De Drie-eenheid en het slaan van een kruis

Christenen slaan een kruis na afloop van een gebed: “in de naam van de vader, de zoon en de Heilige Geest, amen”. Eerst de vingers aan het hoofd, dan aan het hart, ene schouder, andere schouder. Religie komt van “religare”, latijn voor verbinden. In het geloof wordt het hogere met het lagere verbonden en zijn mensen gelijkwaardig met elkaar. Zo kun je de verticale en horizontale lijnen verwoorden die je met een kruis slaat. Vrijheid (hoofd), gelijkheid (hart), broederschap.

Van oudsher hebben mensen in een God of goden almachtige krachten voorgesteld, die bereid waren hun te helpen om te overleven. En wanneer dat te veel gevraagd was, dan was het mooi dat er een leven na de dood in zou zitten, wanneer zij door een offer te plengen de goden gunstig zouden stemmen.

Ze waren nog wel geïnteresseerd in een Messias die hun zou bevrijden en die de dood zou overwinnen, maar de manier waarop Jezus zijn leven offerde was niet hun beeld van een Verlosser.

Jezus noemde zichzelf de zoon van God en na zijn opstanding uit de dood stortte hij de Heilige Geest uit over zijn volgelingen.

Het bestaan van deze drie goddelijke personen werd vastgelegd tijdens het concilie van Nicea in het jaar 325 door keizer Constantijn de Grote. Tot die tijd werd door christenen getwist over de goddelijke en menselijke natuur van Jezus. Jezus zou niet op één lijn mogen worden gesteld met de almachtige God.
De boodschap van Jezus was dat het Koninkrijk Gods geen wereldse heerschappij inhield waar God’s wil erkend moest worden als wet, maar dat de menselijke geest de plaats was om in de zoektocht naar waarheid God te vinden. Het is in de geest waar Jezus eeuwig leven heeft doordat mensen de liefde over generaties blijven uitdragen. Op deze wijze kan ‘God is liefde’ worden begrepen.
Niet alle mensen waren blij met de niet-politieke opvatting van Gods boodschap. Het zou betekenen dat zij van God niets hadden te verwachten bij wereldse zaken. Volgens Frédéric Lenoir heeft Judas Jezus verraden omdat hij hoopte dat Jezus na gevangenneming door de Romeinen eindelijk zijn vermogen tot het doen van wonderen zou aanwenden om de Romeinse heerschappij te overwinnen. Judas probeerde Jezus voor zijn politieke karretje te spannen.

Doordat het Romeinse rijk zich in de loop van de vierde eeuw tot het christendom bekeerde, startte een lange periode waarin staat en kerk waren vermengd en waarbij de christelijke boodschap vele malen in zijn tegendeel werd uitgelegd ten koste van ontelbare doden. Pas bij het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) deed de Kerk afstand van de wereldse macht.

Wie de ouderwetse opvatting over een heersende God aanhangt, probeert via het gebed wereldse zaken te verkrijgen. Die God is door Nietzsche dood verklaard en een dergelijke poging tot communicatie met God is zin- en vruchteloos.

In de beleving van spiritualiteit is er in de millennia een verschuiving opgetreden van een onpersoonlijke opvatting van God -die heerst- naar een persoonlijke relatie met God waarin de boodschap van Jezus om jouw naaste lief te hebben wordt gedeeld. Wie leeft volgens de leer van Jezus vraagt in gebed steun voor het vergroten van zijn vermogen tot geduld, liefde en compassie en voor het niet-oordelen over de ander. Het is geen volgen van wetten, maar leven in de geest van Jezus om zonder oordeel lief te hebben. De ander mag zijn wie hij is zonder zich te hoeven te bewijzen.
Zie voor verdere verdieping, dit artikel.

Twee manieren om God te benaderen

De bevestigende en ontkennende manier

Het denken van mysticus Meister Eckhart (1260-1328) oefent grote aantrekkingskracht uit op wie verlangt naar universele spiritualiteit en wie uit meer dan één religieuze traditie wil putten.
Nu exclusieve binding in onze tijd aan één confessie steeds meer plaats lijkt te maken voor meervoudige religieuze interesse, kan de middeleeuwse theoloog en prediker Eckhart zich aandienen als een inspirerende figuur die de verschillen kan overbruggen.

Van de twijfel en het niet weten een kracht maken

Wanneer religie wordt vermengd met machtsmisbruik dan roept dat soms heftig verzet op. In 1566 vernielden protestanten beelden in de katholieke kerk tijdens de beeldenstorm. Dit niet alleen vanwege verzet tegen een te letterlijke verbeelding van een niet in vorm te vatten God, maar ook als protest tegen liefdeloze onderdrukking door Spanje en Rome. Het beeld van een God met menselijke eigenschappen, die bovendien op onze hand is, sterft (zeker in het Westen) meer en meer uit. Het heeft geen zin om letterlijk op zoek te gaan naar een aanwijsbare God of naar de Tao of proberen te bewijzen dat er wel of niet een God bestaat.
Een voorbeeld van dat verschil in God of het hogere Zelf benaderen is het verschil in de negatie(ve), apofatische manier van benaderen en de positieve, katafatische manier. Let wel, dit is geen waarde oordeel; het "negatieve", ontkennende (de via negativa) is van gelijke waarde als het positieve. De prioriteit bij ontkennende element ligt boven het bevestigende.

De negatie(ve) theologie is in haar methode verwant aan de postmoderne deconstructiefilosofie van Derrida en anderen. Ze maakt gebruik van het apofatische (nee-zeggende) spreken, dat probeert uit te drukken wie God is via ontkennende uitspraken: God is niet goed maar ook niet slecht, niet groot maar ook niet klein, hij kent geen liefde maar ook geen haat, hij is niet almachtig maar ook niet machteloos. Door te omschrijven wie God niet is, kunnen we directe ervaringskennis verwerven over wie God wel is. Deze kennis kan echter nooit in woorden en begrippen worden uitgedrukt.
Een dergelijk apofatisch spreken is bij Meister Eckhart overal te vinden: God is een niets, we moeten van God verlost worden, we moeten alle beelden over God achterlaten. Ons diepste innerlijke zelf bestaat uit een goddelijke vonk waar verder niets over kan worden gezegd. Eckhart spreekt van het zielenvonkje. Wat daar gebeurt, is ‘onuitsprekelijk’ en ‘zonder woorden’. De belangstelling van het grote publiek voor Eckhart richt zich vaak op deze apofatische elementen in zijn werk, die de onzegbaarheid en onkenbaarheid van God benadrukken. Ook westerse boeddhisten kunnen Eckhart derhalve lezen en zich op hem beroepen.

Naast dit apofatische spreken, dat meestal alle aandacht krijgt, kan bij Meister Eckhart ook nog een ander discours worden gevonden. Binnen de theologie wordt dit tweede discours ook wel omschreven als het katafatische (bevestigende) spreken. De katafatische theologie probeert uit te drukken wie God is door middel van bevestigende uitspraken over God: ‘God is goed’, ‘God is groot’, ‘God is liefde’, ‘God is almachtig’. Dit katafatische spreken komt tot uitdrukking bij Eckhart in verschillende metaforen, waarvan de bekendste luidt, dat God zijn Zoon elk moment in de ziel baart. De Godsgeboorte was niet slechts een eenmalige gebeurtenis tweeduizend jaar geleden, maar vindt elk moment ononderbroken plaats.

