De tegendruk van aanwezigheid
In stijldansen geeft de volger tegendruk tegen de hand van de leider. Niet zoveel dat er weerstand ontstaat, niet zo weinig dat het contact verloren gaat, maar precies genoeg dat de hand tussen beiden in blijft zweven. Wanneer de leider extra drukt, wijkt de volger. Wanneer de leider ruimte geeft, vult de volger die. Dit is geen passief meegaan, maar een voortdurende dialoog van druk en wijken, van geven en nemen. Door die constante, levende spanning weten beide dansers elkaar te vinden.
Een goed gesprek werkt hetzelfde.
Het verschil tussen horen en voelen
We denken vaak dat een goed gesprek draait om luisteren. Maar luisteren is te vaag, te breed. Je kunt luisteren terwijl je gedachten al bij je antwoord zijn. Je kunt luisteren terwijl je beleefd knikt en eigenlijk wacht tot de ander uitgepraat is. Je kunt zelfs luisteren terwijl je precies doorhebt wat de ander bedoelt, zonder dat er werkelijk contact ontstaat.
Wat in gesprekken vaak ontbreekt is niet het horen, maar het voelen. Bij dansen voel je direct of je partner aanwezig is. Een slappe hand voelt anders dan een hand met tegendruk. Een stijve schouder voelt anders dan een schouder die meebeweegt. Die feedback is onmiddellijk en onverbiddelijk.
In gesprekken hebben we dat directe contact niet. Iemand kan knikken, "hmm" zeggen, zelfs passende vragen stellen, en toch afwezig zijn. We missen de lichamelijke feedback die ons zou vertellen: hier is iemand, écht iemand, die voelt wat ik zeg.
Toch voelen we het verschil. We merken het als iemand echt aanwezig is in een gesprek. Niet omdat ze het met ons eens zijn, niet omdat ze ons interessant vinden, maar omdat ze een positie innemen ten opzichte van wat we zeggen. Ze geven tegendruk. Ze wijken. Ze bewegen mee. En juist door die beweging, door dat kleine verzet of die meegaande resonantie, voelen we: hier ben ik niet alleen.
Wat presentie niet is
Presentie in gesprekken wordt vaak verward met interesse, maar het is iets anders. Je kunt geïnteresseerd zijn in wat iemand zegt zonder present te zijn. Je kunt informatie verzamelen, feiten noteren, verhalen onthouden en toch afwezig blijven. Interesse kan cerebraal zijn, een functie van nieuwsgierigheid naar content. Presentie is lichamelijker, directer: het is er-zijn in het moment van contact.
Presentie is ook geen instemming. Bij dansen betekent tegendruk niet dat je het oneens bent met de leider en meebewegen betekent niet dat je het eens bent. Het gaat om contact, niet om overeenstemming. In gesprekken is dit moeilijker te begrijpen omdat we zo gewend zijn discussies te framen als meningsverschillen. Maar de mooiste gesprekken zijn geen debatten. Het zijn dansen.
En presentie is geen empathie, althans niet in de therapeutische zin van het woord. Empathie suggereert dat je je inleeft in de ander, dat je hun perspectief begrijpt en voelt. Dat kan waardevol zijn, maar het is niet hetzelfde als present zijn. Je kunt iemand perfect begrijpen en toch niet in contact zijn. Presentie vraagt niet dat je verdwijnt in de wereld van de ander, maar dat je blijft staan waar je staat en vandaar contact maakt.
De architectuur van contact
Als presentie niet primair gaat om luisteren, instemmen of empathie, waar gaat het dan wel om?
Ten eerste: positie innemen
Present zijn betekent dat je reageert vanuit waar je staat. Je hebt een positie, een perspectief, een lichamelijke aanwezigheid in het gesprek. Wanneer de ander iets zegt, beweeg je, mee of ertegen, maar je beweegt. Er is een respons die voelbaar is.Dit klinkt misschien eenvoudig, maar het is eng. Een positie innemen betekent dat je gezien kunt worden, dat je fout kunt zitten, dat je iets van jezelf inzet. Veel gesprekken blijven aan de oppervlakte omdat niemand durft te bewegen. We blijven beleefd, algemeen, veilig. We reageren met dingen die altijd kunnen: "interessant", "dat snap ik", "zou kunnen". Dat zijn geen posities. Dat is het vermijden van contact.
Ten tweede: timing
Bij dansen is timing alles. Te vroeg bewegen en je loopt voor de muziek uit. Te laat reageren op een figuur die wordt ingezet en je mist het moment. In gesprekken is het net zo. Presentie heeft iets te maken met reageren in het ritme van het gesprek, niet te snel met een oplossing of interpretatie, niet te traag met alleen achteraf nog iets te mompelen.
Vaak betekent dit: stiltes durven laten vallen. Iets wat gezegd is even laten doorklinken voordat je reageert. Die paar seconden waarin je allebei voelt wat er net gebeurd is, zijn vaak het moment waarop echt contact ontstaat. Maar we vullen ze gretig op met woorden, omdat die leegte beangstigend is. We praten door de stilte heen in plaats van erin te staan.
Ten derde: risico
Presentie ontstaat waar iets op het spel staat. Bij dansen zet je letterlijk je gewicht in. Als je partner niet tegenhoudt, val je. Die kwetsbaarheid dwingt tot aandacht. In gesprekken ontbreekt dat fysieke risico, maar er zijn andere risico's: gezien worden, niet begrepen worden, iets verkeerds zeggen, emotie tonen.
