Wat laat Taoïsme ons inzien?

Wie de Tao zoekt om alles uit het leven te halen en meer te verdienen vindt weinig op zijn pad. En toch is daarmee niets te veel gezegd, want het Taoïsme vult de leegte aan in de balans van doen en laten. Die balans raken wij kwijt wanneer wij geluk alleen zoeken in het doen. Onze drukke levensstijl lijkt anders te suggereren, maar er is niets mis met doen, vooropgesteld dat je jouw heil zoekt in het (juiste) doen zelf en niet (doelgericht) als middel om steeds verder te reiken. Er is niets mis mee met jezelf te willen ontwikkelen of te willen groeien (beter nog: te rijpen) in bewustzijn als je maar (weer) in evenwicht komt.
Taoïstisch leven is (met enige moeite) juist handelen, en dat doe je door jezelf en andermans grenzen niet te forceren. Het inzicht in de Tao loopt niet via verstand, taal of andere intellectuele mechanismen en is alleen via intuïtie te verwerven.

Weten dat je niets nodig hebt om nu gelukkig te zijn is een bevrijdend en tegelijk frustrerend gegeven. Want waarom ben je dan nu niet gelukkig?

De oosterse filosofen accepteren dat sommige zaken ongrijpbaar zijn en ze hebben geen methode om gelukkig te worden, maar bevelen aan om te mediteren en zelfkennis te verwerven door jezelf te observeren. Dat betekent een zekere afstand nemen van het denken en voelen. Ook dit is een vorm van laten. Anders gezegd: ze bevelen aan om ruimte te maken voor iets wat niet binnen kan komen wanneer we van overtuigingen en emoties vervuld zijn. Die overtuiging kan zijn dat we ons zouden moeten identificeren met de waarheid van onze gedachten en emoties. Zijn gedachten en gevoelens dan niet waar? Misschien wel, maar ze zijn niet de hele waarheid.
We kunnen in balans komen wanneer we inzien dat we genoeg hebben aan onszelf en ons ego kunnen loslaten en oordeelvrij open staan voor (nieuwe inzichten via) anderen.
We doen er goed aan ons niet afhankelijk te maken van de erkenning van de ander, maar ons best te doen voor ons zelf en ook een ander van die kwaliteit te laten genieten. Ook dat kan door de “flow” geluk opleveren.

In onze westerse zegswijzen drukten we deze kennis al uit: het meesterschap toont zich in het weglaten; spreken is zilver, zwijgen is goud; muziek zit tussen de noten; een danser brengt rust in de beweging.

Hiermee drukken we uit dat je tegelijk weet waar je goed in bent en dat je ruimte (stilte) moet laten voor ........

Tao in het dagelijkse leven, zie deze video.
Zie ook: "Je kunt niets doen om gelukkig te worden".

Observeren en loslaten

Jezelf ontdoen van

In de Volkskrant van 23 mei schrijft Olaf Tempelman over het oplevende Taoïsme onder de titel Wie zich meester waant, is vaak een slaaf.

Tempelman citeert sinoloog Mark Leenhouts:
Als de Tao leeg is en het taoïsme in het ontkerkelijkte Nederland een 'spirituele leegte' vult - is dat dan geen leegte vullen met leegte? Niet per se, betoogt Leenhouts: 'Wat de taoïsten 'het legen van het hart' noemen, betekent eigenlijk het 'vasten van het hart'. Oftewel: het uitbannen van menselijke gedachten en verlangens. In die geestelijke stilte kun je één worden met de Tao - het alleen met intuïtie benaderbare oerprincipe dat de natuur regeert en de mens daarvan is afgedwaald'.
Tot zover de Volkskrant.

Het vasten van het hart zou betekenen het uitbannen van menselijke gedachten en verlangens. Boeddhist Eckhart Tolle legt dit anders uit: hij houdt mensen voor om te mediteren en zich daarbij niet te identificeren met gedachten, gevoelens en verlangens. Dit betekent dat deze niet hoeven te worden onderdrukt, ze mogen er zijn en kunnen het beste weer worden losgelaten. Juist wie zijn gedachten en emoties uitbant zal slaaf zijn en mogelijk nooit meester. Het gevaar van onderdrukking is dat zij juist dan op onverwachte en ongewenste manier toch weer de kop opsteken. Observeer jouw gedachten, gevoelens en verlangens zodat je ervan kunt leren oftewel bewust kunt worden. Het gaat om de balans: alle gevoelens mogen er zijn, maar hoeven niet allemaal ongeremd naar buiten te komen of te worden onderdrukt.

Overgangen in een mensenleven

Transformatie

De mens kan in zijn leven verschillende overgangen meemaken die je kunt benoemen als transitie of zelfs transformatie.
Transities zijn verandering aan de “buitenkant”, zoals geboren worden, naar school gaan, zelfstandig wonen en bijvoorbeeld trouwen, kinderen krijgen. Transities kun je labelen: baby, peuter, kleuter, puber, volwassene; echtgenoot, vader, moeder, ouder, weduwe. In de reeks transities zit de ontwikkeling van de menselijke vrijheid, waarbij steeds grotere verantwoordelijkheid kan worden gedragen en er zit in het verbreken en aangaan van verbinding(en).

Transformaties zijn veranderingen aan de “binnenkant”. De ontwikkeling van je ego is een transformatie in jouw kindertijd waarop je je bewust wordt van de voor- en nadelen van het afgescheiden zijn van anderen. Transformatie kent gevoelens en behoeftes. Transformatie gaat van binnenuit naar buiten. Als mens maken we niet vaak een transformatie mee.
De zekere transformatie is de lichamelijke transformatie, namelijk de overgang van kind naar volwassene.
De geestelijke transformatie die je mogelijk als volwassene kunt doormaken is de ontwikkeling van egogericht naar hartgericht leven. Dit laatste vraagt toelichting want ego en “vanuit het hart leven” staan niet letterlijk voor waarneembare fenomenen. Iemand die egogericht is, gaat zoveel mogelijk voor het eigen belang en probeert zich van anderen te onderscheiden. Nadeel kan zijn dat je vervreemdt of afhankelijk blijft van de erkenning van anderen.
Het ego geeft eigenheid en continuïteit, maar weerhoudt ons van transformatie, omdat het bang is zichzelf te verliezen.

Heel worden

Iemand die vanuit het hart leeft, heeft zijn verstand en gevoel geïntegreerd in een evenwichtig leven, open en zonder oordeel en probeert juist optimaal in verbinding met anderen te leven.
Transformeren doe je eigenlijk maar één of twee keer in je leven. Dat is niet letterlijk een moment maar figuurlijk het moment waarop je je realiseert dat of-of denken je nergens brengt en en-en denken je veel verder. Het is niet letterlijk een moment omdat de transformatie niet altijd soepel en snel gaat, je kunt tijdelijk terugvallen. En-en denken betekent dat er meerdere waarheden naast elkaar bestaan en dat je soms mag kiezen en vaak niet hoeft te kiezen. Dat je om gelukkig te worden niet alsmaar hoeft te denken en dat je je het lekkerst voelt als je jouw verstand en gevoel laat samengaan en tegelijk open staat voor nog meer indrukken.

Loslaten

Geestelijk transformeren is ruimte scheppen voor liefdevolle relaties door de noodzaak tot oordelen te overstijgen en te realiseren dat je niets hoeft te doen om er te mogen zijn en je voor jouw zelfwaardering niet van anderen afhankelijk bent. Het is geen apathie, het is gewoon doorleven en de mogelijkheden benutten om verbinding met anderen te maken en om creatief te zijn.
Iedere geest die aangeraakt wordt door de ervaring van non-duaal bewustzijn beweegt zich (transformeert) naar de ervaring van ultieme heling en werkelijke vrijheid.

Wat is dan het verschil met niet-transformeren? Het verschil zit ‘m in de afhankelijkheid, eerst heb je anderen nodig vanuit een behoefte, daarna verbind je je in vrijheid, omdat je iets voor een ander of de samenleving wilt betekenen. Je ontleert en je ont-labelt.
Het gaat om het loslaten van beperkende overtuigingen. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen, het liefst op school. Maar door de nieuwe media kun je je tegenwoordig permanent (24x7 uur per week) nieuwe inzichten opdoen, waarmee je je van beperkende overtuigingen kunt bevrijden en nieuwe, bevrijdende verbindingen kunt scheppen.

Wat spiegelt Facebook?

Vriendelijk smoelenboek?

De titel van dit blog is een variant op de titel van het boek van de Amerikaanse schrijver Ben Mezrich over Mark Zuckerberg en de oprichting van Facebook, getiteld The Accidental Billionaires: The Founding of Facebook, A Tale of Sex, Money, Genius, and Betrayal. Facebook is zo succesvol omdat het mensen over de hele wereld samenbrengt, maar de ironie wil dat juist dit succes twee beste vrienden (oprichters van Facebook) uit elkaar dreef.
Het bedrog weerspiegelt niet alleen in de groeistuipen van het bedrijf, maar ook in de foto’s van haar gebruikers. Bijna alle foto’s gaan over hoe goed het met hun gaat op een letterlijk niet oprechte manier: iedereen gaat voor de fotograaf met de hoofden tegen elkaar aanstaan. Het resultaat is een scheef beeld van hoe we ons met elkaar verhouden. Zodra er geknipt is, gaan we weer op afstand van elkaar staan.

Status, fake it until you make it

In De virtuele spiegel schetst Koen Damhuis (1987) het portret van zijn eigen generatie, de Facebookgeneratie, die digitaal meer en meer met elkaar deelt, maar achter de perfecte zelfbeelden vooral vecht tegen zichzelf. Stap voor stap ontleedt hij de oprukkende kijk-en-vergelijkcultuur, die ook aan de basis van Facebook lag. Zijn analyse roept de vraag op of we niet vaker de ogen moeten sluiten om te zien wat er werkelijk toe doet. In hoeverre houdt Facebook ons een spiegel voor? Wat is de relatie tussen statusangst en statusupdates? En hoe kunnen we ons verhouden tot al die geweldige Facebookvrienden?



Paradoxaal exhibitionisme

We luisteren mensen af, bespieden ze en hongeren naar intieme details. Intussen beschermen we onszelf door muren te bouwen en firewalls aan te leggen. Het is paradoxaal: hoe meer we ons afschermen voor gluurders en afluisteraars, hoe exhibitionistischer we tegelijkertijd worden. Sociale media als Twitter en Facebook lopen over van de zelfontboezemingen. Zie mij! De begrippen privé en publiek, intimiteit en intimidatie zijn dringend aan vernieuwing toe, zo betoogt Jensen in Echte Vrienden. Daarna had ze er genoeg van en schreef Dag Vriend! Intimiteit In Tijden Van Facebook, Geenstijl En Wikileaks.

Waarom Facebook pijn kan doen

Uit onderzoek door de Humboldt universiteit uit Berlijn dat de top drie redenen waarom Facebook pijn doet is:
1. anderen lijken een leuker leven te leiden;
2. er wordt niet of nauwelijks gereageerd op berichten;
3. het knagende gevoel dat je je tijd beter kunt besteden.

Jongeren onder de 35 jaar raken met name ontgoocheld en vertonen burn-outverschijnselen, omdat ze niet kunnen voldoen aan de verwachting. Ze zien op sociale media zoals Facebook en Twitter dat hun vrienden en vriendinnen het allemaal wél goed voor elkaar lijken te hebben, met talloze vrolijke vakantiefoto's, hippe evenementen, en etentjes in restaurants.