Het leeg worden waar Meister Eckhart over spreekt, is dus geen doel op zich, maar dient ertoe om ruimte te scheppen zodat God zich onbelemmerd kan uitstorten in de ziel, en de oorspronkelijke eenheid van God en de ziel zich volledig kan manifesteren. Eckharts nadruk op de oorspronkelijke eenheid en eenvoud van God is een ander voorbeeld van hoe men met religieuze diversiteit om kan gaan zonder de eigenheid van de eigen traditie te verloochenen.

Zie ook Het positieve van de negatie.

Een essentie, die per definitie ongrijpbaar is, valt slechts te ervaren door je er voor open te stellen. God, Tao, vrijheid en liefde zijn de bron én de bestemming van alles zonder een letterlijk begin en zonder een letterlijk einde te zijn.

Zie op dit blog ook Robert Bridgeman over "duiding".
Auteur André van der Braak schrijft over "Het zielenvonkje van Eckhart.

Omgaan met bindings- of verlatingsangst

In het juli/augustus nummer van Psychologie Magazine worden de diverse hechtingsstijlen vergeleken. Gaat het om verlatings- of om bindingsangst. De aanbevelingen die in het artikel worden gedaan zijn algemeen bruikbaar: de onderlinge omgang van iedereen zou ervan verbeteren.

Voor de degenen met verlatingsangst wordt het volgende geadviseerd.
  1. Zoek een partner die uw behoefte aan intimiteit kan vervullen.
  2. Herken vermijdende types en laat ze gaan.
  3. Spreek uw eigen behoeften duidelijk uit van dag één.
  4. Onthoud dat er genoeg leuke partners zijn.
  5. Geef veilig gehechte mensen een kans, zij zijn niet passieloos.
  6. Blijf eens een tijdje single om te ervaren dat je het prima alleen aankunt.

Voor de degenen met een partner met verlatingsangst wordt het volgende geadviseerd.
  1. Stel hem of haar gerust.
  2. Wanneer een angstige partner u verwijten maakt of eisen stelt, trek u dan niet terug en ga conflicten niet uit de weg.

Voor de degenen met bindingsangst wordt het volgende geadviseerd.
  1. Leer uw eigen deactivatie-strategieën herkennen.
  2. Vraag en geef steun.
  3. Zoek een veilige partner.
  4. Herken uw neiging om een partner te betichten van negatieve bedoelingen.
  5. Maak een lijst met alle positieve eigenschappen van uw partner.
  6. Maak uw huidige geliefde tot de ware door moeite te doen en hem of haar dichtbij te laten komen en deel van uw leven te maken.
  7. Probeer zo eerlijk mogelijk te zeggen wat u denkt en voelt.

Voor de degenen met een partner met bindingsangst wordt her volgende geadviseerd.
  1. Claim hem of haar zo min mogelijk.
  2. Verwoord uw behoeften op een niet-aanvallende manier.
  3. Geef complimenten.

Een ander ouder-kindparadigma

Jan Geurtz, bekend van bestsellers als Bevrijd en Verslaafd aan liefde en denken; De opluchting en De verslaving voorbij, laat in Het einde van de opvoeding meer levensgeluk voor ouders en kinderen zien dat de crisis in de opvoedkunde, maar vooral ook in de dagelijkse praktijk van het opvoeden, veroorzaakt wordt door een fundamentele fout in ons basisprincipe van het opvoeden. Terwijl we ons als ouders verantwoordelijk voelen voor het latere levensgeluk van onze kinderen, zijn we juist bezig hun huidige en toekomstige geluk te dwarsbomen. Het einde van de opvoeding confronteert ouders met het fatale mechanisme om hun eigen jeugdproblemen te corrigeren in de opvoeding van hun kinderen, waarmee ze op een dieper niveau hun blokkades en beknellingen juist aan de volgende generatie overdragen.

Hij stelt voor de manier waarop je jezelf en je kinderen omgaat te onderzoeken en te veranderen volgens de vier slogans: kijken, erkennen, vertrouwen en loslaten.

Kijk naar wat er echt gebeurt, erken dat je verantwoordelijk bent voor jouw gevoelens, en vertrouw er op dat jouw kind zich ook goed ontwikkelt wanneer het kan leren op het eigen leervermogen te vertrouwen.

Hij stelt voor de volgende 10 opvoedingsregels los te laten:
1. Je moet vasthouden aan jouw principes
2. Ouders moeten tegenover hun kinderen één lijn trekken
3. Je moet ze niet te veel hun zin geven
4. Je moet altijd consequent zijn
5. Ouders moeten altijd het goede voorbeeld geven
6. Kinderen moeten hun ouders respecteren
7. Je moet goed gedrag belonen en slecht gedrag straffen
8. Je moet je kinderen vrijlaten
9. Ouders weten het beste wat goed is voor hun kind
10. Je moet je kinderen normen en waarden bijbrengen

Loslaten is pas loslaten wanneer het niet onder dwang gebeurt. Ontspan uw opvoedingskramp en geniet van uw kinderen. Dan komt de natuurlijke goedheid van kinderen tot ontwikkeling en zijn recht.

Hoe meer stress, hoe minder resultaat

Een promotieonderzoek draagt als het goed is bij aan wetenschappelijke kennis. Het is ook een proeve van bekwaamheid van de promovendus. Maar soms staat in een proefschrift alleen wat iedereen kan zien door de open deur.
Belangrijkste conclusie van deze bekroonde Topvrouw: meer bevlogenheid leidt niet altijd tot betere financiële prestaties.
Bezint eer gij begint (aan een onderneming en een proefschrift).

Ondernemers die leren omgaan met stress presteren beter.

Veel ondernemers werken hard, dag in, dag uit. Het ‘entrepreneurship’ eist veel van hen. Ze hebben dan ook te maken met stress. Maar welke gevolgen heeft stress bij hen? En kunnen training- en coachingsprogramma’s die stress verminderen? In haar proefschrift concludeert Josette Dijkhuizen dat ondernemers concurrentievoordeel kunnen halen als ze leren omgaan met werkgerelateerde stress.
Josette Dijkhuizen is een van de weinigen die onderzoek doet naar het fenomeen stress bij ondernemers. In een studie onder 277 Nederlandse ondernemers kwam naar voren dat specifieke werkeisen als onzekerheid, risico, verantwoordelijkheid en altijd beschikbaar moeten zijn, van grote invloed zijn op de stressbeleving.

