Er zijn grofweg drie manieren waarop je de zintuiglijke beleving kunt trachten te verdisconteren:
- Je ontkent dat er überhaupt zoiets bestaat als subjectieve zintuiglijke waarneming in de alledaagse zin of stelt dat dit begrip het best opgevat kan worden als een abstracte omschrijving van (delen van) de fysieke perceptuele verwerking in het brein. Dit zijn respectievelijk de eliminatieve en reductionistische vormen van het materialisme.
- Je erkent het perceptuele bewustzijn en ziet het als een product van het brein, maar zonder dat het gereduceerd kan worden tot de fysieke hersenprocessen zelf. Deze positie staat bekend als emergentisme, en er bestaan opnieuw diverse varianten van.
- Je erkent de subjectieve waarneming en stelt dat dit berust op indrukken die een geestelijk wezen krijgt door zijn interactie met de gebieden van het brein die gespecialiseerd zijn in perceptie. Deze positie staat (opnieuw in diverse varianten) bekend als dualisme.
Hoe dan ook, zintuiglijke waarneming ziet er een stuk mysterieuzer uit als je oog krijgt voor de subjectieve aspecten ervan. Parapsychologen zoals de Nederlander Paul Dietz, maar ook denkers als Frank B. Dilley en M.M. Moncrieff, wijzen in dit opzicht op een belangrijke overeenkomst tussen normale zintuiglijke waarneming en helderziendheid. In beide gevallen is de uiteindelijke subjectieve waarneming niet zomaar op te vatten als een fysiek product van hersenprocessen. Er vindt in beide gevallen een vertaalslag plaats van fysieke informatie in subjectieve beelden, geluiden, etc., ook al speelt bij normale zintuiglijke waarneming de neurologische verwerking in het perifere en centrale zenuwstelsel natuurlijk wel een grote rol.
Dit heeft ook gevolgen voor de mogelijkheden tot waarneming na de dood. Onze subjectieve waarneming is kennelijk geen fenomeen dat zich als zodanig letterlijk in het brein afspeelt. Dat betekent dat de modi en kwaliteiten ervan op zich ook bij de geest horen en niet bij de hersenen als fysiek apparaat. Daarom is er geen enkel bezwaar tegen de notie dat je ook na de dood, zonder zintuigen of brein, nog van alles zult waarnemen, of zelfs dat die waarneming meer kan omvatten dan tijdens het fysieke leven.
Titus Rivas