Het bedrog van grijpbare woorden
We worden vanaf jongs af aan omringd door opdrachten die zo vanzelfsprekend klinken dat we ze zelden in twijfel trekken. "Leer jezelf kennen." "Zoek de liefde." "Blijf trouw aan jezelf." "Geef jezelf liefde." "Laat jezelf niet kennen." Deze zinnen lijken helder en bruikbaar, maar verschuilen een fundamenteel bedrog: ze suggereren dat "jezelf" en "liefde" dingen zijn die ergens te vinden zijn, objecten die bezeten kunnen worden, toestanden die bereikt kunnen worden.
De val van het zelfstandig naamwoord
Taal dwingt ons ervaringen om te zetten in substanties. "Liefde" wordt een zelfstandig naamwoord, alsof het een voorwerp is dat je in handen kunt nemen. "Jezelf" wordt een entiteit, alsof er ergens in je binnenste een definitief, kenbaar iets woont dat op ontdekking wacht. Door deze grammaticale truc gaan we op zoek naar wat niet te vinden valt, niet omdat het niet bestaat, maar omdat het niet zo bestaat.Stel je voor dat iemand zegt: "Ik kan het geluk niet vinden". We begrijpen wat ze bedoelen, maar besef hoe vreemd die zin eigenlijk is. Geluk is geen verstopt voorwerp. Het is geen schat die je kunt opgraven. Het gebeurt, of niet. Hetzelfde geldt voor liefde en voor het gevoel van "jezelf zijn". Ze zijn werkwoorden die vermomd zijn als zelfstandige naamwoorden, processen die zich voordoen als bezittingen.
Het falen dat geen falen is
Hieruit ontstaat een merkwaardig en pijnlijk misverstand: wanneer we "liefde" of "onszelf" niet kunnen grijpen, voelt dat als falen. We denken dat anderen het wel gevonden hebben, dat zij bezitten wat ons ontglipt. We zien mensen die "zichzelf gevonden hebben" of "liefde hebben gevonden" en concluderen dat wij iets verkeerd doen, iets missen, ergens tekortschieten.
Maar dit falen is niet wat het lijkt te zijn. Het is geen bewijs van onze ontoereikendheid, maar een logisch gevolg van het najagen van een categoriefout. Je kunt niet falen in het vangen van een regenboog, niet omdat je onhandig bent, maar omdat regenbogen geen dingen zijn die gevangen kunnen worden. Ze ontstaan door een specifieke relatie tussen licht, water en waar je staat te kijken.
De zoekopdracht die blokkeert
Dit brengt ons bij een cruciale paradox: het zoeken naar liefde blokkeert vaak het ervaren ervan. Niet omdat zoeken verkeerd is, maar omdat de zoekopdracht suggereert dat liefde elders ligt, buiten dit moment, buiten deze ervaring, buiten dit lichaam. De zoeker creëert afstand tot wat gezocht wordt.
Hetzelfde geldt voor "jezelf zijn". Hoe harder je probeert jezelf te vinden of te kennen, hoe meer je een innerlijk object creëert dat bekeken, beoordeeld en geoptimaliseerd moet worden. Maar "jezelf" ben je al, niet als een vast gegeven, maar als een doorlopend proces van ervaren, reageren, veranderen. Je bent het bewustzijn dat kijkt, niet het voorwerp dat bekeken wordt.
Wat dan wel?
Als liefde en jezelf geen dingen zijn die gevonden kunnen worden, wat zijn ze dan wel?
Liefde is relationeel. Het ontstaat niet in een persoon, maar tussen mensen, of tussen een persoon en de wereld. Het is geen bezitting maar een gebeuren, geen staat maar een stroom. Je hebt geen liefde, je bent ermee in contact of niet. Het vraagt geen perfectie maar aanwezigheid, geen controle maar overgave aan wat er is.
Jezelf is geen kern maar een proces. Er is geen definitieve versie van jou die ontdekt moet worden, geen ware zelf dat achter maskers verscholen ligt. Je bent wat zich ontvouwt in elke situatie, in elke ontmoeting, in elk moment. "Jezelf zijn" betekent niet trouw blijven aan een vast idee van wie je bent, maar toestaan dat je bewust aanwezig bent bij wat je ervaart: ook als dat tegenstrijdig, verwarrend of veranderlijk is.
Het probleem met adviezen
Vandaar dat adviezen als "zoek liefde in jezelf" vaak meer schade aanrichten dan helpen. Ze lijken wijs, maar stapelen onmogelijke opdrachten op elkaar: zoek (een actieve daad) naar liefde (een niet-grijpbaar proces) in jezelf (een veronderstelde entiteit). Voor iemand die al worstelt, wordt dit nog een taak om in te falen, nog een bewijs van ontoereikendheid.
