Oudere mannen die worden aangevallen door gekwetste dochters

Veel vrouwen kiezen een oudere man als partner. Dat is vaak bij aanvang een gelijkwaardige relatie, maar een deel van de vrouwen heeft een oudere man als partner gekozen om iets uit te werken wat zij met hun vader nog niet hebben verwerkt.
Veel vaders zijn in de kindertijd (psychologisch) afwezig. Het gevolg is dat de dochters onzeker blijven over de betrouwbaarheid van mannen. In hun partnerkeuze voor een (vaak oudere) man is deze onzekerheid nog niet manifest, maar gaandeweg ontwikkelt de relatie zich zodanig dat de kwetsuren opgelopen in de kindertijd wel manifest worden. De oudere partner krijgt verwijten over zich heen die hij niet kan relateren aan zijn eigen gedrag. Hij wordt als het ware gestraft voor de onduidelijkheid die de afwezige vader heeft achtergelaten.
Er spelen dan twee zaken tegelijk: een onverwerkt kindertrauma en een miscommunicatie tussen man en vrouw.
Over dit fenomeen zijn twee boeken geschreven die op zich niets met elkaar te maken hebben, maar die zowel man als vrouw inzicht kunnen geven op beide zaken.
Het eerste boek is “Gekwetste vrouw. Het genezen van de vader-dochter relatie”, geschreven door Linda Leonard.
Het tweede boek is “Wat vrouwen moeten weten. Over de gedachtewereld van mannen”, geschreven door Shaunti Feldhahn.
Leonard beschrijft de verscheidene vormen van “gepantserde amazones”. Amazones waren mythologische figuren waarbij de vrouwen machtiger waren dan de mannen.
Op pagina 74 schrijft Leonard:
“Volgens de legende werden de mannen in de amazonecultuur klein gehouden door ze buiten alle leidinggevende posities te houden. Ze werden meestal door de amazones als slaven gebruikt en als niet-persoonlijk middel tot voortplanting. Op die manier werd de vader als persoon buiten beschouwing gelaten, doordat hij anoniem bleef. De dochters werden gewoonlijk verheerlijkt en de jongens kreupel gemaakt en voor huishoudelijk werk gebruikt. Zo kregen de mannen zowel lichamelijk als sociaal gezien niet de kans hun mogelijkheden te ontplooien. Er was geen behoefte aan mannen in deze maatschappij, omdat de amazones dochters van Ares, de god van de oorlog en van de strijd. Zij waren vermaard als veroveraarsters, als jageressen, als wilde strijdsters en als moedige en roekeloze paardrijdsters. En zij trainden hun dochters naar dit voorbeeld. De legende vermeldt dat ze zelfs hun rechterborst afzetten om hun pijlen nog doeltreffender te kunnen afschieten. Volgens sommige versies waren de amazones dochters van Ares, de god van de oorlog en de strijdlust, vandaar hun oorlogszuchtige levensbenadering en hun houding als `krijgsvrouw'. Het beeld van de amazone kan een mythologische uitdrukking zijn van de manier waarop veel vrouwen in een onbewuste identificatie met het mannelijke leven. Als een vrouw een vader heeft gehad die zijn dochter verwaarloosde, of onverantwoordelijk was ten opzichte van haar, dat wil zeggen als vader emotioneel niet aanwezig was voor zijn dochter, dan is één veel voorkomend patroon dat zij zich tegen hem verzet. In zo'n geval is het goed mogelijk dat de dochter de vader (en zelfs mannen in het algemeen) bewust afwijst, omdat ze hen onbetrouwbaar vindt“.
Tot zover het citaat.
Leonard beschrijft diverse uitingsvormen van de gepantserde Amazone: de superster, de deugdzame dochter, de martelares en de krijgskoningin. Overheersend in de amazonehouding is de te grote nadruk op begrenzing en noodzaak. Noodzaak leidt tot controledwang, vanuit het geloof dat de eigen macht en kracht alles is wat er bestaat.
Lezing van het boek is interessant voor man en vrouw. Voor de vrouw is de herkenning belangrijk om steun te krijgen om haar vrouwelijke kant te ontwikkelen en te leren om mannen te vertrouwen (overgave). Voor mannen is het boek interessant om begrijpen waarom zij worden aangevallen, terwijl de aanval van hun partner geen relatie lijkt te hebben met het eigen gedrag.

Shaunti Feldhahn ontdekte dat het voor mannen erger is om zich onbekwaam en niet-gerespecteerd te voelen dan om alleen te zijn en ongeliefd. Voor vrouwen ligt dit precies andersom.
Op pagina 189 schrijft zij:
Als een man zich niet-gerespecteerd voelt, gaat hij zich ook niet-geliefd voelen. En wat dat betekent is dit: als je van je man wilt houden op een manier die hij op prijs stelt, moet je ervoor zorgen dat hij bovenal jouw respect ervaart.
Het grappige is: de meesten van ons respecteren de man in ons leven wel, maar we beseffen vaak niet dat onze woorden of daden precies het tegenovergestelde uitdrukken! We kunnen soms onthutst zijn als onze man in een gesprek negatief reageert en ons hulpeloos afvragen: Wat heb ik gezegd? Combineer dit met de moeite die mannen hebben om hun gevoelens onder woorden te brengen (dat wil zeggen waarom ze geïrriteerd zijn) en je hebt een licht ontvlambare - en frustrerende - situatie.
Tot zover Shaunti.
Gecombineerd met de gepantserde Amazone van Leonard maken deze bevindingen duidelijk hoe de gekwetste dochter haar partner aanvalt: door geen respect te tonen. Als gevolg daarvan krijgt zij geen liefde meer en de cirkel is rond.
Alleen zelfinzicht kan deze vicieuze cirkel doorbreken.

Ondertussen kijken beide partners met verbijstering naar elkaars gedrag en neigen ze ertoe om vanuit hun onbewuste projecties de ander te straffen voor hun onbetrouwbaarheid. En daarmee en daardoor komen ze nooit dichterbij elkaar.



Echte sex

In haar boek McSex De pornoficatie van de samenleving pleit Myrthe Hilkens voor een herwaardering van de seksualiteit en van het vrouwbeeld.
Pubers krijgen via de media (videoclips en Internet) een verwrongen vrouwbeeld en geen goed zicht op wat “echte sex” inhoudt. Scholen en ouders zouden een rol kunnen spelen, maar beperken zich vaak tot het opnoemen van de gevaren van onveilig vrijen.
Ouders zijn niet snel een aantrekkelijke gesprekspartner voor het kind omdat de meeste ouders eigenlijk het moment van experimenteren willen uitstellen en kinderen niet graag toegeven dat zij al lang met het onderwerp bezig zijn.
Oudere feministen zijn milder over de gevolgen van de door hun bevochten seksuele vrijheid, immers zij hebben het ook zelf moeten uitzoeken en zijn ook goed terecht gekomen. Maar dat is een bevoorrechte groep, die meer de mogelijkheden ziet en sex niet als een verplichting ziet.
Er is dus niemand die het goede voorbeeld geeft. Pubers zijn op het eigen inzicht overgeleverd. De meesten zullen dit goed verwerken, maar een kleine groep, veelal laag intelligente mannen en vrouwen, lopen schade op of een misvormd beeld van hoe het zou kunnen zijn.

Deze onwezenlijke situatie vraagt moed van alle betrokkenen: pubers, ouders, leraren, media-medewerkers en politici om het gesprek aan te gaan. Niemand kan het eigen sexuele gedrag als voorbeeld stellen, daarvoor is het te persoonlijk en eigenlijk ook niet interessant voor het kind. Wat wel kan is een gesprek over wat “echt” is. Want daarin kan jong en oud elkaar vinden. Ook voor ouderen is het zaak om de ingesleten gewoontes in de slaapkamer af en toe eens tegen het licht te houden met de vraag of het “echt nog gaat zoals zij het eigenlijk willen”.
Het antwoord op die vraag verschilt ook in tijd en is geheel afhankelijk van de eigen integriteit en de kwaliteit van de echtelijke communicatie. Het jezelf realiseren dat dit allemaal niet vanzelfsprekend is, kan een opening bieden in het gesprek met de jong volwassene. Dat je het als ouder soms wel weet, maar soms ook weer de greep dreigt te verliezen op het “echte” contact.
In de emancipatie tussen man en vrouw is het zoeken naar balans in gelijkwaardigheid ook een doorgaande afstemming. Het wordt tijd dat politici en mediamakers meer tijd en ruimte inruimen om het “echte” verhaal van vrouwen zelf aan te horen. Bevochten vrijheid moet toch elke keer weer opnieuw besproken worden om te bepalen of de hedendaagse uitwerking de bedoeling van alle betrokkenen is en instemming van de meerderheid heeft.
Myrthe Hilkens: McSex de pornoficatie van onze samenleving (bol.com).

Zie ook het artikel "wat is echte liefde?".

Het pijnlichaam als bron van ellende

Volgens Eckhart Tolle hebben we allemaal in meer of mindere mate last van een pijnlichaam. In zijn boek De kracht van het Nu schrijft hij daar o.a. over op blz. 41 t/m 46.

Het emotionele pijnlichaam is een onzichtbare entiteit, een veld van negatieve energie die zich ophoopt in lichaam en geest. Het gaat over emotionele pijn in het heden, die aanhecht bij pijn uit het verleden ("nog levend oud zeer") en letterlijk een eigen leven gaat lijden.
Het kan actief zijn of sluimeren en kan door willekeurige gebeurtenissen wakker gemaakt worden. Soms lijkt het op een jengelend kind, andere pijnlichamen zijn emotioneel, destructief en gewelddadig naar de gastheer of vrouw of naar anderen. Het kan op den duur ook ziekten veroorzaken.
Het zorgt voor welke vorm van ongelukkigheid dan ook die bij jezelf, bijvoorbeeld irritatie, boosheid, razernij, depressie, ongeduldigheid enz. enz.. Je wilt pijn lijden of pijn doen.
Het kan alleen overleven als je jezelf er onbewust mee vereenzelvigt of identificeert.
Het voedt zich met alle negatieve ervaringen en herschept zichzelf met alle als negatief gelabelde ervaringen en schept zo ervaringen, die het zo weer voeden. Het is de vijand van het leven geworden. Er tegen vechten, voedt het ook en is dus zinloos als je er van wilt verlossen.
Het manifesteert zich vaak als boosheid, waar altijd weer pijn achter zit. Geef het alle neutrale aandacht die je hebt met je bewustzijn, maar ga er niet in gedachten mee op de loop, en het kan niet meer voortbestaan; het wordt getransformeerd in bewustzijn. Het was gevangen levensenergie die zo bevrijdt wordt. Je hebt toegang gekregen tot de kracht van het nu.
Het ontwaken tot dit bewustzijn inspireerde Tolle tot het schrijven van Een Nieuwe Aarde, waarin hij zijn theorie nog eens opnieuw ontvouwt.

In dit boek schrijft Tolle over (on)geluk:
Zeg niet "ik ben ongelukkig" (dat is identificatie), maar "ik heb ongelukkige gevoelens" (is observatie vanuit bewust-zijn). Gevoelens zijn eindig en tijdelijk.
Elders schrijft hij:
Streef niet naar geluk. Als je dat doet, vind je het niet, want streven is de antithese van geluk. Geluk is altijd vluchtig, maar vrij zijn van ongelukkige gevoelens is nu bereikbaar door onder ogen te zien wat het is in plaats van er verhalen over te vertellen. Ongelukkig-zijn verbergt je natuurlijke toestand van welbevinden en innerlijke vrede, de bron van echt geluk.





