Transformatie

Over het boek De zeven eigenschappen van effectief leiderschap zegt Stephen Covey:
“Ik heb die zeven eigenschappen niet zelf bedacht. Het zijn algemeen bekende principes die in alle wereldgodsdiensten terug te vinden zijn. In feite is het common knowledge, al is het dan geen common practice – en daarin zit het probleem. Naar onze aard zijn we reactief ingesteld en geneigd om uit eigenbelang te handelen. Maar als mensen zijn we tegelijk tot hogere zaken in staat en kunnen we een proactieve houding ontwikkelen, waardoor we ons eigen lot in handen nemen en iets kunnen toevoegen aan het geluk van de mensen om ons heen”.

De zeven eigenschappen zijn:
1. Wees proactief
2. Begin met het einde voor ogen
3. Begin bij het begin
4. Denk in termen van winnen/winnen
5. Probeer eerst te begrijpen, dan begrepen te worden
6. Werk synergistisch
7. Hou de zaag scherp

Van reactief via pro-actief leven naar transformeren wie je zou kunnen zijn. We leren en ontwikkelen via een blik in de spiegel die een ander ons biedt en door zelfinzicht. We transformeren door te weten wat te accepteren en wat los te laten.

Covey gaat ervan uit dat je pas echt blijvend kunt veranderen als je dat van binnenuit doet – als je niet je gedrag maar je karakter onderzoekt en aanpast. Die verandering kan ook alleen maar in overeenstemming zijn met wie je nu bent: een geheel ander mens willen worden is gewoon niet realistisch. Het is het vermogen te weten wie je bent en wat je wilt bereiken in het leven, met alle beperkingen van dien, waardoor je tevredener en succesvoller kunt worden. Succes meet je dan niet af in termen van geld of status, maar door te kijken in hoeverre je het door jezelf gevisualiseerde doel hebt bereikt of gaat bereiken.
Je weet dan in elke situatie die zich voordoet in je leven wat de beste reactie of de volgende stap is.



Sean Covey is de zoon van Stephen R. Covey.

De theorie van Covey sluit aan bij de theorie U van Otto Scharmer.
Theorie U gaat over persoonlijk leiderschap, met als kernvraag: Hoe kan ik als mens een volstrekt eigen bijdrage leveren aan de maatschappij, die tegelijkertijd aansluit bij wat de omgeving echt nodig heeft? Otto Scharmer nodigt ons uit om de wereld op een nieuwe manier te zien. Waar en hoe we onze aandacht inzetten is de sleutel tot wat we creëren. Hetgeen ons vaak weerhoudt om 'in het nu te zijn', is wat Scharmer onze blinde vlek noemt, een plek in ons innerlijk waaruit we handelen. Het is van het grootste belang om ons van deze blinde vlek bewust te worden. Door het U-proces te doorlopen leren we in contact te komen met ons ware zelf. De stappen in het proces zijn een open geest (niet oordelen), een open hart (onbevooroordeeld waarnemen) en een open wil (contact maken met spirituele intelligentie en open laten wiens wil je gaat volgen). Deze laatste fase is vergelijkbaar met de wijsheid van Socrates: weten dat je eigenlijk niets zeker weet, wat je bescheiden maakt en je voorbereidt op waardevol inzicht dat intuïtief tot je kan komen.
In deze video noemt Scharmer gaan door dit proces 'presencing', 'to sense and bring in the present one's highest future potential', ofwel het hoogst haalbare toekomstige potentieel waar te nemen en in het nu te realiseren.

Spreken over functioneren

In het ideale geval heeft uw manager minstens drie keer per jaar een gesprek over uw functioneren in verleden, heden en toekomst.
Eén keer per jaar wordt in een targetgesprek vastgesteld welke doelen een werknemer gaat proberen te halen in het komende jaar en welke beloning daar bij hoort. Of deze doelen gehaald worden wordt vastgesteld in het beoordelingsgesprek een jaar later. Halverwege het jaar wordt besproken of alles nog gaat zoals de bedoeld en of er nog wederzijds iets kan worden verbeterd.
Maar niet alle bedrijven houden zich keurig aan deze driedeling. De reden is tijdgebrek of een niet goed begrijpen van de reden waarom deze zaken zo strikt gescheiden zouden moeten worden gehouden. Een werknemer zou tijdens een functioneringsgesprek er op moeten kunnen vertrouwen dat wanneer hij zich kwetsbaar opstelt, dat hij dat niet een half jaar later op zijn brood krijgt in de vorm van een lagere beoordeling.
Veel bedrijven stellen van te voren vast wat de verdeling is in hoeveel mensen boven verwachting worden beoordeeld en hoeveel mensen een slechte(re) score krijgen. Ze doen dat onafhankelijk van het functioneren van hun personeel. De reden is dat zij geen geld over hebben voor een beloning van goed functioneren. Ze delen hoogstens hun personeel in van hoog naar laag in functioneren en trekken ergens een lijn waaronder geen beloning meer wordt gegeven en waaronder een onvoldoende wordt uitgedeeld (ook al heeft de werknemer zijn doelen (targets) gehaald).
Deze manier van werken is bedoeld om de werknemer te prikkelen om beter te presteren, maar heeft grote risico van demotivatie in zich.
Beter is om de beoordeling van iemands functioneren te doen los van consequenties voor beloning. Hoogstens kan met rapportcijfers met 1 decimaal achter de komma een verdeling gemaakt worden waarbij de hoogste x promotie of salarisverhoging krijgt.
Om meer te kunnen halen uit de het halfjaarlijkse functioneringsgesprek kan de 360 graden feedback procedure worden toegepast waarbij de rapportage alleen wordt gedaan aan de werknemer. Dit vergroot het vertrouwen van de werknemer om zich kwetsbaar op te stellen en het inzicht waarop zijn functioneren wordt beoordeeld. Eventuele (inspanning voor extra) ontwikkeling kan dan op het functioneringsgesprek met de manager worden besproken.

Op Wikipedia wordt het onderscheid tussen functionerings- en beoordelingsgesprek klip en klaar uiteengezet:
Een functioneringsgesprek is een dialoog waarin het wederzijds functioneren van de werknemer en diens leidinggevende besproken wordt. Doelen voor deze bespreking kunnen prestatieverbetering, bijsturing, stimulering en ontwikkeling zijn. Eventueel aansluitende bespreekpunten kunnen zaken zijn zoals het herkennen en eventueel aanpakken van problemen op de werkvloer.
Een functioneringsgesprek heeft de volgende kenmerken:
  • Het gesprek is tweezijdig; de leidinggevende vraagt over het functioneren van de medewerker en eventuele problemen die er ontstaan. Deze krijgt de kans om te reageren en gelijke vragen aan zijn leidinggevende te stellen.
  • Tijdens het functioneringsgesprek wordt onder meer de status van de van tevoren vastgelegde doelstellingen besproken alsmede prestatie ten opzicht van de competenties welke voor de werknemer van toepassing zijn.
  • De verhoudingen tussen leidinggevende en medewerker zijn gelijkwaardig.
  • Een functioneringsgesprek is (bij de meeste bedrijven) een keer per jaar verplicht.
  • Na een functioneringsgesprek kan er op een later termijn een ontwikkelings- of beoordelingsgesprek plaatsvinden.
  • Van het gesprek dient een verslag gemaakt worden. Beide partijen mogen dit verslag corrigeren: is het verslag naar tevredenheid, dan ondertekenen beiden deze.

