Functionele onzekerheid
Mensen twijfelen vaak over de verbinding die ze met elkaar hebben. De vraag over verbinding met anderen en onszelf is fundamenteel voor ons mens-zijn. Deze onzekerheid kan voortkomen uit de angst voor afwijzing, misverstanden of het gevoel niet begrepen te worden. We zijn verbonden door onze gemeenschappelijke menselijkheid, gevoelens en ervaringen, maar tegelijkertijd zijn we ook individuen met unieke perspectieven, behoeften en verlangens. We weten nooit zeker of we verbonden zijn en hoe (lang).
Er zijn veel alledaagse situaties waarin mensen hun twijfels over de onderlinge verbinding met anderen laten blijken. Hier zijn enkele voorbeelden.
- Het voortdurend controleren van berichten
Mensen kunnen vaak hun telefoon checken na het sturen van een bericht, zelfs als ze weten dat de ander misschien bezig is. Dit kan voortkomen uit onzekerheid over de verbinding. Ze vragen zich af of de ander wel echt geïnteresseerd is, vooral als het antwoord langer op zich laat wachten dan verwacht. - Herhaaldelijke bevestiging vragen
In gesprekken vragen mensen soms om bevestiging, zoals "Begrijp je wat ik bedoel?" of "Ben je het hiermee eens?". Dit kan een teken zijn dat ze twijfelen of de ander hen echt begrijpt of zich verbonden voelt met wat ze zeggen. - Onzekerheid in sociale media-interacties
Op platforms zoals Facebook of Instagram kunnen mensen zich zorgen maken als hun berichten, foto's of verhalen niet worden geliked of becommentarieerd door vrienden. Ze kunnen zich afvragen of de afwezigheid van reacties betekent dat er een afstand of gebrek aan verbinding is. - Het herhaaldelijk stellen van een vraag
Wanneer iemand meerdere keren dezelfde vraag stelt, zoals "Gaat het goed met ons?" of "Zijn we nog oké?", kan dat erop wijzen dat ze twijfelen aan de onderlinge band of dat ze zich onzeker voelen over hoe de ander hen ziet. - Extra vriendelijk of overdreven sociaal gedrag
Soms vertonen mensen overdreven sociaal of vriendelijk gedrag in een poging om de verbinding te versterken of te bevestigen, vooral als ze het gevoel hebben dat de relatie aan het verzwakken is. Ze kunnen bijvoorbeeld vaker complimenten geven of proberen meer tijd met de ander door te brengen. - Zwijgen of terughoudendheid
Aan de andere kant kan het ook voorkomen dat iemand zich terugtrekt of zwijgzaam wordt in gesprekken. Dit kan een teken zijn van twijfel over de verbinding, omdat ze niet zeker weten hoe hun woorden of aanwezigheid worden ontvangen. - Lang spreken
De prettigste gespreksvorm is een dialoog. Maar daarvoor moet je stiltes laten vallen en de ander de tijd geven om te denken. Wie bang is dat een stilte opgevat wordt als een teken dat het contact over is, doet er niet verstandig aan om alsmaar door te spreken, want dat geeft juist de ander aanleiding om af te haken of in zijn hoofd te blijven zitten. - Herhaalde pogingen om plannen te maken
Als iemand constant voorstelt om af te spreken en de ander blijft uitstellen of afwijzen, kan dit leiden tot onzekerheid. De persoon die de plannen voorstelt, kan zich gaan afvragen of de ander nog wel geïnteresseerd is in de vriendschap of relatie. - Het zoeken naar bevestiging in non-verbale signalen
In face-to-face interacties kunnen mensen letten op de lichaamstaal van de ander om te bepalen of er een verbinding is. Als iemand merkt dat de ander vaak afgeleid is, geen oogcontact maakt of zich fysiek van hen afkeert, kan dit leiden tot twijfels over de onderlinge band.
Kan ik verbinden of ben ik verbonden?
Is het niet beter om je te richten op je eigen vermogen om te verbinden dan om je zorgen te maken over de mate van verbinding?