Maak van een gevoel geen groot drama

Je gekwetst voelen is jouw verantwoordelijkheid

Byron Katie in "Ik heb je liefde nodig, is dat waar?" (pagina 95).
Gekwetste gevoelens of welke vorm van onbehagen dan ook kunnen nooit door een ander worden veroorzaakt. Niemand buiten mezelf kan mij kwetsen. Dat is onmogelijk. Ik word alleen gekwetst als ik de stressvolle gedachte geloof. En ik ben degene die mezelf pijn doet door te geloven wat ik denk. Dat is heel goed nieuws, omdat het betekent dat ik er niet voor hoef te zorgen dat iemand anders ophoudt mij te kwetsen. Ik ben degene die kan stoppen mij te kwetsen. Het ligt in mijn handen.
Tot zover Katie.

Wanneer je zegt dat de ander jou gekwetst heeft, doe je een bewering over jouw gevoelens en beschuldig je de ander ervan dat hij of zij jou beschadigd heeft.
De ander heeft meestal die intentie niet (gehad) en zal dan ook in verdediging gaan om de gevolgen van het gebeuren te verzachten. Het gevolg is dat degene die zegt gekwetst te zijn of pijn te hebben geleden minder serieus wordt genomen.
Dat is jammer, want wat is mis mee om te zeggen dat de ander jou (diep) geraakt heeft als het genoeg is om terug te geven dat er emoties en gevoelens zijn opgeroepen.

Het pijnlichaam

Eckhart Tolle introduceert in zijn boek “Een nieuwe aarde” het pijnlichaam.
Een pijnlichaam kan worden geactiveerd door mensen of situaties (als iemand op je ‘knoppen drukt’). Op zo’n moment word je volledig overgenomen door emoties. Tolle: ‘Een pijnlichaam is een semi-automatische energievorm die in de meeste mensen leeft, een uit emoties bestaande entiteit. Net als alle levensvormen, moet het zich regelmatig voeden – nieuwe energie opdoen – en het voedsel dat het nodig heeft om de voorraden aan te vullen, bestaat uit energie die overeenkomt met zijn eigen energie, dat wil zeggen, energie met een vergelijkbare frequentie’. Voor het pijnlichaam is elke emotionele pijnlijke ervaring bruikbaar als voedsel. Daarom gedijt het zo goed op negatief denken en op drama in relaties. Het pijnlichaam is een verslaving aan ongelukkig-zijn.
Tolle roept op om je niet te identificeren (samen te vallen) met jouw denken en emoties. Gevoelens en gedachten mogen er zijn, net zo groot als je ze kan toelaten en overzien, maar blijf altijd een observator daarvan. Na verloop van tijd zullen ze weer verdwijnen.
Hij roept op tot Tegenwoordigheid: een bewust leven in het nu, zonder identificatie met gedachten, gevoelens, emoties of intuïties, maar een gewaarwording en een integratie daarvan.


Gevoel als machtsinstrument

Susan Smit

"Als iemand in een gesprek zegt ‘zo voel ik dat gewoon’ dan weet je dat je niet geacht wordt daar verder nog iets tegenin te brengen. Er is zojuist een veto uitgesproken. Er is een joker op tafel gelegd, waarbij geen argumenten nodig zijn. ‘Het is hoe ik het voel dus is het zo’.

Gevoel heilig verklaren is verdomde gevaarlijk. Zo zijn er onderbuikgevoelens die tamelijk onbetrouwbaar zijn, want afkomstig uit de troebele poel van trauma’s, sentimenten, illusies, projecties en ongefundeerde angsten".
"Het is zaak de heilige ‘gevoelkaart’ alleen te spelen als je te maken denkt te hebben met de enige echte joker: het innerlijk weten".

Liefde onthouden om kinderen te harden

Het is gelukkig niet meer van deze tijd je kind liefde te ontzeggen om het te harden tegen teleurstellingen in het leven later.
Deze boodschap is helaas nog niet tot alle ouders doorgedrongen.
Belangrijk is ook te beseffen dat die verwerpelijke pedagogische grondhouding van “liefhebbende” ouders de mensen zijn die kind waren in en na de Tweede Wereld Oorlog. Ten onrechte meenden zij zo met een vaak groot gezin efficiënt en verantwoord bezig te zijn. Nu schamen zij zich voor hun pedagogische truuk, maar zijn zij niet allemaal bereid toe te geven dat ze het hebben toegepast. Dat maakt het lastig om erover te praten en uit te wisselen tot wat voor ellende en eenzaamheid dat heeft geleid.
Veel volwassenen durven zich nog steeds niet kwetsbaar op te stellen, bang dat ze onbewust zijn dat een ander daar misbruik van zal maken. In de ogen van de “oude” opvoeders moest je het ijzer smeden als het heet was, dus je kon maximaal je kind vormen als het zich kwetsbaar toonde. Vrijwel geen enkele ouder kwam op het idee dat je het kind voorgoed verpestte. Net als voor de pup die niet wil komen naar zijn baas, is het fnuikend voor het vertrouwen om het te straffen als het uiteindelijk wel komt.
Zo is het ook met vertrouwen tussen ouder en kind. Stelt een kind zich kwetsbaar op, dan verdient het ondersteuning en beloning voor die houding. Alleen zo voedt je kinderen op tot sterke volwassenen die hun kracht tonen door kwetsbaar te zijn.

Veel latere verslavingen zijn terug te voeren op deze fase uit de opvoeding. Jan Geurtz weet in deze video uitstekend uit te leggen hoe deze relatie kan leiden tot verslavingen.

Eckhart Tolle over het ego

Eckhart Tolle is schrijver van De kracht van het Nu en Een nieuwe Aarde. Om de weg te gaan die wordt beschreven in De kracht van het Nu dien je de identificatie met je analytische geest en het daardoor gecreëerde onechte zelf, het ego, te laten varen. We zijn ons denken niet. We kunnen onszelf van psychische pijn verlossen. Je authentieke kracht wordt pas gemobiliseerd door je over te geven aan het Nu. Daar en dan is het waar het gebeurt.

De boodschap van Eckhart Tolle is gericht op het helpen van mensen om meer bewust te worden van het huidige moment, en het verminderen van lijden en stress veroorzaakt door zorgen over het verleden en de toekomst. Hij pleit voor het ontwikkelen van een dieper bewustzijn van het huidige moment, en het loslaten van negatieve emoties en gedachten die ons vasthouden in het verleden of ons zorgen maken over de toekomst. Hij benadrukt het belang van mindfulness, aanwezigheid en meditatie als middelen om deze staat van bewustzijn te bereiken.
Eckhart Tolle's filosofie is gebaseerd op een mengeling van spirituele tradities, waaronder het boeddhisme, taoïsme en christendom. Hij benadrukt het belang van het vinden van een diepere betekenis en doel in het leven, en het loslaten van de ego-gerichte gedachten en overtuigingen die ons beperken en ons afhouden van onze ware aard.

In Een nieuwe aarde beschrijft Tolle de blauwdruk voor een nieuwe, op spirituele waarden gebaseerde samenleving, waarin we werkelijk geluk zullen kennen. Het ego-gerichte bewustzijn heeft de aarde en mensheid aan de rand van de totale catastrofe gebracht.
Tegenstrijdig lijkt het dat Tolle oproept om te leven in het Nu en zo schijnbaar geen rekening te houden met het geleerde uit het verleden en de bedreigingen in de toekomst.
Tolle beveelt aan om als het ware toeschouwer (gescheiden) te zijn van jouw gedachten en emoties. De zin daarvan is je te realiseren dat je niet bent wat je denkt of voelt en dat je niet samenvalt met jouw ego.
De boodschap van het ego is het volgende.
1. Ik ben wat ik heb.
2. Ik ben wat ik doe.
3. Ik ben mijn reputatie.
4. Ik ben gescheiden van alle anderen.
5. Ik ben gescheiden van wat mist in mijn leven.
6. Ik ben gescheiden van God.

Het zijn uiteraard allemaal (begrijpelijke) vergissingen: je bent niet wat je hebt, doet of wat je denkt dat anderen van je zeggen en je bent niet gescheiden van anderen, je bent zelfs verbonden of sterker: een deel van God.
Via ons DNA lijken we voor 99,99% op anderen en toch wil het individu erkenning voor wat hem of haar uniek maakt. Dat is menselijk en niet fout. Je hebt meer gemeen met anderen dan dat je scheidt. De mens wil erkenning dat hij er mag zijn, maar in de strijd daarvoor slaat hij soms om zich heen en raakt daardoor nog verder verwijderd van die erkenning.
Het gaat erom te leren het moment te herkennen dat het goed is om je te verbinden met jezelf of een ander en wanneer het tijd en beter is om los te laten. Die afwisseling te beheersen maakt je flexibel en voorbereid op veranderingen die je ontwikkelen.

Boeken van Eckhart Tolle op bol.com

Robert Bridgeman over identiteit.

In zijn boek Ik ben / Zijn leert de verlichte Sri Nisargadatta Maharaj ons de kunst van de deductie. In normaal Nederlands: door te benoemen wat je niet bent, kom je uiteindelijk bij wie je in werkelijkheid bent. Probeer maar eens: ik ben niet mijn lichaam (als je sterft, gebruik je dat lichaam niet meer), ik ben niet mijn geboorte (dat was slechts een moment, dat voorbij is), ik ben niet mijn emoties (emoties komen en gaan), ik ben niet mijn herinneringen (die zijn immers al geweest), ik ben niet mijn gedachten (want die komen en gaan), ik ben niet mijn inspiratie (want die heb soms wel en soms niet), ik ben niet mijn Hoger Zelf (daar heb ik niet altijd contact mee), ik ben niet mijn ziel. Wat blijft er dan over? Juist! Datgene wat je wel bent. Niet te omschrijven in de beperkte woorden die het verstand gebruikt. Wel te ervaring na je verlichting.

Robert Bridgeman. Start vandaag met lichter leven. Een spirituele ontdekkingstocht.

Is alles liefde?

Dooddoeners

"Alles is liefde"; "alles is energie"; "alles is bewustzijn". Van deze simplificaties word je niet veel wijzer. Wanneer iets alles is, ben je niets wijzer.
"Goed en slecht zijn schijnbare tegenstellingen". Je kunt wat je slecht vindt ook zonder oordeel omschrijven als "het ontbreken van het goede". Of "koude bestaat niet, er is alleen maar gebrek aan warmte". Koude en warmte zijn graden van temperatuur. "Duisternis is het ontbreken van licht".
Deze eendimensionale opvattingen van moraal, warmte en licht snijden meer hout. Wanneer je iets als ontwikkeling beziet, realiseer je je ook dat je iets moet toevoegen om iets te veranderen.
Een voorbeeld is de criminele jongere. Wanneer je zijn levensloop ten goede wil laten ontwikkelen kan een liefdevolle begeleiding wonderen doen.

Van dualiteit naar dynamiek

Je kunt de wereld bekijken in tegenstellingen: liefde en haat; sterk en zwak; wijs en dom. Je kunt de wereld ook bekijken in termen van ontwikkelingen. Eendimensionale ontwikkelingen van zwak naar sterk, van onverschillig naar liefdevol, van onverantwoordelijk naar verantwoordelijk.
Mensen zijn vrij om keuzes te maken en om wel of niet relaties aan te gaan. Wanneer zij zich binden in een relatie, maken ze een keuze en zijn ze een deel van hun vrijheid kwijt, maar hebben op een hoger niveau vrijheid en liefde gewonnen. Dat is de kwaliteit van een goede relatie.