Een beoordelingsgesprek is een gesprek tussen een werknemer en zijn leidinggevende waarin het functioneren van de werknemer door de leidinggevende wordt beoordeeld en waaraan rechtspositionele gevolgen kunnen worden verbonden. De leidinggevende heeft in dit gesprek een waardeoordeel over het totaal aan functioneren (zowel kwalitatief, alsook kwantitatief en sociaal) en verbindt hieraan eventueel salariërings- en juridische gevolgen.
Een beoordelingsgesprek heeft de volgende kenmerken:
  • Het gesprek is eenzijdig, de leidinggevende geeft een oordeel over het functioneren van de medewerker. Deze krijgt uiteraard wel de kans om te reageren, maar dit heeft geen gevolgen voor het oordeel.
  • Gedurende het gesprek worden de prestaties van de medewerker ten opzichte van de eerder vastgelegde doelstellingen en competentie (vaardigheid) beoordeeld.
  • De verhoudingen tussen leidinggevende en medewerker zijn ongelijkwaardig.
  • Een beoordelingsgesprek kan door de werkgever worden aangevraagd.
  • Aan een beoordelingsgesprek gaat bijna altijd een functioneringsgesprek vooraf.
  • Na het gesprek wordt er een verslag gemaakt en eventueel een actieplan opgesteld. Dit plan kan in een volgend gesprek geëvalueerd worden.


Kwantumtheorie en tautologie

De kwantumtheorie bevat veel onzekerheid. Die onzekerheid wordt door "zieners" gebruikt om verstrekkende conclusies te trekken op basis van overeenkomsten die men ziet bij menselijke ambities om zich te ontwikkelen tot hogere niveaus. In dit artikel een kritische kijk op dit gebruik van "gedachtesprongen".

Op Wikipedia wordt de theorie van de kwantummechanica uitgelegd. Van deze tekst wat bewerkte citaten (met cursief een kleine toevoeging, een filmpje en weglatingen) om de hoofdlijn te kunnen volgen.

In de kwantumtheorie wordt de werkelijkheid op een fundamenteel andere manier benaderd dan in de klassieke natuurkunde, waarin ervan wordt uitgegaan dat er een waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid is en natuurkundige grootheden continue variabelen zijn, die in elke gewenste combinatie gemeten kunnen worden.
In de kwantumtheorie variëren natuurkundige grootheden stapsgewijs (discontinu met 1 kwantum tegelijk) en is er geen waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid. Door dit tweede fundamentele verschil met de klassieke natuurkunde is het principieel uitgesloten om het effect van de waarneming uit te schakelen: de keuze die de waarnemer maakt bij het opzetten van zijn experiment bepaalt in belangrijke mate de uitkomst daarvan.
De beschrijving van systemen door middel van een golffunctie betekent dat deeltjes zich, afhankelijk van de manier waarop ze worden waargenomen, soms als een deeltje in klassieke zin, maar soms als een golfverschijnsel gedragen. Zo kunnen bijvoorbeeld elektronenbundels, net als lichtbundels, brekingsverschijnselen en interferentie (versterking of uitdoving) en diffractie vertonen.
In deze video wordt dit uitgelegd.
Een ander opmerkelijk feit in de kwantummechanica is dat fysische grootheden van een systeem in sommige combinaties niet tegelijkertijd met willekeurige nauwkeurigheid bekend kunnen zijn. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn plaats en snelheid, en tijd en energie. Dit feit staat bekend als de onzekerheidsrelatie van Heisenberg.
Volgens een bepaalde zienswijze binnen de kwantummechanica bestaan ten gevolge van het onzekerheidsprincipe deeltjes niet eens totdat er een waarneming plaatsvindt. Schrödinger was door deze zienswijze dermate ontstemd dat hij het beroemde voorbeeld van de kat beschreef, die door dit effect tegelijkertijd zowel dood als levend was. Schrödinger hoopte met dit onmogelijke voorbeeld te laten zien dat deze filosofie belachelijk was en dat men dit denkbeeld maar snel moest laten vallen. Tot zijn verdriet is bijna het tegenovergestelde gebeurd en is Schrödingers kat een geheel eigen leven gaan leiden.
Tot zover Wikipedia.

Belangrijk onderdeel in deze tekst is dat er voor de waarnemer bij licht tijdens metingen verschil is in gedrag. Dat wil niet zeggen dat dit ook betekent dat in werkelijkheid licht van aard verandert en soms een deeltje is en soms een golf is. Deze “wilde” conclusie doet denken aan het psychologische verschijnsel dat mensen wanneer zij het gedrag van anderen zien er conclusies aan verbinden over hoe de “kwaliteit” van die mensen is. Een arts die euthanasie “pleegt”, pleegt in de ogen van de een een moord en van de ander een medemenselijke daad. De waarnemer ziet wat hij wil zien.

Het is de waarnemer die indirect invloed uitoefent via de waarneming die hij kiest. Kiest hij een andere manier van waarnemen dan bestaat de kans dat hij een andere conclusie trekt.
De menselijke waarneming is op het gebied van de allerkleinste bekende deeltjes niet in staat om te kijken zoals we in ons dagelijkse leven om ons heen kijken. We zien bijvoorbeeld maar een deel van de uitgezonden frequenties van lichtgolven. Zelfs het gebruik van instrumenten helpt ons daarbij niet om te kunnen stellen dat we een transformatie kunnen doen die recht doet aan de (zichtbare) werkelijkheid van het elektron.

De beste manier om valkuilen in de waarneming te voorkomen is zelfkennis en het zo lang mogelijk uitstellen van oordelen.

De filosofische vraag of een gebeurtenis wel plaatsvindt wanneer er geen waarnemer is, is een onzinnige vraag. Het zijn slechts taalspelletjes.

Voor sommigen is materie het resultaat van interferentie van golven en energie. Daarmee zouden alle waarneembare verschijnselen verklaard kunnen worden als gedragingen van (elektromagnetische) golven van licht. So far so good, maar vervolgens worden met reuzenstappen gigantische conclusies getrokken.
Een voorbeeld.
“Omdat het brandpunt van deze golven zelfreferentieel is, schept het zelfbewustzijn. Ieder atoom in het universum is bij gevolg zelfbewust en het universum als geheel is derhalve één bewust wezen: het universele bewustzijn, God is alles wat er bestaat, het is alom aanwezig, en almachtig. Hij is zich bewust van alle dingen die gaande zijn in het universum omdat hij het universele bewustzijn zelf is”.

Ook dit zijn tautologische taalspelletjes. Een tautologie is een uitdrukking die hetzelfde zegt met verschillende woorden, zonder dat er nieuwe informatie wordt toegevoegd.

Wat wel zinnig is te doen met onzekerheidsrelaties is het te gebruiken bij het en-en denken. Twee of meer interpretaties van een gebeurtenis kunnen tegelijkertijd waar zijn. Daarbij is het gegeven dat de ene interpretatie meer waarschijnlijkheid heeft dan de andere niet een rechtvaardiging om de meest waarschijnlijke interpretatie tot absolute waarheid te verheffen.