Je kunt niets doen om gelukkig te worden

Wie bekend is met het begrip “Tao” weet dat de titel een optimistische paradox is. Het betekent dat je gelukkig kunt worden en er niets voor hoeft te doen. En omgekeerd: dat iedereen die moeite doet om het geluk te pakken vaak juist misgrijpt.
Geluk heb je soms en je kunt langdurig gelukkig zijn.

Gelukkig zijn is onze natuurlijke staat. Zijn we het niet, dan is het effectief om het weer te worden door de oorzaak daarvan weg te nemen.

"Geluk zit in het streven" zeggen wij in het westen, terwijl de filosofen uit het oosten zeggen dat je niet naar geluk moet streven. Hoe zit dat?
Het “niet doen” –wu wei- en “het doen door niet te doen” -wei wu wei- is een in het Westen slecht begrepen onderdeel van het Taoïsme. Dat komt omdat we van jongs af aan geleerd zijn dat “voor wat hoort wat en “je moet het verdienen” en “voor niets gaat de zon op”.
Wu wei is geen onverschilligheid of passiviteit. Het is weten wat te laten en dat in balans te brengen met het handelen (doen).
Het is ons ego dat wil handelen om een uitkomst af te dwingen, zelfs opofferen valt daar onder. Het ego is een op resultaat gericht mechanisme, maar dat is niet de Tao, niet de manier om gelukkig te worden. Waarbij Tao weer zonder methode, zonder manieren is.
Een musicus die virtuoos muziek wil maken zal lang moeten oefenen, maar moet zichzelf niet forceren om de discipline op te brengen om te gaan spelen. Het moet wel leuk blijven. Het beter leren spelen moet de bevrediging zelf zijn.
Eigenlijk moeten zaken vanzelf, van nature gaan. We zouden moeten gaan voor (de kwaliteit van) het proces (“doen oftewel handelen”) zonder ons druk te maken of we het einddoel halen (“niet doen oftewel laten”). Gaan voor het proces is het verschil met streven. Streef niet om het einddoel (geluk) te halen, maar ga op weg naar het doel en wees gelukkig met het op weg zijn.
Op deze weg moeten we weten waar de valkuilen zijn, hoe we kunnen voorkomen daarin te vallen (het zinloze streven). Dat is negatieve kennis: “weten wat je niet moet doen”. Positieve kennis, van Tao, van God, is een onmiddellijke, kortstondige ervaring, die niet in woorden kan worden uitgedrukt.

Wie dit proces toch goed kan beschrijven is Alan Watts. Alan W. Watts (1915 – 1973) was een Engels filosoof, schrijver, spreker, anglicaans priester, hoogleraar en beoefenaar van de vergelijkende godsdienstwetenschappen. Hij verdiepte zich met name in de filosofie van zen, het boeddhisme en het taoïsme, en heeft met zijn werk een belangrijke bijdrage geleverd aan de introductie en popularisering van Aziatische religie en filosofie in het Westen.
Hij publiceerde meer dan 25 boeken en vele artikelen over onderwerpen als identiteit, de uiteindelijke aard van de realiteit, hogere bewustzijnstoestanden, de zin en betekenis van het leven, godsbeelden en menselijk geluk. (Wikipedia, zie ook Youtube).

Wilskracht en onderdrukte emoties

Arnon Grunberg schrijft 16 mei in zijn column op de voorkant van de Volkskrant naar aanleiding van een interview met Roy Baumeister, auteur van het boek Wilskracht het volgende.
De cultus van de authenticiteit, waarbij alle emoties in de openbaarheid moeten, is ook een vijand. Emoties zijn net als toiletbezoek een privéaangelegenheid. Ze moeten onderdrukt worden en dat vereist enige wilskracht.
Tot zover Grunberg.

Grunberg schiet een beetje door. Het gaat er niet om dat je authentiek bent door alle gedachten en emoties zonder beperking te delen met de buitenwereld. Dat zou de wereld door deze ego-gerichtheid onleefbaarder maken. Waar het wel omgaat is dat je eerst observeert en een keuze maakt of je emoties of gedachten wel of niet wilt delen met anderen. Om emoties goed te kunnen observeren moet je deze eerst toelaten en binnen jezelf laten opkomen.
Wanneer je vervolgens besluit dat het belangrijk is dat anderen ervan weten dan doe je dat in een ik-boodschap.

Een ik-boodschap bestaat uit een aantal elementen.

  • Wanneer je nog niet in gesprek bent met degene die je iets wilt zeggen, begin dan met het noemen van zijn of haar naam. Zo vraag je iemands aandacht.
  • Begin je boodschap met 'ik'….
  • Benoem je gevoel of je belemmering ("Ik word nogal afgeleid…").
  • Benoem het gedrag van de ander dat je niet zint ("…door je telefoongesprekken".).
  • Geef de reden waarom dat zo is, ook geformuleerd met 'ik' of 'we'. Eventueel kun je daar ook mee beginnen. ("Ik wil graag dit rapport afmaken voor de vergadering vanmiddag".)
  • Geef een suggestie van het gedrag dat je graag van de ander zou zien. Begin ook die suggestie met 'ik' ("ik wil dat jij…" of "ik zou willen dat je…"). Formuleer deze suggestie bij voorkeur niet als vraag, omdat daarop het antwoord weer direct 'nee' zou kunnen zijn. Door de suggestie als gewone zin te formuleren zet je die ander aan tot handelen, en minder tot een verbale tegenwerping.

Voorbeelden

Jij-boodschap. Jij doet ook altijd zo geheimzinnig.
Ik-boodschap. Ik zou graag beter willen weten wat er speelt.

Jij-boodschap. Jij doet nooit wat ik vraag.
Ik-boodschap. Ik zit nog steeds met die onopgeloste kwestie van vorige week.

Jij-boodschap. Jij moet nú je mond houden.
Ik-boodschap. Ik kan zo geen gesprek met je voeren. Ik wil graag dat je kalmeert en ook mij even laat uitpraten.

Meer lezen en leren, klik hier.

Wilskracht moet je oefenen en voeden

In de Volkskrant een interview met de schrijver van een boek over wilskracht en wat tips en trucs.
U schrijft dat de gemiddelde mens in onze tijd en onze maatschappij over minder wilskracht beschikt dan vroeger.
'Dat komt voor een groot deel doordat scholen en ouders discipline niet meer zo belangrijk vinden. En dat heeft weer te maken met die zelfwaarderingsbeweging uit de jaren zeventig, die benadrukte hoe belangrijk het is je kind te prijzen en aan te moedigen. Zaken als straffen, discipline bijbrengen en kritiek geven, zijn sindsdien in de knel gekomen.

'Dat is geen goede ontwikkeling, overigens ook niet voor het zelfvertrouwen. Geen kind schiet er iets mee op als het altijd maar geweldig wordt gevonden, wat het ook doet. Het heeft dan geen enkel idee op grond waarván het zo geweldig is. Als je je kind echt zelfvertrouwen wilt bijbrengen, moet je duidelijk maken wat de regels zijn. En vervolgens zeggen: als je je aan de regels houdt, ben je goed bezig; als je je er niet aan houdt, ben je níet goed bezig. Op die manier leert het kind onderscheid te maken en ontdekt het dat zijn daden ertoe doen.
Tot zover de Volkskrant.

Wat is er nodig om verleidingen te weerstaan? Hoe kun je productiever worden, succesvoller op school en in het werk – en gemakkelijker en gelukkiger leven? Voor een succesvol leven zijn twee eigenschappen belangrijk: intelligentie en zelfbeheersing. Aan het eerste valt niet veel te doen, aan het laatste des te meer. Om je zelfbeheersing te bewaren is wilskracht nodig. Baumeister en zijn medewerkers toonden in vaak aangehaalde experimenten aan dat die wilskracht als spierkracht is: beide hebben suiker (glucose) in het bloed nodig, beide kunnen door oefening worden versterkt, en beiden nemen af bij te zware belasting.

Wat Tips en Trucs.
  • Houd een dagboek bij. Als je gewoon maar wat plannen maakt zonder te registreren wat je er mee doet, komt er niets van terecht.
  • Zorg voor genoeg voedsel en slaap. Voor wilskracht heb je lichamelijke energie nodig.
  • Timing is belangrijk.
  • Stel duidelijke en haalbare doelen voor jezelf en maak een plan om deze doelen te bereiken. Door jezelf te richten op concrete doelen en actieplannen, kun je jezelf gemotiveerd houden en je wilskracht opbouwen.
  • Begin met kleine veranderingen in je dagelijkse routine en bouw geleidelijk aan op. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat je begint met een korte wandeling of 5 minuten meditatie per dag en dit langzaam opbouwt.
  • Probeer afleidingen te vermijden en focus je op je doelen. Dit kan betekenen dat je tijdelijk sociale media uitschakelt of jezelf beperkingen oplegt in het gebruik van bepaalde apparaten of apps.
  • Beloon jezelf wanneer je een doel hebt bereikt. Dit kan een kleine traktatie zijn, zoals een stukje chocolade, of een activiteit waar je van geniet, zoals een film kijken.
  • Wilskracht is geen eigenschap die je van de ene op de andere dag ontwikkelt. Het kost tijd en inspanning om te ontwikkelen. Wees geduldig en zet door, ook als je het gevoel hebt dat het niet snel genoeg gaat.
  • Positief denken kan je helpen om gemotiveerd te blijven en je wilskracht te versterken. Focus je op je vooruitgang en houd een optimistische houding aan.
  • Wanneer je voelt dat je ziek wordt, ga naar bed en geef het lichaam alle rust om de ziekte aan te pakken.
  • Oefen! Welke gedragsverandering je ook doorvoert, het feit dát je die verandering invoert, heeft effect.
  • Realiseer je dat ook het nemen van beslissingen en het maken van keuzes wilskracht opsoupeert. Als je weet dat je aan het einde van de dag belangrijke beslissingen moet nemen, spaar je energie dan voor dat moment.


Ik ben goed genoeg om van te houden

 Wees niet bang

Brené Brown is zowel onderzoeker van zichzelf als van menselijke verbindingen, ons vermogen tot inleving, ergens thuis willen horen, liefde geven en ontvangen. Zij durfde zich na lange aarzeling kwetsbaar op te stellen en ook als onderzoekster te kijken waar je nu bang voor bent wanneer je je schaamt. Haar ervaring is dat je bang bent dat anderen zich niet met jou willen verbinden wanneer je je kwetsbaar en niet perfect voelt.
Je bent het altijd waard om lief te hebben, ook al denk je van niet.

In deze lezing op Ted.com vertelt ze over haar strijd met kwetsbaarheid en roept op om kinderen te leren om niet perfect te hoeven zijn.
Brené Brown beschrijft in De moed van imperfectie hoe moed, compassie en verbondenheid een belangrijke plek in je leven kunnen krijgen. Ze moedigt de lezer aan om perfectionisme te laten varen, stress als leefstijl los te laten, te vertrouwen op intuïtie en creativiteit de ruimte te geven. Dit boek gaat over de levenslange reis van ‘wat zullen anderen wel niet denken?’ naar ‘ik ben goed genoeg’.

Het is niet aan onze cultuur om te bepalen of wat zinvol is: een baan buitenshuis, kinderen grootbrengen, een baan als advocaat of leerkracht, of kunstwerken maken. Niet alleen onze talenten zijn uniek, maar ook wat ons leven zin geeft.