Stress versus bevlogenheid

Dijkhuizen onderzocht ook de relatie tussen stress en prestatie. Hoe meer stress, hoe minder de ondernemer zijn of haar doelen haalt op financieel en persoonlijk vlak. Bevlogenheid (work engagement) is in het door Dijkhuizen gebruikte Job Demands-Resources Model de tegenpool van stress. Die ‘passie’ is bij ondernemers veel hoger dan bij werknemers. De promovenda stelt dat een ondernemer een zeker minimum niveau van bevlogenheid moet hebben om succesvol te zijn. Deze bevlogenheid zorgt wel voor een beter gevoel van persoonlijk succes, maar leidt niet per definitie tot betere financiële prestaties.

Concurrentievoordeel

De bevindingen van Dijkhuizen hebben belangrijke consequenties voor ondernemers, adviseurs, beleidsmedewerkers, mentoren en coaches. Ondernemers kunnen namelijk een belangrijk concurrentievoordeel halen als ze leren hoe effectief om te gaan met werkvereisten en werkgerelateerde stress in training- en coachingprogramma’s. Omdat bevlogenheid een belangrijke voorwaarde is voor bedrijfssucces, hebben adviseurs en coaches een uitdagende rol bij het op een hoog niveau houden van die bevlogenheid.

Josette Dijkhuizen is zelf ondernemer. Eind 2012 is zij door de Minister van Buitenlandse Zaken benoemd als Vrouwenvertegenwoordiger in de Koninkrijksdelegatie naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Zij is auteur van diverse managementboeken en geeft internationaal lezingen over ondernemerschap. Naast eerdere nominaties en prijzen, is zij op 15 juni jl. ook benoemd als Topvrouw van Zuidoost Brabant.

Kansrijke zeurouders en zeurkinderen

Toine Heijmans heeft zelf drie kinderen en wil geen zeurouder zijn. Hij schrijft erover in de Volkskrant op 30 juni 2015; een paar citaten:

Gewoon een beetje opvoeden is er niet meer bij: tegenwoordig is het de bedoeling dat je kinderen kneedt tot excellente kinderen. Vanaf de kleuterklas uitstekende resultaten in het leerlingvolgsysteem, cum laude slagen op een excellente middelbare school - want dat wil de staatssecretaris graag - plus uitkomen in een selectieteam van de sportclub en een bloemetje kopen als oma jarig is zonder dat daartoe opdracht wordt gegeven.

Van een ambtenaar begreep ik dat toch echt de ouders het probleem zijn: die willen zó graag een populaire school voor hun kind, daar is geen houden aan. Krijgen ze niet wat ze willen, gaan ze naar de rechter. Nou, bedankt. Het is de gemeente zelf die van kiezen een feest maakt, terwijl ze weet dat de wensen niet bij het aanbod passen. Het zijn de scholen zelf die populair willen zijn, met hun Mindstorms, en het de ouders kwalijk nemen dat ze populaire scholen zoeken. Zo draait iedereen rond in zijn kringetje eigenbelang.
Scholen staan graag hoog in de hitparades: de lijstjes waar ouders naar kijken. Ze worden 'afgerekend' op hun 'opbrengsten'. Zonder excellente kinderen geen excellente resultaten, vandaar ook dat de schoolbesturen boos waren toen besloten werd dat de citotoets niet meer leidend is bij het kiezen van een schoolniveau. Dan hebben ze er zelf niks meer over te zeggen.
Tot zover Heijmans.

Kinderen zijn de toekomst. De wens om ze zo te drillen dat zij later op de arbeidsmarkt vooraan staan weerspiegelt de angst van de huidige generatie dat het allemaal minder wordt.
Het individu lijkt doorgeschoten in de opvatting dat we eerst en vooral ons eigen belang moeten waarborgen. Er straalt weinig vertrouwen vanaf op het collectief die er voor zorgt dat er weer een balans is tussen inspanning en ontspanning lijkt te komen. Spelenderwijs het beste uit jezelf halen, is toch mooi genoeg? Wanneer we allemaal vooraan willen staan, verdringen we elkaar. Saamhorigheid raakt verloren, burn-out het waarschijnlijke lot. In plaats van kansrijk zijn te relativeren worden kansarmen te kakken gezet als labbekakkers.

Carien Karsten ziet in haar praktijk veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Haar visie op de oorzaken en behandeling.

Hard werken en weten wat je wilt. Daar is niets mis mee. Ondertussen zijn meer dan honderdduizend jongeren burn-out. Het programma Nieuwsuur luidde daarover onlangs nog de noodklok. Een flink aantal jongeren zit met ernstige vermoeidheidsklachten thuis en doet er lang over te herstellen. Sommigen noemen vier of vijf jaar. CBS-cijfers laten zien dat tot 25 jaar één op de tien jongeren risico loopt op te branden en tussen de 25 en 34 jaar piekt het aantal: 15 procent.

...

In mijn praktijk zie ik veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Belangrijkste oorzaak? Geldingsdrang! Ze willen graag uitblinken, laten zien hoe goed ze zijn en wat ze aankunnen. Ze willen hun leidinggevende of opdrachtgever tevreden stellen. Ze vinden hun werk leuk en weinig weerhoudt hen om door te gaan, door te gaan, door te gaan. Als ze een avond vroeg thuis zijn, gaan ze meteen naar bed. Om het maar vol te houden. Ze organiseren hun dagen zo, dat ze er het meest er uit kunnen halen voor hun werk. Klagen doen ze niet. Ze hebben een onbegrensd vertrouwen in eigen kunnen. Burn-out? Ik niet! Bezorgde omstanders krijgen te horen dat ze binnenkort vakantie hebben. Allemaal dik voor mekaar.

Tot zover Carien Karsten in Intermediair.

Liefde en ontrouw, is er een herkansing?

Eckhart Tolle zegt liefde is verbondenheid zonder oordeel.
Marcel Proust zei: "onze verbeelding creëert de liefde, niet die andere persoon".

Ruimte geeft de vrijheid om liefde te laten gedijen. Zonder vrijheid geen liefde en zonder liefde geen vrijheid.

In onze tijden van “sequentiële monogamie” stelt Esther Perel het volgende.
Ik denk dat ontrouw ons vandaag de dag op drie nieuwe manieren pijn doet. We hebben een romantisch ideaal en zoeken één persoon die een eindeloze lijst behoeften moet vervullen: mijn grootste minnaar zijn, mijn beste vriend, de beste vader, mijn vertrouweling, mijn emotionele maatje, mijn intellectueel gelijke. En ik ben de uitverkorene, ik ben uniek, ik ben onmisbaar, ik ben onvervangbaar, ik ben het. En ontrouw vertelt me dat ik dat niet ben. Het is het ultieme verraad. Ontrouw verbrijzelt de grootse ambitie van de liefde. Maar was ontrouw door de eeuwen heen al pijnlijk, tegenwoordig is het vaak traumatisch, want het bedreigt ons zelfgevoel.
….
Iedere verhouding herdefinieert een relatie en ieder stel zal zelf bepalen wat het erfgoed van de affaire zal zijn. Verhoudingen zullen blijven bestaan, dat verandert niet. De dilemma's van liefde en verlangen leveren geen eenvoudige antwoorden op van wit en zwart en goed en kwaad, van daders en slachtoffers. Bedrog in een relatie komt in vele vormen voor. Er zijn veel manieren om je partner te bedriegen: met minachting, met verwaarlozing, met onverschilligheid, met geweld. Seksueel bedrog is maar één manier om je partner pijn te doen. In andere woorden, het slachtoffer van een verhouding is niet altijd het slachtoffer van een huwelijk.
….
Ik bekijk verhoudingen van twee kanten: pijn en bedrog aan een kant, groei en zelf-ontdekking aan de andere - wat het jou heeft gedaan en wat het voor mij heeft betekend. Dus wanneer een stel bij me komt nadat een verhouding aan het licht is gekomen, vertel ik ze vaak: Tegenwoordig hier in het Westen zullen de meeste mensen twee of drie relaties of huwelijken gaan hebben en sommigen zullen dat doen met dezelfde persoon. Jullie eerste huwelijk is over, willen jullie samen een tweede proberen?
Zie ook haar Ted talk over ontrouw.