De ziel is waar zij liefheeft

De taal weerspiegelt de ziel

April 2012 was de maand van de filosofie met als thema ‘de ziel’.
Het bestaan van een (on)sterfelijke ziel is ongewis, het boeddhisme bijvoorbeeld gelooft er niet in.

De ziel heeft zich zeker in onze taal genesteld. Seneca zei al "De taal weerspiegelt de ziel".

  • de ogen zijn de spiegels der ziel
  • door de ziel gaan
  • op zijn ziel trappen
  • jouw ziel blootleggen
  • een goed geloof en een kurken ziel dan drijft men de zee over
  • hoe hoger het hart, hoe lager de ziel
  • hoe meer zielen, hoe meer vreugd
  • met hart en ziel
  • met zijn ziel onder de arm lopen
  • zielenroerselen
  • moederziel alleen
  • ter ziele zijn
  • God hebbe zijn ziel
  • zielsverwanten: twee zielen, één gedachte
  • zijn ziel en zaligheid verkopen
  • zijn ziel in lijdzaamheid bezitten

In geen van deze uitdrukkingen wordt de aard van de ziel duidelijker, terwijl het woord ziel juist dan gebruikt wordt om de kern van de zaak aan te duiden. Maar het wordt ook gebruikt als een verlegenheidsaanduiding, bijvoorbeeld "zielig" of juist "zielsgelukkig".

Leven vanuit het hart

Zo is het begrip "ziel" met "het zelf", "leven uit het hart" en "ware liefde" iets wat ongrijpbaar is. Sommige mensen interpreteren "leven vanuit je hart" als het volgen van je intuïtie, het vinden van wat je passie is en het nemen van beslissingen die in lijn zijn met je waarden en verlangens. Dit kan betekenen dat je je niet laat beïnvloeden door de mening van anderen en dat je trouw blijft aan jezelf en je innerlijke stem.

Andere mensen kunnen "leven vanuit je hart" zien als het hebben van een hart dat openstaat voor compassie, vriendelijkheid en mededogen voor jezelf en anderen. Dit kan betekenen dat je empathisch bent en begripvol naar anderen toe, zonder oordeel of veroordeling.

Waar ontspringt de bron van wijsheid?

Het is echter belangrijk om te onthouden dat het hart niet de enige bron van wijsheid is. Het kan nuttig zijn om ook je verstand te gebruiken bij het nemen van beslissingen en het nemen van acties die in lijn zijn met je doelen en verantwoordelijkheden.
We moeten niet de vergissing maken dat we de weerspiegeling van deze begrippen in onze taal verwisselen met de oorsprong (zie ook de allegorie van de grot bij Plato). We kunnen net als met een spiegel wel wat over onszelf te weten komen door iets te doen (communiceren) en mee te kijken in de spiegel (luisteren).
Wie kijkt naar iets in de spiegel om te grijpen, grijpt mis. Wie open (leeg, zonder oordeel) kijkt om te ervaren, komt verder.
Dat wat er werkelijk toe doet, laat zich niet afdwingen.

De kwaliteit van de ziel

De ziel worden de volgende 12 kwaliteiten toegedacht.

  1. Liefde - deze kwaliteit staat voor onvoorwaardelijke acceptatie en genegenheid voor jezelf en anderen. 
  2. Vreugde - deze kwaliteit staat voor een innerlijke staat van geluk en tevredenheid. 
  3. Vrede - deze kwaliteit staat voor een innerlijke staat van rust en kalmte, zelfs te midden van chaos. 
  4. Geduld - deze kwaliteit staat voor het vermogen om te wachten en te volharden zonder gefrustreerd of boos te worden. 
  5. Vriendelijkheid - deze kwaliteit staat voor vriendelijk en attent zijn naar jezelf en anderen. 
  6. Goedheid - deze kwaliteit staat voor het doen van het goede, zelfs als het niet direct in je eigen belang is. 
  7. Geloof - deze kwaliteit staat voor vertrouwen hebben in jezelf, anderen en het universum. 
  8. Zachtaardigheid - deze kwaliteit staat voor het vermogen om zorgzaam en medelevend te zijn naar jezelf en anderen. 
  9. Zelfbeheersing - deze kwaliteit staat voor het vermogen om je emoties en impulsen te beheersen. 
  10. Bescheidenheid - deze kwaliteit staat voor een bescheiden houding en het vermogen om te waarderen wat je hebt zonder arrogant te zijn. 
  11. Wijsheid - deze kwaliteit staat voor een diepgaand begrip van jezelf en het universum. 
  12. Moed - deze kwaliteit staat voor het vermogen om angst te overwinnen en risico's te nemen voor het goede. 

Deze kwaliteiten worden "zielskwaliteiten" genoemd omdat ze verband houden met het innerlijke wezen van een persoon, ofwel de ziel. Deze kwaliteiten worden vaak geassocieerd met spirituele ontwikkeling, omdat ze kunnen bijdragen aan een diepere verbinding met jezelf en anderen, en aan een gevoel van vervulling en betekenis in het leven. Ze worden beschouwd als belangrijke deugden die kunnen helpen bij het ontwikkelen van persoonlijke integriteit en morele verantwoordelijkheid

Waar is de ziel niet?

In Volzin nr 7 een interview met cultuurfilosoof Gerard Visser.
Het betoog van Visser’s boek over de ziel (Niets cadeau) gaat uit van de hypothese dat de ziel in de Europese filosofie is gestorven aan de illusie van haar kenbaarheid. De auteur gaat vervolgens na hoe in de moderne levensfilosofische en fenomenologische bezinning op het vraagstuk van de individualiteit een spirituele voeling met de ziel terugkeert, die is gebaseerd op de ervaring van haar ondoorgrondelijkheid.
Er valt over de ziel door Visser niet zo veel te zeggen, maar des te meer over de fenomenen die er mee samenhangen als de dood, het zelf, het geweten en Dasein.
Met behulp van Meister Eckhart en dichteres Szymborska (schrijfster van het gedicht Niets cadeau komt Visser tot de conclusie, dat we niet zonder het zielbegrip kunnen. Want de ziel “heeft ons nodig, om haar liefde ('amor in caritas') mede te delen”.
Hij citeert filosoof Schelling. “De ziel is niet waar zij is, maar waar zij liefheeft”.
Terzijde.
De Soefi's zien de ziel als de plek waar God zich toont en mede in het licht dat God liefde is, wordt door het geloof in het hogere het vermogen bevrijd om lief te hebben. Het is het beeld van vorm krijgen terwijl de vormgever onzichtbaar blijft.

Open staan voor de ziel

Visser’s laatste boek over Nietzsche begint met de volgende zin.
Een filosofische weg werkt meestal toe naar het onuitsprekelijke, in zekere zin naar dat waar geen woorden meer voor zijn.
Gerard Visser ziet de ziel als ‘resonantieruimte’ of ’open midden’ als iets ontvankelijks dat de opdracht heeft dit midden te behoeden voor bezetting door bijvoorbeeld de wetenschapper. Een bekend voorbeeld is Dick Swaab, die het bestaan van een vrije wil ontkent en alle verschijnselen, die daarmee (en met de ziel) samenhangen, verklaart als illusionaire bijproducten van hersenactiviteit.

