Non-dualisme kun je opvatten als het inzicht dat er geen tijd bestaat, geen ruimte, geen vorm, geen waarneming, geen afscheiding, geen object-subject, niets dat zich bewust is van iets dat niet zichzelf is. Kortom, zoals een pas geboren kind de omgeving zonder angst lijkt te ervaren, maar dan op een bewust niveau. Of zoals intens verliefden zich een tijdje voelen.
In het Bijbelse paradijsverhaal worden Adam en Eva het zorgeloze paradijs uitgejaagd nadat ze een gebod van God hadden overtreden. Ze werden zich in één keer bewust van de dualiteit van goed en kwaad en konden en mochten niet meer terug in de paradijselijke eenheidservaring.
Het beeld van een straffende God lijkt op de ouder op wiens bescherming een opgroeiend kind rekent, maar dat het lijkt te kunnen verliezen door verkeerd om te gaan met zijn eigenheid en afgescheidenheid.
Bij de ontwikkeling van het eigen ego, zo rond het tweede levensjaar, begint het kind zichzelf af te scheiden van de omgeving. Daarin wordt het aangemoedigd door de ouders, immers het zijn de eerste tekenen van zelfstandigheid, maar tegelijk wordt het kind zich stapje voor stapje bewust van het nadeel van afgescheiden zijn, namelijk dat het ongenoegen kan oproepen bij de ander of dat je een ander gaat missen. Mogelijke straf roept angst op, angst om te worden verlaten of alleen gelaten, terug te worden geworpen op het zelf. Het leven levert je op die leeftijd, en eigenlijk nooit meer, de zorgeloze veiligheid van het eerste levensjaar. De peuter is er zich nog niet bewust dat je ongelijk bent en kunt twijfelen aan evenwaardigheid. Het gaat er gewoon vanuit en doet gewoon.
In termen van (non-)dualisme: vóór het ontstaan van het ego was de wereld één, was alles liefde. Na het ontstaan van het ego is er voor het eerst angst en is er dualiteit: ik en jij, goed en slecht, liefde en haat, blijdschap en verdriet, schuld en onschuld, straf en beloning, vroeger en later et cetera. Essentieel voor de realisatie van non-dualiteit is dat ego doorzien wordt als een construct, een activiteit van de mind en geen entiteit. Non-duaal gewaarzijn laat zich per definitie niet vangen in het begrippenkader van het ego dat wil begrijpen en daarmee dualiteit schept.
Het lijkt een naïef wereldbeeld, maar dat alles verbonden is, is een inzicht dat al eeuwen speelt in oosterse culturen en in de moderne kwantumfysica. Is de moderne mens zich daarnaast wel voldoende bewust van de werking van angsten (ook in de vorm van twijfel) die (economische) belanghebbenden ook nu nog (en dan met opzet) oproepen?
Het beeld dat religies of ouders opriepen, is ook het beeld dat de politiek en de economische grootmachten oproepen. Het is de angst om niet goed of veilig genoeg te zijn, die de kiezer verleidt tot populisme en de consument herhaald tot aanschaf doet overgaan. Het bevordert dat materialisme (kopen) geassocieerd wordt met gelukkig worden.
Zet het beeld van een oordelende en straffende God tegenover het beeld van onvoorwaardelijke liefde dat door Een cursus in wonderen wordt aangehouden. Dit is een boek waarin misvattingen over de bedoelingen van God worden rechtgezet. De wonderen, die de cursus onderwijst, zijn uitdrukkingen van liefde die gepaard gaan met veranderingen in waarneming, waardoor we de wereld door de ogen van liefde in plaats van angst zien.
Jan-Willem van Aalst schrijft daarover in Wonderen of waan: God denkt niet; veroordeelt niet; straft niet. God heeft in het geheel niets met materie van doen. God weet niets van dualisme. God is. “God” is letterlijk synoniem met “onvoorwaardelijke liefde”. God doet niets, omdat hij niet van tijd weet. Onvoorwaardelijke liefde is simpelweg, volstrekt onbeïnvloedbaar omdat er in nondualisme niets anders is. Het “laatste oordeel” wordt volgens Een cursus in wonderen niet door God uitgesproken, maar door onszelf, zodra we ten langen leste het ego-denksysteem aan de kant schuiven en er dankbaar voor kiezen om tijd, ruimte, waarneming, veroordeling en individueel bewustzijn achter ons te laten. Dat is onze verantwoordelijkheid: het ontkennen van de ontkenning van Eenheid met onze Schepper.
…
In onze nachtelijke dromen kunnen de meest bizarre dingen gebeuren, en toch zijn we daarover niet verbaasd zodra we wakker worden. Wat we ons niet realiseren is dat zodra we denken wakker te zijn, wij slechts wakker zijn in dualisme, wat zelf een droom is.
Tot zover van Aalst.
Wonderen of waan, Jan-Willem van Aalst (bol.com).
Mieke Berger schrijft het volgende over onze identiteit.