Christopher Ryan plaatst op Ted.com met humor de huidige moraal en onrealistische verwachtingen in een historisch en globaal perspectief, zie video.

Meer van Esther Perel en "erotische intelligentie".

Machtsstrijd tussen oudergenoten

Het is niet vanzelfsprekend dat oudergenoten -broers en zusters met één of meer gemeenschappelijke ouders- van elkaar houden. Hoe komt dat eigenlijk?

Door het leeftijdsverschil van broers en zusters is er wanneer iedereen nog thuis woont ook een verschil in macht. Of de oudere broer is fysiek sterker of de oudere zuster is handiger in het krijgen van haar zin. Van dat verschil maken kinderen soms graag misbruik.
Ouders proberen wel om hun aandacht liefde gelijkmatig te verdelen, maar zijn daar niet altijd consequent in. De een is een oogappeltje of ruzies worden beteugeld met de oproep “wees als oudere nu de wijste” en er wordt niet gekeken wie een ruzie heeft veroorzaakt. Wanneer twee kinderen ruziën hebben twee schuld. Dat is juist, maar het is niet gezegd dat beide evenveel schuld hebben.
Kortom veel kinderen denken al snel dat de andere(n) meer erkenning krijgt. Helaas zijn er ook veel ouders die de twijfel van kinderen gebruiken om hen aan te moedigen meer hun best te doen. Het onthouden van liefde of doen twijfelen of er wel onvoorwaardelijk van kinderen wordt gehouden is een kwalijke vorm van opvoeden en disciplineren.

Zo wordt al vroeg een basis gelegd voor een machtsstrijd, die bij het klimmen der jeugdjaren telkens weer nieuwe vormen aanneemt. Terwijl gezinsleden op een gegeven moment het huis uitgaan, zal niet ieder kind er voor kiezen om voor die tijd een einde te maken aan die strijd. Ook als er een relatief groot leeftijdsverschil is zal het oudere kind al snel denken "laat maar zitten'. Het gevolg en vervolg kan een leven lang duren en weer oplaaien wanneer kinderen gedwongen moeten samenwerken in het verzorgen van hun ouders of hun begrafenis en afhandelen van de erfenis.

Ook kinderen zitten er niet altijd mee of zaken wel eerlijk verlopen. In de kindertijd kan dan een hekel worden opgebouwd die nog niet is verdwenen wanneer iedereen het ouderlijk huis heeft verlaten. Wanneer kinderen volwassen zijn dan is de verwachting dat iedereen zich evenwaardig ten opzichte van elkaar gedraagt. Maar dat is vaak een onuitgesproken verwachting, zodat die opvatting in de praktijk niet altijd wordt gedeeld of bijvoorbeeld bij de aangetrouwde kant geen instemming vindt. Een jonger kind dat relatief dominant is kan na zijn 18e levensjaar er geen enkele been in zien om de machtsverhouding vanaf dat moment om te draaien. “Nu is het mijn beurt”.
Een machtsstrijd binnen een gezin kost veel energie en levert veel verdriet op. En de spanningen lopen nog hoger op wanneer de impliciete boodschap van ouders is dat hun kinderen expliciet zeggen dat ze van elkaar houden, terwijl ze het eigenlijk niet zo voelen. En dan is elke verjaardag een pijnlijke herinnering dat dit niet vanzelfsprekend is.

Riekje Boswijk-Hummel is een therapeute die een bruikbaar boek heeft geschreven over de achtergronden van een machtsstrijd. Ook draagt zij bruikbare oplossingsrichtingen aan.

Oorzaak: opvoeding, discutabele pedagogie
Gevolg: jaloezie, kindertrauma,
Verband: competitie, worsteling met liefde

De open houding bij een Familieopstelling

Familieopstellingen, geleid door een goed opgeleide therapeut, hebben iets mysterieus wanneer uit de opstelling van een groep onbekenden als vanzelf inzicht optreedt voor wat voor de vragensteller al jaren of zelfs generaties een probleem is.

Van de website van Indra Thorsten Preiss:
De therapeut (begeleider van een Familieopstelling) moet de verleiding kunnen weerstaan te willen helpen, het goed te willen doen en tegen wil en dank een goede oplossing te willen vinden, of een oplossing volgens zijn idealen en eigen voorstelling te willen vinden. Hij mag alleen oplossingen toelaten die zich spontaan aandienen door datgene dat zich via de representanten toont en door datgene wat de cliënt als thema onder ogen wil zien.
Dit vraagt van de therapeut een respectvolle terughoudendheid. Om zo te kunnen werken moet een therapeut het gehele familiesysteem tijdens een opstelling in het oog houden. Zijn blik moet ruim zijn. Richt hij zijn aandacht te sterk op details, dan loopt hij het gevaar zich erin te verliezen.
Grondlegger van Familieopstelling, de Duitser Bert Hellinger maakt een onderscheid tussen observeren en waarnemen. Door te observeren kijken we naar details. De observerende houding wil weten en analyseren. De waarnemende houding laat toe het geheel te zien en binnen te laten. Dat is een innerlijke houding van openheid. De therapeut is daarbij één en gaat mee met wat zich toont en de manier waarop het zich toont. Door de diepe overeenstemming kunnen zich oplossingen aandienen die op dat moment adequaat zijn voor het thema van de cliënt en zijn familiesysteem. Zo dienen oplossingen zich, via het wetend veld, vanzelf aan.

Bert Hellinger noemt zijn manier van werken en de innerlijke houding die erbij hoort systemische fenomenologie. De systemisch-fenomenologische houding neemt afstand van het willen en maken; ze gaat naar toelaten en waarnemen wat zich toont en van daaruit begeleiden. De opsteller-therapeut laat zich leiden door wat zich in de opstelling toont en wat via de representanten en het wetend veld aan informatie vrijkomt.
Dit lukt alleen wanneer hij zich leegmaakt wat betreft voorstellingen, vroegere ervaringen en innerlijke beweging zoals emoties, wil of oordelen. Het is werken vanuit het lege midden zoals Bert Hellinger het noemt. De aandacht is tegelijk gericht en ongericht, geconcentreerd en leeg. Door deze houding komt het wezenlijke wat nodig is uit zichzelf aan de oppervlakte, het toont zich.