God en de ziel zijn uiteindelijk ondoorgrondelijke, maar gelukkig wel ervaarbare fenomenen. Het vraagt om opheffing van blokkades, onbevooroordeeld voorbereid zijn en open staan, kortom om er voor te zorgen dat er niets in de weg staat.




Denkfouten bij goedgelovige mensen

Het Woordenboek van de scepticus richt zich tot vier verschillende soorten publiek:
  1. de onbevooroordeelde zoeker, die geen specifieke mening heeft over het occulte en het niet aanhangt maar ook niet afwijst;
  2. de gematigde scepticus die eerder zal twijfelen dan geloven in het occulte;
  3. de geharde scepticus die totaal niet gelooft in al die occulte zaken;
  4. de gelovige twijfelaar die geneigd is te geloven in het occulte maar licht twijfelt.

Van deze website een paar voorbeelden van denkfouten.

Magisch Denken
Een van de drijvende beginselen van magisch denken is het idee dat dingen die op elkaar lijken oorzakelijk verbonden zijn op een of andere manier die wetenschappelijk niet kan worden nagegaan (het principe van overeenkomst). Een ander drijvend beginsel is het geloof dat "dingen die ofwel fysiek contact hebben gehad of in ruimtelijke of temporele verbinding staan met andere dingen een verbinding behouden wanneer ze gescheiden zijn" (de wet van besmetting) (Frazer; Stevens). Denk aan relikwieën van heiligen die verondersteld worden spirituele energie door te sturen. Denk aan paranormale detectives die beweren dat ze informatie kunnen verkrijgen van een vermiste persoon door een voorwerp aan te raken dat aan de persoon toebehoorde (psychometrie). Of denk aan de dierenkwakzalvers die beweren dat ze de gedachten van uw hond kunnen lezen door te kijken naar een foto van de hond. Of denk aan het morfogenetisch veld van Rupert Sheldrake. Toevallig bestudeert Sheldrake ook paranormale honden.
Twee of meer duidelijke voorbeelden van magisch denken zijn Jungs begrip van synchroniciteit en Hahnemanns begrip van homeopathie (Stevens). Andere voorbeelden zijn toegepaste kinesiologie, grafologie (Beyerstein), handlijnkunde en psychokinese.

Post hoc denkfout
De post hoc ergo propter hoc (daarna en derhalve daarom) denkfout is gebaseerd op de foutieve theorie dat omdat een ding na een ander ding gebeurt, de eerste gebeurtenis automatisch de oorzaak is van de tweede gebeurtenis. Post hoc-redeneringen vormen de basis voor heel wat bijgeloof en verkeerd geloof.
Nochtans geven opeenvolgingen niet meer kans op oorzakelijk verband dan wisselwerkingen. Toeval bestaat. Plaatsvinden na een gebeurtenis is niet voldoende om vast te stellen dat de eerste gebeurtenis de daaropvolgende gebeurtenis heeft veroorzaakt. Om de waarschijnlijkheid van een oorzakelijk verband tussen twee gebeurtenissen vast te stellen, moeten regelingsmechanismen worden vastgelegd om andere factoren zoals toeval of een onbekende oorzakelijke factor uit te sluiten. Anekdotes volstaan niet omdat ze gebaseerd zijn op intuïtie en subjectieve interpretatie. Een beheerste studie is noodzakelijk om de kans op fouten door zelfbedrog te beperken.

Regressieve denkfout
De regressieve denkfout is het onvermogen om natuurlijke en onvermijdelijke schommelingen van dingen in rekening te nemen wanneer men er oorzaken aan toeschrijft (Gilovich 1993: 26). Zaken zoals beurskoersen, golfscores en chronische rugpijn variëren onvermijdelijk. Periodes van lage prijzen, lage scores en weinig of geen pijn worden uiteindelijk gevolgd door periodes met hogere prijzen, scoren en meer pijn, enz.. Wie deze natuurlijke schommelingen en tendensen negeert, doet aan zelfbedrog wat betreft de oorzaken ervan en maakt een post hoc-redenering.
Deze tendens om weg van de extremen naar het gemiddelde te bewegen werd "regressie" genoemd door Sir Francis Galton in een studie over de gemiddelde lengte van zonen van hele grote en hele kleine ouders. Hij vond dat zonen van hele grote of hele kleine ouders doorgaans groot of klein waren, maar niet zo groot of zo klein als hun ouders.

Selectief denken
Selectief denken is het proces waarbij voor een overtuiging gunstig bewijs wordt onthouden en ongunstig bewijs wordt genegeerd. Deze manier van denken vormt de basis voor het meeste geloof in paranormale krachten van zogenaamde gedachtelezers en mediums. Het is ook een basis voor vele, zo niet alle occulte en pseudowetenschappelijke overtuigingen.
Selectief denken werkt onafhankelijk van wishful thinking (ijdele hoop) en mag niet worden verward met vooringenomen denken, waarbij gegevens in tegenspraak met iemands overtuiging zeer ernstig wordt genomen, maar men veel kritischer staat tegenover dat soort gegevens dan tegenover gegevens ten gunste van de overtuiging.

Tot zover citaten van de site. Andere denkfouten en aanverwante fenomenen die op de website worden besproken zijn:
Apofenie, Barnum-effect, clustering illusion, cognitive dissonance, coincidences, koud lezen, gemeenschapsversterking, confabulatie, voorkeur voor bevestiging, Forer-effect, ideomotorisch effect, memory, conditionering, pareidolie, placebo-effect, zelfbedrog, persoonlijke validatie, wishful thinking.

Op 21 december 2012 zou de wereld vergaan. Dat beweerden de (kenners van de) Maya's. Sceptici Herman Boel en Patrick De Witte hebben echter hun bedenkingen bij deze en andere dubieuze theorieën:




Rolf Dobelli schreef een boek over 52 denkfouten die je beter aan anderen kunt overlaten:



Zie ook het ABC van de 26 denkfouten door Suzanne Weusten.

Het opvoeden van pubers

Autodidact?

Jan Dijkgraaf en Marina van der Wal zijn zelf ouders van opgroeiende tieners en noemen zichzelf dan ook puberexpert. In een uitzending van Pauw en Witteman van 16 maart vertellen ze over hun boek.
Welke aanbevelingen zij doen in hun boek, is aardig af te leiden uit de titels van de hoofdstukken.

OUDERS

1 Laat ze los, maar laat ze niet vallen.
2 Wees duidelijk en voorspelbaar (maar verras ze soms wel).
3 Opvoeden is leidinggeven.
4 Stel grenzen, anders is het kindermishandeling.
5 Kies een opvoedstrategie (en houd je er niet aan).
6 Polderen is voor politici.
7 Geef ze inzicht in je financiën.
8 Manipuleer hen zodanig dat ze doen wat je zegt.
9 Val ze niet lastig met jouw mislukte dromen.
10 Denk eens terug aan je eigen jeugd... (maar dan objectief).
11 Kopieer schaamteloos het goede uit je eigen opvoeding.
12 Wen er maar aan: ze gaan een keer weg.
13 Doe gezinsactiviteiten die zij ook leuk vinden.
14 Ga wel op je strepen staan, daar zijn ze voor.
15 Maak duidelijk wie de ouder is – jullie zijn geen vriendjes.
16 Zorg dat ze gelukkig worden, dus stel regels.
17 Knuffelen moet, ook als ze stinken.
18 Speel je kinderen niet tegen elkaar uit.