Houd vast aan loslaten

Op basis van haar jarenlange studie kwam ze tot tien stellingen over een ‘bezield leven’: leven vanuit het gevoel dat je de moeite waard bent.
  1. Kies voor authenticiteit: laat je angst voor wat anderen vinden los.
  2. Heb meer compassie met jezelf: laat je perfectionisme los.
  3. Ontwikkel meer veerkracht: laat zelfverdoving en machteloosheid los.
  4. Cultiveer dankbaarheid en geluk: laat je gevoel van schaarste en je angst voor het duister los.
  5. Vertrouw op je intuïtie en durf te geloven: laat je behoefte aan zekerheid los.
  6. Geef je creativiteit de ruimte: laat de neiging jezelf met anderen te vergelijken los.
  7. Neem de tijd om te spelen en te rusten: laat uitputting als statussymbool en productiviteit als maatstaf voor eigenwaarde los.
  8. Breng kalmte en stilte in je leven: laat stress als leefstijl los.
  9. Streef naar zinvol werk: laat je onzekerheid en je opvattingen over wat je ‘zou moeten’ los.
  10. Lach, zing en dans: laat het idee dat je altijd beheerst moet zijn en ‘normaal’ moet doen los.
Loslaten geeft ruimte. Via acceptatie en toelaten kun je de vrijgekomen ruimte vullen vanuit jouw kracht.

Inzicht in mythen rond verlichting

Taal en verlichting

Woorden leiden niet rechtstreeks tot verlichting, ze wel kunnen helpen bij het ontwarren van ingesleten denkpatronen. Verlichting is het besef van de alomvattende heelheid van het leven, waarin geen afzonderlijk individu bestaat los van de naadloze levendigheid van alles wat zich voordoet.
Nondualiteit is niet exclusief is voor een selecte groep, maar voor iedereen die ervoor openstaat. Het is geen verbetering van het bestaan, maar een bevrijding van mentale filters en beoordelingen, waardoor een diepgaand mededogen en een vrijheid van oordeel ontstaan.
Voorkeuren en reacties blijven optreden, zelfs nadat het besef van afgescheidenheid is doorbroken. Oude conditioneringen kunnen blijven hangen, maar dat het besef van het ontbreken van een 'machinist' van de handeling ruimte kan creëren voor meer empathie.
Expressie van liefde hoeft niet persoonlijk of sentimenteel te zijn. Het gaat om een alomvattende liefde die het leven omhelst zonder oordeel. De liefde laat zich niet vangen in conventionele categorieën en omdat ze de oneindige dans van het leven vertegenwoordigt die niet te definiëren is.
Liefde laat geen sporen na (Miranda Warren bol. com).

InZicht over mythes

In het tijdschrift InZicht nr 1 februari 2012 behandelt James Swartz een aantal mythen rond verlichting.

De grootste mythe is dat verlichting een ervaring is. Verlichting verkrijg je door zelfkennis en verwijdering van onwetendheid van het zelf. Dit is opzettelijk dubbel negatief geformuleerd: “verwijdering van onwetendheid”.
Het zoeken naar eenzijdige opheffing van het negatieve volstaat niet, het gaat om het accepteren van het werkzame daarvan.

De eerste mythe die Swartz behandelt is dat verlichting ‘de afwezigheid van denken’ is. Hij stelt dat gedachten van jou afhankelijk zijn en dat jij niet afhankelijk bent van gedachten. De weg naar verlichting verloopt niet via denken, terwijl het denken alleen maar in de weg staat wanneer je het niet los kunt laten.
De tweede mythe gaat over de reeks identiteiten die wij bedenken vanuit onze onwetendheid omtrent onze ware identiteit. De poging van het ego of ‘ik’ om verlichting te bereiken door de eigen identiteit te beperken is vruchteloos. Het gaat er niet om het eigen ego te doden, maar om in te zien dat het zelf zichzelf moeiteloos ervaart.
De derde mythe is dat Nirvana een verlangenloze staat van zijn is. Flauw gezegd, zoals filosoof Coen Simon doet in zijn nieuwste boek Filosoferen is makkelijker als je denkt, leren denken (bol.com): “verlangen geeft het leven zin, maar is zelf niet de zin van het leven”.
Verlichting is weten dat ik gewaarzijn ben en dat ik als zodanig vrij ben van verlangens.

Swartz behandelt vervolgens de mythen van leven in het nu, de ervaring van Eenheid, de transcendente staat, verlichting als eeuwige gelukzaligheid en een speciale status. Hij benadert deze met: verlichting is geen gevoel, maar een weten dat wel gepaard gaat met positieve gevoelens (en dus zichtbaar is op een hersenscan). Je kunt het niet opwekken en met behulp van een leraar gaat het 't snelst.

Swartz schrijft niet gemakkelijk, vandaar hier geen boekverwijzing.

Een andere schrijver over verlichting die het zijn lezers niet gemakkelijk maakt is Hans Laurentius.
In "Rozengeur & Prikkeldraad" schrijft hij:
Zijn IS al. Er kan niks voor of tegen gedaan worden, en het is van niemand, er is niemand, er is Zijn. Dat ben jij. En wat er ook lijkt te gebeuren, inclusief dit satsang gedoe, is wat HET is. Dit is het. Precies Dit. 'Je' bent al gearriveerd. DIT is HET, en DIT (jij) gaat nergens heen en komt nergens vandaan.

Heel praktische aanwijzingen rondom verlichting en mystiek geeft C.B. Zuijderhoudt: Meester Eckharts mystiek in de praktijk (bol.com).

Transformatie

Over het boek De zeven eigenschappen van effectief leiderschap zegt Stephen Covey:
“Ik heb die zeven eigenschappen niet zelf bedacht. Het zijn algemeen bekende principes die in alle wereldgodsdiensten terug te vinden zijn. In feite is het common knowledge, al is het dan geen common practice – en daarin zit het probleem. Naar onze aard zijn we reactief ingesteld en geneigd om uit eigenbelang te handelen. Maar als mensen zijn we tegelijk tot hogere zaken in staat en kunnen we een proactieve houding ontwikkelen, waardoor we ons eigen lot in handen nemen en iets kunnen toevoegen aan het geluk van de mensen om ons heen”.

De zeven eigenschappen zijn:
1. Wees proactief
2. Begin met het einde voor ogen
3. Begin bij het begin
4. Denk in termen van winnen/winnen
5. Probeer eerst te begrijpen, dan begrepen te worden
6. Werk synergistisch
7. Hou de zaag scherp

Van reactief via pro-actief leven naar transformeren wie je zou kunnen zijn. We leren en ontwikkelen via een blik in de spiegel die een ander ons biedt en door zelfinzicht. We transformeren door te weten wat te accepteren en wat los te laten.

Covey gaat ervan uit dat je pas echt blijvend kunt veranderen als je dat van binnenuit doet – als je niet je gedrag maar je karakter onderzoekt en aanpast. Die verandering kan ook alleen maar in overeenstemming zijn met wie je nu bent: een geheel ander mens willen worden is gewoon niet realistisch. Het is het vermogen te weten wie je bent en wat je wilt bereiken in het leven, met alle beperkingen van dien, waardoor je tevredener en succesvoller kunt worden. Succes meet je dan niet af in termen van geld of status, maar door te kijken in hoeverre je het door jezelf gevisualiseerde doel hebt bereikt of gaat bereiken.
Je weet dan in elke situatie die zich voordoet in je leven wat de beste reactie of de volgende stap is.



Sean Covey is de zoon van Stephen R. Covey.

De theorie van Covey sluit aan bij de theorie U van Otto Scharmer.
Theorie U gaat over persoonlijk leiderschap, met als kernvraag: Hoe kan ik als mens een volstrekt eigen bijdrage leveren aan de maatschappij, die tegelijkertijd aansluit bij wat de omgeving echt nodig heeft? Otto Scharmer nodigt ons uit om de wereld op een nieuwe manier te zien. Waar en hoe we onze aandacht inzetten is de sleutel tot wat we creëren. Hetgeen ons vaak weerhoudt om 'in het nu te zijn', is wat Scharmer onze blinde vlek noemt, een plek in ons innerlijk waaruit we handelen. Het is van het grootste belang om ons van deze blinde vlek bewust te worden. Door het U-proces te doorlopen leren we in contact te komen met ons ware zelf. De stappen in het proces zijn een open geest (niet oordelen), een open hart (onbevooroordeeld waarnemen) en een open wil (contact maken met spirituele intelligentie en open laten wiens wil je gaat volgen). Deze laatste fase is vergelijkbaar met de wijsheid van Socrates: weten dat je eigenlijk niets zeker weet, wat je bescheiden maakt en je voorbereidt op waardevol inzicht dat intuïtief tot je kan komen.
In deze video noemt Scharmer gaan door dit proces 'presencing', 'to sense and bring in the present one's highest future potential', ofwel het hoogst haalbare toekomstige potentieel waar te nemen en in het nu te realiseren.

Spreken over functioneren

In het ideale geval heeft uw manager minstens drie keer per jaar een gesprek over uw functioneren in verleden, heden en toekomst.
Eén keer per jaar wordt in een targetgesprek vastgesteld welke doelen een werknemer gaat proberen te halen in het komende jaar en welke beloning daar bij hoort. Of deze doelen gehaald worden wordt vastgesteld in het beoordelingsgesprek een jaar later. Halverwege het jaar wordt besproken of alles nog gaat zoals de bedoeld en of er nog wederzijds iets kan worden verbeterd.
Maar niet alle bedrijven houden zich keurig aan deze driedeling. De reden is tijdgebrek of een niet goed begrijpen van de reden waarom deze zaken zo strikt gescheiden zouden moeten worden gehouden. Een werknemer zou tijdens een functioneringsgesprek er op moeten kunnen vertrouwen dat wanneer hij zich kwetsbaar opstelt, dat hij dat niet een half jaar later op zijn brood krijgt in de vorm van een lagere beoordeling.
Veel bedrijven stellen van te voren vast wat de verdeling is in hoeveel mensen boven verwachting worden beoordeeld en hoeveel mensen een slechte(re) score krijgen. Ze doen dat onafhankelijk van het functioneren van hun personeel. De reden is dat zij geen geld over hebben voor een beloning van goed functioneren. Ze delen hoogstens hun personeel in van hoog naar laag in functioneren en trekken ergens een lijn waaronder geen beloning meer wordt gegeven en waaronder een onvoldoende wordt uitgedeeld (ook al heeft de werknemer zijn doelen (targets) gehaald).
Deze manier van werken is bedoeld om de werknemer te prikkelen om beter te presteren, maar heeft grote risico van demotivatie in zich.
Beter is om de beoordeling van iemands functioneren te doen los van consequenties voor beloning. Hoogstens kan met rapportcijfers met 1 decimaal achter de komma een verdeling gemaakt worden waarbij de hoogste x promotie of salarisverhoging krijgt.
Om meer te kunnen halen uit de het halfjaarlijkse functioneringsgesprek kan de 360 graden feedback procedure worden toegepast waarbij de rapportage alleen wordt gedaan aan de werknemer. Dit vergroot het vertrouwen van de werknemer om zich kwetsbaar op te stellen en het inzicht waarop zijn functioneren wordt beoordeeld. Eventuele (inspanning voor extra) ontwikkeling kan dan op het functioneringsgesprek met de manager worden besproken.

Op Wikipedia wordt het onderscheid tussen functionerings- en beoordelingsgesprek klip en klaar uiteengezet:
Een functioneringsgesprek is een dialoog waarin het wederzijds functioneren van de werknemer en diens leidinggevende besproken wordt. Doelen voor deze bespreking kunnen prestatieverbetering, bijsturing, stimulering en ontwikkeling zijn. Eventueel aansluitende bespreekpunten kunnen zaken zijn zoals het herkennen en eventueel aanpakken van problemen op de werkvloer.
Een functioneringsgesprek heeft de volgende kenmerken:
  • Het gesprek is tweezijdig; de leidinggevende vraagt over het functioneren van de medewerker en eventuele problemen die er ontstaan. Deze krijgt de kans om te reageren en gelijke vragen aan zijn leidinggevende te stellen.
  • Tijdens het functioneringsgesprek wordt onder meer de status van de van tevoren vastgelegde doelstellingen besproken alsmede prestatie ten opzicht van de competenties welke voor de werknemer van toepassing zijn.
  • De verhoudingen tussen leidinggevende en medewerker zijn gelijkwaardig.
  • Een functioneringsgesprek is (bij de meeste bedrijven) een keer per jaar verplicht.
  • Na een functioneringsgesprek kan er op een later termijn een ontwikkelings- of beoordelingsgesprek plaatsvinden.
  • Van het gesprek dient een verslag gemaakt worden. Beide partijen mogen dit verslag corrigeren: is het verslag naar tevredenheid, dan ondertekenen beiden deze.