Een ander belangrijk punt in de houding van de therapeut is het afzien van, het zich onthouden van, in het Duits der Verzicht. Wie aan datgene dat zich toont nog iets wilt veranderen, die stelt zich boven de werkelijkheid. Hij wil datgene dat zich toont kneden of manipuleren volgens zijn beeld of voorstelling. Daarmee tracht hij de baas te spelen over de werkelijkheid en probeert hij de werkelijkheid ondergeschikt aan hem te maken.
Alleen wie zich aan de werkelijkheid onderwerpt en haar aanneemt zoals ze zich toont, kan adequaat met Familieopstellingen werken. Hij onthoudt zich van het eigen willen. Dit is de fenomenologische houding. Zich aan de werkelijkheid onderwerpen, betekent ook je angst voor hetgeen zich toont loslaten.
Dat kan alleen als de therapeut zijn eigen schaduwkant en destructiviteit onder ogen heeft gezien. Zo niet, dan kan hij het ook niet bij zijn cliënten zichtbaar maken. De diepste verstrikkingen hebben meestal met de schaduwkant, de dood en destructiviteit te maken. Alleen wanneer wij zonder voornemens, oordelen en zonder vrees zijn, zijn we afgestemd op wat zich toont. Dan kunnen wij in afstemming en in harmonie met wat zich toont, een oplossing vinden.
Een bijkomend, belangrijk aspect in de systemische fenomenologie is wat Hellinger noemt: aan de kant van de dader staan of meerzijdige partijdigheid. Om in een Familieopstelling met thema's zoals incest en moord een oplossing te kunnen vinden, moet de therapeut vrij zijn van de normale dader-slachtoffer beoordeling. Hij moet de slechterik, diegene die tot duivel gemaakt en buitengesloten is, een plaats in zijn hart kunnen geven.
Hellingers systemische fenomenologie en de daarbij horende houding herinneren zeer sterk aan het taoïsme, zen en anderen spirituele tradities.

"Familieopstellingen gebeuren meestal in weekendgroepen of eendaagse workshops. Op een workshop kun je niet alleen je familie opstellen, maar ook je relatie(probleem), opvoedingsproblemen, ziektesymptomen en nog veel meer. Wat je ook wilt opstellen, voor een eigen opstelling heb je een belangrijke reden nodig. Representanten kunnen het best onbekenden van de vragensteller zijn, zodat zij hun eigen voorkennis niet vermengen met wat er in een opstelling wordt ervaren.
..
Alleen een echte behoefte om iets op te lossen, van iets los te komen of iets te willen verwerken, geeft een opstelling kracht en diepte. Verder zijn alleen de feitelijke gebeurtenissen van de familiegeschiedenis nodig".

Een gerenommeerd begeleider speelt een cruciale rol in het verkrijgen van een betekenisvolle uitkomst van een Familie-opstelling. Wie voor zichzelf een Familie-opstelling overweegt kan het beste eens (een paar keer) representant zijn bij iemand die onbekend is. Dan kun je de kracht van een opstelling ervaren en aanvoelen dat het gewenst is dat een representant zoveel mogelijk zijn eigen interpretatie nalaat.

Meer lezen?
Praktijk Van Familieopstellingen, verdieping en verbreding van De verborgen dynamiek van familiebanden (bol.com).

Ik ben niet mijn brein

Psychiater Herman M. van Praag (1929) keek met journalist Tjerk de Reus op 81-jarige leeftijd terug op zijn werk en leven. Hij startte zijn loopbaan als vernieuwer door te pleiten voor medisch-biologisch hersenonderzoek rond psychiatrische ziekten. Hij benadrukt het belang van aandacht voor religiositeit bij patiënten. Religieus besef wordt opgeroepen door psychologische processen. De hersenen zijn het intermediair.
Van Praag is een uitgesproken tegenstander van Dick Swaabs stelling: 'Ik ben mijn brein'.
Dat bepaalde delen van hersenen vallen aan te wijzen waar ervaringen worden gegenereerd is nog niet het bewijs dat die delen de enige, interne oorzaak zijn van die ervaring. Maar wat zegt dat over de externe oorzaak daarvan? Duidt de ervaringen van God en een bijna-dood-ervaring op een illusie of op een realiteit? Hoe belangrijk is het om met patiënten daarover een gesprek te voeren?
De Reus zaagt in het boek God, religie en ons brein de joodse van Praag door op zijn kijk op God, de staat Israël en het christendom.
Van Praag gelooft in het bestaan en werking van een ziel en een vrije wil. Hij kan er mee leven dat hij dit bestaan niet kan bewijzen. “Ik heb ook geen bewijs dat ik van mijn vrouw houd. Ik ervaar dat zo. Ik ben er zeker van”.
Hij ziet een intentionele kracht achter de natuur en evolutie en vooruitgang in de menselijke geschiedenis. Gelijkwaardigheid is een zeer belangrijk principe voor van Praag, maar hij behoudt zich het recht voor om verschillen te beoordelen.
Van Praag ziet de Almachtige als een feilbaar wezen die fouten kan maken en bereid is naar mensen te luisteren en zich te laten corrigeren. Van Praag gaat dan ook graag met God in discussie.

Een citaat uit het boek:
Tjerk de Reus: Het valt op dat u soms erg abstract over God spreekt. Hij zou een ‘bovenpersoonlijk proces beheersend principe’ zijn, schrijft u ergens, of de ‘totale abstractie’, maar in Tenach (Joodse boeken, waaronder de Thora, Profeten, Geschriften) is God de nabije, de aanwezige, de tastbare, die hulpelozen opricht uit hun misère. Uw redeneertrant doet soms sterker denken aan rationele wetenschap, dan aan de tastbare God uit de Bijbelverhalen.
Van Praag: In het jodendom zoals ik dat zie en beleef, is God enerzijds de totale abstractie, de totaal Andere. Tegelijk is Hij de volstrekt Nabije, de Aanspreekbare, degene die onder ons wil leven, die probeert om de menselijke geschiedenis te beïnvloeden. Dat is een forse paradox: abstract – en tegelijk nabij en eigen, maar juist dit paradoxale boeit mij. Het godsbegrip is een mysterie: hoe kan nu een wezen èn abstract èn concreet zijn? Toch zie ik dat zo. Ik niet alleen, het is een gangbare visie in het Judaïsme. Van God geldt dat Hij afkomstig is uit een andere, bovennatuurlijke werkelijkheid. Weliswaar is Hij ‘proces beheersend’, maar wel metafysisch, bovennatuurlijk. Als dat alles zou zijn wat we over God weten, zeg je: wat hebben we daar dan aan? Proces beheersend op een manier die wij totaal niet vatten … Maar Hij is ook totaal aanwezig, onder de mensen. Dat vind je bijvoorbeeld in de psalmen die je net noemde. Dus aanwezig èn afwezig, concreet en abstract, dat zijn paradoxen die ons verleiden tot filosoferen, tot nadenken – en vooral lezen en herlezen van de Thora.