SCHOOL

19 Spijbelen is onderdeel van het spelletje.
20 Maak geen ruzie over huiswerk, besteed het uit.
21 Flikker op met je discipline, je kon er zelf ook geen reet van.
22 Haal de (school)vriendjes vooral je gezin in.
23 Leer ze zich wél te concentreren.
24 Word vrienden met de mentor van je puber.
25 Neem geen genoegen met zesjes.
26 Geef het maar toe: jouw puber is ook een etter.
27 Vergeet het 10-minutengesprek.
28 Check openlijk of je niet genaaid wordt.
29 Behandel ze als een hond: beloon goed gedrag.
30 Leer ze strategisch omgaan met de apenrots.
31 Blijf van de bètablokkers af.
32 Behandel je hoogbegaafde sterrenkind in godsnaam als een gewoon kind.

UITERLIJK

33 Zeur niet als ze er net zo uit willen zien als de rest.
34 Gun ze hun glitter en glamour.
35 Laat ze lekker Lady Gaga volgen.
36 Vergeet de discussie over hun gebrek aan smaak.
37 Ga vooral samen winkelen, maar niet daar waar ze je kennen.
38 Laat ze vooral lekker experimenteren met hun uiterlijk.
39 Gun ze hun tattoos – van een plakplaatje.
40 Manipuleer ze uit hun hoeren- of gabberoutfit.

EMOTIES

41 Gun ze hun momenten van gekte.
42 Verspil geen energie aan je boosheid.
43 Laat ze je lekker drie keer per dag haten.
44 Accepteer hun bizarre passies.
45 Troosten kan later; laat maar lekker janken.
46 Neem het serieus als ze er een eind aan willen maken.
47 Sta toe dat ze zich af en toe als een zombie gedragen.
48 Wees als oudste altijd de wijste.
49 Zit de rit uit als ze last hebben van stemmingswisselingen.
50 Realiseer je dat het puberbrein nog niet af is.
51 Stel paal en perk aan hun hang naar kicks.
52 Grijp gerust een keer in als ze zich niet beheersen.
53 Bemoei je niet met hun beroerde gevoel voor humor.
54 Wees alert op eenzaamheid – want die hakt erin.

GENOTSMIDDELEN

55 Verbied ze te roken – en jezelf dus ook.
56 Verbied ze te zuipen – en geef het goede voorbeeld.
57 Verbied ze drugs te gebruiken – maar ze doen het toch....
58 Leer ze dat porno geen realistisch beeld geeft.
59 Gun ze hun games, maar niet de verslaving....
60 Wees alert op uit de hand lopende monomanie.
61 Leer ze gezond wantrouwen aan.
62 Vergeet de ergste verslaving niet: geld uitgeven.
63 Vergeet de een na ergste verslaving niet: eten.
64 Haal er tijdig hulp bij.

GELD

65 Onderhandel met je puber over zakgeld.
66 Laat ze werken om de waarde van geld te leren kennen.
67 Laat ze sparen voor dingen van waarde.
68 Leen geen geld uit aan je puber.
69 Leren omgaan met geld is ook opvoeden.
70 Leg hun uit dat ze onder aan de ladder beginnen.
71 Houd het plastic uit hun portemonnee.
72 Open een eigen bankrekening voor ze (en stort daar hun geld op).

SEX

73 Geef, heel ouderwets, proactief voorlichting.
74 Koop de condooms voor je puber.
75 Geef ze een dak boven hun hoofd als ze experimenteren.
76 Gun ze hun vijftien minuten om te bluffen.
77 Realiseer je dat je dochter van veertien geen maagd is.
78 Accepteer het als de jouwe gewoon hetero is....
79 Val ze niet lastig met jouw seksleven.
80 Gun ze hun slaapkamergeheimen.

VRIENDEN

81 Probeer ze een mooie vriendenmix te laten maken.
82 Houd je pubers vrienden goed in de gaten.
83 Stoer doen is overleven, accepteer het.
84 Meedoen met de groep is geen zwaktebod.
85 Houd de behoefte aan oudere vrienden in de gaten.
86 Zorg dat ze de fouten van foute vrienden zelf ontdekken.
87 Spring niet van zes hoog in de groep.

MEDIA

88 Wacht even met die computer op de eigen kamer.
89 Vier de zegeningen van internet.
90 Beschouw het lezen van de krant als deel van de opvoeding.
91 Accepteer dat ze een eigen taaltje spreken – met elkaar.
92 Televisiekijken doen ze maar in de woonkamer.
93 Begrijp hoe social media werken en breng dat over.
94 Trap niet in de smoes van een lege batterij.

VRIJE TIJD

95 Laat ze lekker zelf kiezen of ze lid worden van een sportclub.
96 Hangen deugt!
97 Realiseer je dat het nu pas begint toen het bij jou eindigde.
98 Maak je geen zorgen; de politie belt wel aan....
99 Wees taxi zolang het kan.
100 Houd ze niet tegen – ook niet als ze wel met je mee willen.

(ON)GEZOND

101 Blijf zelf wel gezond eten – zij doen het niet.
102 Stuur hun beste vriend weg als die Weegschaal heet.
103 Accepteer dat je geen Cruijff hebt gemaakt.
104 Zeik niet over hun slaapgedrag.
105 Duw er maar een zetpil in....
106 Maak van ziek zijn geen feestje....
107 Laat ze zelf kiezen of ze lenzen dragen.
108 Laat ze hun rechtsdraaiende yoghurt maar lekker zelf kopen.

GEEST

109 Pas op voor de verlokkingen van God.
110 Gedraag je als hun externe prefrontale cortex.
111 Lieg niet: multitasken is onmogelijk.
112 Maak je niet druk om hun IQ.
113 Schop er heel langzaam wat EQ in.

RUZIE/IN DE FOUT

114 Maak ruzie, want dat is nodig voor het leerproces.
115 Wees een boeman.
116 Maak er geen moederskindjes van.
117 Stijg eens een keer boven jezelf uit: tel tot elf.
118 Discussieer alleen voor de lol.
119 Zoek naar een ouderwetse Bromsnor.
120 Houd ze uit de klauwen van Halt.
121 Leg ze het verschil uit tussen een overtreding en een misdrijf.
122 Maak er mietjes van, want de mensen hebben geen humor meer.
123 Voorkom dat je moet straffen, want het werkt niet.
124 Leer ze één woord: sorry.

LICHAAM

125 Zet ze desnoods met kleren aan onder de douche.
126 Beschouw automutilitanten als zieken.
127 Doe niet spastisch over tieten bij je zoon.
128 Stel hen gerust, ze drogen nog goed op.
129 Ren niet naar de eerste hulp bij een beetje kniepijn.
130 Leg je zoon uit wat een G-spot is.
131 Zeg nooit: vroeger zag ik er ook zo uit....