Een beoordelingsgesprek is een gesprek tussen een werknemer en zijn leidinggevende waarin het functioneren van de werknemer door de leidinggevende wordt beoordeeld en waaraan rechtspositionele gevolgen kunnen worden verbonden. De leidinggevende heeft in dit gesprek een waardeoordeel over het totaal aan functioneren (zowel kwalitatief, alsook kwantitatief en sociaal) en verbindt hieraan eventueel salariërings- en juridische gevolgen.
Een beoordelingsgesprek heeft de volgende kenmerken:
  • Het gesprek is eenzijdig, de leidinggevende geeft een oordeel over het functioneren van de medewerker. Deze krijgt uiteraard wel de kans om te reageren, maar dit heeft geen gevolgen voor het oordeel.
  • Gedurende het gesprek worden de prestaties van de medewerker ten opzichte van de eerder vastgelegde doelstellingen en competentie (vaardigheid) beoordeeld.
  • De verhoudingen tussen leidinggevende en medewerker zijn ongelijkwaardig.
  • Een beoordelingsgesprek kan door de werkgever worden aangevraagd.
  • Aan een beoordelingsgesprek gaat bijna altijd een functioneringsgesprek vooraf.
  • Na het gesprek wordt er een verslag gemaakt en eventueel een actieplan opgesteld. Dit plan kan in een volgend gesprek geëvalueerd worden.


Kwantumtheorie en tautologie

De kwantumtheorie bevat veel onzekerheid. Die onzekerheid wordt door "zieners" gebruikt om verstrekkende conclusies te trekken op basis van overeenkomsten die men ziet bij menselijke ambities om zich te ontwikkelen tot hogere niveaus. In dit artikel een kritische kijk op dit gebruik van "gedachtesprongen".

Op Wikipedia wordt de theorie van de kwantummechanica uitgelegd. Van deze tekst wat bewerkte citaten (met cursief een kleine toevoeging, een filmpje en weglatingen) om de hoofdlijn te kunnen volgen.

In de kwantumtheorie wordt de werkelijkheid op een fundamenteel andere manier benaderd dan in de klassieke natuurkunde, waarin ervan wordt uitgegaan dat er een waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid is en natuurkundige grootheden continue variabelen zijn, die in elke gewenste combinatie gemeten kunnen worden.
In de kwantumtheorie variëren natuurkundige grootheden stapsgewijs (discontinu met 1 kwantum tegelijk) en is er geen waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid. Door dit tweede fundamentele verschil met de klassieke natuurkunde is het principieel uitgesloten om het effect van de waarneming uit te schakelen: de keuze die de waarnemer maakt bij het opzetten van zijn experiment bepaalt in belangrijke mate de uitkomst daarvan.
De beschrijving van systemen door middel van een golffunctie betekent dat deeltjes zich, afhankelijk van de manier waarop ze worden waargenomen, soms als een deeltje in klassieke zin, maar soms als een golfverschijnsel gedragen. Zo kunnen bijvoorbeeld elektronenbundels, net als lichtbundels, brekingsverschijnselen en interferentie (versterking of uitdoving) en diffractie vertonen.
In deze video wordt dit uitgelegd.
Een ander opmerkelijk feit in de kwantummechanica is dat fysische grootheden van een systeem in sommige combinaties niet tegelijkertijd met willekeurige nauwkeurigheid bekend kunnen zijn. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn plaats en snelheid, en tijd en energie. Dit feit staat bekend als de onzekerheidsrelatie van Heisenberg.
Volgens een bepaalde zienswijze binnen de kwantummechanica bestaan ten gevolge van het onzekerheidsprincipe deeltjes niet eens totdat er een waarneming plaatsvindt. Schrödinger was door deze zienswijze dermate ontstemd dat hij het beroemde voorbeeld van de kat beschreef, die door dit effect tegelijkertijd zowel dood als levend was. Schrödinger hoopte met dit onmogelijke voorbeeld te laten zien dat deze filosofie belachelijk was en dat men dit denkbeeld maar snel moest laten vallen. Tot zijn verdriet is bijna het tegenovergestelde gebeurd en is Schrödingers kat een geheel eigen leven gaan leiden.
Tot zover Wikipedia.

Belangrijk onderdeel in deze tekst is dat er voor de waarnemer bij licht tijdens metingen verschil is in gedrag. Dat wil niet zeggen dat dit ook betekent dat in werkelijkheid licht van aard verandert en soms een deeltje is en soms een golf is. Deze “wilde” conclusie doet denken aan het psychologische verschijnsel dat mensen wanneer zij het gedrag van anderen zien er conclusies aan verbinden over hoe de “kwaliteit” van die mensen is. Een arts die euthanasie “pleegt”, pleegt in de ogen van de een een moord en van de ander een medemenselijke daad. De waarnemer ziet wat hij wil zien.

Het is de waarnemer die indirect invloed uitoefent via de waarneming die hij kiest. Kiest hij een andere manier van waarnemen dan bestaat de kans dat hij een andere conclusie trekt.
De menselijke waarneming is op het gebied van de allerkleinste bekende deeltjes niet in staat om te kijken zoals we in ons dagelijkse leven om ons heen kijken. We zien bijvoorbeeld maar een deel van de uitgezonden frequenties van lichtgolven. Zelfs het gebruik van instrumenten helpt ons daarbij niet om te kunnen stellen dat we een transformatie kunnen doen die recht doet aan de (zichtbare) werkelijkheid van het elektron.

De beste manier om valkuilen in de waarneming te voorkomen is zelfkennis en het zo lang mogelijk uitstellen van oordelen.

De filosofische vraag of een gebeurtenis wel plaatsvindt wanneer er geen waarnemer is, is een onzinnige vraag. Het zijn slechts taalspelletjes.

Voor sommigen is materie het resultaat van interferentie van golven en energie. Daarmee zouden alle waarneembare verschijnselen verklaard kunnen worden als gedragingen van (elektromagnetische) golven van licht. So far so good, maar vervolgens worden met reuzenstappen gigantische conclusies getrokken.
Een voorbeeld.
“Omdat het brandpunt van deze golven zelfreferentieel is, schept het zelfbewustzijn. Ieder atoom in het universum is bij gevolg zelfbewust en het universum als geheel is derhalve één bewust wezen: het universele bewustzijn, God is alles wat er bestaat, het is alom aanwezig, en almachtig. Hij is zich bewust van alle dingen die gaande zijn in het universum omdat hij het universele bewustzijn zelf is”.

Ook dit zijn tautologische taalspelletjes. Een tautologie is een uitdrukking die hetzelfde zegt met verschillende woorden, zonder dat er nieuwe informatie wordt toegevoegd.

Wat wel zinnig is te doen met onzekerheidsrelaties is het te gebruiken bij het en-en denken. Twee of meer interpretaties van een gebeurtenis kunnen tegelijkertijd waar zijn. Daarbij is het gegeven dat de ene interpretatie meer waarschijnlijkheid heeft dan de andere niet een rechtvaardiging om de meest waarschijnlijke interpretatie tot absolute waarheid te verheffen.

De ziel is waar zij liefheeft

De taal weerspiegelt de ziel

April 2012 was de maand van de filosofie met als thema ‘de ziel’.
Het bestaan van een (on)sterfelijke ziel is ongewis, het boeddhisme bijvoorbeeld gelooft er niet in.

De ziel heeft zich zeker in onze taal genesteld. Seneca zei al "De taal weerspiegelt de ziel".

  • de ogen zijn de spiegels der ziel
  • door de ziel gaan
  • op zijn ziel trappen
  • jouw ziel blootleggen
  • een goed geloof en een kurken ziel dan drijft men de zee over
  • hoe hoger het hart, hoe lager de ziel
  • hoe meer zielen, hoe meer vreugd
  • met hart en ziel
  • met zijn ziel onder de arm lopen
  • zielenroerselen
  • moederziel alleen
  • ter ziele zijn
  • God hebbe zijn ziel
  • zielsverwanten: twee zielen, één gedachte
  • zijn ziel en zaligheid verkopen
  • zijn ziel in lijdzaamheid bezitten

In geen van deze uitdrukkingen wordt de aard van de ziel duidelijker, terwijl het woord ziel juist dan gebruikt wordt om de kern van de zaak aan te duiden. Maar het wordt ook gebruikt als een verlegenheidsaanduiding, bijvoorbeeld "zielig" of juist "zielsgelukkig".

Leven vanuit het hart

Zo is het begrip "ziel" met "het zelf", "leven uit het hart" en "ware liefde" iets wat ongrijpbaar is. Sommige mensen interpreteren "leven vanuit je hart" als het volgen van je intuïtie, het vinden van wat je passie is en het nemen van beslissingen die in lijn zijn met je waarden en verlangens. Dit kan betekenen dat je je niet laat beïnvloeden door de mening van anderen en dat je trouw blijft aan jezelf en je innerlijke stem.

Andere mensen kunnen "leven vanuit je hart" zien als het hebben van een hart dat openstaat voor compassie, vriendelijkheid en mededogen voor jezelf en anderen. Dit kan betekenen dat je empathisch bent en begripvol naar anderen toe, zonder oordeel of veroordeling.

Waar ontspringt de bron van wijsheid?

Het is echter belangrijk om te onthouden dat het hart niet de enige bron van wijsheid is. Het kan nuttig zijn om ook je verstand te gebruiken bij het nemen van beslissingen en het nemen van acties die in lijn zijn met je doelen en verantwoordelijkheden.
We moeten niet de vergissing maken dat we de weerspiegeling van deze begrippen in onze taal verwisselen met de oorsprong (zie ook de allegorie van de grot bij Plato). We kunnen net als met een spiegel wel wat over onszelf te weten komen door iets te doen (communiceren) en mee te kijken in de spiegel (luisteren).
Wie kijkt naar iets in de spiegel om te grijpen, grijpt mis. Wie open (leeg, zonder oordeel) kijkt om te ervaren, komt verder.
Dat wat er werkelijk toe doet, laat zich niet afdwingen.

De kwaliteit van de ziel

De ziel worden de volgende 12 kwaliteiten toegedacht.

  1. Liefde - deze kwaliteit staat voor onvoorwaardelijke acceptatie en genegenheid voor jezelf en anderen. 
  2. Vreugde - deze kwaliteit staat voor een innerlijke staat van geluk en tevredenheid. 
  3. Vrede - deze kwaliteit staat voor een innerlijke staat van rust en kalmte, zelfs te midden van chaos. 
  4. Geduld - deze kwaliteit staat voor het vermogen om te wachten en te volharden zonder gefrustreerd of boos te worden. 
  5. Vriendelijkheid - deze kwaliteit staat voor vriendelijk en attent zijn naar jezelf en anderen. 
  6. Goedheid - deze kwaliteit staat voor het doen van het goede, zelfs als het niet direct in je eigen belang is. 
  7. Geloof - deze kwaliteit staat voor vertrouwen hebben in jezelf, anderen en het universum. 
  8. Zachtaardigheid - deze kwaliteit staat voor het vermogen om zorgzaam en medelevend te zijn naar jezelf en anderen. 
  9. Zelfbeheersing - deze kwaliteit staat voor het vermogen om je emoties en impulsen te beheersen. 
  10. Bescheidenheid - deze kwaliteit staat voor een bescheiden houding en het vermogen om te waarderen wat je hebt zonder arrogant te zijn. 
  11. Wijsheid - deze kwaliteit staat voor een diepgaand begrip van jezelf en het universum. 
  12. Moed - deze kwaliteit staat voor het vermogen om angst te overwinnen en risico's te nemen voor het goede. 