Wanneer iemand een vraag stelt waarvan ze het antwoord echt niet weten, of iets deelt wat ze nog niet helemaal kunnen verwoorden, ontstaat er presentie. Niet omdat het perfecte communicatie is, maar omdat er iets kwetsbaars zichtbaar wordt. En kwetsbaarheid dwingt tot aanwezigheid, bij jezelf én bij de ander.
Obstakels voor presentie
Als presentie zo waardevol is, waarom is het dan zo zeldzaam?
Allereerst: angst voor de stilte. We zijn opgeleid om gesprekken soepel te laten verlopen, om gaten op te vullen, om sociale ongemakken te voorkomen. Maar juist in die gaten, in die momenten van spanning, ontstaat contact. Door ze meteen op te vullen, houden we het gesprek in beweging maar verliezen we de verbinding.
Angst voor conflict. Tegendruk voelt als weerstand, en weerstand associëren we met conflict. Dus houden we onze hand slap, gaan we mee met wat de ander zegt, zelfs als we het eigenlijk anders voelen. Maar een slap meegaan is geen contact. Het is juist het beleefd vermijden van contact.
Preoccupatie met jezelf. Vaak zijn we in een gesprek vooral bezig met hoe we overkomen, wat we zullen zeggen, of we interessant genoeg zijn. Die zelfgerichtheid maakt echte presentie onmogelijk. Je kunt niet tegelijk in je hoofd zitten en in contact zijn.
En dan is er nog iets subtieler: de gewoonte van transactie. We zijn gewend aan gesprekken als uitwisseling van informatie, standpunten, verhalen. Jij vertelt iets, dan vertel ik iets. Jij stelt een vraag, ik geef een antwoord. Het is efficiënt, functioneel, maar er ontstaat geen dans. Transacties hebben geen tegendruk, geen levendige spanning. Ze hebben voltooiing.
Presentie cultiveren
Kunnen we leren om meer present te zijn in gesprekken? Misschien niet op dezelfde manier als je danspassen leert, maar er zijn wel aanknopingspunten.
Zoek het lichamelijke. Alles wat je uit je hoofd haalt, helpt. Wandelen tijdens het praten. Oogcontact dat langer aanhoudt dan comfortabel is. Praten met je handen. Of juist bewust stilzitten en voelen hoe je adem gaat terwijl je luistert. Het lichaam dwingt je tot het nu, en het nu is waar presentie woont.
Oefen in het innemen van posities. Begin klein. Als iemand iets zegt en je voelt dat je het anders ziet, zeg dat dan: niet agressief, niet als correctie, maar als: "hm, ik merk dat ik het net iets anders voel". Je hoeft niet gelijk te hebben. Je hoeft alleen maar aanwezig te zijn met wat je voelt. Die kleine weerstand, die tegendruk, opent ruimte voor een dans.
Word nieuwsgieriger dan beleefd. Beleefdheid leidt tot voorspelbare reacties: "interessant", "vertel eens meer", "dat snap ik". Echte nieuwsgierigheid leidt tot vragen die je zelf ook niet weet. "Hoe voelt dat eigenlijk?" "Waar merk je dat aan?" "Wat bedoel je precies met...?" En dan: stil zijn en het antwoord voelen in plaats van al vooruit denken naar je volgende zin.
Durf trager te zijn. We zijn zo bang om de ander te laten wachten dat we meteen reageren. Maar echte presentie heeft soms tijd nodig. "Wacht, laat me daar even over nadenken." Of gewoon een stilte, waarin je voelt wat er net gezegd is voordat je antwoordt. Die paar seconden kunnen het verschil maken tussen een transactie en een dans.
Merk op wanneer je contact verliest. In lange gesprekken raken we presentie kwijt en vinden we die weer terug. Het is normaal. Maar als je leert merken wanneer het gebeurt -ah, nu ben ik aan het plannen wat ik ga zeggen, nu zit ik in mijn hoofd, nu ben ik aan het oordelen- dan kun je terugkeren. Soms is het genoeg om even diep adem te halen en je aandacht terug te brengen naar de ander.
Waarom het ertoe doet
Er is iets fundamenteel eenzaams aan het menselijk bestaan. We kunnen nooit volledig weten hoe het is om de ander te zijn. We zijn opgesloten in ons eigen perspectief, ons eigen lijf, ons eigen denken.
Maar in momenten van echte presentie -in gesprekken waar tegendruk ontstaat, waar bewogen wordt, waar risico genomen wordt- voelen we dat we niet helemaal alleen zijn. Niet omdat de ander het met ons eens is, niet omdat ze ons begrijpen, maar omdat er contact is. Omdat er twee mensen zijn die beide aanwezig zijn in hetzelfde moment, beide voelen dat de ander er is.
Dat is wat dansen zo mooi maakt: die spanning tussen twee mensen die allebei aanwezig zijn, die elkaar voelen, die samen bewegen zonder te verdwijnen. En dat is wat de beste gesprekken zo mooi maakt. Niet de inhoud, niet de overeenstemming, niet eens het begrip noodzakelijkerwijs.
Maar die momenten waarin je voelt: hier is iemand. Echt iemand. En die iemand voelt mij ook.
Dat is de tegendruk van aanwezigheid. En als je het eenmaal gevoeld hebt, is het moeilijk om genoegen te nemen met minder.