HUISHOUDEN
132 Laat ze varken zijn in hun eigen zwijnenstal.
133 Schakel ze schaamteloos in als schoonmakers.
134 Leg je er maar bij neer: je bent Hotel Mamma.
135 Geef ze de privacy die je vroeger zelf niet had.
136 Koken, kreng!
137 Doe die dop op de tandpasta! (en veeg je spetters weg).
138 Leer ze het verschil tussen witte en bonte was.

WERKEN
139 Laat ze maar lekker op hun bek gaan met de eerste sollicitatie.
140 Accepteren: naar die lul luisteren ze wel.
141 Schrik niet: het is een schat (voor klanten).
142 Feliciteer ze met hun eerste ontslag.
143 Dwing ze kennis te maken met slecht betaalde kutbanen.

Houden van, is dat een gevoel?

Voelen of doen?

Houden van, kan variëren van een diepe genegenheid tot romantische liefde. Veel mensen beschouwen liefde als een gevoel, omdat het vaak wordt geassocieerd met gevoelens zoals geluk, vreugde, verlangen, verbondenheid en tevredenheid.

"Houden van", kan zowel een gevoel als een actie zijn. Wie intens houdt van een ander ervaart vele positieve gevoelens. Maar geen van die gevoelens is zelf de aard van liefde. Er zijn allerlei afgeleide vormen van liefde.
Gevoelens zijn per definitie tijdelijk. Alles wat je voelt voor iemand van wie je zegt te houden is een afgeleide van liefde. Dat is geen devaluatie van die gevoelens, maar zou een bevrijding kunnen zijn van een kramp om bij "houden van" voortdurend iets blijvends te willen voelen. Geniet vooral van de gevoelens die liefde oproept (zoals verliefdheid), maar klamp je er niet aan vast. De tijdelijkheid van niet zo prettige gevoelens is immers ook een zegen bij wat een geliefde oproept die je verlaat.
"Houden van", kan ook een actie zijn, zoals het tonen van liefde door daden van zorg en opoffering, of het uiten van liefde via woorden of gebaren. 

Een definitie van "houden van"

Van de site van IDEE (Therapie & Training) deze definitie.
Houden van is een vorm van houden, vasthouden. De oudst bekende vorm van dit woord luidt hoeden. En dit is ook precies de kern van het begrip: houden van een ander is hem of haar accepteren en door dik en dun beschermen, het is zorgen voor de ander en, daaruit voortvloeiend, (mede-)verantwoordelijkheid nemen voor zijn of haar welzijn.
Houden van is daarom eerder een bewuste act dan iets wat je overkomt. Je besluit er toe, houdt je er aan, beroept je er op en cultiveert het met de jaren.
Houden van heeft betrekking op al het wezenlijke in een relatie, zoals de emoties en gevoelens, het seksuele en intieme, en het denken en handelen, plus dat wat de ander nodig heeft om goed te kunnen functioneren.
Het betekent ongeveer hetzelfde als liefde voelen voor. Het verschil is dat we bij het laatste de gevoelswaarde van de relatie benadrukken terwijl we bij houden van de nadruk leggen bij verantwoordelijkheid nemen, en het beschermen van en zorgen voor de ander.
Houden van hoeft niet wederkerig te zijn. Omdat het een bewuste keuze is, kan degene van wie wordt gehouden ervoor kiezen om het te ondergaan en het houden van niet te beantwoorden. De bevrediging van het houden van is namelijk daarin gelegen dat je het doet, niet in dat je het terugkrijgt - ook al is dat natuurlijk wel prettig.
Een wezenlijk aspect van houden van is dat je naarmate je jezelf meer accepteert, makkelijker en vollediger kunt houden van iemand anders. Dit is een inzicht wat in de psychologie en alle godsdiensten naar voren komt. Het refereert vooral aan de wederkerigheid en gelijkwaardigheid die een relatie mooi en vol kunnen maken.
Daarmee komt ook een cultureel-ethisch aspect om de hoek kijken want gelijkwaardigheid en wederkerigheid worden in de diverse culturen zelden op een gelijke manier ingevuld.
Het is maar dat je het weet.
Tot zover de site.

Onvoorwaardelijke liefde en het hart

Leven vanuit het hart betekent vooral de rol en betekenis van het hoofd (en de kracht van het denken) niet stellen boven de waarde van andere bronnen als gevoel en intuïtie. Het betekent voor man en vrouw ook het mannelijke (animus) niet boven het vrouwelijke (anima) stellen. Het is wijs om aandacht voor beide polen in jezelf te hebben en beide in evenwicht te brengen.
"Liefde stroomt" en "voelen doe je van hart tot hart", zo zegt populair taalgebruik. Het zou mooi zijn wanneer er iemand opstaat die concreet kan maken wat dit betekent. Het hart is een spier, waarvan je het functioneren kunt (ont)regelen via gedachten, emoties en gevoelens. Verliefdheid doet jouw hart sneller kloppen en liefdesverdriet leidt tot een gebroken hart en hartzeer. Maar bovengenoemde uitleg van houden van spreekt niet over een rol van het hart daarbij.
Dit doen wel mensen die geloven in chakra’s. Chakra's bestaan niet fysiek, maar hebben een symboolfunctie, waarvan je kunt leren. “Het hartchakra is het centrum van de liefde, de geborgenheid en het medeleven”. Maar het kennen van de waarheid daarvan ligt buiten de werking van onze zintuigen, hoogstens in het bewustzijn.

Stromende liefde is ook het beeld van iemand die eerst zelf put uit de bron door zijn/haar kom in de stroom te houden en die alles weggeeft wat uit de kom overstroomt. Geef onvoorwaardelijk weg wat je over hebt.

Elk is

Verstand omsluit elk is met is-niet en besluit elk is-niet met is. Met het verstand verdelen wij en onderscheiden wij het één van het ander.
Met het kleine verstand wordt het één door het ander bepaald.
Met het grote verstand behoort het één bij het ander. Zonder verstand is het één het ander. (Ray Grigg).

Liefde is vooral een werkwoord

Leven vanuit het hart betekent dat je leeft op basis van je innerlijke gevoelens, intuïtie en ware verlangens. In plaats van te worden geleid door externe verwachtingen, normen en maatschappelijke druk, neem je beslissingen die aansluiten bij je diepste waarden en verlangens. Leven vanuit het hart houdt ook in dat je openstaat voor je gevoelens en deze op een gezonde manier uitdrukt en verwerkt. Het betekent dat je verbonden bent met jezelf en met anderen op een authentieke en liefdevolle manier. Om te leven vanuit het hart is het belangrijk om stil te staan bij wat voor jou belangrijk is en wat je echt wilt in het leven. Door te luisteren naar je intuïtie en je gevoelens serieus te nemen, kun je keuzes maken die echt bij je passen en die je vreugde en vervulling brengen.
Vanuit je hart leven is een vorm van en-en leven: je houdt balans tussen denken en voelen en wat je intuïtief (en daarmee onmiddellijk) te binnen schiet. Volg je hart en gebruik je hoofd. Geen van de drie onderdelen heeft prioriteit of een hogere waarde. Je ervaart het (in het) midden en probeert te handelen naar wat alle drie bronnen je ingeven.