Deze kwaliteiten worden "zielskwaliteiten" genoemd omdat ze verband houden met het innerlijke wezen van een persoon, ofwel de ziel. Deze kwaliteiten worden vaak geassocieerd met spirituele ontwikkeling, omdat ze kunnen bijdragen aan een diepere verbinding met jezelf en anderen, en aan een gevoel van vervulling en betekenis in het leven. Ze worden beschouwd als belangrijke deugden die kunnen helpen bij het ontwikkelen van persoonlijke integriteit en morele verantwoordelijkheid

Waar is de ziel niet?

In Volzin nr 7 een interview met cultuurfilosoof Gerard Visser.
Het betoog van Visser’s boek over de ziel (Niets cadeau) gaat uit van de hypothese dat de ziel in de Europese filosofie is gestorven aan de illusie van haar kenbaarheid. De auteur gaat vervolgens na hoe in de moderne levensfilosofische en fenomenologische bezinning op het vraagstuk van de individualiteit een spirituele voeling met de ziel terugkeert, die is gebaseerd op de ervaring van haar ondoorgrondelijkheid.
Er valt over de ziel door Visser niet zo veel te zeggen, maar des te meer over de fenomenen die er mee samenhangen als de dood, het zelf, het geweten en Dasein.
Met behulp van Meister Eckhart en dichteres Szymborska (schrijfster van het gedicht Niets cadeau komt Visser tot de conclusie, dat we niet zonder het zielbegrip kunnen. Want de ziel “heeft ons nodig, om haar liefde ('amor in caritas') mede te delen”.
Hij citeert filosoof Schelling. “De ziel is niet waar zij is, maar waar zij liefheeft”.
Terzijde.
De Soefi's zien de ziel als de plek waar God zich toont en mede in het licht dat God liefde is, wordt door het geloof in het hogere het vermogen bevrijd om lief te hebben. Het is het beeld van vorm krijgen terwijl de vormgever onzichtbaar blijft.

Open staan voor de ziel

Visser’s laatste boek over Nietzsche begint met de volgende zin.
Een filosofische weg werkt meestal toe naar het onuitsprekelijke, in zekere zin naar dat waar geen woorden meer voor zijn.
Gerard Visser ziet de ziel als ‘resonantieruimte’ of ’open midden’ als iets ontvankelijks dat de opdracht heeft dit midden te behoeden voor bezetting door bijvoorbeeld de wetenschapper. Een bekend voorbeeld is Dick Swaab, die het bestaan van een vrije wil ontkent en alle verschijnselen, die daarmee (en met de ziel) samenhangen, verklaart als illusionaire bijproducten van hersenactiviteit.

God en de ziel zijn uiteindelijk ondoorgrondelijke, maar gelukkig wel ervaarbare fenomenen. Het vraagt om opheffing van blokkades, onbevooroordeeld voorbereid zijn en open staan, kortom om er voor te zorgen dat er niets in de weg staat.




Denkfouten bij goedgelovige mensen

Het Woordenboek van de scepticus richt zich tot vier verschillende soorten publiek:
  1. de onbevooroordeelde zoeker, die geen specifieke mening heeft over het occulte en het niet aanhangt maar ook niet afwijst;
  2. de gematigde scepticus die eerder zal twijfelen dan geloven in het occulte;
  3. de geharde scepticus die totaal niet gelooft in al die occulte zaken;
  4. de gelovige twijfelaar die geneigd is te geloven in het occulte maar licht twijfelt.

Van deze website een paar voorbeelden van denkfouten.

Magisch Denken
Een van de drijvende beginselen van magisch denken is het idee dat dingen die op elkaar lijken oorzakelijk verbonden zijn op een of andere manier die wetenschappelijk niet kan worden nagegaan (het principe van overeenkomst). Een ander drijvend beginsel is het geloof dat "dingen die ofwel fysiek contact hebben gehad of in ruimtelijke of temporele verbinding staan met andere dingen een verbinding behouden wanneer ze gescheiden zijn" (de wet van besmetting) (Frazer; Stevens). Denk aan relikwieën van heiligen die verondersteld worden spirituele energie door te sturen. Denk aan paranormale detectives die beweren dat ze informatie kunnen verkrijgen van een vermiste persoon door een voorwerp aan te raken dat aan de persoon toebehoorde (psychometrie). Of denk aan de dierenkwakzalvers die beweren dat ze de gedachten van uw hond kunnen lezen door te kijken naar een foto van de hond. Of denk aan het morfogenetisch veld van Rupert Sheldrake. Toevallig bestudeert Sheldrake ook paranormale honden.
Twee of meer duidelijke voorbeelden van magisch denken zijn Jungs begrip van synchroniciteit en Hahnemanns begrip van homeopathie (Stevens). Andere voorbeelden zijn toegepaste kinesiologie, grafologie (Beyerstein), handlijnkunde en psychokinese.

Post hoc denkfout
De post hoc ergo propter hoc (daarna en derhalve daarom) denkfout is gebaseerd op de foutieve theorie dat omdat een ding na een ander ding gebeurt, de eerste gebeurtenis automatisch de oorzaak is van de tweede gebeurtenis. Post hoc-redeneringen vormen de basis voor heel wat bijgeloof en verkeerd geloof.
Nochtans geven opeenvolgingen niet meer kans op oorzakelijk verband dan wisselwerkingen. Toeval bestaat. Plaatsvinden na een gebeurtenis is niet voldoende om vast te stellen dat de eerste gebeurtenis de daaropvolgende gebeurtenis heeft veroorzaakt. Om de waarschijnlijkheid van een oorzakelijk verband tussen twee gebeurtenissen vast te stellen, moeten regelingsmechanismen worden vastgelegd om andere factoren zoals toeval of een onbekende oorzakelijke factor uit te sluiten. Anekdotes volstaan niet omdat ze gebaseerd zijn op intuïtie en subjectieve interpretatie. Een beheerste studie is noodzakelijk om de kans op fouten door zelfbedrog te beperken.

Regressieve denkfout
De regressieve denkfout is het onvermogen om natuurlijke en onvermijdelijke schommelingen van dingen in rekening te nemen wanneer men er oorzaken aan toeschrijft (Gilovich 1993: 26). Zaken zoals beurskoersen, golfscores en chronische rugpijn variëren onvermijdelijk. Periodes van lage prijzen, lage scores en weinig of geen pijn worden uiteindelijk gevolgd door periodes met hogere prijzen, scoren en meer pijn, enz.. Wie deze natuurlijke schommelingen en tendensen negeert, doet aan zelfbedrog wat betreft de oorzaken ervan en maakt een post hoc-redenering.
Deze tendens om weg van de extremen naar het gemiddelde te bewegen werd "regressie" genoemd door Sir Francis Galton in een studie over de gemiddelde lengte van zonen van hele grote en hele kleine ouders. Hij vond dat zonen van hele grote of hele kleine ouders doorgaans groot of klein waren, maar niet zo groot of zo klein als hun ouders.

Selectief denken
Selectief denken is het proces waarbij voor een overtuiging gunstig bewijs wordt onthouden en ongunstig bewijs wordt genegeerd. Deze manier van denken vormt de basis voor het meeste geloof in paranormale krachten van zogenaamde gedachtelezers en mediums. Het is ook een basis voor vele, zo niet alle occulte en pseudowetenschappelijke overtuigingen.
Selectief denken werkt onafhankelijk van wishful thinking (ijdele hoop) en mag niet worden verward met vooringenomen denken, waarbij gegevens in tegenspraak met iemands overtuiging zeer ernstig wordt genomen, maar men veel kritischer staat tegenover dat soort gegevens dan tegenover gegevens ten gunste van de overtuiging.

Tot zover citaten van de site. Andere denkfouten en aanverwante fenomenen die op de website worden besproken zijn:
Apofenie, Barnum-effect, clustering illusion, cognitive dissonance, coincidences, koud lezen, gemeenschapsversterking, confabulatie, voorkeur voor bevestiging, Forer-effect, ideomotorisch effect, memory, conditionering, pareidolie, placebo-effect, zelfbedrog, persoonlijke validatie, wishful thinking.

Op 21 december 2012 zou de wereld vergaan. Dat beweerden de (kenners van de) Maya's. Sceptici Herman Boel en Patrick De Witte hebben echter hun bedenkingen bij deze en andere dubieuze theorieën:




Rolf Dobelli schreef een boek over 52 denkfouten die je beter aan anderen kunt overlaten:



Zie ook het ABC van de 26 denkfouten door Suzanne Weusten.

Het opvoeden van pubers

Autodidact?

Jan Dijkgraaf en Marina van der Wal zijn zelf ouders van opgroeiende tieners en noemen zichzelf dan ook puberexpert. In een uitzending van Pauw en Witteman van 16 maart vertellen ze over hun boek.
Welke aanbevelingen zij doen in hun boek, is aardig af te leiden uit de titels van de hoofdstukken.

OUDERS

1 Laat ze los, maar laat ze niet vallen.
2 Wees duidelijk en voorspelbaar (maar verras ze soms wel).
3 Opvoeden is leidinggeven.
4 Stel grenzen, anders is het kindermishandeling.
5 Kies een opvoedstrategie (en houd je er niet aan).
6 Polderen is voor politici.
7 Geef ze inzicht in je financiën.
8 Manipuleer hen zodanig dat ze doen wat je zegt.
9 Val ze niet lastig met jouw mislukte dromen.
10 Denk eens terug aan je eigen jeugd... (maar dan objectief).
11 Kopieer schaamteloos het goede uit je eigen opvoeding.
12 Wen er maar aan: ze gaan een keer weg.
13 Doe gezinsactiviteiten die zij ook leuk vinden.
14 Ga wel op je strepen staan, daar zijn ze voor.
15 Maak duidelijk wie de ouder is – jullie zijn geen vriendjes.
16 Zorg dat ze gelukkig worden, dus stel regels.
17 Knuffelen moet, ook als ze stinken.
18 Speel je kinderen niet tegen elkaar uit.

SCHOOL

19 Spijbelen is onderdeel van het spelletje.
20 Maak geen ruzie over huiswerk, besteed het uit.
21 Flikker op met je discipline, je kon er zelf ook geen reet van.
22 Haal de (school)vriendjes vooral je gezin in.
23 Leer ze zich wél te concentreren.
24 Word vrienden met de mentor van je puber.
25 Neem geen genoegen met zesjes.
26 Geef het maar toe: jouw puber is ook een etter.
27 Vergeet het 10-minutengesprek.
28 Check openlijk of je niet genaaid wordt.
29 Behandel ze als een hond: beloon goed gedrag.
30 Leer ze strategisch omgaan met de apenrots.
31 Blijf van de bètablokkers af.
32 Behandel je hoogbegaafde sterrenkind in godsnaam als een gewoon kind.

UITERLIJK

33 Zeur niet als ze er net zo uit willen zien als de rest.
34 Gun ze hun glitter en glamour.
35 Laat ze lekker Lady Gaga volgen.
36 Vergeet de discussie over hun gebrek aan smaak.
37 Ga vooral samen winkelen, maar niet daar waar ze je kennen.
38 Laat ze vooral lekker experimenteren met hun uiterlijk.
39 Gun ze hun tattoos – van een plakplaatje.
40 Manipuleer ze uit hun hoeren- of gabberoutfit.