We zijn in staat om tegengestelde zaken samen te laten gaan in ons beleven. Je kunt die beide waarderen, combineren – maar uiteindelijk niet integreren. Dat geldt voor weten en geloven, voor wetenschap en religie.
….
Ik geloof dat er een aantal grondprincipes is, die in elke maatschappij behoren te gelden. Die zijn verwoord in de Tien Geboden.


Klik hier voor een video-interview met Herman van Praag.
Zie ook Arie Bos "Mijn brein denkt niet, ik wel".

Hubots: gaat heen en vermenigvuldigt u

Hubot uit de serie Real Humans
Essentieel in het ontwikkelen van intelligente en complexe systemen is de mogelijkheid om te kunnen dupliceren. Zonder dat is er geen beginnen aan, niet voor de natuur in het evolueren van leven en niet voor de mens in het maken van hubots: human robots.

Het eerste wat een bevruchte eicel doet is zichzelf kopiëren. De eerste kopieën zijn als eeneiige meerlingen levensvatbaar, pas na verloop van tijd vindt specialisatie van cellen plaats. En hun vitaliteit en bruikbaarheid is vervolgens afhankelijk van het vermogen om in dienst te staan van het geheel. Leven wordt gekenmerkt door het vermogen om zichzelf te kopiëren. Wat zich niet kan vermenigvuldigen is voor de evolutie zonder waarde en daar waar heel veel exemplaren zijn is de waarde vrijwel nul. Niemand is jaloers op bezit daarvan. Unieke exemplaren hebben een intrinsieke waarde en soorten die zich gemakkelijk vermenigvuldigen zijn waardevol. Waarom zou de natuur investeren in leven dat zich niet kan voortplanten en gaandeweg ontwikkelen?
Wanneer een kind is geboren, leert het zich te ontwikkelen door gedrag van anderen te imiteren. Gaandeweg, vanaf het ontstaan van het ego, gaat het steeds meer individuele kenmerken toevoegen aan zijn persoonlijkheid. En wanneer hij er zelf er aan toe is om zich te vermenigvuldigen is hij op de huwelijksmarkt aantrekkelijk wanneer hij beschikt over vitale reproductie kenmerken. Zijn kansen op een duurzame relatie zijn nog groter wanneer hij een aantrekkelijke ander kan spiegelen. Mensen willen nu eenmaal graag zichzelf deels terugzien in een ander.
In de evolutie zijn er verschillende ontwikkelingen op verschillende niveaus. Beperkte variatie in individuen maakt de kans groter dat de soort overleeft wanneer de omstandigheden verslechteren. Ook intelligentie helpt in het creëren van omstandigheden die het welzijn en de welvaart van de individuen optimaliseren. Maar te veel intelligentie kan weer contraproductief werken, want het beperkt de wens om zich voort te planten. Mensen houden niet alleen zichzelf maar ook een cultuur in leven.
Susan Blackmore noemt dat de memen, die naast de genen zorgen voor het voortbestaan van informatie.

Uit haar Ted presentatie.
“Informatie die we van persoon tot persoon kopiëren door imitatie, door taal, door te praten, door verhalen te vertellen, door kleren te dragen, door dingen te doen. Dat is informatie die gekopieerd wordt door variatie en selectie. Dat is een lopend ontwerpproces’.
Al sinds mensenheugenis bestaat het vermogen om de nuttige, mooie of ware zaken te kopiëren en niet ook de andere zaken. Het is een replicator die werkzaam is naast de genen die gericht zijn op het doorgeven van leven.
“Wanneer de memen evolueren, zoals ze onvermijdelijk moeten, sturen ze aan op een groter brein dat beter is in het kopiëren van memen die net dat sturen doen. Dat is de reden dat wij opgezadeld zitten met zo'n grote breinen, dat we houden van godsdienst, van muziek, van kunst. Taal is een parasiet waar wij ons aan hebben aangepast, niet iets dat al van in het begin in onze genen zat volgens deze inzichten. En zoals de meeste parasieten kan ze ook gevaarlijk zijn, als ze co-evolueert en zich aanpast en we komen tot een symbolische relatie met deze nieuwe parasiet”.

Volgens Blackmore (hier op video in haar Ted Talk) is de mens bezig tememachines te ontwikkelen. De machines (computers en internet) kopiëren informatie buiten de mens om waarbij eveneens variatie en selectie wordt gedaan. Blackmore beschouwt temen als zelfzuchtige replicatoren die helemaal niet met ons inzitten, of met onze planeet. En wij mensen werken daar vrijwillig aan mee omdat we ook voordeel hebben aan de samenwerking met deze technologie. Zij doen voor ons het werk dat wij niet langer willen doen en we hopen dat we onze overlevingskansen vergroten en een interessanter leven krijgen.
Maar het kan ook dat we in de ontwikkeling de macht uit handen geven en de evenwaardigheid van levensvormen uit het oog verliezen.
Wanneer we straks zelflerende machines hebben ontwikkeld, kan het snel gaan, als leerervaringen zijn te kopiëren naar andere machines. En dan is alsof het morfogenetische veld van Rupert Sheldrake als het ware toegankelijk zijn gemaakt voor robots en besturingssystemen.

Futurist Henny van der Pluijm, die Rechten en plichten voor robots schreef, is er minder gerust op. Maar ondanks de titel van zijn boek zijn het niet de robots waar hij zich de meeste zorgen over maakt. ‘Die worden door bedrijven gemaakt en dienen dus altijd een bedrijfsbelang. Ik denk dat ze vooral zullen worden ingezet als marketing tool, om sympathie op te wekken’. Nee, het echte gevaar is in zijn ogen nagenoeg onzichtbaar. Het is de software die op wereldwijd verspreide servers draait en met de snelheid van het licht over de wereld zal vliegen.


Hoe meer controle we nemen over onze aard en eigenschappen, zegt politicoloog en filosoof Michael Sandel, hoe slechter we worden in het accepteren van onze natuur en de natuur in het algemeen. Drie morele pijlers raken verwrongen: nederigheid, verantwoordelijkheid en solidariteit.

Nederigheid raken we kwijt, stelt Sandel. Hiermee bedoelt hij het vermogen om de (menselijke) natuur zoals die verschijnt te accepteren. Iedere afwijking in de mens zal ontoelaatbaar lijken en ook van onze omgeving zullen we steeds meer aanpassing eisen; tegenslag wordt onverdraaglijk. Als we onszelf in hoge mate kunnen verbeteren, worden we bovendien verantwoordelijk voor alles wat er met ons lijf gebeurt. Iedere fout, tekortkoming of afwijking in lichaam of geest had je immers zelf kunnen aanpassen. Daarmee verdwijnt ook solidariteit tussen mensen, het vermogen om elkaar te willen ondersteunen in leed. Wie wil er nog betalen voor zorgverzekering wanneer de ander met wat genetisch geknutsel nooit ziek had hoeven worden? Eigen schuld, dikke bult.
Sandel schreef: Rechtvaardigheid, wat is de juiste keuze?

Zie ook "Het globale brein komt tot ontwikkeling".