Kwaliteit in ontwikkeling

In de vergelijking van Einstein, e=mc2, wordt een relatie gelegd tussen energie en massa. Een mooie houten tafel is zowel massa als energie. Maar het is ook vorm. De timmerman en het hout van de bomen worden omgevormd tot iets moois. Daarvoor is leven nodig: van de timmerman en van bomen. De creatieve vaardigheden van de timmerman zorgen voor de mooie tafel.
In de tafel komen liefde, energie en bewustzijn bij elkaar. Had de timmerman geen zin of geen talent dan was er geen mooie tafel ontstaan.

Het is een kenmerk van het leven dat het zich ontwikkelt in bewustzijn. Deze ontwikkeling start telkens opnieuw en als het goed is komt de ontwikkeling telkens een klein stapje verder.
Het is daarom belangrijk dat we elkaar de kans gunnen en geven om telkens weer opnieuw te ontwikkelen. Dan krijgen liefde, kracht en bewustzijn steeds meer vorm, kwaliteit en niveau en wordt de stelling dat alles liefde, energie of bewustzijn zou zijn, steeds meer realiteit.

Zie ook Spirituele dooddoeners.

Hans Laurentius schrijft in "Rozengeur & Prikkeldraad".
"Alles is EEN, is gelul.
Er is geen 'alles', 'alles' is veelvoud,
gefragmenteerdheid.
Er is NIETS".

Interne of externe basis voor identiteit

Welke aspecten er aan identiteit zitten, wordt omstandig beschreven op Wikipedia. We lopen een paar van deze aspecten langs om de “bepalers” van iemands identiteit te schetsen. Daarna een oproep om de eigen identiteit niet te baseren op krachten buiten het Zelf. Dat heeft het gevaar in zich dat je jezelf verliest in een conflict.

Persoonlijke identiteit
Een persoon kent subjectieve ervaringen. Die ervaringen veranderen de persoon, evenals de persoon door de tijd verandert, maar er is een deel dat de persoon als onveranderlijk ervaart. Dat deel bepaalt zijn identiteit..

Genetische identiteit
Het DNA bepaalt of je man of vrouw bent; of je lang of kort bent; of je blank of zwart of iets er tussenin bent; het bepaalt jouw uiterlijk; of je snel ziek wordt en enigszins hoe oud je wordt, enz.

Sociale identiteit
Waar je woont, wie jouw ouders waren, wat voor opleiding je hebt gedaan, wat jouw beroep is, of je seculier of religieus bent etc. bepaalt jouw sociale identiteit.
Sociale identiteit verwijst naar de groepen waartoe wij ons rekenen, samen met het emotionele belang en de waarde die wij aan die groepen hechten. Hoe meer wij ons identificeren met een groep, hoe meer die groep wordt geïnternaliseerd in ons zelfbeeld, en hoe vager het onderscheid tussen de groep en het individu wordt. Wanneer dus een voetbalteam waarmee wij ons sterk identificeren het goed/slecht doet, dan heeft dit dus positieve/negatieve implicaties voor ons zelfbeeld. Wanneer een groep positief wordt geëvalueerd, zullen de leden van die groep hun lidmaatschap willen accentueren, omdat dit hun zelfbeeld ten goede komt. Graag koesteren we ons in de roem die door anderen wordt uitgestraald.

Culturele identiteit
Een culturele identiteit ontstaat als een samenleving kiest voor een groepsverbondenheid die ze zelf definieert op grond van gemeenschappelijke waarden en normen en op grond van een gemeenschappelijk verleden. Culturele identiteit is een toeschrijvingsproces dat wortelt in een historisch continuïteitsbesef. Het is dan ook niet verwonderlijk dat jonge naties zich beijveren om zichzelf een groots verleden.

Nationale identiteit
Eerbiediging van de nationale identiteit is in het Verdrag van Maastricht (1992) tot een te respecteren fenomeen verklaard. Ondanks hun afwijzende kritiek ontkomen critici er niet aan bepaalde dingen toch als bijvoorbeeld typisch Nederlands te benoemen, zij het dan vaak wel in negatieve zin.

Globale identiteit
Je voelt je inwoner van een continent: Europa, Afrika, Amerika, Azië etc..

Tot zover een vrije samenvatting van Wikipedia.

Wanneer mensen hun identiteit teveel laten bepalen door krachten buiten zichzelf, zoals religie of etnische nationaliteit, dan voelen zij zich ook persoonlijk aangevallen wanneer anderen die ook onder die identiteit vallen worden aangevallen. Zij kunnen zich er als het ware niet meer los van maken. Het risico is dat zij in de tegenaanval gaan op anderen met dezelfde identiteit als de aanvallers. Oog om oog, tand om tand, maar dan van onschuldige anderen. Oorspronkelijke daders en nieuwe slachtoffers hebben dan niet meer met elkaar te maken en ongebreidelde escalatie is het gevolg. Een voorbeeld is de strijd tussen Amerika en de Taliban of tussen Afrikaanse stammen in Kenia of Rwanda.
Je leven riskeren voor een doel als herwinning van vrijheid is een respectabel motief. Je leven geven zoals een zelfmoordenaar doet door zichzelf op te blazen in een menigte en daarbij willekeurige anderen te doden is een vorm van zinloos identificeren met een valse identiteit.
Een gemakkelijke oplossing voor etnische en religieuze conflicten is er niet, behalve zelfbeheersing door verantwoordelijke bestuurders. Zelfbeheersing door mensen die hun identiteit niet laten afhangen van factoren buiten zichzelf.
Ook in persoonlijke conflicten is het zaak om de aanleiding niet te zeer op jezelf te laten betrekken, maar zaak om een zekere distantie te houden tussen jouw zelfbeeld en het beeld dat de ander van je heeft. Verduidelijking vragen aan wat een ander zo stoort aan jou is de beste manier om te voorkomen dat je te zeer van streek raakt door een aanval op jouw identiteit.

Ware liefde

Samen gaan

Hoe herken ik ware of echte liefde? Om een goed antwoord te kunnen geven moet je eigenlijk meer weten over degene die de vraag stelt, zoals diens leeftijd, ervaring met relaties, de cultuur waarin iemand is opgegroeid, enz.. Het is letterlijk en figuurlijk "maat"werk.
Gelukkig valt er ook in het algemeen wat over te zeggen. Meestal zijn stabiele relaties gekenmerkt door een zekere balans tussen kenmerken van partners: ze zijn van ongeveer gelijke opleiding, inkomen en fysieke schoonheid. Uitersten trekken elkaar aan, maar dat is geen garantie voor stabiliteit, eerder voor wederzijdse afhankelijkheid. Beter is het te zoeken in balans. Kortom, "soort zoekt soort" en deze wederkerigheid geldt ook bij de vraag "hoe herken ik ware liefde"? Wil je liefde in een ander kunnen herkennen dan moet je ook in staat zijn om liefde door te geven. Hoe beter je dat kunt (herkennen), des te groter is de kans iemand te ontmoeten die dat zelf ook doorgeeft. Het herkennen kun je ook oefenen.
Meerdere partners kunnen jou ware liefde geven. Liefde kent geen object, verliefdheid wel. Ware Liefde is niet zozeer een persoonlijk gevoel, maar eerder een fundamentele staat van zijn die ons verbindt met alles en iedereen.
Wees niet perfectionistisch, wie zegt dat ware liefde voor eeuwig bij dezelfde partner moet worden gevonden? Of dat alle scheidingen duiden op een mislukt huwelijk? Vaak is zowel kunnen loslaten als kunnen verbinden een teken van ware liefde. Ware liefde gaat samen met vrijheid ervaren.

Hoe doe je dat: ware liefde geven?

Het klinkt egoïstisch, maar geef die liefde aan een ander die je zelf overhebt, nadat je liefde aan jezelf hebt gegeven. Geef onbaatzuchtig wat je over hebt zonder er iets voor terug te verlangen. Wanneer je werkelijk van iemand houdt zul je die ander altijd alle vrijheid (willen) verlenen.
In true love, you attain freedom
Een ideale partner, die
  • ondersteunt me
  • troost me wanneer ik aangeslagen ben
  • laat zien dat hij/zij van me houdt
  • roept vreugde in mij op
  • is voor zijn/haar geluk niet afhankelijk van mij
  • laat oprechte interesse in me zien
  • onthoudt dingen die belangrijk zijn
  • is altijd bereid om naar me te luisteren
  • stelt vragen op een zorgzame toon
  • brengt extra tijd met me door, puur omdat hij / zij het zelf wil
  • is bereid om met me te praten over mijn moeilijkheden
  • waardeert mijn bijdragen
  • is emotioneel beschikbaar voor me
  • geeft mij het gevoel dat ik ertoe doe
  • is begripvol
  • geeft veiligheid
  • brengt avontuur
  • kan omgaan met tegenstrijdige verlangens
  • kan afwisselend verbinden en loslaten.
Wanneer je zo met je vrienden of (potentiële) partner omgaat, geef je de ander het gevoel dat hij of zij zichzelf kan zijn, zonder zich te hoeven bewijzen of iets terug te moeten geven. Het is dan des te beter te zien of wat de ander jou geeft, jou ook jezelf laat zijn. Ware liefde betekent dat je met elkaar kunt delen wat er in je omgaat en dat je elkaars zwaktes kunt accepteren, zonder dat als een bedreiging te zien voor de liefde zelf.

Wederkerigheid en evenwaardigheid

Let op: bovengenoemde opsomming is geen wensenlijstje. Kun jij dit een ander ook bieden? Zo niet, zorg dan dat je eerst zelf gelukkig kunt zijn. Vervuld van geluk, wil je delen en stroom je over van (onvoorwaardelijke) liefde. Stel geen voorwaarden aan liefde en veins niet dat je onvoorwaardelijke liefde schenkt. Maak niet de fout dat je permanent een gevoel van geluk wilt ervaren.

Net als vermogen energie kan leveren, stroomt liefde als een potentiaal tussen een bron en een ontvanger. Er is echter (anders dan velen hopen) geen schepper en/of eigenaar van liefde. Liefde is en hoeft alleen maar ontdekt en gekoesterd te worden. Of je wilt of niet, liefde is ongrijpbaar, maar we zijn het allemaal (mens en dier) waard om het te beleven. Wanneer beiden zich in evenwaardigheid realiseren dat zij het beste afwisselend bron en ontvanger kunnen zijn, blijft de stroom doorgaan. Liefde en energie gaan niet verloren, maar kunnen wel geblokkeerd worden, waardoor de stroom stopt.

De basis voor ware liefde wordt voor de boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh gevormd door de vier elementen welwillendheid, mededogen, vreugde en gelijkmoedigheid. Liefde kan alleen maar gegeven worden als je ook jezelf liefhebt en een alledaags bewustzijn eigen maakt. Het gaat niet om het verleden of de toekomst, maar het is de schoonheid en kwaliteit die je ervaart in het huidige moment.
Thich Nhat Hanh: ware liefde (bol.com).

Liefde en ontwikkeling

Liefde maakt een eenheid van je. Een ware partner laat je opbloeien en je ontwikkelen tot een optimale balans in kwaliteit, liefde en vrijheid.

Liefde is als een trap met aan de voet daarvan de lust, stelt filosoof Plato. Wie zich laat leiden door deze laagste liefde zal de uiterlijke schoonheid van anderen begeren. Maar door te filosoferen kunnen we hogere treden bestijgen, en zo tot hogere liefde komen. Bijvoorbeeld door in te zien dat de schoonheid van een ander in elk individu terug te vinden is.