EMOTIES

41 Gun ze hun momenten van gekte.
42 Verspil geen energie aan je boosheid.
43 Laat ze je lekker drie keer per dag haten.
44 Accepteer hun bizarre passies.
45 Troosten kan later; laat maar lekker janken.
46 Neem het serieus als ze er een eind aan willen maken.
47 Sta toe dat ze zich af en toe als een zombie gedragen.
48 Wees als oudste altijd de wijste.
49 Zit de rit uit als ze last hebben van stemmingswisselingen.
50 Realiseer je dat het puberbrein nog niet af is.
51 Stel paal en perk aan hun hang naar kicks.
52 Grijp gerust een keer in als ze zich niet beheersen.
53 Bemoei je niet met hun beroerde gevoel voor humor.
54 Wees alert op eenzaamheid – want die hakt erin.

GENOTSMIDDELEN

55 Verbied ze te roken – en jezelf dus ook.
56 Verbied ze te zuipen – en geef het goede voorbeeld.
57 Verbied ze drugs te gebruiken – maar ze doen het toch....
58 Leer ze dat porno geen realistisch beeld geeft.
59 Gun ze hun games, maar niet de verslaving....
60 Wees alert op uit de hand lopende monomanie.
61 Leer ze gezond wantrouwen aan.
62 Vergeet de ergste verslaving niet: geld uitgeven.
63 Vergeet de een na ergste verslaving niet: eten.
64 Haal er tijdig hulp bij.

GELD

65 Onderhandel met je puber over zakgeld.
66 Laat ze werken om de waarde van geld te leren kennen.
67 Laat ze sparen voor dingen van waarde.
68 Leen geen geld uit aan je puber.
69 Leren omgaan met geld is ook opvoeden.
70 Leg hun uit dat ze onder aan de ladder beginnen.
71 Houd het plastic uit hun portemonnee.
72 Open een eigen bankrekening voor ze (en stort daar hun geld op).

SEX

73 Geef, heel ouderwets, proactief voorlichting.
74 Koop de condooms voor je puber.
75 Geef ze een dak boven hun hoofd als ze experimenteren.
76 Gun ze hun vijftien minuten om te bluffen.
77 Realiseer je dat je dochter van veertien geen maagd is.
78 Accepteer het als de jouwe gewoon hetero is....
79 Val ze niet lastig met jouw seksleven.
80 Gun ze hun slaapkamergeheimen.

VRIENDEN

81 Probeer ze een mooie vriendenmix te laten maken.
82 Houd je pubers vrienden goed in de gaten.
83 Stoer doen is overleven, accepteer het.
84 Meedoen met de groep is geen zwaktebod.
85 Houd de behoefte aan oudere vrienden in de gaten.
86 Zorg dat ze de fouten van foute vrienden zelf ontdekken.
87 Spring niet van zes hoog in de groep.

MEDIA

88 Wacht even met die computer op de eigen kamer.
89 Vier de zegeningen van internet.
90 Beschouw het lezen van de krant als deel van de opvoeding.
91 Accepteer dat ze een eigen taaltje spreken – met elkaar.
92 Televisiekijken doen ze maar in de woonkamer.
93 Begrijp hoe social media werken en breng dat over.
94 Trap niet in de smoes van een lege batterij.

VRIJE TIJD

95 Laat ze lekker zelf kiezen of ze lid worden van een sportclub.
96 Hangen deugt!
97 Realiseer je dat het nu pas begint toen het bij jou eindigde.
98 Maak je geen zorgen; de politie belt wel aan....
99 Wees taxi zolang het kan.
100 Houd ze niet tegen – ook niet als ze wel met je mee willen.

(ON)GEZOND

101 Blijf zelf wel gezond eten – zij doen het niet.
102 Stuur hun beste vriend weg als die Weegschaal heet.
103 Accepteer dat je geen Cruijff hebt gemaakt.
104 Zeik niet over hun slaapgedrag.
105 Duw er maar een zetpil in....
106 Maak van ziek zijn geen feestje....
107 Laat ze zelf kiezen of ze lenzen dragen.
108 Laat ze hun rechtsdraaiende yoghurt maar lekker zelf kopen.

GEEST

109 Pas op voor de verlokkingen van God.
110 Gedraag je als hun externe prefrontale cortex.
111 Lieg niet: multitasken is onmogelijk.
112 Maak je niet druk om hun IQ.
113 Schop er heel langzaam wat EQ in.

RUZIE/IN DE FOUT

114 Maak ruzie, want dat is nodig voor het leerproces.
115 Wees een boeman.
116 Maak er geen moederskindjes van.
117 Stijg eens een keer boven jezelf uit: tel tot elf.
118 Discussieer alleen voor de lol.
119 Zoek naar een ouderwetse Bromsnor.
120 Houd ze uit de klauwen van Halt.
121 Leg ze het verschil uit tussen een overtreding en een misdrijf.
122 Maak er mietjes van, want de mensen hebben geen humor meer.
123 Voorkom dat je moet straffen, want het werkt niet.
124 Leer ze één woord: sorry.

LICHAAM

125 Zet ze desnoods met kleren aan onder de douche.
126 Beschouw automutilitanten als zieken.
127 Doe niet spastisch over tieten bij je zoon.
128 Stel hen gerust, ze drogen nog goed op.
129 Ren niet naar de eerste hulp bij een beetje kniepijn.
130 Leg je zoon uit wat een G-spot is.
131 Zeg nooit: vroeger zag ik er ook zo uit....

HUISHOUDEN
132 Laat ze varken zijn in hun eigen zwijnenstal.
133 Schakel ze schaamteloos in als schoonmakers.
134 Leg je er maar bij neer: je bent Hotel Mamma.
135 Geef ze de privacy die je vroeger zelf niet had.
136 Koken, kreng!
137 Doe die dop op de tandpasta! (en veeg je spetters weg).
138 Leer ze het verschil tussen witte en bonte was.

WERKEN
139 Laat ze maar lekker op hun bek gaan met de eerste sollicitatie.
140 Accepteren: naar die lul luisteren ze wel.
141 Schrik niet: het is een schat (voor klanten).
142 Feliciteer ze met hun eerste ontslag.
143 Dwing ze kennis te maken met slecht betaalde kutbanen.

Houden van, is dat een gevoel?

Voelen of doen?

Houden van, kan variëren van een diepe genegenheid tot romantische liefde. Veel mensen beschouwen liefde als een gevoel, omdat het vaak wordt geassocieerd met gevoelens zoals geluk, vreugde, verlangen, verbondenheid en tevredenheid.

"Houden van", kan zowel een gevoel als een actie zijn. Wie intens houdt van een ander ervaart vele positieve gevoelens. Maar geen van die gevoelens is zelf de aard van liefde. Er zijn allerlei afgeleide vormen van liefde.
Gevoelens zijn per definitie tijdelijk. Alles wat je voelt voor iemand van wie je zegt te houden is een afgeleide van liefde. Dat is geen devaluatie van die gevoelens, maar zou een bevrijding kunnen zijn van een kramp om bij "houden van" voortdurend iets blijvends te willen voelen. Geniet vooral van de gevoelens die liefde oproept (zoals verliefdheid), maar klamp je er niet aan vast. De tijdelijkheid van niet zo prettige gevoelens is immers ook een zegen bij wat een geliefde oproept die je verlaat.
"Houden van", kan ook een actie zijn, zoals het tonen van liefde door daden van zorg en opoffering, of het uiten van liefde via woorden of gebaren. 

Een definitie van "houden van"

Van de site van IDEE (Therapie & Training) deze definitie.
Houden van is een vorm van houden, vasthouden. De oudst bekende vorm van dit woord luidt hoeden. En dit is ook precies de kern van het begrip: houden van een ander is hem of haar accepteren en door dik en dun beschermen, het is zorgen voor de ander en, daaruit voortvloeiend, (mede-)verantwoordelijkheid nemen voor zijn of haar welzijn.
Houden van is daarom eerder een bewuste act dan iets wat je overkomt. Je besluit er toe, houdt je er aan, beroept je er op en cultiveert het met de jaren.
Houden van heeft betrekking op al het wezenlijke in een relatie, zoals de emoties en gevoelens, het seksuele en intieme, en het denken en handelen, plus dat wat de ander nodig heeft om goed te kunnen functioneren.
Het betekent ongeveer hetzelfde als liefde voelen voor. Het verschil is dat we bij het laatste de gevoelswaarde van de relatie benadrukken terwijl we bij houden van de nadruk leggen bij verantwoordelijkheid nemen, en het beschermen van en zorgen voor de ander.
Houden van hoeft niet wederkerig te zijn. Omdat het een bewuste keuze is, kan degene van wie wordt gehouden ervoor kiezen om het te ondergaan en het houden van niet te beantwoorden. De bevrediging van het houden van is namelijk daarin gelegen dat je het doet, niet in dat je het terugkrijgt - ook al is dat natuurlijk wel prettig.
Een wezenlijk aspect van houden van is dat je naarmate je jezelf meer accepteert, makkelijker en vollediger kunt houden van iemand anders. Dit is een inzicht wat in de psychologie en alle godsdiensten naar voren komt. Het refereert vooral aan de wederkerigheid en gelijkwaardigheid die een relatie mooi en vol kunnen maken.
Daarmee komt ook een cultureel-ethisch aspect om de hoek kijken want gelijkwaardigheid en wederkerigheid worden in de diverse culturen zelden op een gelijke manier ingevuld.
Het is maar dat je het weet.
Tot zover de site.

Onvoorwaardelijke liefde en het hart

Leven vanuit het hart betekent vooral de rol en betekenis van het hoofd (en de kracht van het denken) niet stellen boven de waarde van andere bronnen als gevoel en intuïtie. Het betekent voor man en vrouw ook het mannelijke (animus) niet boven het vrouwelijke (anima) stellen. Het is wijs om aandacht voor beide polen in jezelf te hebben en beide in evenwicht te brengen.
"Liefde stroomt" en "voelen doe je van hart tot hart", zo zegt populair taalgebruik. Het zou mooi zijn wanneer er iemand opstaat die concreet kan maken wat dit betekent. Het hart is een spier, waarvan je het functioneren kunt (ont)regelen via gedachten, emoties en gevoelens. Verliefdheid doet jouw hart sneller kloppen en liefdesverdriet leidt tot een gebroken hart en hartzeer. Maar bovengenoemde uitleg van houden van spreekt niet over een rol van het hart daarbij.
Dit doen wel mensen die geloven in chakra’s. Chakra's bestaan niet fysiek, maar hebben een symboolfunctie, waarvan je kunt leren. “Het hartchakra is het centrum van de liefde, de geborgenheid en het medeleven”. Maar het kennen van de waarheid daarvan ligt buiten de werking van onze zintuigen, hoogstens in het bewustzijn.

Stromende liefde is ook het beeld van iemand die eerst zelf put uit de bron door zijn/haar kom in de stroom te houden en die alles weggeeft wat uit de kom overstroomt. Geef onvoorwaardelijk weg wat je over hebt.