Zinvoller zou zijn: "Merk op wanneer je contact voelt". "Let op momenten waarop je levendig bent." "Sta jezelf toe aanwezig te zijn, ook met verwarring." Deze zinnen richten zich niet op wat je moet vinden, maar op wat er al gebeurt wanneer je niet aan het zoeken bent.
Angst als symptoom van het zoeken
Angst ontstaat vaak wanneer we iets moeten vinden wat we niet kunnen grijpen. De persoon die angst heeft dat hij "nooit meer liefde zal ervaren" behandelt liefde als een schaars goed dat misschien op is. Maar liefde is geen voorraad die opraakt. Het is een vermogen tot contact dat altijd aanwezig blijft, ook al voelt het soms alsof het geblokkeerd is.
Die blokkade is vaak niet de afwezigheid van liefde, maar de aanwezigheid van controle, vigilantie, een wanhopig grijpen. De angst zelf -"wat als ik het nooit vind?"- is het bewijs dat we liefde (of onszelf, of geluk) behandelen als een object dat bezeten moet worden.
De bevrijding in het loslaten
Er is iets bevrijdends in het inzien dat je niet kunt falen in iets dat geen opdracht is. Je kunt jezelf niet verliezen omdat je geen vastomlijnd ding bent dat kwijt kan raken. Je kunt liefde niet missen omdat het geen prijs is die aan sommigen wordt toegekend en aan anderen niet.Dit betekent niet dat pijn verdwijnt. Eenzaamheid is reëel. Verlangen is reëel. Het gemis van contact is voelbaar en zwaar. Maar het is geen bewijs dat je faalt, geen teken dat je onvoldoende bent. Het is deel van de menselijke ervaring van leven met bewustzijn, met het vermogen om te weten wat er niet is, te verlangen naar wat er zou kunnen zijn.
Wat wel helpt
In plaats van te zoeken naar liefde of jezelf, kun je letten op het volgende.
- Momenten van contact – met een ander, met jezelf, met de wereld. Niet als prestatie, maar als gebeuren.
- Het toestaan van ervaring – ook verwarring, ook weerstand, ook angst. Niet als vijanden die overwonnen moeten worden, maar als deel van wat er is.
- Het opgeven van de evaluatie – is dit nu liefde? Ben ik nu mezelf? Die vragen creëren afstand tot wat je beleeft.
- Aanwezigheid – niet als techniek maar als houding: hier zijn, nu, zonder agenda van wat het zou moeten zijn.
Dat wat genoeg is
Liefde en jezelf zijn ongrijpbaar, maar niet omdat ze niet bestaan of omdat je tekortschiet. Ze zijn ongrijpbaar omdat ze geen objecten zijn. Ze gebeuren in het leven zelf, in contact, in het bewust aanwezig zijn. Het "falen" om ze te grijpen is geen falen, het is het aanvoelen dat je iets achternazit dat niet zo werkt.
Misschien is de enige echte wijsheid dit: stop met zoeken naar wat je al bent, stop met najagen van wat alleen in overgave kan ontstaan. Niet omdat dat makkelijk is, maar omdat het zoeken zelf vaak het grootste obstakel is.
Je bent niet gebroken omdat je jezelf niet kunt vinden.
Je faalt niet omdat liefde zich niet laat bezitten.
Je bent mens en dat betekent leven met verlangen, met onzekerheid, met het
onvermogen om vast te houden wat van nature vloeiend is.
En dat is genoeg.
Voor wie het in de muziek zoekt.
En voor wie het nog niet genoeg is.
"Simple Man" van Lynyrd Skynyrd is in essentie een lied over loslaten van complexiteit en ambitie, over simpelweg zijn in plaats van najagen. De moeder zingt tegen haar zoon dat hij geen groot man hoeft te worden, geen rijkdom hoeft te vergaren; gewoon rustig leven, tevreden zijn met weinig en liefde volgen zoals die komt.
Dat raakt precies de kern van het essay: stop met zoeken naar grootse definities van jezelf of naar liefde als prestatie. Wees gewoon aanwezig, leef simpel, laat het gebeuren. De "simple man" faalt niet, hij heeft begrepen dat het grijpen naar meer juist het probleem is.
Kitscherig of niet, het lied verwoordt iets waar filosofen boeken over schrijven: dat de eenvoud van aanwezig zijn vaak wijzer is dan de complexiteit van het zoeken. De southern rock-verpakking maakt het niet minder waar.
Het is eigenlijk een prachtig voorbeeld van hoe dezelfde wijsheid door heel verschillende culturele vormen heen sijpelt van Alexander Smit tot Willem Jan Otten tot Lynyrd Skynyrd. De boodschap blijft herkenbaar omdat die een fundamentele menselijke ervaring raakt.