Siddhartha Gautama Boeddha, de grondlegger van het boeddhisme, riep op om te mediteren op de kracht van liefde en wel op vier krachten die hij in alles en iedereen ziet.
  1. Maitri, liefdevolle betrokkenheid: het verlangen om geluk te brengen aan alle levende wezens met bewustzijn.
  2. Karuna, compassie: het streven om alle levende wezens te bevrijden van hun pijn.
  3. Mudita, meevoelende vreugde: de blijdschap om het geluk van anderen.
  4. Upeksha, gelijkmoedigheid: een evenwichtigheid die ons in staat stelt evenveel en zonder onderscheid alle levende wezens te liefhebben.

Daar af en toe bij stil te staan (mediteren) is doenlijk, zonder de pretentie te hebben om het leed van de hele wereld op jouw schouders te nemen.

Zie ook de lezing van Esther Perel "Het geheim van verlangen in een langetermijnrelatie".
In de paradox tussen liefde en verlangen lijkt het vreemd dat juist ingrediënten die liefde voeden -wederkerigheid, veiligheid, zorg, verantwoordelijkheid voor de ander- ook de ingrediënten zijn die verlangen kunnen verstikken. Verlangen gaat vaak gepaard met gevoelens die niet altijd de liefde ten goede komen: jaloezie, bezitsdrang, agressie, macht, dominantie, ondeugendheid, onheil. In principe zullen de meesten van ons 's nachts opgewonden raken door dezelfde zaken waar we overdag tegen demonstreren. De erotische geest is niet erg politiek correct. 
Tot zover een citaat uit haar lezing.


Klik hier voor boeken over in balans komen en blijven of over de liefde.
Waarom word je verliefd op de een en niet op de ander? In Waarom hij? Waarom zij? legt Helen Fisher uit hoe we -bewust én onbewust- onze romantische beslissingen nemen.
Fisher: waarom hij? waarom zij? (bol.com).

Nog meer blogs lezen? Klik hier voor Lovehoppers op zoek naar ware liefde of De acht kenmerken van ware liefde en sterke relaties of Houden we eigenlijk wel van elkaar?

Waarom tot 10 tellen?

Bijna ieder kind heeft van zijn ouders wel eens de suggestie gekregen om eerst tot tien te tellen alvorens het andere kind de waarheid te vertellen en zijn vet te geven.
Vrijwel geen enkele ouder vertelt daarbij waarom je eigenlijk tot 10 moet tellen. Ouders hopen dat de woede dan zakt en er een kleine afleiding is.
Ze zouden er beter aan doen om kinderen duidelijk te maken dat ieder mens geneigd is bij een ruzie goed uit te halen, zo van "jij laat mij nooit de ruimte" en "jij bent een zus of zo". Die 10 tellen zouden beter besteed zijn als iedereen die kwaad is dan zich even kan realiseren dat de ik-boodschap veel effectiever is: "ik vind het vervelend als ik niet de ruimte krijg" en "ik wil graag dat je niet meer zus of zo doet of zegt".

Je woede laten zakken heeft nog een belangrijke betekenis. Het is ook een moment om weer tot jezelf te komen door letterlijk weer in jezelf te belanden. In de meditatie of ontspanningsoefening doe je dat door diep in te ademen en je te verbeelden dat je weer vanuit je hart gaat leven. Niet letterlijk, maar figuurlijk.

Een ander proberen verbaal volledig klem te zetten, levert weerstand op. Vertellen en duidelijk maken hoe het gedrag van de ander iets onaangenaams bij jou tot gevolg heeft, laat de ander de ruimte om zelf met een suggestie te komen om de negatieve gevolgen te voorkomen.
De meeste mensen zijn welwillend, tenzij ze worden gedwongen.

Meer lezen over woede? Klik hier.

Het gelijk van Byron Katie

Draai het eens om, zegt de vrouw wiens voornaam een achternaam lijkt, maar het niet is. Byron vergelijkt zichzelf graag met Jezus die anderen opriep de andere wang toe te keren. Dat en de methode van Byron zijn zeer effectief om conflicten op te lossen. “Neem jezelf wat minder serieus”, “betwijfel je eigen waarheid” en “bekijk het eens van de andere kant” daar komen de adviezen van Byron Katie op neer.
De vier vragen die Katie anderen zichzelf laat afvragen luiden:
1. Is wat ik denk waar?
2. Kan ik absoluut weten dat het waar is?
3. Hoe reageer ik als ik een negatieve gedachte heb?
4. Wie zou ik zijn zonder die gedachte?

Het knappe van de vragen is dat het logische vragen lijken, maar het gemeenschappelijke in de vier vragen is dat het vragen zijn die twijfel oproepen en ontregelend werken.
“Wat is het geluid van één klappende hand?” is een bekende vraag uit de Tao om mensen aan het denken te zetten. De vragen van Byron lijken daar op.
Af en toe eens aan jezelf twijfelen en daarmee ruimte scheppen voor het gezichtspunt van de ander, daar is niets mis mee. Want je gaat dan beter naar de ander kijken en luisteren en dat lijkt verdomd veel op de start van een gezonde communicatie. En die communicatie op een manier voeren die minder misverstanden oproept dan de vragen van Byron doen, dat is eigenlijk niet zo moeilijk.


Tips voor omgaan met hangjongeren

99 tips voor het omgaan met jongeren in de straatcultuur

RESPECT! is een praktisch boek over jongeren die 'zich niet laten corrigeren'. Het geeft concrete tips voor effectief gedrag, zowel voor individuele correctie als voor corrigeren in groepsverband. 
Hans Kaldenbach schreef in 2004 het boekje Respect! 99 tips voor het omgaan met jongeren in de straatcultuur.

Een aantal tips:
  1. Als je geïrriteerd bent, ga er dan niet op af. Dat hebben jongeren meteen door en dat maakt een normaal gesprek bij voorbaat kansloos.
  2. Om problemen te voorkomen, kun je het beste van tevoren contact maken. Als de jongeren je kennen en jij kent hen, dan praat dat al een stuk makkelijker.
  3. Op het moment dat je gaat corrigeren: altijd eerst groeten („goedenavond heren, dames"), voor je met je klacht komt.
  4. Toon begrip om optimaal effect te hebben. „Ik snap dat jullie met elkaar willen praten, maar…".
  5. In het geval van allochtone jongeren, probeer iemands naam te onthouden en die goed uit te spreken.
  6. Straal bij allochtone jongeren uit dat ze onze jongeren zijn. Elk signaal waarbij ze proeven dat ze er niet bij horen zet hun relatie met u en met de samenleving op scherp. Het zijn derde generatie Néderlanders.
  7. Als iets is misgegaan, spreek dan vertrouwen uit over de toekomst. Blijf hoop uitstralen.
  8. Raak jongeren niet zomaar aan. Zelfs een lichte aanraking op de schouders of aan de bovenarm kan tot een explosie leiden, ook als duidelijk is dat u absoluut geen gevecht zal beginnen. Het heeft in de straatcultuur een specifieke betekenis. Het is oorlog en u komt binnen hun territorium.
  9. Ga niet op elke kleine provocatie in. Soms kijkt u iemand alleen maar aan, recht in de ogen en zwijgt. De ander begrijpt dat u een grens aangeeft.
  10. Humor. De waarde van humor is buitengewoon groot in gespannen situaties.

Intuïtief leven, neem de tijd

Er is de laatste tijd een positieve herwaardering van de invloed van het onbewuste en de intuïtie. Intuïtie is een vorm van kennis of begrip die niet noodzakelijkerwijs voortkomt uit logisch denken, redeneren of bewuste analyse, maar eerder uit een gevoel van innerlijk weten of direct inzicht. Het is een onmiddellijke reactie op een situatie, persoon of idee die dieper gaat dan het bewuste denken en zich manifesteert als een gevoel, een indruk of een beeld.



Of deze aandacht voor intuïtie gunstig uitpakt voor degene die het toepast, hangt af van zijn motivatie en zelfkennis. Doet hij of zij het om er financieel beter van te worden, zonder tegelijkertijd meer gericht zijn op een gebalanceerde levensstijl dan kon hij wel eens van een koude kermis thuis komen.
“Bezint eer gij begint”, “eerst ergens een nachtje over slapen” en “de eerste ingeving is vaak de juiste” lijken met elkaar in tegenspraak.

Belangrijk uitgangspunt van degene die meer op zijn intuïtie wil vertrouwen is zelfkennis. Wie weet dat hij impulsief is en achteraf bezien vaak te snel reageert, weet ook dat hij meer aandacht moet besteden aan wat er echt als eerste in zijn hoofd opkomt. Is die gedachte een intuïtie of een wens? Zelfkennis op dit punt betekent geen direct oordeel te geven aan wat er aan gedachte opkomt. Wil een gezonde overweging een kans maken, dan moet de beslisser een goed onderscheid kunnen maken tussen informatie en emotie. Een emotie kan gezien worden als een vorm van informatie en aldus worden behandeld alvorens de persoon besluit deze te uiten of zich er door te laten overspoelen. Naast emotie kent een mens intuïtie. Het is een gelukkige omstandigheid dat er voor een beslissingsproces waarbij gekozen wordt voor het een, tegen het ander drie bronnen van informatie zijn: ratio, emotie en intuïtie. Er is dan altijd een meerderheid voor het een of het ander te vinden, vooropgesteld dat elke bron gelijke inbreng heeft.

Wil een afweging van voors- en tegens goed uitpakken dan moet er tenslotte voldoende tijd en rust worden genomen om dit proces te laten rijpen. Ook eerste en laatste ingevingen moeten gelijk gewicht krijgen en niet onder onnodige tijdsdruk worden gewogen. "Haastige spoed is zelden goed". Het kan nuttig zijn om regelmatig tijd vrij te maken om na te denken over je eigen keuzes en beslissingen. Door stil te staan bij je ervaringen en te onderzoeken welke factoren hebben bijgedragen aan bepaalde uitkomsten, kun je jezelf trainen om bewuster en gevoeliger te worden voor intuïtieve signalen.

Taoïsme en stoïcijnse levenshouding

Onafhankelijk een natuurlijke weg volgen

Wei wu wei is in het Taoïsme het bewust zijn van weten wanneer wel te handelen (actief op te treden) en wanneer niet te handelen. Doen door niet te doen.
Je kunt, om deze levensstijl te begrijpen, denken aan gewoontes als handelingen die niet (meer) worden gevoeld als een inspanning. Bijvoorbeeld: je tanden poetsen als voorbereiding op de nacht of je handen wassen na de gang naar het toilet. Het is een routine geworden die niet meer opvalt, maar wel ongemerkt zijn effect heeft op de hygiëne of op de gezondheid. Dit zijn maar onbeduidende voorbeelden maar deze grondhouding gaat ook op voor de grote levensvragen. Leven in het nu, dingen nemen zoals ze komen of zoals ze zijn, zijn allemaal voorbeelden van wei wu wei.

