Deze column is geschreven met de volgende uitgangspunten:
- Gevoelens en ervaringen van geluk(kig zijn) zijn tijdelijk
- Gelukkig zijn is een permanente basistoestand die je je vaag bewust bent
- We willen graag vaak gelukkige ervaringen
- Geluk zit schijnbaar in materie, relaties, seks, macht en geld
Vanuit of-of denken, de manier waarop we zijn opgevoed en hoe reclame werkt, zijn we geneigd te zoeken naar permanent te ervaren positieve gevoelens. Sprookjes eindigen met “En ze leefden nog lang en gelukkig”. Letterlijk gesproken kan dat: lang en gelukkig leven wanneer je je realiseert dat een gelukkig leven een leven is dat je zo benoemt als alles zijn gangetje gaat.
Betekent een gelukkig leven wel een permanent gevoel van geluk? Sterker nog: sommige mensen leven gelukkig zonder ooit geluk te ervaren. Het is deels een kwestie van taal en heel subtiel. Normaal leven we gelukkig en wanneer er iets positiefs gebeurt dan voelen we ons tijdelijk wat gelukkiger of even heel gelukkig. We worden er af en toe aan herinnerd -hoe paradoxaal het ook klinkt- dat mensen het gelukkigst zijn wanneer ze niet alsmaar met gelukkig worden bezig zijn.
Het omgaan met geluk is te vergelijken met sensaties van onze zintuigen. We krijgen permanent indrukken en we zijn ons maar bewust van een deel daarvan. Gelukkig maar, anders zouden we overprikkeld raken. Wanneer we in een stille omgeving gaan zitten, dan ervaren we tegelijk stilte en een bijna niet te horen achtergrondgeluid. Die ervaring maakt ons rustig of onrustig, afhankelijk van onze waardering van die dubbele sensatie.
Om te komen bij ons gevoel van gelukkig zijn kunnen we, bijvoorbeeld via meditatie, binnenwaarts gaan. We proberen dan rustig te ervaren of we dat gelukkig zijn kunnen bereiken of dat er juist andere, (on)gewenste indrukken binnenkomen.
We kunnen ook in de buitenwereld op zoek gaan naar prikkels die ons overduidelijk, maar tijdelijk een geluksgevoel opleveren. Zelfs drugs en alcohol kunnen ons daarbij van dienst zijn, maar wanneer we niet kunnen omgaan met de tijdelijkheid daarvan, dan lopen we kans om verslaafd te raken.
Er zijn vele wegen naar Rome.
Het is het zaak om anderen niet te belasten met ons onvermogen om gevoelens vast te houden. Omgekeerd wanneer anderen zich overvallen voelen door onprettige gevoelens, kunnen we slechts tijdelijk afleiding of steun bieden, we kunnen een ander niet permanent gelukkig maken. Op zijn hoogst kunnen we de terugkeer naar de basistoestand helpen bespoedigen. Het helpt te realiseren dat veel pastoors, politici, winkeliers en liefhebbende ouders er belang bij hebben dat de tijdelijke aard van geluk niet doorgrond wordt. Ze houden anderen het liefst onwetend en daarmee afhankelijk.
Vanuit de ijdele hoop dat het vinden van geluk buiten ons ligt, komen mensen in beweging. En die beweging hoort bij het leven en houdt ons in leven. Hoop doet leven. Wie zijn eigen lot omhelst en zich verzoent met de realiteit bevrijdt zich van de angst voor dingen buiten de realiteit, buiten het hier en nu. En deze bevrijding kan geluk geven en leiden tot een gelukkig leven.