De kern van het eeuwige en het tijdelijke

Gaat het in het leven om iets te zijn of om veel te hebben? Wat is essentieel? Het eeuwige “is” en wat je “hebt” is tijdelijk. “Esse” is latijn voor "zijn" en het woord "essentie" is er van afgeleid. Het woord “wezen” is een vervoeging van “zijn” en zo betekenen het “wezenlijke” en de “essentie” hetzelfde.

Wat is bijvoorbeeld het wezenlijke van zoiets simpels als een stoel? Kenmerken van een stoel zijn: vier poten, dat je er op kunt zitten, een zitting en een rugleuning. Die kenmerken zijn alle vier van verschillende orde. De poten geven steun aan de zitting, de leuning aan de zitter. De bedoeling van een stoel is gebruiksgemak: lekker zitten. De hoeveelheid stoelvormen is schier eindeloos. Iedereen bezit een stoel, niemand de stoel.
Het wezenlijke wordt uitgedrukt in een vorm en het wezenlijke zelf is ongrijpbaar.

Sinds mensenheugenis wordt nagedacht over het verschil en overeenkomst tussen het tijdelijke en het eeuwige. Tijdelijk heb je in het leven een lichaam en een geest, eventueel een ziel. Je kunt heel goed leven zonder zeker te weten of je een ziel hebt. Sommige mensen zeggen dat het bewustzijn gezeteld is in de geest of in het lichaam. Anderen zeggen “het lichaam en de geest verschijnen in het bewustzijn”. En dat bewustzijn is dan gelijk over alle levende wezens: het ene, kosmische bewustzijn.
Dat kosmische bewustzijn zou dan weer de schepper (bron) zijn van energie en samengebalde of gestolde energie levert materie op. Of het zo simpel is, is weer een kwestie van geloof.
Materie en alles wat leeft zijn in beweging en in wording. Het komt op, verbindt zich eventueel en vergaat. Energie gaat niet verloren, maar wordt omgezet en blijft zo behouden. Een lichaam zonder energie kent geen bewustzijn. Zijnstoestanden zijn zowel stabiel als veranderlijk. Wie dit ongrijpbare wil “vatten” kan het beste en-en denken. Het eeuwige en tijdelijke bijten elkaar niet en kunnen vreedzaam naast elkaar en in elkaar bestaan.

Wanneer mensen sterven resteert er òf niets behalve het stoffelijke wat vergaat, òf een ziel òf een bewustzijn zonder zichtbare vorm. Zoals je het wilt zien en geloven, zo lijk je het te krijgen, want er is nog nooit iemand uit de dood teruggekeerd met een sluitend verhaal van hoe het gaat na de dood. Verhalen daarentegen zijn er genoeg.
Van dit gegeven kun je onzeker of vrolijk worden, want het betekent ook dat niemand meer is dan een ander en dat we in wezen evenwaardig zijn. Je boven een ander stellen, lukt slecht tijdelijk en de emancipatie is erop gericht om het zonder heersers te doen. We lijken af te stevenen op een globale, goedwillende anarchie.
Er zijn mensen die lang hebben gestudeerd op de verschillen in religie en geloofsovertuigingen. Wanneer je zelf weinig vertrouwen hebt in je eigen opvatting over hoe het zit en hoe inzichten en overtuigingen tot stand komen dan kan je geïmponeerd raken door de stelligheid van die “geleerden”.
Geleerden zijn mensen van vlees en bloed die net als anderen kunnen vallen in de valkuil van denkfouten, macht en status. Hoe goed ze het ook bedoelen door hun kennis te delen om de aanhoorder te bevrijden en te ondersteunen, het blijft altijd de verantwoordelijkheid van de luisteraar om de logica aan zichzelf te toetsen. En wanneer die logica er niet is, dan nog kan het aan jezelf liggen, want je hoort wat je wilt horen. Je leert meestal alleen wat je je als weten meent te herinneren.

In een samenleving waarin (de illusie van) liefde en vrijheid pijlers zijn van het sociale verkeer zullen deelnemers moeten accepteren dat er grote groepen mensen kunnen zijn die schijnbaar onverschillig staan tegenover het lot van anderen. Het is aan niemand om te oordelen of zij wel of niet voldoende liefdevol in het leven staan of de vrijheid van anderen respecteren.
Wil je iets structureel veranderen aan de omgang tussen mensen dan is de beste ingang naar jezelf bij jouw ego. Wie de ontwikkeling in zichzelf op gang brengt naar evenwaardigheid, houdt moeiteloos en ongemerkt de ontwikkeling van anderen gaande. Alles is wat het zou moeten zijn. Het is niet anders, gelukkig maar.

Stop met groeien, maar ontwikkel je

Simone van Saarloos schrijft columns in de NRC.
Een paar citaten uit “Een positieve nee”.

In De vermoeide samenleving stelt de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han dat de vele depressies en burn-outs worden veroorzaakt door een overmaat aan positiviteit: „Yes, we can, is de ultieme formulering voor het positieve karakter van de prestatiesamenleving”. Er is geen ruimte voor negativiteit: wie even niet kan, is een kneus.
Ook schrijft Han hoe het leven tegenwoordig „radicaal vergankelijk” is. Het werk dat we doen is alleen bedoeld om in beweging te blijven, om de verlangens van het lichaam met verdiende luxe koest te houden. Zelfs wie werk doet dat duidelijk op ‘opbouw’ is gericht – zoals een bouwvakker of beleidsmaker – weet dat er straks weer nieuwbouw is met nieuwe technieken, materialen, nieuwe informatie en regels.
Han zegt ook dat er in de huidige westerse samenleving geen ruimte is voor ‘nee’ en woede. Woede is radicaal stilstaan: „het vermogen om een toestand te onderbreken”. Voor die uitzonderlijke negatieve energie is geen ruimte. Alles draait door, positief en actief. Woede wordt gereduceerd tot behapbare ‘nare gevoelens’ en het ferme ‘nee’ wordt gladgestreken doordat ‘opbouwende kritiek’ wordt aangemoedigd. Georganiseerde weerstand hoort erbij ten behoeve van het gemak: alles moet stromen. Meedoen is belangrijk.
Tot zover de schrijver door de schrijfster geciteerd.

Rianne Philipsen, masterstudente filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen, schreef aan de Volkskrant in 2014 over de zesjes cultuur:

Van jongs af aan wordt ons verteld hoe goed we het hebben: we mogen naar school, kunnen studeren en moeten dankbaar zijn voor al onze mogelijkheden. We krijgen constant te horen dat we moeten uitblinken, excelleren, onze potentie tot het uiterste benutten. Een zesjesmentaliteit is taboe: we moeten de kansen aangrijpen die onze ouders en grootouders niet hadden. In onze moderne maatschappij, met onze capaciteiten, ligt de wereld aan onze voeten, dus moeten we er ook het beste uit halen. Deze ideeën hebben we geïntegreerd in ons eigen denken, maar maken ons, zoals Byung-Chul Han in De Vermoeide Samenleving beschrijft, moe en eenzaam.

Groeien, méér en beter
Optimaal presteren, wat velen van ons als ideaal zien, is dus niet per se voor ons als mens het beste. Het is gebaseerd op een samenleving van generaties voor ons, gericht op groeien, méér en beter. Deze idealen hebben wij ook geleerd, maar we lijken ons te verzetten tegen deze druk die we inmiddels geïnternaliseerd hebben.