Liefde is vooral een werkwoord

Leven vanuit het hart betekent dat je leeft op basis van je innerlijke gevoelens, intuïtie en ware verlangens. In plaats van te worden geleid door externe verwachtingen, normen en maatschappelijke druk, neem je beslissingen die aansluiten bij je diepste waarden en verlangens. Leven vanuit het hart houdt ook in dat je openstaat voor je gevoelens en deze op een gezonde manier uitdrukt en verwerkt. Het betekent dat je verbonden bent met jezelf en met anderen op een authentieke en liefdevolle manier. Om te leven vanuit het hart is het belangrijk om stil te staan bij wat voor jou belangrijk is en wat je echt wilt in het leven. Door te luisteren naar je intuïtie en je gevoelens serieus te nemen, kun je keuzes maken die echt bij je passen en die je vreugde en vervulling brengen.
Vanuit je hart leven is een vorm van en-en leven: je houdt balans tussen denken en voelen en wat je intuïtief (en daarmee onmiddellijk) te binnen schiet. Volg je hart en gebruik je hoofd. Geen van de drie onderdelen heeft prioriteit of een hogere waarde. Je ervaart het (in het) midden en probeert te handelen naar wat alle drie bronnen je ingeven.

Helen Fisher over romantische liefde

"Ik begon te beseffen dat romantische liefde geen emotie is. Ik had altijd gedacht dat het een serie van emoties was, van heel hoog tot heel laag. Maar eigenlijk is het een drijfveer. Het komt van de motor van het verstand, het behoeftige deel van het verstand, het verlangende deel van het verstand. Het soort verstand -deel van het verstand- wanneer je reikt naar dat stukje chocolade, wanneer je die promotie op het werk wilt verdienen. De motor van het verstand. Het is een drijfveer".

Liefde is ongrijpbaar

We zijn het allemaal waard om het te beleven. Liefde is en hoeft alleen maar ontdekt en gekoesterd te worden. Liefde stroomt vrij nadat blokkades opgespoord en opgeheven worden.
Zonder liefde geen vrijheid en zonder vrijheid geen liefde.

Riekje Boswijk-Hummel in het boek van Han Kuik 'De moed tot liefde. De weg naar liefde, vervulling'.
"Liefde is echt een diepe intentie. Die ligt dieper dan het gevoel, in feite nog dieper dan het hart, het is een intentie van de ziel".

Leven moet je samen doen

Joël de Ceulaer interviewde velen over de zin van het leven en schreef er zelf ook een essay over in zijn boek 'Homo Sapiens'.
In Joël's visie is God misschien niet transcendent of immanent maar emergent, God komt tevoorschijn in een groot samenwerkend geheel. "God als een collectieve eigenschap. Een hersencel is niet intelligent maar onze hersenen wel: die hebben ook een bewustzijn. Een watermolecule is niet nat maar een heleboel watermoleculen zijn dat wel: ze emergeren die eigenschap. Een mens is niet goddelijk, maar als collectief zijn wij in staat om vooruitgang te boeken, ook morele vooruitgang".

In dit filmpje, waarin Joël de Ceulaer zelf wordt geïnterviewd, zegt hij: "onze hersenen zijn niet in staat om de grote levensvragen te beantwoorden".
Boeken van Joël de Ceulenaere (bol.com).

Vrijheid en universele wetten

Marja de Vries is auteur van De hele olifant in beeld.
Volgens haar zijn er zeven universele wetten.
  1. Alles dat bestaat komt voort uit één en dezelfde Eenheid of Bron.
  2. In het universum bestaan verschillende niveaus van werkelijkheid. Dezelfde universele principes zijn werkzaam op al deze verschillende niveaus en daarom bestaat er eenheid en heelheid in het universum als geheel.
  3. Alles vibreert en is beweging, omdat alles dat bestaat energie is. Energie volgt de weg van de minste weerstand. Wanneer energie vrij kan stromen wordt met een minimum aan inspanning een maximum resultaat geboekt.
  4. Alle tegenstellingen kunnen verzoend worden 'op een hoger niveau' in de vorm van een synthese, die meer is dan de som van de delen.
  5. Groei verloopt niet lineair, maar als een spiraalsgewijs proces. Ontwikkeling voltrekt zich niet geleidelijk, maar kent chaotische periodes, die voorwaardenscheppend zijn voor het ontstaan van ingrijpende veranderingen.
  6. Dat wat we waarnemen als de fysieke werkelijkheid zijn de zichtbare gevolgen van niet-zichtbare oorzaken. Synchroniciteit is het multidimensionale feedbacksysteem, waarbij we de gevolgen van wat we met onze intentie hebben veroorzaakt, herkennen als een betekenisvolle gebeurtenis. Naarmate ons bewustzijn ruimer wordt, nemen we deze synchroniciteit vaker bewust waar.
  7. Alles in het universum is samengesteld uit twee schijnbaar tegengestelde, actieve beginselen. Deze twee actieve beginselen bestaan als talloze verschillende paren met hetzelfde grondpatroon van uitbreiding en samentrekking en worden vaak aangeduid als het mannelijk en het vrouwelijk principe. Het mannelijk principe - uitbreiding - is naar buiten gericht. Het vrouwelijke principe - samentrekking - is naar binnen gericht. Deze twee tegengestelde krachten werken in partnerschap en wanneer ze niet verstoord worden, creëren ze een staat van dynamisch evenwicht.

Marja de Vries zou deze principes graag verweven in het onderwijs. Zij wil een cultuur creëren waarin kinderen in plaats vanuit een dualistisch wereldbeeld opgeleid worden vanuit een holistisch wereldbeeld.

In deel 1 van dit video-interview zegt zij: "Als we weten hoe groot de invloed is van overtuigingen op het leven, functioneren en presteren van kinderen, dan kunnen we dat bewuster aanwenden door positieve overtuigingen te hebben. Wanneer we focussen op de essentie van wat een kind is, dan nodigen we een kind uit om met die essentie naar buiten te komen".

“Er zijn culturen, waarbij de gemeenschap bij ieder kind wat geboren wordt vanaf de eerste dag weet wat dit kind komt doen. Ze geven dat kind een naam dat weergeeft wat het unieke talent is wat het kind komt doen. De hele gemeenschap gaat helpen zodat het kind dat optimaal kan ontwikkelen.
Daar loop ik warm voor, daar zet ik mij voor in. Dat zou je geluk kunnen noemen. Als dat wat je doet het liefst is wat je zou willen doen en het draagt ook nog bij aan het welzijn van anderen, wat wil je nog meer?”
Een antwoord zou kunnen zijn "vrijheid". Waarom niet elk kind gunnen om zelf uit te zoeken waar het eigen talent ligt en zelf te laten kiezen waarvoor het zich inzet?

Volgens de Vries worden kinderen in balans geboren, maar opgevoed door volwassenen die niet meer in balans zijn. Als gevolg raken kinderen ook uit balans.

Haar boek leest gemakkelijk, maar geeft -in tegenstelling tot wat je van wetten mag verwachten- weinig concrete handvatten. Marja de Vries studeerde biologie en ecologie en werkte tien jaar als textielkunstenares. En dat laatste hangt mogelijk samen met de lappendeken van inzichten, die zij schetst.

Erik van Zuydam

Wat er gebeurt met bewustzijn na de dood? Niets... Met bewustzijn is nog nooit iets gebeurd, en er zal nooit iets mee gebeuren, niet voor, tijdens of na de dood. Bewustzijn is het enige waar nooit iets mee gebeurt. Het is de onaantastbare stille ruimte waarin alles wat ‘gebeurt’ plaatsvindt. En zodra je beseft dat je deze stille ruimte bent, dan weet je dat jou niets kan gebeuren.

Leugens als tegenstander

Ontmaskering

Het is van alle tijden dat er af en toe iemand ontmaskerd wordt als pathologische leugenaar. Voorbeelden zijn Diederik Stapel, Boudewijn Büch, Tara Singh Varma, Donald Trump.
In de moderne media van Twitter en Internet kan iemand een niche zoeken en vinden om eindeloos zijn of haar verhaal in te doen. Daarmee is de afwijking enerzijds onschuldig en zal spoedig vastlopen, maar anderzijds door goedgelovigheid van lezers kan het ook lang blijven zwerven op het Internet.
Dit noemt men dan “broodjes aap” en hoaxen. Voorbeelden zijn de bewering dat Bill Gates zijn fortuin gaat verdelen en dat iedereen die deze mededeling zou doormailen geld zou ontvangen of waarschuwingen tegen nepvirussen. In het laatste geval is degene die de melding doormailt in feite medeverantwoordelijk voor het in stand houden van de leugen en een beetje het virus zelf.

De huidige crisis in de economie maakte het in het begin aantrekkelijk voor werkzoekenden om te liegen over hun vorige salaris in de hoop bij de nieuwe werkgever meer salaris te bedingen. Die neiging werd gaande de crisis minder omdat mensen de kans niet wilde lopen dat zij op de salariseis zouden worden afgewezen.

In de filmwereld is het door elkaar heen lopen van leugens en werkelijkheid vaak verwerkt in het plot. Een mooi voorbeeld is de film True lies met Jamie Lee Curtis en Arnold Schwazzenegger.

Minder mooi wordt het wanneer iemand met een leugenachtig karakter deel uit maakt van je eigen wereld. Over pseudologische leugenaars op Wikipedia het volgende.

Pseudologia

Door zichzelf dit (leugenachtige verhaal) maar vaak genoeg voor te houden, gaat men in de eigen leugen(s) geloven en wordt de leugen waarheid. Voor de pseudologische leugenaar loopt dit proces volledig uit de hand. De geflipte medische student maakt zichzelf wijs dat hij een goede dokter is, de afgehaakte juridische student denkt een advocaat te zijn. (…)
Voor buitenstaanders worden de al dan niet doorzichtige leugens vaak tot vervelens toe herhaald. Door het zelfvertrouwen dat ze uitstralen doordat ze niet beseffen dat ze liegen kunnen uit deze patiënten oplichters en kwakzalvers voortkomen.
Resultaat is dat een aantal mensen uiteindelijk ook wel gelooft in de verhalen van de persoon, maar dat er ook een aantal is dat er dwars doorheen prikt. De pseudologia-fantastica-patiënt zal namelijk niet aarzelen om werkelijk ieder middel te gebruiken om zijn verhalen te ondersteunen, ook de middelen die zeer eenvoudig te controleren zijn. Iemand die in de waan is een hoogleraar te zijn, zou bijvoorbeeld kunnen beweren vele boeken geschreven te hebben. Dit soort dingen zijn eenvoudig na te kijken via bijvoorbeeld het Internet. Mensen die dit dus doen en die niet weten dat de patiënt lijdt aan pseudologia fantastica zullen dit dus als glashard liegen ondervinden, wat een zeer negatief effect op de omgang met elkaar kan hebben.
Tot zover Wikipedia.

Joost Zwagerman (1963-2015) in Volkskrant (09/11/2011) “Over diezelfde stoornis publiceerde de Franse schrijver Emmanuel Carrere de roman L'adversaire (De Tegenstander). (bol.com). (2001). Carrere's boektitel bestempelt op de kortst denkbare manier de persoon in wie je verandert als de pseudologia fantastica bezit van je neemt: je wordt je ergste tegenstander, namelijk de tegenstander die je niet kan doorvorsen en begrijpen, laat staan bestrijden, maar die jou tegelijkertijd hoog boven jezelf uittilt”.

Studium Generale in Groningen hield maart 2012 twee Nederlandstalige en twee Engelstalige avonden met als thema Leugenaar / Liar!
Een gemiddeld persoon liegt meerdere keren per dag, in de trend van "ik heb de gebruiksvoorwaarden gelezen en ga ermee akkoord" tot "nee, die jurk staat je echt goed". Vaak zijn dit soort leugens sociaal geaccepteerd. Leugens echter in de categorie "ik ben altijd trouw geweest" kunnen relaties diep beschadigen en vertrouwen vernietigen. Waarom doen we dat? Hoe kunnen we leugenaars ontmaskeren? En wat zijn de gevolgen als leugenachtig gedrag uit de hand loopt?