Idealiter zijn de beste verbindingen die waarbij bewustzijn van vrijheid en echtheid van contact samengaan. Je kunt authentiek zijn in je interacties, terwijl je ook bewust blijft van de dynamiek en grenzen binnen die verbinding. Dit bewustzijn helpt ook om te gaan met de natuurlijke onzekerheden die we ervaren in onze verbindingen met anderen. Het zorgt voor een evenwicht waarin relaties zich kunnen ontwikkelen en bloeien, zonder dat ze verstikkend of oppervlakkig worden. Het vermogen om zowel te verbinden als los te laten op het juiste moment, is essentieel voor gezonde en duurzame relaties.
Wanneer je je richt op je eigen vermogen om te verbinden, focus je op wat je kunt controleren: je eigen gedrag, empathie en openheid naar anderen toe. Dit is vaak productiever dan piekeren over de mate van verbinding die je met anderen voelt, omdat dat laatste ook bepaald wordt door die ander. Door te focussen op je eigen vermogen om te verbinden, werk je aan zelfgroei en zelfbewustzijn, wat kan leiden tot authentiekere en diepere relaties. Je leert luisteren, openstaan voor anderen en jezelf kwetsbaar opstellen, wat de kans vergroot dat anderen zich met jou verbonden voelen.
Kan ik loslaten?
Wie zelfvertrouwen heeft kan gemakkelijker contact maken en kan gemakkelijker loslaten. Wie kan loslaten, heeft en geeft vertrouwen en kan zowel zichzelf als de ander vrijheid en ruimte geven. Het geeft balans binnen jezelf en tussen jou en de ander om een deel van jouw aandacht en energie bewust te steken in los laten.
Ook bij contact en verbinding gaat het om de balans tussen doen en laten. Omdat de ander zijn eigen motivatie heeft bij het invullen van het contact is het van belang om de ander geen oneigenlijke redenen te geven om het contact af te houden. Wees je dus bewust wat je kunt laten om het contact niet te verstoren.
Verbinding in de ogen van een filosoof
Heidegger (auteur van Zijn en tijd) schrijft over de mens als een wezen dat "geworpen" is in de wereld (Geworfenheit). Dit verwijst naar het feit dat we zonder keuze of controle in een bepaalde situatie worden geboren—een bepaald gezin, een bepaalde cultuur, en in bepaalde omstandigheden. Heidegger benadrukt dat deze geworpenheid ons fundamenteel kenmerkt; we worden in een wereld geplaatst die we niet hebben gekozen, en waarin we ons moeten oriënteren. We hadden in de baarmoeder een letterlijke band, die werd doorgesneden en langzaam moeten we leren, eerst aan het handje van anderen, om zelf nieuwe banden aan te gaan. Heidegger zou deze fase omschrijven als Mitsein, het "zijn-met-anderen".
In de egofase, waarin het kind een gevoel van eigen identiteit begint te ontwikkelen, zien we een beweging naar autonomie, die Heidegger zou kunnen interpreteren als een overgang naar een meer bewust zijn-in-de-wereld.
Eigentlichkeit (authenticiteit) is het proces waarbij het individu zich bewust wordt van zijn eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven. Het kind leert om zichzelf te zijn, los van de directe invloed van de ouders, en begint zijn vrijheid te ontdekken om eigen keuzes te maken. Hij ziet vrijheid als de mogelijkheid van Dasein om het zijn te ontsluiten, dat wil zeggen, om op een bepaalde manier in de wereld te zijn en het zijn te begrijpen. Deze "ontsluiting" is een act van vrijheid, waarbij Dasein de waarheid van het zijn onthult door zijn eigen manier van bestaan.
Vrijheid bij Heidegger is niet alleen het vermogen om keuzes te maken, maar ook het vermogen om authentiek te leven binnen de mogelijkheden die de wereld biedt. De manier waarop iemand relaties aangaat, is een cruciaal onderdeel van deze vrijheid. Hier zien we ook de spanning tussen vrijheid en verbondenheid: hoewel autonomie belangrijk is, blijven we altijd in relatie tot anderen, en deze relaties vormen ons begrip van de wereld en onszelf.
In de laatste fase van het leven, waarin de banden losser worden, zien we een reflectie van het proces van loslaten en het omgaan met de eindigheid (Sein-zum-Tode). Heidegger zou dit beschrijven als een confrontatie met de eigen sterfelijkheid, wat een belangrijke voorwaarde is voor het leven in authenticiteit. Het besef dat we uiteindelijk alles moeten loslaten, kan ons helpen om onze keuzevrijheid en relaties tijdens het leven meer betekenisvol en bewust vorm te geven.