Zie ook het positieve van de negatie.

Andreas Jonker schreef voor De Correspondent het volgende.

Sowieso domineert de logica van de sport – van ranglijstjes, competitie, winnaars en verliezers – inmiddels ook allerlei andere domeinen, meent Denker des Vaderlands René Gude. In zijn essay Dan maak je maar zin (2014) noemt hij dit de ‘sportificering’ van de samenleving: ‘Sporttermen doordringen het hele leven, in alle hoeken van de samenleving staan scoreborden te knipperen. Peilingen en rankings tuimelen over elkaar heen. De kwaliteit van ondernemingen, maatschappelijke initiatieven en politieke instituties toont zich achteraf in statistieken’.

Dat wat niet in cijfers te vangen valt – wat er ‘werkelijk geleerd is op school, onderzocht is in de wetenschap of politiek tot stand is gebracht’ – dat is niet meetbaar en telt niet mee. Hetzelfde geldt voor zo mogelijk nog vagere onderdelen van het leven, zoals vriendschap, ouderschap en de liefde.

Agressieveling in de trein effectief afgevoerd

In de Volkskrant van 8 april wordt een aanbeveling besproken om conducteurs in de trein meer effectief te kunnen zijn bij het beteugelen van agressieve reizigers.
De medereizigers worden daarbij ingeschakeld. Opmerkelijk is dat de belager eerst een uitweg wordt geboden.

Een citaat:
Het probleem is niet dat burgers niet willen ingrijpen in dit soort situaties, zeggen de onderzoekers. Ze ontberen alleen de kennis om dat op een effectieve manier te doen. 'Passagiers maken nu filmpjes of bellen 1-1-2, maar daarmee is het gevaar niet geweken', zegt hoofdonderzoeker Ira Helsloot, hoogleraar besturen van veiligheid aan de Radboud Universiteit.

Drie stappen
In plaats daarvan worden drie stappen voorgesteld die in experimenten succesvol bleken: de conducteur wijst, als hij wordt belaagd, één reiziger aan die hij opdraagt hem te helpen. Andere passagiers schieten dan al snel te hulp, al dan niet aangemoedigd door de aangewezen passagier. Om te voorkomen dat de belager paniekerig en daardoor agressiever wordt, krijgt hij een duidelijke 'uitweg' aangeboden en wordt hij niet omsingeld. Helsloot: 'In een cursus van een half uur kun je dit soort vaardigheden gemakkelijk aanleren'.
Tot zover de Volkskrant.

Een agressieveling een uitweg bieden kan wat vreemd overkomen omdat de belager niet in de kladden wordt gegrepen. Maar over het geheel kan het goed uitpakken, wanneer de passagiers het verloop van de gebeurtenis op hun gsm’s filmen. De dader wordt vastgelegd op video, de conducteur wordt ontzet en kan de spoorwegpolitie bellen die de belager op het station kan opvangen. Zij kan het gaan en goed aflopen.
De kans dat het fout loopt is groot wanneer omstanders de held gaan uithangen en agressie met machtsvertoon proberen te beteugelen. Een agressieveling een uitweg bieden moet letterlijk worden genomen: hij moet niet worden ingesloten. De conducteur wordt bijgestaan. Dat is wat anders dan omsingelen van een belager.
De voorgestelde aanpak, mits goed aangepakt, is zonder veel gezichtsverlies voor de agressieve reiziger. Deze manier van conflicthantering kan ook effectief zijn in andere situaties.

Het roept ook veel hoon op omdat dit advies wordt gegeven in een tijd dat de overheid veel verantwoordelijkheid overhevelt naar de burger.
Het woord "conducteur" betekent "geleider". Wanneer hij zich beperkt tot het geleiden van ongenoegen in goede banen, dan is er niet veel aan de hand. Effectief omgaan met agressie bespaart de NS veel onkosten door ziekteverzuim. Winst levert het niet op.
Het is de taak van de spoorwegpolitie om effectief om te gaan overtreders van de wet. Daarvoor hoeft niet per se extra personeel ingezet te worden op een trein, zolang de overtreder maar door de politie uit de trein gehaald wordt bij het volgende station.

Hirshi Ali zet de islam op de agenda

In de Volkskrant van 4 april wordt Hirshi Ali geïnterviewd over haar nieuwe boek Ketters pleidooi voor een hervorming van de Islam,.

Citaat:
Hirsi Ali zag een botsing der beschavingen, een 'niet te vermijden confrontatie' tussen het Westen en de islamitische wereld. 'In zekere zin zijn we al in oorlog', schreef ze in haar vorige boek, Nomade (2010). 'Ik ga ervan uit dat het Westen wint'.
Ondertussen stelt zij een grondige hervorming van de godsdienst voor, te vergelijken met de christelijke Reformatie. Bescheiden (of onbescheiden?) stelt Hirsi Ali dat zij geen 95 stellingen heeft, zoals Maarten Luther in het jaar 1517, maar slechts een soort vijfpuntenplan.

Het lijstje van vijf te 'amenderen' kernfacetten van de islam:
1 De onfeilbare status van Mohammed en de letterlijke lezing van de Koran.
2 Het investeren in het leven na de dood in plaats van het leven voor de dood.
3 De sharia.
4 Het principe van 'het goede bevelen en het kwade verbieden'.
5 Het gebod tot het voeren van de jihad.

Ruimhartiger dan voorheen erkent Hirsi Ali dat de grote meerderheid van de moslims in de wereld vreedzaam en goedwillend is. 'Mekka-moslims' noemt ze hen, naar de eerste levensfase van de profeet, toen hij als een geweldloze prediker in Mekka verbleef.

Daar tegenover staat een (aanzienlijke) minderheid van 'Medina-moslims', genoemd naar de stad waar de profeet zich ontpopte als legeraanvoerder en wrede veroveraar. Uiteraard zijn zij de bad guys - salafisten, jihadisten, radicalen en intoleranten, de zuiveren in de leer die de heilige geschriften letterlijk nemen.
Tot zover de Volkskrant.

De amendementen zijn 5 onderwerpen die bijna geen communicatie toelaten. Duidelijk is de behoefte van Hirshi Ali aan vrijheid en gelijkwaardigheid te herkennen.

Het is te hopen dat haar boek bijdraagt aan een dialoog tussen islamieten en anderen en dat haar tweedeling niet bijdraagt aan tweespalt.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (18) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (3) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (53) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (164) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (16) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (3) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (13) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (35) eenzaamheid (8) ego (46) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (14) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (52) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (80) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (36) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (13) ideaalbeeld (2) identificatie (11) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (13) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (10) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (98) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (21) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (15) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (2) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (3) motto (1) mystiek (7) nabijheid (2) narcisme (5) natuur (6) negatie (16) neti neti (3) niet doen (23) NLP (1) non-duaal bewustzijn (7) non-dualiteit (41) omdenken (8) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (2) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (16) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (19) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (93) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (24) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (11)