De zeven treden op de liegladder maken duidelijk hoe je onderscheid kunt maken tussen wenselijke leugens en afkeurenswaardige leugens. De liegladder toont ook aan hoe de leugenaar zijn leugen rechtvaardigt, terwijl anderen dezelfde leugen onvergeeflijk vinden. Liegfactoren en liegstimulatoren verklaren waarom eerlijke mensen in een positie kunnen komen dat zij de verleiding van de leugen niet kunnen weerstaan. 'Eerlijkheid moet je je kunnen permitteren' en 'gebleken eerlijkheid in het verleden blijkt geen garantie voor de toekomst'.

Iedere dag worden we 10 tot 200 maal belogen. De aanwijzingen om die leugens te herkennen kunnen subtiel en contra-intuïtief zijn. Pamela Meyer, auteur van het boek 'Liespotting. (bol.com)', laat zien welke manieren en 'hotspots' worden gebruikt door mensen die getraind zijn om misleiding te herkennen. Ze beargumenteert waarom het waard is eerlijkheid na te streven.
Succes is helaas niet gegarandeerd, maar hier zijn enkele tips.

  • Lichaamstaal kan veel verraden over de waarheid. Let op signalen zoals oogcontact, gezichtsuitdrukkingen, handgebaren, lichaamshouding en ademhaling. 
  • Door gerichte vragen te stellen, kun je de persoon aanmoedigen om meer informatie te geven en mogelijke inconsistenties in hun verhaal te ontdekken. 
  • Verbaal kunnen mensen ook signalen geven die kunnen wijzen op leugens. Let op zaken zoals ontwijkende antwoorden, veranderende verhalen, te veel details of te weinig details. 
  • Begrijp de context van de situatie en het verhaal dat wordt verteld. Als iets niet logisch lijkt of niet past bij de situatie, kan dit wijzen op een leugen. 
  • De timing van een verhaal kan ook belangrijk zijn. Let op onverwachte pauzes, te snelle of te langzame antwoorden of verhalen die te perfect lijken. 
  • Soms kan je intuïtie je vertellen dat er iets niet klopt. Luister naar je gevoel en overweeg wat er gezegd wordt.

De verslavende werking van ons genotscentrum

Hoe werkt het in de hersenen dat sommige mensen en dieren sneller verslaafd raken dan anderen? Het ene stofje remt en het andere ontremt!

Hieronder citaten vrij (bewerkt) naar Staysober.nl:
In de hersenen van verslaafden aan alcohol, drugs, gokken en gamen is van alles aan de hand: ze waren vóór het gebruik waarschijnlijk al anders, en veranderen door het gebruik nog meer - misschien wel onomkeerbaar.
Diep weggestopt onder de grijze massa die de cerebrale cortex is, tegen de hersenstam aan, ligt een groep zenuwcellen die het ‘ventraal tegmentaal gebied' (VTG) vormt. Lange zenuwuiteinden - axonen - onderhouden van daaruit verbindingen met andere delen van de hersenen: de frontale cortex, achter het voorhoofd; de amygdala en de hippocampus, diep onderin; en naar een paar miljoen zenuwcellen die met zijn alle niet meer dan anderhalve kubieke centimeter ruimte innemen: de ‘nucleus accumbens', vanuit het VTG gezien iets naar boven en naar voren. Samen met het VTG vormt die nucleus de kern van wat het ‘beloningscentrum' (reward centre) of ‘genotscentrum' wordt genoemd. Laat een hongerige een boterham zien en het beloningscentrum wordt actief. Het VTG vuurt heftig elektrische signalen af, die door zijn axonen naar de nucleus accumbens trekken. Zou je met een fMRI-scanner op dat moment naar de hersenen kijken - zoals sommige neurologen en psychiaters doen - dan zou je de nucleus hevig zien opgloeien: er is actie! ‘Ahhhhhhh, lekker', denkt de hongerige, die die actie ervaart als een gevoel van groot welbehagen. ‘Eten'. En meteen daar achteraan: ‘Dit gaan we vaker doen'.

Genetisch bepaald
Er zijn mensen genoeg die van allerlei verboden waar snoepen zonder verslaafd te raken. En er zijn er ook die binnen de kortste keren blijven hangen. Er komen steeds meer aanwijzingen dat dat verschil voor een belangrijk deel genetisch is bepaald. Er is een gen gevonden dat bepaalt of mensen gevoelig zijn voor alcoholverslaving en een ander dat hetzelfde doet voor nicotine. Er is ook een vorm van dopaminereceptor die bij slechts twintig procent van de mensen voorkomt, maar bij bijna tachtig procent van de crackverslaafden.
Zo zijn er nog wel meer risicofactoren. Impulsiviteit lijkt ook een goede voorspeller van latere verslaving. Daarnaast spelen ook omgevingsfactoren een rol bij het tot stand komen van verslaving. Beschikbaarheid en sociale acceptatie zijn van belang - je raakt makkelijker aan de drank dan aan de heroïne.

Terugval grootste risico
Afkicken is niet waar het om gaat; terugval is het probleem. Zelfs na jaren van abstinentie.
Hoogleraar Taco de Vries doet er onderzoek naar, bij ratten. ‘Want die systemen werken bij ratten net zoals bij mensen'. Terugval heeft te maken met het geheugen, zo heeft De Vries vastgesteld. Gebruiken doe je binnen bepaalde rituelen, in vaste situaties: thuis uit je werk, even op de bank uitblazen met een paar glazen. Na verloop van tijd hoef je maar aan thuis te denken en je krijgt al trek. ‘Er vormt zich een verslavingsgeheugen', zegt De Vries. Dat geheugen zorgt ervoor dat allerhande omgevingsprikkels die met die rituelen of situaties te maken hebben de hunkering op slag weer aanzetten. Zelfs na jaren onthouding zie je bij ex-verslaafden soms het genotscentrum hevig opgloeien als dat geheugen wordt geprikkeld - een slecht voorteken.
Maar: geen prikkels, geen hunkering. Dat mechanisme was mogelijk verantwoordelijk voor het feit dat maar heel weinig Amerikaanse soldaten die uit de Vietnamoorlog terugkwamen aan heroïne verslaafd bleven. Terwijl toch bijna de helft van hen in Vietnam heroïne had gebruikt. Thuis was de omgeving zo anders dan die waarin ze gewend waren hun shot te nemen, dat de hunkering niet meer werd opgewekt.
Maar helaas: de meeste gebruikers gebruiken in hun alledaagse omgeving, waarin alles ze aan het gebruik herinnert. De Vries is aan het uitzoeken hoe dat mechanisme van prikkeling die de hunkering aanzet, werkt. De prefrontale cortex, een deel van de hersenen dat nog vóór de oren achter het voorhoofd resideert, speelt daarbij een cruciale rol. Vanuit dat hersendeel lopen banen naar het genotscentrum en via die banen wordt normaliter de activiteit in dat centrum in de hand gehouden. Bij verslaafden is die prefrontale cortex (PFC) veranderd.
De regulerende werking van de PFC voltrekt zich - ook hier - via een transmitter, die de prikkel van de PFC naar het genotscentrum overbrengt. Bij verslaafden blijkt die transmitter door bepaalde eiwitten te worden tegengehouden op het moment dat ze - die verslaafden - een prikkel krijgen toegediend die hunkering oproept. En dan wordt het beloningsgedrag niet meer onderdrukt. ‘Het beloningssysteem staat dan te gieren', zegt De Vries, ‘maar de rem is stuk'. Als de aanmaak van het betreffende eiwit wordt tegengehouden (met een nu nog experimenteel stofje), doet de PFC gewoon zijn werk. ‘Waar we nu dus op uit zijn, is dat gedrag weer onder controle te brengen'.

Is er kruid gewassen tegen deze chronische hersenziekte?
'Er vroeg bij zijn', zeggen deskundigen. ‘Hoe sneller je ingrijpt, hoe makkelijker het is om nog te stoppen. In een vroeg stadium, als er nog geen afhankelijkheid of echte verslaving is gegroeid, kunnen soms een paar gesprekken al helpen'. Daarna wordt het moeilijker, al zul je geen hulpverlener op het woord ‘onmogelijk' betrappen.
Onderzoekers hebben minder moeite met dat woord. ‘Een echt effectieve behandeling is er op dit moment niet voor verslaving', zegt De Vries. ‘Wat er nu aan medicijnen is, is allemaal gericht op onderdrukking van het beloningssysteem, zoals naltrexon, dat het belonende effect van alcohol dempt. Wat je eigenlijk zou willen, is een medicijn vinden dat de verstoorde functie van de prefrontale cortex herstelt. Een middel dat zich niet op het gaspedaal richt, maar op de rem. En dan aansluitend cognitieve gedragstherapie, waarvan is gebleken dat die ook de hersenen structureel kan veranderen'.
Bij hulpverleners is die gedragsanalyserende vorm van therapie dan ook al jaren gemeengoed. Alleen die medicijnen, daar moeten ze het nog even zonder stellen.

Dopamine
Hoogleraar Dick Veltman is een van de onderzoekers van de Neuroscience Campus Amsterdam (NCA) van VU en VUMC. Hij bestudeert de hersenen van verslaafden. Op zijn beeldscherm laat hij zien hoe het basisniveau van de dopamine in het beloningscentrum van verslaafden zoveel lager ligt dan dat van niet-verslaafden. Ze zijn onderprikkeld, hebben een hardere prikkeling nodig om hun dopamine naar een peil te brengen dat een prettig gevoel oplevert.
Dopamine is een ‘neurotransmitter'. Als een elektrische prikkel van de ene zenuwcel naar de andere trekt, ontmoet hij op de grens van beide cellen een openingetje, een ‘synaps'. De prikkel zelf kan die opening niet overbruggen. Wat hij wel kan - en doet - is aan het eind van het axon een stofje losmaken dat daar ligt te wachten: de neurotransmitter, een stof die de elektrische prikkel doorgeeft over de synaps heen. De transmitter loopt de synaps in en activeert de receptoren op de zenuwcel aan de overkant, die het signaal in elektrische vorm verder naar het cellichaam voeren. Hoe meer transmitter er wordt vrijgemaakt, hoe heftiger de prikkeloverdracht. Is dat een prikkel naar het pijncentrum, dan volgt er meer pijn, gaat hij naar het genotscentrum, dan volgt er meer genot.
Na de overdracht neemt het axoneinde de transmitter weer op voor de volgende keer. Zou het dat niet doen, dan zou de ontvangende cel aanhoudend geprikkeld worden en het bijbehorende gevoel niet ophouden.
En dat is precies wat een aantal drugs op verschillende manieren doet. Cocaïne bindt zich aan de plekjes die de dopamine na gebruik weer opnemen: de dopamine kan niet meer terug, er blijft meer dopamine achter in de synaps, en de zenuwcel aan de overkant blijft geprikkeld: lekker!
Opiaten werken - waarschijnlijk - door de receptoren te bezetten van nog een andere zenuwcel bij de synaps, die normaliter de productie van dopamine wat remt. Die kan zijn werk dan niet meer doen, waarna er extra veel dopamine wordt aangemaakt: lekker!

Meer lezen?

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (18) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (3) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (53) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (164) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (16) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (3) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (13) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (35) eenzaamheid (8) ego (46) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (14) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (53) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (80) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (36) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (42) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (14) ideaalbeeld (2) identificatie (11) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (13) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (10) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (98) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (21) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (15) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (2) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (3) motto (1) mystiek (7) nabijheid (2) narcisme (5) natuur (6) negatie (16) neti neti (3) niet doen (23) NLP (1) non-duaal bewustzijn (7) non-dualiteit (41) omdenken (8) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (2) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (2) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (16) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (19) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (3) verwondering (3) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (93) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (24) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (11)