Prettig geraakt worden

Ze zijn ook de bestanddelen van een stoïcijnse levenshouding. Zaken die je raken zijn nog geen zaken die je kwetsen. Stel je krijgt een lekke band onderweg, dan kom je te laat. Je kunt het ook opvatten als het moment om je band te (laten) vervangen en er vervolgens vrijwel zeker van te zijn dat je de komende jaren juist geen lekke band meer krijgt. Het zijn ook soms de momenten van onverwachte ontmoetingen of wijzigingen in perspectief als je noodgedwongen moet lopen. Het confronteert je met je manier waarop je in het leven staat. Kijk al lopend eens om je heen in een omgeving waarbij je bijvoorbeeld alleen maar fietst. Je ziet details die je anders nooit ziet. Je spreekt mogelijk mensen die je normaal gesproken niet spreekt. Je kunt de veranderingen zien als kansen in plaats van opgaven.
Een stoïcijn beoefent (volgens Wikipedia) de ascese: de deugd is de inspanning om aan de natuur gelijkvormig te worden en deze brengt de mens tot zijn levensdoel, de onbewogenheid (apathie), dat wil zeggen de onderdrukking en afwezigheid van alle gevoelens en hartstochten, want die zijn als hinderlijke ziekten.
Je kan volgens de Stoa alleen gelukkig worden als je onafhankelijk bent van je omgeving.
Nu we in de huidige tijd geconfronteerd worden met opwarming van het klimaat, kan de stoïcijnse of taoïstische grondhouding ook helpen. Het gaat er niet om de eigen verantwoordelijkheid in het meehelpen van het zoeken naar oplossingen te ontlopen, het gaat om het vinden van aanpassingen in de levensstijl waarvan je mag verwachten dat deze op den duur moeiteloos zullen opgepakt worden en effectief zijn.
Bijvoorbeeld: iemand die constateert dat hij overgewicht heeft, kan besluiten om niet meer met de auto naar het werk te gaan, maar lopend of met de fiets. Of hij neemt het openbaar vervoer, hoeft niet meer in de file te staan en heeft tijd om te lezen een praatje aan te knopen. Hij combineert dan twee doelen. Eigenlijk heeft hij ook een handeling nagelaten en een andere handeling gestart. Als het goed is verliest hij ongemerkt en op een natuurlijke wijze zijn overgewicht.
Hij verliest zich niet in het gepassioneerd volgen van een dieet, maar maakt welbewust en zonder ophef een verandering in zijn levensstijl.
Is passie dan ongewenst? Niet per se. Een passie is dubbelzinnig: het motiveert de mens en het kan hem doen lijden. Wanneer iemands passie in evenwicht is wat betreft motivatie en moeite kosten, dan heeft de persoon de juiste balans gevonden voor een stoïcijns voortgaan op zijn weg.
Net zoals een “cool” persoon gevoelens heeft maar er niet door wordt overspoeld, is “cool” zijn ook weten wat je doet op een manier alsof het vanzelf gaat.

Een vredig gevoel

Het gaat erom in harmonie te zijn met de natuurlijke stroom van het universum en niet te proberen om dingen te forceren of te controleren. Het Taoïsme moedigt aan om de natuurlijke gang van zaken te volgen en niet te strijden tegen de natuurlijke orde der dingen. Dit kan resulteren in een gevoel van vrede en balans.

Het boeddhisme daarentegen benadrukt het begrip van dukkha (lijden) en het streven naar beëindiging van lijden door het begrijpen van de Vier Edele Waarheden en het volgen van het Achtvoudige Pad. Het boeddhisme erkent dat lijden onvermijdelijk is in het menselijk bestaan en streeft naar het overwinnen ervan door het verwijderen van verlangen en hechting.

Het Stoïcisme legt de nadruk op rationaliteit, zelfbeheersing en het cultiveren van deugden als een manier om innerlijke vrede en gemoedsrust te bereiken, ongeacht de externe omstandigheden.

Klik hier voor een audiobook van de Tao Te Ching (The Book Of The Way) door Lao Tse.

De onderschatting van de dooddoener

De dooddoener als metaboodschap

Een dooddoener heeft in een gesprek dezelfde impact als het stilleggen van de bal bij voetballen. De speler wil de maximale mogelijkheid hebben om een andere wending aan het spel te geven. Dat is ook de bedoeling van de gesprekspartner die het onderwerp 'pauzeert' met een dooddoener. De dooddoener staat niet hoog in aanzien, zoals te lezen is in de Wikipedia-vermelding over deze "stijlfiguur".

'Zo gaat dat in het leven' is niet bepaald een verfijnde bijdrage aan het gesprek, maar het zou door de luisteraar opgevat moeten worden als de wens om een nieuw onderwerp aan te snijden. Dat initiatief kan van de spreker zelf komen of van een ander. Een elegantere methode is af en toe datgene wat de ander gezegd heeft samen te vatten, waarmee je laat zien dat je echt luistert. Hiermee creëer je meteen het uitgelezen moment om het gespreksinitiatief over te nemen.

Helaas is niet iedereen zo tactvol.

Herken de positieve bedoeling van de dooddoener

De dooddoener wordt dus gebruikt als een soort afsluiting van het ene onderwerp en tegelijk als opzet voor het volgende, of ter inleiding tot het afsluiten van het hele gesprek. Het heeft geen zin om je te ergeren aan degene die de dooddoener plaatst, want mogelijk probeert deze subtiel, op een vriendelijke manier, zijn gesprekspartner te waarschuwen dat deze nu wel lang genoeg aan het woord is geweest.

Soms worden dooddoeners ook gebruikt om een gesprek af te ronden wanneer er geen duidelijke manier is om het te beëindigen. In sommige gevallen kunnen dooddoeners echter ook worden ingezet als een tactiek om het vermijden van een moeilijk of lastig onderwerp, of het ontwijken van verantwoordelijkheid of actie.

In het algemeen is het echter belangrijk om bewust te zijn van het gebruik van dooddoeners en te proberen deze te vermijden in situaties waarin een dieper gesprek of betrokkenheid gewenst is. In plaats daarvan kan men proberen open vragen te stellen, interesse te tonen in de mening van de ander en empathisch te luisteren om zo een betekenisvolle dialoog aan te gaan.

Voor een opsomming van dooddoeners, zie Wikipedia.

Leven na de dood als positief concept

De mens behoort de weinige diersoorten die zich volledig bewust zijn van de eigen sterfelijkheid. Mensen hebben op allerlei manieren geprobeerd om met dit besef in het reine te komen. Zo stellen seculiere humanisten soms dat het maar goed ook is dat er een dood bestaat, omdat die het leven (als contrasterende grootheid) volgens hen waardevoller zou maken. Anderen vinden dat mensen door hun besef van de dood in staat zijn tot grote heldendaden, door wat wel 'doodsverachting' wordt genoemd. Weer anderen stellen dat je de dood kunt overwinnen door nageslacht te verwekken en op te voeden of door geesteskinderen in de vorm van een intellectuele of culturele erfenis na te laten.
Toch zijn de meeste mensen op aarde ervan overtuigd dat er een individueel leven na de dood bestaat. Ze beschouwen dit doorgaans als een grote troost wanneer ze geconfronteerd worden met de dood van geliefden en als een ultieme geruststelling in het geval van hun eigen dood. Leven na de dood wordt dus ervaren als een positief concept.  

Nu is niet iedereen het daarmee eens. De voornaamste bezwaren luiden:

  • Geloven in een leven na de dood is een voorwetenschappelijke mythe. We hadden er in een grijs verleden misschien wel iets aan, maar door onze wetenschappelijke kennis over het verband tussen hersenen en geest, is het concept waardeloos geworden voor de moderne mens.
    Commentaar
    : Dit bezwaar kan alleen gelden als je alle vormen van parapsychologisch bewijsmateriaal voor een leven na de dood negeert. Maar dat is juist rationeel gezien niet zo'n goede zaak.

  • Geloven in een persoonlijk overleven na de dood is een egoïstisch concept. Dit bezwaar wordt vooral geuit door boeddhisten en mensen die de waarde van de gemeenschap boven de waarde van individuen stellen.
    Commentaar
    : Geloven in een persoonlijk overleven na de dood is net zo egoïstisch als bijvoorbeeld het koesteren van eigenwaarde of het verlangen naar een goed aards leven: helemaal niet dus. Egoïstisch is een kwalificatie die slechts past bij houdingen of gedragingen waarbij iemand alleen maar oog heeft voor de eigen belangen en lak heeft aan de belangen van anderen. Belang hechten aan je eigen lot is dus niet egoïstisch, maar die term dient te worden voorbehouden aan uitsluitend belang hechten aan je eigen lot en niet aan dat van anderen.

  • Geloven in een leven na de dood betekent dat de dood geen einde meer is. Dat ontwaardt, devalueert het leven, want leven zonder dood is minder waard dan een leven dat beëindigd kan worden door de dood.
    Commentaar
    : De waarde van iemands leven is intrinsiek en niet afhankelijk van de vraag of het vernietigd kan worden. Bovendien heeft het leven waarde door de waarden die in dat leven verwezenlijkt worden, en er kan meer waardevols gebeuren als het leven doorgaat na de dood dan als het echt stopt. Leven na de dood biedt nieuwe mogelijkheden om het waardevolle te realiseren en is dus pure winst.

  • Geloven in een leven na de dood, betekent geloven in eeuwige verveling.
    Commentaar
    : Dit is een fantasieloze opvatting. We kunnen niet overzien wat er na de dood allemaal mogelijk is, en het getuigt niet van verbeeldingskracht om er zomaar vanuit te gaan dat het wel een saaie bende zou zijn.

Al met al denk ik dat geloven in een leven na de dood psychologisch gezond is, omdat het ons perspectief en troost biedt, en dat de vermeende verhalen over negatieve aspecten ervan ongefundeerd zijn. Er is maar een uitzondering, namelijk als het geloof in een leven na de dood inhoudt dat je verwacht in een soort hel te belanden. Gelukkig is er geen bewijsmateriaal dat doet vermoeden dat zoiets onze uiteindelijke bestemming zal zijn.

Los daarvan maken sommigen misbruik van het concept van een leven na de dood, bijvoorbeeld door mensen voor te houden dat het niet belangrijk is dat er grote verschillen in bezit bestaan, omdat de armen toch wel beloond zullen worden in de hemel, of in de vorm van de mythe dat je door een zelfmoordactie rechtstreeks in het paradijs belandt. We hebben het dan echter niet zozeer over het concept van een leven na de dood zelf, maar over een kwalijke invulling daarvan.

Titus Rivas

Twijfel aan je eigenwaarde is menselijk

Eigenwaarde is een eigenaardig woord. Het woord wordt niet gespeld als “eigen waarde” maar heeft daar wel mee te maken. Eigenwaarde of intrinsieke waarde is de waarde die een levend wezen heeft los van de waarde die de mens daar zelf aan toekent.
Dat maakt het fenomeen eigenlijk ongrijpbaar, want wanneer je gaat nadenken over je eigenwaarde dan moet je alle interpretaties die je kan verzinnen weggooien om tot de eigenlijke waarde van jezelf te komen.
Dat is onbegonnen werk, want principieel onbegrijpelijk.
Het is dan ook niet vreemd dat mensen twijfelen aan hun eigenwaarde, te meer wanneer zij in hun jeugd die eigenwaarde niet met paplepel ingegoten hebben gekregen. Op zijn mooist krijg je van je ouders onvoorwaardelijke liefde die zo uitwerkt dat je nooit (onterecht) aan (de waarde van) jezelf twijfelt.
Maar ja, dat is theorie. Veel ouders laten maar al te graag hun kroost af en toe twijfelen of zij die liefde wel verdienen. Verdeel en heers is niet alleen politiek op wereldschaal, maar ook een gemakkelijke en gemakzuchtige huiselijke pedagogische truc.

Voor mensen die twijfelen aan hun eigenwaarde is er helaas geen rationeel middel om deze twijfel te stoppen. Geen enkele logische redenering leidt tot bewijs van eigenwaarde. Je moet in jezelf geloven en voor dit geloof is moed en vertrouwen nodig. En dit is des te gemakkelijker op te brengen wanneer je weet dat je integer bent.
Alweer een moeilijk woord “integriteit”. “Integer’ betekent “heel”, in de wiskundige praat je over integers, dat zijn gehele getallen. Heel en integer zijn, betekent dat wat je communiceert over jezelf qua inhoud en betrekking dezelfde boodschap is (niet dubbelzinnig of gebroken is) en strookt met je geweten.