"Alles dat wij kennen, zijn we dus niet zelf. We zijn dus niet ons lichaam en ook niet onze gedachten, zonder welke geen wereld kan ontstaan. We kunnen immers ons lichaam en onze gedachten waarnemen. Wat we dan wel zijn? Dat wat geen tegenstellingen kent en dus geen eigenschappen heeft. Onbeweeglijkheid, die beweging waarneemt. Tijdloosheid, die tijd waarneemt. Eigenschaploosheid, die eigenschappen waarneemt. Als we tot dat inzicht komen, zullen we moeten erkennen, dat wij niet in de wereld verblijven, maar dat de wereld in ons verblijft".
Non-dualiteit is (net als de natuur) Eenheid in beweging en in verscheidenheid en wij laten ons in slaap sussen met het idee dat dualiteit voorafgaat aan een onbereikbare nondualiteit. Dat verleidt ons om slechts te focussen op het eigen belang en de belangen van het geheel te negeren. "Pak wat je pakken kan" en "doe je voordeel met de tegenstellingen".
Het zou mooi zijn wanneer we ontwaken in de realiteit van het universele nonduale bewustzijn dat de illusie van dualiteit voortbrengt.
- Dat we realiseren dat alles niet twee is en we vervolgens de ander, mens en dier, vriendelijker behandelen.
- Dat we de schadelijkheid inzien van louter op het eigen belang gericht te zijn, ingefluisterd door het ego.
- Dat we intuïtief herinneren dat wij (en dualiteit) voortkomen uit eenheid.
- Dat we niet meer dualiteit (afscheiding) scheppen door te veroordelen.
- Dat we inzien dat ogenschijnlijk tegenstrijdige zaken geen dualiteit vertegenwoordigen / betekenen.
- Dat we inzien dat alle mensen en dieren intrinsiek evenwaardig zijn in het recht op beleven van vrijheid en liefde.
Er hebben triljoenen levensvormen geleefd, er leven er nu miljarden tegelijk. Dat waarin wordt waargenomen verschilt niet, wel wat en hoe wordt waargenomen. Het maakt een wereld van verschil.
Jij en ik zijn dat. "Tat tvam asi". We zijn allemaal vormen van energie. De een heeft het talent om informatie (bijvoorbeeld een levensdoel) uit allerlei energielichamen op te pikken, een ander ziet alleen één lichaam. Het maakt niet uit voor het ontwaken in non-duaal bewustzijn. Frustrerend, omdat het niet valt te (be)grijpen? Je kunt er ook om lachen, zoals Alan Watts aangeeft.
De eenheidservaring is een tijdelijk kijkje in de staat van verlichting of zelfrealisatie.
Ervaringen blijven vernieuwen, het inzicht in het evenwaardige geheel van dualiteit en non-dualiteit kan blijvend zijn. Wie probeert het vast te leggen (in tekst, beeld, herinnering etc.), verstoort de resonantie binnen en met het geheel.
Het gaat om de balans tussen betrokken zijn en loslaten, als een eeuwig durende dans in het nu.
Liefde zijn en liefdevol doen en laten.
Het leven is één en liefde maakt dat je de verbinding herkent. Namasté mudra, "De ziel in mij, groet de ziel in jou".
Nondualiteit is het liefdevolle startpunt van waaruit iedereen tijdelijk wil vertrekken om de wereld te verkennen en wat vervolgens uit het oog wordt verloren omdat woorden en gedachten in de weg zitten. En tegelijkertijd kan die verbinding (met de eenheid) niet verloren gaan. Het is de kip en het ei in één.
De (ongeboren) baby wordt concipieerd in en tot eenheid en door versmelting van eicel en zaadcel. Met het geleidelijk loskoppelen van de eenheid bij het kind door het ontwikkelen van het ego wordt het kind het pad opgeleid dat via vele kronkelige omwegen en liefdesperikelen toch de kortste weg is naar nieuwe eenheid. Dit is niet letterlijk een terugkeer naar de bron van waaruit het startte, maar een (vermogen tot een) verbinding (thuis komen), opnieuw verbinden (latijn: "religare") op een transcendent, meer rustgevend niveau.
Terwijl de vanzelfsprekende en zorgeloze eenheid van de vroegste jeugd altijd blijft trekken, heeft het leven er belang bij dat we ons zo ontwikkelen dat we meer in harmonie gaan leven met onze omgeving, dat we geen oplossingen willen forceren, dat we een vredige omgeving helpen creëren waarin nieuw leven kan ontstaan en van waaruit het zich verder kan ontwikkelen.
Kortom een (individuele en evolutionaire) ontwikkeling van (meer) vrijheid en liefde.
Een ontwikkeling die plaats vindt in het eeuwig durende nu van onbewust paradijselijk naar bewust hemels.
Miranda Warren
Nondualiteit heeft met kunst gemeen dat ze ons de verborgen diepten van de menselijke ervaring toont en laat voelen; niet verborgen omdat ze geheim zijn, maar omdat ze buiten het conventionele, culturele verhaal leven. Het nonduale perspectief op het leven geeft een veel rijkere en minder stressvolle manier van zijn heeft bezorgd dan wat we ooit eerder hebben ondervonden.
Nondualiteit gaat natuurlijk niet om het verbeteren van het bestaan, maar haar weigering om te beoordelen wat zich gewoon afspeelt biedt een vorm van vrijheid die zowel beter als slechter ontstijgt. Het gaat er niet om dat we onze menselijkheid verliezen of transcenderen, maar dat we onszelf niet langer beschouwen als iets wat losstaat van alles wat zich voordoet.