Helen Fisher over romantische liefde

Ik begon te beseffen dat romantische liefde geen emotie is. Ik had altijd gedacht dat het een serie van emoties was, van heel hoog tot heel laag. Maar eigenlijk is het een drijfveer. Het komt van de motor van het verstand, het behoeftige deel van het verstand, het verlangende deel van het verstand. Het soort verstand -deel van het verstand- wanneer je reikt naar dat stukje chocolade, wanneer je die promotie op het werk wilt verdienen. De motor van het verstand. Het is een drijfveer.

Liefde is ongrijpbaar

We zijn het allemaal waard om het te beleven. Liefde is en hoeft alleen maar ontdekt en gekoesterd te worden. Liefde stroomt vrij nadat blokkades opgespoord en opgeheven worden.
Zonder liefde geen vrijheid en zonder vrijheid geen liefde.

Riekje Boswijk-Hummel in het boek van Han Kuik 'De moed tot liefde. De weg naar liefde, vervulling'.
"Liefde is echt een diepe intentie. Die ligt dieper dan het gevoel, in feite nog dieper dan het hart, het is een intentie van de ziel".

Leven moet je samen doen

Joël de Ceulaer interviewde velen over de zin van het leven en schreef er zelf ook een essay over in zijn boek 'Homo Sapiens'.
In Joël's visie is God misschien niet transcendent of immanent maar emergent, God komt tevoorschijn in een groot samenwerkend geheel. "God als een collectieve eigenschap. Een hersencel is niet intelligent maar onze hersenen wel: die hebben ook een bewustzijn. Een watermolecule is niet nat maar een heleboel watermoleculen zijn dat wel: ze emergeren die eigenschap. Een mens is niet goddelijk, maar als collectief zijn wij in staat om vooruitgang te boeken, ook morele vooruitgang".

In dit filmpje, waarin Joël de Ceulaer zelf wordt geïnterviewd, zegt hij: "onze hersenen zijn niet in staat om de grote levensvragen te beantwoorden".
Boeken van Joël de Ceulenaere (bol.com).

Vrijheid en universele wetten

Marja de Vries is auteur van De hele olifant in beeld.
Volgens haar zijn er zeven universele wetten.
  1. Alles dat bestaat komt voort uit één en dezelfde Eenheid of Bron.
  2. In het universum bestaan verschillende niveaus van werkelijkheid. Dezelfde universele principes zijn werkzaam op al deze verschillende niveaus en daarom bestaat er eenheid en heelheid in het universum als geheel.
  3. Alles vibreert en is beweging, omdat alles dat bestaat energie is. Energie volgt de weg van de minste weerstand. Wanneer energie vrij kan stromen wordt met een minimum aan inspanning een maximum resultaat geboekt.
  4. Alle tegenstellingen kunnen verzoend worden 'op een hoger niveau' in de vorm van een synthese, die meer is dan de som van de delen.
  5. Groei verloopt niet lineair, maar als een spiraalsgewijs proces. Ontwikkeling voltrekt zich niet geleidelijk, maar kent chaotische periodes, die voorwaardenscheppend zijn voor het ontstaan van ingrijpende veranderingen.
  6. Dat wat we waarnemen als de fysieke werkelijkheid zijn de zichtbare gevolgen van niet-zichtbare oorzaken. Synchroniciteit is het multidimensionale feedbacksysteem, waarbij we de gevolgen van wat we met onze intentie hebben veroorzaakt, herkennen als een betekenisvolle gebeurtenis. Naarmate ons bewustzijn ruimer wordt, nemen we deze synchroniciteit vaker bewust waar.
  7. Alles in het universum is samengesteld uit twee schijnbaar tegengestelde, actieve beginselen. Deze twee actieve beginselen bestaan als talloze verschillende paren met hetzelfde grondpatroon van uitbreiding en samentrekking en worden vaak aangeduid als het mannelijk en het vrouwelijk principe. Het mannelijk principe - uitbreiding - is naar buiten gericht. Het vrouwelijke principe - samentrekking - is naar binnen gericht. Deze twee tegengestelde krachten werken in partnerschap en wanneer ze niet verstoord worden, creëren ze een staat van dynamisch evenwicht.

Marja de Vries zou deze principes graag verweven in het onderwijs. Zij wil een cultuur creëren waarin kinderen in plaats vanuit een dualistisch wereldbeeld opgeleid worden vanuit een holistisch wereldbeeld.

In deel 1 van dit video-interview zegt zij: "Als we weten hoe groot de invloed is van overtuigingen op het leven, functioneren en presteren van kinderen, dan kunnen we dat bewuster aanwenden door positieve overtuigingen te hebben. Wanneer we focussen op de essentie van wat een kind is, dan nodigen we een kind uit om met die essentie naar buiten te komen".

“Er zijn culturen, waarbij de gemeenschap bij ieder kind wat geboren wordt vanaf de eerste dag weet wat dit kind komt doen. Ze geven dat kind een naam dat weergeeft wat het unieke talent is wat het kind komt doen. De hele gemeenschap gaat helpen zodat het kind dat optimaal kan ontwikkelen.
Daar loop ik warm voor, daar zet ik mij voor in. Dat zou je geluk kunnen noemen. Als dat wat je doet het liefst is wat je zou willen doen en het draagt ook nog bij aan het welzijn van anderen, wat wil je nog meer?”
Een antwoord zou kunnen zijn "vrijheid". Waarom niet elk kind gunnen om zelf uit te zoeken waar het eigen talent ligt en zelf te laten kiezen waarvoor het zich inzet?

Volgens de Vries worden kinderen in balans geboren, maar opgevoed door volwassenen die niet meer in balans zijn. Als gevolg raken kinderen ook uit balans.

Haar boek leest gemakkelijk, maar geeft -in tegenstelling tot wat je van wetten mag verwachten- weinig concrete handvatten. Marja de Vries studeerde biologie en ecologie en werkte tien jaar als textielkunstenares. En dat laatste hangt mogelijk samen met de lappendeken van inzichten, die zij schetst.

Erik van Zuydam

Wat er gebeurt met bewustzijn na de dood? Niets... Met bewustzijn is nog nooit iets gebeurd, en er zal nooit iets mee gebeuren, niet voor, tijdens of na de dood. Bewustzijn is het enige waar nooit iets mee gebeurt. Het is de onaantastbare stille ruimte waarin alles wat ‘gebeurt’ plaatsvindt. En zodra je beseft dat je deze stille ruimte bent, dan weet je dat jou niets kan gebeuren.

Leugens als tegenstander

Ontmaskering

Het is van alle tijden dat er af en toe iemand ontmaskerd wordt als pathologische leugenaar. Voorbeelden zijn Diederik Stapel, Boudewijn Büch, Tara Singh Varma, Donald Trump.
In de moderne media van Twitter en Internet kan iemand een niche zoeken en vinden om eindeloos zijn of haar verhaal in te doen. Daarmee is de afwijking enerzijds onschuldig en zal spoedig vastlopen, maar anderzijds door goedgelovigheid van lezers kan het ook lang blijven zwerven op het Internet.
Dit noemt men dan “broodjes aap” en hoaxen. Voorbeelden zijn de bewering dat Bill Gates zijn fortuin gaat verdelen en dat iedereen die deze mededeling zou doormailen geld zou ontvangen of waarschuwingen tegen nepvirussen. In het laatste geval is degene die de melding doormailt in feite medeverantwoordelijk voor het in stand houden van de leugen en een beetje het virus zelf.