Voor literatuur over zelfvertrouwen, klik hier. Voor de onbruikbaarheid van eigenwaarde of intrinsieke waarde als basis voor dierenrechten, klik hier.

Het mysterie van de zintuiglijke waarneming

Artificiële intelligentie kent allerlei varianten, waaronder natuurlijk het simuleren van diverse soorten complexe denkprocessen. Ook de waarneming wordt zoveel mogelijk nagebootst door middel van de informatieverwerking op basis van patronen die in een systeem binnenkomen via kunstmatige sensoren. Hierbij moeten in ieder geval drie onderdelen van sensorische perceptie worden onderscheiden: de zuiver fysiologische registratie, de cognitieve verwerking (hetzij zuiver neurologisch hetzij [ook] psychologisch) en de subjectieve beleving. Kunstmatige intelligentie heeft in principe waarschijnlijk geen moeite met nabootsing van de fysiologische stap en ook in de simulatie van de cognitieve processen op basis van de neurologische informatie zit nog geen onoverkomelijke moeilijkheid. Alleen op het punt van de subjectieve beleving heeft men geen idee hoe die zou moeten voortkomen uit de veronderstelde cognitieve processen in het brein. We verlaten daarbij immers de wereld van het fysiek registreerbare en van de neurologie en belanden in het niet reduceerbare domein van het bewustzijn. Voor de natuurwetenschap (van de fysieke wereld) is zintuiglijke waarneming in subjectieve zin normaal gesproken een anomalie, die niet in het plaatje past en maar het beste zoveel mogelijk genegeerd kan worden.
Er zijn grofweg drie manieren waarop je de zintuiglijke beleving kunt trachten te verdisconteren:
  1. Je ontkent dat er überhaupt zoiets bestaat als subjectieve zintuiglijke waarneming in de alledaagse zin of stelt dat dit begrip het best opgevat kan worden als een abstracte omschrijving van (delen van) de fysieke perceptuele verwerking in het brein. Dit zijn respectievelijk de eliminatieve en reductionistische vormen van het materialisme.
  2. Je erkent het perceptuele bewustzijn en ziet het als een product van het brein, maar zonder dat het gereduceerd kan worden tot de fysieke hersenprocessen zelf. Deze positie staat bekend als emergentisme, en er bestaan opnieuw diverse varianten van.
  3. Je erkent de subjectieve waarneming en stelt dat dit berust op indrukken die een geestelijk wezen krijgt door zijn interactie met de gebieden van het brein die gespecialiseerd zijn in perceptie. Deze positie staat (opnieuw in diverse varianten) bekend als dualisme.
De eerste benadering heeft niets te bieden omdat het subjectieve waarneming als zodanig niet eens erkent. De tweede miskent het probleem dat het op zijn minst moeilijk voorstelbaar is als er uit fysieke processen opeens zomaar uit het niets, als bij toverslag subjectieve processen voortkomen. De derde benadering erkent dat punt wel, en verwerpt dan ook de gangbare westerse veronderstelling dat onze beleving volledig wordt gegenereerd door onze hersenen zonder dat er niet-fysieke factoren in het spel zijn. Daarmee verwerpt het ook de mogelijkheid dat onze subjectieve waarneming ooit zal kunnen worden gekopieerd in een machine.
Hoe dan ook, zintuiglijke waarneming ziet er een stuk mysterieuzer uit als je oog krijgt voor de subjectieve aspecten ervan. Parapsychologen zoals de Nederlander Paul Dietz, maar ook denkers als Frank B. Dilley en M.M. Moncrieff, wijzen in dit opzicht op een belangrijke overeenkomst tussen normale zintuiglijke waarneming en helderziendheid. In beide gevallen is de uiteindelijke subjectieve waarneming niet zomaar op te vatten als een fysiek product van hersenprocessen. Er vindt in beide gevallen een vertaalslag plaats van fysieke informatie in subjectieve beelden, geluiden, etc., ook al speelt bij normale zintuiglijke waarneming de neurologische verwerking in het perifere en centrale zenuwstelsel natuurlijk wel een grote rol.
Dit heeft ook gevolgen voor de mogelijkheden tot waarneming na de dood. Onze subjectieve waarneming is kennelijk geen fenomeen dat zich als zodanig letterlijk in het brein afspeelt. Dat betekent dat de modi en kwaliteiten ervan op zich ook bij de geest horen en niet bij de hersenen als fysiek apparaat. Daarom is er geen enkel bezwaar tegen de notie dat je ook na de dood, zonder zintuigen of brein, nog van alles zult waarnemen, of zelfs dat die waarneming meer kan omvatten dan tijdens het fysieke leven.

Titus Rivas

De problematische communicatie tussen moeder en kind

Een moeder geeft haar zoon op zijn verjaardag 2 dassen. De zoon doet de een aan, waarop de moeder vraagt “wat mankeert er aan de ander”?
Wanneer de zoon serieus zou proberen te antwoorden dan zal hij hierbij niet slagen om zijn moeder een bevredigend antwoord te geven. Zoons die dergelijke moeders toch tevreden willen houden, zullen nooit gelukkig worden en een relatie vinden die waarin ze zich veilig kunnen binden.
Deborah Tannen beschrijft in haar boek “Doe je dat écht aan?” de meest beladen relatie die er soms is, namelijk tussen moeder en dochter. Nog dubbelzinniger dan tussen moeder en zoon kan de communicatie tussen moeder en dochter gaan, wanneer de moeder zowel probeert haar dochter te stimuleren om succesvoller in het leven te zijn dan zij was en tegelijkertijd jaloers op haar te zijn op het moment dat haar dochter lukt. Wanneer de moeder in haar communicatie blijk geeft niet onvoorwaardelijk haar dochter te steunen dan is de dochter in verwarring. Wat wil moeder nu van mij?
Wanneer de moeder zelf niet is opgegroeid als een mens die onbaatzuchtig kan zijn, dat wil zeggen eerst goed voor zichzelf heeft leren zorgen en wat zij aan energie en liefde over heeft onvoorwaardelijk door te geven aan haar kinderen, dan is de kans groot dat zij in de communicatie met hun tegenstrijdige signalen afgeeft. Zij is niet meer onafhankelijk en eigenlijk op zoek naar waardering.
Vrouwen communiceren meer en langer, terwijl zij minder concreet en duidelijk zijn dan mannen. Dat maakt dat de toehoorder meer gespitst moet zijn op nuances om subtiele hints op te pikken. Maar zekerheid of zij een signaal terecht en correct hebben opgepikt is er niet, wanneer vrouwen vervolgens ook minder duidelijk aangeven hoe zij de hints hebben begrepen en bedoeld. En dan is er soms plotseling en onnavolgbaar ruzie.

Deborah Tannen. Doe Je Dat Echt Aan? Hoe moeders en dochters met elkaar praten (bol.com).
Mam vond jou altijd al leuker liefde en rivaliteit tussen zussen (bol.com).
Riekje Boswijk-Hummel: Ruzie (bol.com).

Psyche en eros

Als één ding duidelijk lijkt te zijn geworden uit het parapsychologisch onderzoek, dan is het wel dat we geen organismen zijn met een mind, maar persoonlijke geesten met een biologisch lichaam. Dit heeft allerlei consequenties, onder meer op het gebied van erotiek en seksualiteit. Als mensen hun lichaam niet zijn, betekent het simpele feit dat je seks met iemand hebt, bijvoorbeeld niet zomaar automatisch dat je ook emotioneel close met die persoon bent of dient te zijn. Emotionele intimiteit en seksuele intimiteit zijn dus twee verschillende dingen. Het is denkbaar dat sommige mensen werkelijk op zoek zijn naar seks om de seks, terwijl andere een diepe relatie opbouwen zonder erotisch contact. Met alle mogelijke vormen daar tussenin, die elkaar ook niet uitsluiten binnen een mensenleven.
Anderzijds volgt je seksuele oriëntatie ook niet zomaar eenduidig uit je lichamelijke of neurologische gesteldheid. Het is bijvoorbeeld goed denkbaar dat iemand een homoseksuele voorkeur heeft zonder dat dit veroorzaakt wordt door de structuur of functie van bepaalde hersendelen. De voorkeur kan bijvoorbeeld ook ontstaan zijn door positieve erotische ervaringen in een vorig leven.
De notie van de persoon als geestelijk wezen is van oudsher vaak in verband gebracht met seksuele onthouding, en dit is inderdaad één van de mogelijke keuzes. Maar juist doordat er geen vanzelfsprekend, algemeen verband is tussen biologie, oriëntatie en beleving, is het bovenal zaak de nadruk te leggen op zoveel mogelijk individuele erotische, relationele en seksuele vrijheid. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om je op een gezonde manier te onthechten, maar evenzeer om je lichaam te gebruiken als bron van genot of middel tot emotionele expressie, en daarbinnen zijn dan weer oneindig veel legitieme variaties te bedenken.
Juist dit kader biedt daar allemaal ruimte voor, in respect voor ieders beleving en wensen en zonder iemand voorgoed vast te leggen op een bepaalde keuze.

Titus Rivas

Filosofische achtergronden van theoretische verschillen

Binnen de theoretische psychologie wordt soms een theoretische eenheid nagestreefd zoals die zou gelden binnen de natuurwetenschappen. Het zou volgens sommigen een teken van onvolwassenheid zijn dat er wezenlijk verschillende psychologische scholen bestaan, zoals het cognitivisme, het sociaal constructivisme, de hedendaagse varianten van het behaviorisme, de analytische psychologie, erfgenamen van de psychoanalyse, de humanistische psychologie en de transpersoonlijke psychologie. Hier zit volgens mij een denkfout achter, namelijk dat de verschillen tussen psychologische scholen vooral te maken hebben met concentratie op een bepaald deelaspect van de psychologie. De scholen zouden volgens deze visie lijken op de blinden uit het bekende verhaal (toegeschreven aan diverse tradities) die allemaal slechts één orgaan van een olifant zouden waarnemen zonder het geheel te kunnen overzien. Volgens deze visie zou je in feite alleen maar de verschillende onderzoeksresultaten hoeven te combineren en eventueel nog een gemeenschappelijke taal moeten ontwikkelen en de eenwording ligt binnen handbereik. Deze metafoor wordt wel eens gebruikt als basis voor een interreligieuze dialoog, waarbij alle godsdiensten (slechts) een deel van de waarheid verkondigen.

Zo simpel is het echter niet als we het over wetenschappelijke scholen hebben. Naast verschillen in aandacht voor bepaalde verschijnselen en een eigen jargon, bestaan er ook nog verschillen in filosofische uitgangspunten, die te maken hebben met mensbeeld (antropologie), het beeld van dieren en het lichaam-geest probleem (uit de philosophy of mind). Zo is de humanistische psychologie bijvoorbeeld onverenigbaar met een reductionistisch materialistische visie. Anderzijds wijzen het behaviorisme en het cognitivisme bijvoorbeeld parapsychologische data doorgaans bij voorbaat van de hand omdat ze niet te rijmen zijn met hun filosofische uitgangspunten. Dit alles levert grote verschillen in theorievorming op die een duidelijk wijsgerige achtergrond hebben.
Volwassenheid in theoretische zin wil bij wetenschappen als de psychologie daarom niet zeggen dat je streeft naar eenheid en daarbij de wijsgerige verschillen gewoon over het hoofd ziet. Het betekent juist dat je de pluriformiteit als onvermijdelijk accepteert, omdat de onderliggende verschillen geen empirische (vakwetenschappelijke) maar filosofische achtergrond hebben. Natuurlijk kun je de filosofische uitgangspunten zelf ter discussie stellen, maar binnen de wetenschap in kwestie, is theoretische verscheidenheid een gevolg van filosofische vrijheid.
Iets dergelijks geldt ook voor deelgebieden, zoals bijvoorbeeld het parapsychologisch onderzoek naar een leven na de dood. Afhankelijk van filosofische uitgangspunten bestaan ook hier verschillende theorieën over, zoals dat er een persoonlijk overleven is of dat er alleen in onpersoonlijke zin iets van iemands psyche overblijft.

