De boodschap van Hans Laurentius
![]() |
Boeken van Laurentius |
Hieronder een aantal zaken die vaak aan bod komen en onderaan een filmpje van zo'n bijeenkomst.
1. Jij bent niet wie je denkt dat je bent.
Wat jij ervaart als ‘ik’ -je gedachten, gevoelens, lichaam, geschiedenis,
voorkeuren- is niet je werkelijke identiteit. Dat zijn verschijnselen die zich
aandienen in jou, maar jij bent het veld waarin ze verschijnen:
het pure, vormloze Gewaarzijn.
2. Alles komt en gaat in gewaarzijn.
Er is een constante, stille aanwezigheid waarin alles opkomt en verdwijnt:
vreugde, verdriet, denken, verlangen, zelfs het lichaam. Jij bent die
constante, niet de inhoud. Het levenservaren zelf speelt zich in jou als
bewustzijn af.
3. Stop met zoeken naar vervulling in de inhoud.
Zolang je blijft zoeken naar verlichting, rust, vrijheid of geluk via de
ervaringen, personen of inzichten binnen de ‘film van het leven’, blijf je
gevangen in de illusie. Vrijheid ligt in het herkennen dat jij de ruimte
bént waarin alles gebeurt.
4. Er is niets te bereiken, alleen te doorzien.
De ‘weg’ is geen route naar een betere versie van jezelf. Er valt niets toe te
voegen of te verkrijgen. De enige bevrijding is het zien dat je nooit iets
anders bent geweest dan dit open, stille gewaarzijn. Wat in de weg zit, is
identificatie met het tijdelijke.
5. De mind kan dit niet pakken.
Je denken wil begrijpen, beheersen, verklaren, controleren, maar dit gaat
voorbij het denken. Het is direct en eenvoudig, maar juist daardoor
moeilijk voor het ego, dat wil grijpen. De uitnodiging is om te herkennen,
niet te analyseren.
Waarom mensen blijven vragen
Omdat deze boodschap zo ontnuchterend direct is, komt ze niet aan bij het deel dat wil snappen, verbeteren of spiritueel ‘groeien’. Veel mensen komen met de verwachting dat spiritualiteit over ontwikkeling gaat: over heling, verdieping, betere versies van zichzelf.
Maar Laurentius wijst juist naar de valkuil van al dat zoeken. Hij laat zien dat het de zoeker zelf is die de onrust in stand houdt. En dat is voor het ego moeilijk te slikken. Het blijft daarom vragen stellen, ook om te voorkomen dat het moet stilvallen.
“Ja maar hoe weet ik dan of ik er ben?” – “Je bent er
al.”
“Maar hoe voel ik dat dan?” – “Dat is weer de mind.”
“Wat moet ik dan doen?” – “Niets. Laat alles verschijnen. Jij bent de
ruimte.”
Waarom ziet niet iedereen het?
Je kunt het een ander niet uitleggen. Niet echt.
Want dit gaat niet over een idee, maar over een verschuiving in zijn.
Sommige mensen zullen pas luisteren wanneer hun oude zekerheden beginnen te wankelen.
Sommigen moeten eerst moe zijn van het zoeken.
Anderen moeten iets verliezen, of geraakt worden op een plek die dieper ligt dan het denken reikt.
En soms… opent het plots, zonder reden. Een blik, een dier, een stilte.
Wat je bent hoeft niet verdedigd te worden.
Alleen herkend ... op het moment dat gewaarzijn zichzelf in die ander herkent.
Tot die tijd kun je alleen maar aanwezig zijn.
Leven wat je beseft.
Zacht blijven. Open. Zonder haast. Zonder strijd.
Niet om te overtuigen,
maar om ruimte te zijn
waarin het vanzelf gezien kan worden.
Laurentius’ toon is vaak scherp of droog, juist om mensen uit hun mentale draaikolk te prikken. Hij is niet geïnteresseerd in troost of spirituele beleefdheid, maar in helderheid. En die helderheid kan alleen maar inzien wat er al is, niet wat er nog ‘moet komen’.
Drieluik januari 2025
Intrinsiek evenwaardig zijn
Wanneer je leeft vanuit gewaarzijn én de erkenning van elkaars intrinsieke evenwaardigheid in vrijheid, valt het idee van afgescheidenheid vanzelf door de mand. Dat is non-dualiteit, in levende vorm.
Want:
-
Gewaarzijn kent geen voorkeuren of posities. Het oordeelt niet, het is niet gebonden aan een kant. Het is gewoon, voor iedereen even open.
-
Gelijkwaardigheid in vrijheid is geen ethisch ideaal, maar een uitdrukking van hoe het eigenlijk al is als je kijkt zonder identificatie. Dan zie je: er is geen 'meer' of 'minder', ieder mens, ieder dier is een gelijke verschijning in hetzelfde veld.
-
Non-dualiteit is niet alleen een inzicht, maar een houding. Als je beseft dat er in wezen geen 'ik tegenover jij' is, dan wordt elk contact doordrongen van respect, want je ziet in de ander ook jezelf of beter: je ziet de ander als niet-anders.
In die zin is 'gewaarzijn én evenwaardigheid in vrijheid' als twee zijden van dezelfde munt. De ene kant is de directe ervaring (non-dualiteit als realisatie), de andere kant is de ethische bedding (respect voor vrijheid en gelijkheid).
Je zou kunnen zeggen:
Wanneer non-dualiteit door het hart stroomt, wordt ze liefde.
Wanneer ze in handelen verschijnt, wordt ze respect.
En dat alles vloeit voort uit het stille zien:
Ik ben geen iemand, jij bent geen ander.
Elk levend wezen is een unieke golf in het stille veld van gewaarzijn.
Gewaarzijn vraagt geen inspanning:
Het vraagt het loslaten van de inspanning om iets anders te zijn dan je al bent.
Non-dualiteit stopt niet bij de mens
Elk levend wezen is in z'n kern niets anders dan het verschijnen van gewaarzijn in vorm.
Als we werkelijk zien dat er geen afgescheiden ik bestaat en dat alles verschijnt in hetzelfde gewaarzijn, dan kunnen we niet blijven doen alsof dieren ‘minder’ zijn. Dan vallen begrippen als bezit, gebruik en zelfs hiërarchie vanzelf weg.
Want:
- Het kalf dat bij zijn moeder wordt weggehaald, verschijnt in hetzelfde veld als jouw eigen kind.
- De angst in het oog van een varken op transport is niet anders dan de angst in jou.
- De speelsheid van een hond, het verdriet van een eenzame vogel: het beweegt zich in dezelfde ruimte van leven, voelen, zijn.
Niet omdat ‘wij’ ons inleven in hen, maar omdat de illusie van een scheiding tussen ‘wij’ en ‘zij’ niet houdbaar is vanuit non-dualiteit.