uit verschillende van deze tradities geïntegreerd in een toegankelijke en vaak seculiere vorm. Het is ontdaan van specifieke religieuze contexten en rituelen. Mindfulnessmeditatie kan worden onderwezen en beoefend zonder enige verbinding met een bepaalde godsdienst of spirituele traditie. Hierdoor is het toegankelijk voor mensen met diverse achtergronden en overtuigingen, en wordt het vaak geïntegreerd in contexten zoals gezondheidszorg, onderwijs en psychologie als een techniek voor het bevorderen van welzijn en stressvermindering.
Stilte en reflectie
Het is functioneel om stil zijn te oefenen omdat stilte het bewustzijn de kans geeft om te reflecteren. Reflectie is ruimer dan denken. Het is ook ruimer dan afwegen. Het is de mogelijkheid om al de bronnen die jou ter beschikking staan een kans te geven om gehoord te worden.