Zie ook:
- Hebben dieren een bewustzijn?

Titus Rivas

Spiritueel meeleven tijdens het stervensproces

Er is de laatste jaren terecht meer aandacht gekomen voor de slotfase van het aardse leven. Mensen krijgen vaker dan vroeger begeleiding en ondersteuning bij hun persoonlijke beleving van het stervensproces. Toch is dit niet de enige manier waarop iemand kan 'meeleven' met stervenden. Er blijken ook ervaringen te bestaan waarbij direct betrokkenen spiritueel lijken in te tunen op sterfbedvisioenen en bijnadoodervaringen. In sommige gevallen kun je er moeilijk omheen dat er meer aan de hand is dan een simpele fantasie, en het is dan ook belangrijk dat het aantal gedocumenteerde ervaringen wordt uitgebreid. Een voorbeeld van zo'n geval is de ervaring van verpleegster Margaret Moser. Zij zag in 1949 diverse keren dezelfde verschijning als haar stervende patiënt. Ze nam die verschijning van een overleden vrouw zo duidelijk waar dat ze later in staat was de zoon van de verschenen overledene te herkennen omdat zijn gezicht zo sterk op dat van haar leek. Mrs. Moser beschrijft haar eigen ervaring als volgt:
"In de winter van 1948-1949 verpleegde ik een heel erg zieke oude dame, Mrs. Rose B. Ze was erg intelligent, had een goede opleiding gehad en was zeer cultureel ingesteld en ze woonde al vele jaren in New York City. Op dat moment verbleef ze in het Savoy Hotel op Fifth Avenue en tot op het allerlaatste moment bleef ze geestelijk actief.
Op een middag had ik mijn patiënt vroeg naar bed gebracht voor een middagdutje en ik zat aan het tafeltje naast het raam haar kaart bij te werken. Ik zat met mijn gezicht naar het bed, de deur was achter me. Mrs. B. lag te slapen, maar plotseling zag ik haar rechtop zitten en wuiven. Ze zag er gelukkig uit, haar gezicht één en al glimlach. Ik keek naar de deur omdat ik dacht dat één van haar dochters was binnengekomen; maar tot mijn grote verbazing zag ik een oude dame die ik nog nooit eerder had gezien. Ze leek sprekend op mijn patiënte ?diezelfde lichtblauwe ogen, maar een langere neus en een zwaardere kin. Ik zag haar heel duidelijk, want het was klaarlichte dag; de luiken waren maar een heel klein beetje dicht. De bezoekster liep naar mijn patiënte toe, bukte zich en toen gaven ze elkaar, voor zover ik het me kan herinneren, een kus. Maar toen ik opstond en naar het bed liep, was ze weg.
Mrs. B. zag er erg gelukkig uit. Ze pakte mijn hand vast en zei: "Dat was mijn zuster". Toen viel ze weer vredig in slaap. Later zag ik dezelfde verschijning nog twee keer, maar niet meer zo duidelijk en vanuit een andere kamer. Maar iedere keer als ze kwam, was mijn patiënte altijd opgetogen". Een paar weken later stierf Mrs. B. Op haar begrafenis, zag Margaret Moser een man die sprekend leek op de verschijning die ze had gezien. Ze vroeg aan één van Mrs B's dochters wie dat was. Het bleek de zoon van de overleden zus van Mrs B.

Auteur Titus Rivas

Iedere levensfase vraagt om een ander motto

Ondanks de getalsmatige overmacht van de babyboomgeneratie is de huidige tijdgeest vooral gericht op jongeren. Live life to the max!
Dit levensmotto is prima voor jongeren, maar als je als oudere dit probeert na te streven word je niet op een prettige manier oud.
In het algemeen kun je stellen dat jongeren gericht (zouden moeten) zijn op het verleggen van grenzen en dat ouderen gericht (zouden moeten) zijn op balans. Eerst ontwikkelen en daarna ontplooien. Je kunt het verschil ook zien als het gevolg van een ander perspectief. Wie het grootste deel van zijn leven nog voor zich heeft, doet er goed aan om zich te richten op kans maximalisatie. Wie het grootste deel al heeft gehad, kan zich beter richten op het behoud van wat hij al heeft bereikt.
Daartussen komt de fase dat de mens zich de kunst eigen maakt om in balans te komen en blijven.
Ouders willen graag dat hun kinderen veel bereiken en sporen hen aan om in vrijwel alles wat ze doen nummer 1 te worden. In wezen is deze doelstelling desastreus voor het geluk van het kind vanwege de stress die het oplevert wanneer het kind wel zijn uiterste best doet, maar met anderen geconfronteerd wordt die hen voorbij streven. Eigenlijk is dit een luie manier van opvoeden die voortkomt uit een wantrouwen naar het kind of dat het wel zijn best doet. Daarmee projecteren ouderen hun eigen zwakheid op het kind. Ik had veel meer kunnen bereiken in het leven als ik vroeger maar meer discipline had gehad.
Vroeger gebruikten ouders het onthouden van liefde als kinderen als pedagogische “truc” om kinderen in het gareel te houden. Nog tot ver in hun volwassen leven waren zij vervolgens in hun relaties op zoek naar erkenning, terwijl zij over het hoofd zagen dat zij deze erkenning in zichzelf zouden moeten zoeken.
Het gaan tot het uiterste is eigenlijk heel onnatuurlijk. In de vrije natuur moeten dieren kunnen excelleren om in noodsituatie te overleven, maar de meeste tijd doen dieren rustig aan en nemen voldoende tijd om zichzelf te verzorgen. Zij sparen hun energie voor de tijd dat zij deze het meest nodig hebben.
Het zoeken naar balans is een doelstelling die de vrije natuur kenmerkt. Hetzelfde doel zou het de innerlijk ontwikkelde en vrije mens zich moeten stellen. Balans geeft de rust en vrijheid om liefde over te dragen aan anderen.

Goed voor jezelf zorgen is nooit verkeerd. Het beeld van de bron die de schaal (hoorn) vult en die vervolgens overloopt (de hoorn van overvloed), zou het beeld moeten zijn die mensen zich voor ogen houden. Geef alleen iets weg als je het kunt missen en stel dan geen voorwaarde. Aldus ben je nummer 1 in je eigen leven en zijn de anderen geen concurrenten.

De mens en de kloof in zijn relaties

Wie ongeboren is, heeft letterlijk door de navelstreng een hechte relatie met zijn moeder. Bij de geboorte wordt de mens losgemaakt. Al opgroeiende is het zaak om op drie niveaus weer een binding aan te gaan: het eerste niveau is een binding die de mens met zichzelf moet aangaan. Het tweede niveau is een binding met de ander (vriend of partner) die de volwassen mens wil aangaan. Het derde niveau is het spiritueel niveau, waarop de mens een verbinding met het hogere mag aangaan.
Een aansluiting op al deze niveaus kan fout gaan en het gevolg is eenzaamheid en sterker nog, wanneer het nooit lukt, een mislukt leven.
Hoe kan de een bij de ander aansluiting vinden? De sleutel is vertrouwen, vertrouwen in jezelf, de ander en het hogere.
Waar de mens ook kijkt, er is een kloof met degene waarmee hij zich kan of verbinden. Wanneer het vertrouwen van twee kanten komt, wordt de kloof smaller, maar er blijft altijd een (speel)ruimte over. Er is moed voor nodig om het laatste restje vertrouwen te overbruggen: zelfvertrouwen, geloof in de ander of in het hogere.
Dit oefenen is een van de belangrijkste doelen van het onderwijs, of zou dat althans moeten zijn.
De speelruimte is de vrijheid die de mens kan dienen of frustreren. De vrijheid kan de mens dienen om zichzelf te ontplooien. Het kan de mens frustreren omdat hij zichzelf altijd zal afvragen of een band wel echt of blijvend is. Op zijn best maken mensen in een ontmoeting met elkaar contact. Dit woord drukt uit dat er even het gevoel is dat de kloof is overbrugd.
De liefde is een tweede grootheid die de mens kan helpen om te gaan met de kloof tussen wens en werkelijkheid. De behoefte om liefde te geven of te ontvangen maakt dat mensen met elkaar in contact willen komen. Maar liefde maakt ook dat we blijvend met elkaar verbonden willen zijn. Wanneer mensen zich niet goed realiseren hoe een band tot knellend kan worden, is de relatie in gevaar. Liefde die andermans vrijheid helpt realiseren, dat is echte liefde. Daarvan worden we nooit moe, want het is een scheppende liefde. Het schept namelijk de voorwaarden om ons te ontplooien, om echt met onszelf in contact te komen.
Maar wie niet goed voor zichzelf zorgt en de ander meer centraal staat, diens liefde zal altijd de ander op zijn hoede doen zijn. Die zal zich altijd afvragen: is dit onvoorwaardelijk of word ik straks geacht “terug te betalen”?
Het lijkt erop dat een gelukkig leven bestaat uit de bewuste afwisseling van contact hebben en weer alleen te kunnen staan als individu. Bijna paradoxaal kan de mens eenheid beleven door af en toe bewust te kiezen voor eenzaamheid. Die eenzaamheid is niet het gevolg van afzondering, maar van een verdieping als individu.
Het diepste besef lijkt te zijn dat het niet uitmaakt wie je als individu lief hebt, jezelf of de ander. Deze conclusie willen we vermoedelijk best aanvaarden, maar alleen vrijwillig.
In het verlengde van deze gedachte ligt het concept respect: het spanningsveld tussen betrokken zijn bij een ander en afstand houden. Het gaat erom om niet dichterbij een ander te komen dan een ander prettig vindt.
Het wezen van de mens is dus om afgezonderd te zijn, dat wil zeggen meestal een afstand te houden ten opzichte van de ander. De momenten van geluk ervaren we wanneer deze afstand overbrugd voelt, maar in de wetenschap dat het tijdelijk is, dat we elk keer een nieuwe kans krijgen om ons te verbinden.
Liefde is de verbinding van de veelheid naar eenheid.

Wie heeft (nog) de tijd?

Er zijn weinig concepten zo concreet en tegelijkertijd iets wat tussen de oren zit als tijd. Tijd is wat een klok aangeeft en is ook een gevoel.
Ook zijn uitspraken over de tijd soms paradoxaal. Iemand wiens tijd is gekomen, heeft juist zijn langste tijd gehad en weinig tijd meer over.
Ook is tijd aanleiding voor retorische vragen: waar is de tijd gebleven? Retorisch antwoord “de tijd is voorbij (gevlogen) of geweest”.
In de huidige tijd, waarin de technologie tijdsbesparing oplevert en we vele keuzes kunnen maken is er gevoelsmatig weinig tijd om van het leven te genieten. Er is nog zoveel te doen!
Nemen we eindelijk de tijd voor onszelf, dan krijgen we aan het begin vaak een ongemakkelijk gevoel. Het lichaam en de geest worden rusteloos terwijl er voldoende tijd is. Dat maakt het verleidelijk om weer de oude draad op te nemen en veel activiteiten op de hals te halen. Alleen maar zijn, in het hier en nu is gemakkelijker gezegd dan gedaan. In wezen komt een meditatie hier op neer. Gratis en voor niets.

Wie in het leven structureel tijd te kort komt, kan veel hebben aan het doorgronden van het Pareto-principe: 80% van je resultaten doe in je in 20% van je tijd en aan de overige 20% besteed je 80% van je tijd.
Het is dus zaak om oog te hebben voor de doelen die je stelt en de efficiëntie van je tijdsinvestering. Ook geldt dat het betere de vijand is van het goede. Dit staat ook wel bekend als de 5% regel: om van een product dat voor 95% goed is te komen tot een product dat voor 100% goed is, is bij een oneindige hoeveelheid tijd nodig en zeker niet 5% extra.
Wie in het proces van vergroten van vrijheid en liefde de balans 80/20 goed in de gaten houdt, vergroot zijn kwaliteit van leven. Wanneer de korte-termijn doelen die je nastreeft deze doelen in de weg zitten, dan is het tijd voor bijstelling van de koers.

Meer lezen over stress en burn-out? Klik hier.

Het karakter van eenzaamheid

Mensen die als karakter of door gebrek aan de juiste steun in de opvoeding minder sociaal vaardig zijn (gebleven), worden eenzame mensen die dat ook in hun gedrag en persoonlijkheid uitstralen. Als gevolg van sociale angst zijn ze meer op zichzelf betrokken en hebben ze weinig oog voor de signalen die anderen uitzenden. Zij zijn in de omgang met anderen verlegen en geremd en ze durven ook geen initiatieven te nemen, iets van zichzelf bloot te geven of voor zichzelf op te komen.

Eenzame karakters koesteren soms gedachten die hen vleugellam en faalangstig maken. Eenzame karakters hebben vaak slechte ervaringen met het omgaan met anderen, juist als gevolg van hun onhandigheid in sociale situaties.
Ze hebben geen hoge dunk van zichzelf en schatten hun aantrekkelijkheid niet hoog in. Ze kwellen zichzelf met zelfkritiek en verwachten als vanzelfsprekend door anderen afgewezen te worden. Ze hanteren een pessimistisch scenario over het verloop van sociale interacties. Ze hebben vaak ook een uiterst negatieve kijk op anderen en een weinig positief oordeel over de mensen met wie ze dagelijks omgaan. Ze vinden ook dat hun relaties te weinig intimiteit of diepgang bevatten.
Eenzame karakters hebben vaak onrealistische sociale behoeften. Ze willen het onmogelijke en beschouwen relaties die objectief gezien helemaal niet zo slecht zijn, soms toch als onbevredigend. Daarbij kunnen ze aan de ene kant niet goed alleen zijn, wat hen vaak wanhopig op zoek doet gaan naar contact, maar hebben ze ook de neiging contact te vermijden uit angst afgewezen te worden.
Het is kortom een vicieuze cirkel waaruit ze zichzelf alleen kunnen bevrijden door (eventueel met behulp van een ander in sociaal vaardigheidstraining) kleine, haalbare stapjes maken in een veilige omgeving. Zij moeten hun pessimistische gedachten onder ogen zien en leren om deze aan de feiten te toetsen.
Zij moeten leren omgaan met alleen te zijn, want iemand die alleen kan zijn, kan meer van zichzelf laten zien in contact met anderen. Anders gezegd: het afbreukrisico van het aangaan van een intiemere relatie is dan niet zo groot.

Meer lezen over eenzaamheid? Klik hier.

Zijn bijnadoodervaringen toch alleen maar een droom?

Skeptici zijn al jaren op zoek naar een bevredigende verklaring voor bijnadoodervaringen. Het verschijnsel treedt namelijk te vaak op om het zomaar te negeren en er zijn elementen die steeds weer terugkeren, zodat er sprake lijkt van een natuurverschijnsel. Daarbij geven skeptici (of beter pseudo-skeptici oftewel debunkers) de voorkeur aan een verklaring door middel van neurologische processen, omdat die immers 'harder' lijkt dan een psychologische. Kort geleden publiceerde Kevin Nelson een artikel in het tijdschrift Neurology dat waarschijnlijk enthousiast ontvangen zal worden door het skeptische kamp. Hij stelt dat BDE'ers neurologisch gezien geneigd zijn om alledaagse waakervaringen en droomervaringen uit de fases tussen slapen en waken en vice versa met elkaar te vermengen. Met andere woorden: BDE's zijn als het er op aankomt in essentie toch gewoon een soort droom die je fysiologisch kunt verklaren. Pikant genoeg geeft Nelson zelf toe dat er naast zijn gepostuleerde neurologische verschillen tussen mensen met en zonder bijnadoodervaring ook nog psychologische en zelfs spirituele factoren in het spel kunnen zijn. Dat zal skeptici er niet van weerhouden om veel waarde te hechten aan zijn theorie.
Het absurde aan dit soort benaderingen is dat de voorstanders van een 'transcendente' verklaring specifiek focussen op parapsychologische aspecten, terwijl die door tegenstanders gewoon worden genegeerd. Zolang debunkers daar niets zinnigs over zeggen, is het moeilijk om een meewarige glimlach te onderdrukken bij 'doorbraken' als die van Nelson.

Titus Rivas.

Als hij maar gelukkig is

Volgens Robin Norwood, auteur van Als hij maar gelukkig is, is de enige vraag die jezelf moet stellen in een relatie: “kan ik bij deze persoon helemaal worden wie ik ben?”
Met deze vraag waarschuwt Norwood mannen en vrouwen die gericht zijn op het geluk van de ander en zichzelf daarbij “vergeten”.
Dat “vergeten” doen sommige mensen omdat zij het lastig vinden om voor zichzelf op te komen, om zelf ruimte in te nemen. Ze hebben het nooit geleerd of het is hen in de opvoeding door hun ouders of school afgeleerd.
Met de gedachte achter deze vraag koppelt Norwood echte liefde aan het vermogen om een ander vrij te laten als een soort onbaatzuchtige levenshouding van een partner. Anders verwoord, (ook) Norwood ziet liefde en vrijheid als 2 hoofdthema’s in iemands levenskunst.

Meer lezen over Robin Norwood en gelukkig worden en jezelf zijn? klik op de links.

Een aardig alternatief voor de vraag van Robin Norwood is "levert deze relatie mij meer vrijheid op dan ik inlever?".

Een psychisch geheugen in interactie met het brein

Onze hersenen
Sommige psychologen denken dat hun vakgebied pas een volwaardige tak wetenschap kan zijn als men gedrag en bewustzijn herleidt tot fysiek meetbare processen in het brein. Dit geldt al helemaal voor het geheugen. Velen denken dat het vaststaat dat herinneringen aan wat we meemaken worden opgeslagen in onze hersenen, bijvoorbeeld specifiek in of rond de synapsen tussen hersencellen. Als dit echt waar is, dan ligt een reductie van veel van de psychologie tot de neurologie voor de hand. Bij al onze denkprocessen (en van daaruit ook bij bijna al onze emoties en gevoelens) speelt het geheugen een belangrijke rol. We gebruiken het bijvoorbeeld voortdurend om nieuwe ervaringen te vergelijken met oude ervaringen. Zonder een goed werkend geheugen wordt ons denken verward en onsamenhangend, zoals men bijvoorbeeld kan zien bij patiënten met Alzheimer, Korsakow en dementie. Dit soort aandoeningen toont trouwens aan dat ons geheugen in elk geval beïnvloed kan worden door de gesteldheid van ons brein.
Maar betekent dit ook werkelijk dat ons geheugen herleid kan worden tot zogeheten 'engrammen' in onze hersenen?
Er zijn empirische gegevens die hier tegen pleiten:
- Er zijn kinderen met naar alle waarschijnlijkheid authentieke, verifieerbare herinneringen aan vorige levens. Zulke herinneringen kunnen vroeger, in hun voorgaande incarnatie, niet (alleen) zijn opgeslagen in hun brein, want het brein dat ze toen hadden is inmiddels vernietigd en vergaan.
- Tijdens bijna-doodervaringen oftewel BDE's is er vaak aantoonbaar sprake van een vlak EEG en soms ook van een uitvallen van activiteit in alle andere delen van de hersenen, zoals de hersenstam. Toch kan de BDE-er niet alleen buitenzintuiglijk de fysieke omgeving waarnemen, maar tevens 'extra-cerebraal' nadenken. Zoiets vereist een goed werkend geheugen, dat echter niet kan berusten op de hersenactiviteit die normaal verbonden lijkt aan herinneringsprocessen.
- Er bestaan neurologische anomalieën waarbij iemand geestelijk op een gangbare manier functioneert zonder dat dit in overeenstemming lijkt met de neurologische data, althans wel als je uitgaat van een materialistisch paradigma waarbij de geest volledig 1:1 gebonden is aan de hersenen. Een bekend voorbeeld wordt gevormd door de gevallen van John Lorber van mensen die slechts een fractie van de normale cortex bezaten maar wel 'normaal' functioneerden.

Et cetera.

Daarnaast is er echter ook een analytisch, ontologisch argument te leveren tegen de theorie dat het geheugen volledig neurologisch is. Er bestaat een categorie in ons geheugen dat direct verwijst naar ons subjectieve, kwalitatieve bewustzijn. Namelijk de concepten die betrekking hebben op subjectieve ervaringen zoals 'hevig verlangen', 'de subjectieve ervaring van rood', 'pijngevoel', 'gevoel van blijdschap', 'bewuste gedachten', etc. Dit soort concepten verwijst direct naar subjectieve, kwalitatieve ervaringen en hun inhoud kan om die reden niet gevangen worden in zuiver fysieke patronen in het brein. Er moet daarom een psychisch geheugen bestaan dat wel ruimte biedt aan dit soort concepten met betrekking tot onze innerlijke beleving. Zo'n psychisch geheugen kan vervolgens alleen zinvol worden gebruikt door een geestelijk wezen dat zelf subjectieve belevingen ondergaat. Er moeten specifiek psychologische wetten bestaan die de wetmatigheden op dit gebied beschrijven en niet reduceerbaar zijn tot neurologische wetten. Veel van ons denken over onszelf als geestelijke wezens wordt aangestuurd door herinneringen aan subjectieve ervaringen en is daarmee psychogeen (voortkomend uit de geest zelf en niet uit hersenprocessen).

Overigens kan een psychisch geheugen in haar functioneren belemmerd worden door interactie met een gehavend brein, maar dat maakt haar zelf niet minder psychisch en haar processen niet minder primair psychogeen. Er is klaarblijkelijk sprake van een wisselwerking tussen een geestelijk geheugen en de hersenen.

en: Metasubjective Cognition Beyond the Brain: Subjective Awareness and the Location of Concepts of Consciousness.

De realiteit van een psychisch geheugen vormt een belangrijke theoretische basis voor een echte psychologie, die niet herleid kan worden tot andere wetenschappen. Bovendien is het een voorwaarde voor parapsychologische theorievorming rond leven na de dood, reïncarnatie, en psychologische ontwikkeling over meer dan een leven.

Titus Rivas, Stichting Athanasia

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (18) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (3) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (53) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (164) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (16) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (3) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (13) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (35) eenzaamheid (8) ego (46) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (14) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (53) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (80) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (36) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (42) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (14) ideaalbeeld (2) identificatie (11) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (13) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (10) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (98) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (21) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (15) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (2) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (3) motto (1) mystiek (7) nabijheid (2) narcisme (5) natuur (6) negatie (16) neti neti (3) niet doen (23) NLP (1) non-duaal bewustzijn (7) non-dualiteit (41) omdenken (8) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (2) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (2) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (16) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (19) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (3) verwondering (3) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (93) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (24) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (11)