De huidige crisis in de economie maakte het in het begin aantrekkelijk voor werkzoekenden om te liegen over hun vorige salaris in de hoop bij de nieuwe werkgever meer salaris te bedingen. Die neiging werd gaande de crisis minder omdat mensen de kans niet wilde lopen dat zij op de salariseis zouden worden afgewezen.

In de filmwereld is het door elkaar heen lopen van leugens en werkelijkheid vaak verwerkt in het plot. Een mooi voorbeeld is de film True lies met Jamie Lee Curtis en Arnold Schwazzenegger.

Minder mooi wordt het wanneer iemand met een leugenachtig karakter deel uit maakt van je eigen wereld. Over pseudologische leugenaars op Wikipedia het volgende.

Pseudologia

Door zichzelf dit (leugenachtige verhaal) maar vaak genoeg voor te houden, gaat men in de eigen leugen(s) geloven en wordt de leugen waarheid. Voor de pseudologische leugenaar loopt dit proces volledig uit de hand. De geflipte medische student maakt zichzelf wijs dat hij een goede dokter is, de afgehaakte juridische student denkt een advocaat te zijn. (…)
Voor buitenstaanders worden de al dan niet doorzichtige leugens vaak tot vervelens toe herhaald. Door het zelfvertrouwen dat ze uitstralen doordat ze niet beseffen dat ze liegen kunnen uit deze patiënten oplichters en kwakzalvers voortkomen.
Resultaat is dat een aantal mensen uiteindelijk ook wel gelooft in de verhalen van de persoon, maar dat er ook een aantal is dat er dwars doorheen prikt. De pseudologia-fantastica-patiënt zal namelijk niet aarzelen om werkelijk ieder middel te gebruiken om zijn verhalen te ondersteunen, ook de middelen die zeer eenvoudig te controleren zijn. Iemand die in de waan is een hoogleraar te zijn, zou bijvoorbeeld kunnen beweren vele boeken geschreven te hebben. Dit soort dingen zijn eenvoudig na te kijken via bijvoorbeeld het Internet. Mensen die dit dus doen en die niet weten dat de patiënt lijdt aan pseudologia fantastica zullen dit dus als glashard liegen ondervinden, wat een zeer negatief effect op de omgang met elkaar kan hebben.
Tot zover Wikipedia.

Joost Zwagerman (1963-2015) in Volkskrant (09/11/2011) “Over diezelfde stoornis publiceerde de Franse schrijver Emmanuel Carrere de roman L'adversaire (De Tegenstander). (bol.com). (2001). Carrere's boektitel bestempelt op de kortst denkbare manier de persoon in wie je verandert als de pseudologia fantastica bezit van je neemt: je wordt je ergste tegenstander, namelijk de tegenstander die je niet kan doorvorsen en begrijpen, laat staan bestrijden, maar die jou tegelijkertijd hoog boven jezelf uittilt”.

Studium Generale in Groningen hield maart 2012 twee Nederlandstalige en twee Engelstalige avonden met als thema Leugenaar / Liar!
Een gemiddeld persoon liegt meerdere keren per dag, in de trend van "ik heb de gebruiksvoorwaarden gelezen en ga ermee akkoord" tot "nee, die jurk staat je echt goed". Vaak zijn dit soort leugens sociaal geaccepteerd. Leugens echter in de categorie "ik ben altijd trouw geweest" kunnen relaties diep beschadigen en vertrouwen vernietigen. Waarom doen we dat? Hoe kunnen we leugenaars ontmaskeren? En wat zijn de gevolgen als leugenachtig gedrag uit de hand loopt?

De zeven treden op de liegladder maken duidelijk hoe je onderscheid kunt maken tussen wenselijke leugens en afkeurenswaardige leugens. De liegladder toont ook aan hoe de leugenaar zijn leugen rechtvaardigt, terwijl anderen dezelfde leugen onvergeeflijk vinden. Liegfactoren en liegstimulatoren verklaren waarom eerlijke mensen in een positie kunnen komen dat zij de verleiding van de leugen niet kunnen weerstaan. 'Eerlijkheid moet je je kunnen permitteren' en 'gebleken eerlijkheid in het verleden blijkt geen garantie voor de toekomst'.

Iedere dag worden we 10 tot 200 maal belogen. De aanwijzingen om die leugens te herkennen kunnen subtiel en contra-intuïtief zijn. Pamela Meyer, auteur van het boek 'Liespotting. (bol.com)', laat zien welke manieren en 'hotspots' worden gebruikt door mensen die getraind zijn om misleiding te herkennen. Ze beargumenteert waarom het waard is eerlijkheid na te streven.
Succes is helaas niet gegarandeerd, maar hier zijn enkele tips.

  • Lichaamstaal kan veel verraden over de waarheid. Let op signalen zoals oogcontact, gezichtsuitdrukkingen, handgebaren, lichaamshouding en ademhaling. 
  • Door gerichte vragen te stellen, kun je de persoon aanmoedigen om meer informatie te geven en mogelijke inconsistenties in hun verhaal te ontdekken. 
  • Verbaal kunnen mensen ook signalen geven die kunnen wijzen op leugens. Let op zaken zoals ontwijkende antwoorden, veranderende verhalen, te veel details of te weinig details. 
  • Begrijp de context van de situatie en het verhaal dat wordt verteld. Als iets niet logisch lijkt of niet past bij de situatie, kan dit wijzen op een leugen. 
  • De timing van een verhaal kan ook belangrijk zijn. Let op onverwachte pauzes, te snelle of te langzame antwoorden of verhalen die te perfect lijken. 
  • Soms kan je intuïtie je vertellen dat er iets niet klopt. Luister naar je gevoel en overweeg wat er gezegd wordt.

De verslavende werking van ons genotscentrum

Hoe werkt het in de hersenen dat sommige mensen en dieren sneller verslaafd raken dan anderen? Het ene stofje remt en het andere ontremt!

Hieronder citaten vrij (bewerkt) naar Staysober.nl:
In de hersenen van verslaafden aan alcohol, drugs, gokken en gamen is van alles aan de hand: ze waren vóór het gebruik waarschijnlijk al anders, en veranderen door het gebruik nog meer - misschien wel onomkeerbaar.
Diep weggestopt onder de grijze massa die de cerebrale cortex is, tegen de hersenstam aan, ligt een groep zenuwcellen die het ‘ventraal tegmentaal gebied' (VTG) vormt. Lange zenuwuiteinden - axonen - onderhouden van daaruit verbindingen met andere delen van de hersenen: de frontale cortex, achter het voorhoofd; de amygdala en de hippocampus, diep onderin; en naar een paar miljoen zenuwcellen die met zijn alle niet meer dan anderhalve kubieke centimeter ruimte innemen: de ‘nucleus accumbens', vanuit het VTG gezien iets naar boven en naar voren. Samen met het VTG vormt die nucleus de kern van wat het ‘beloningscentrum' (reward centre) of ‘genotscentrum' wordt genoemd. Laat een hongerige een boterham zien en het beloningscentrum wordt actief. Het VTG vuurt heftig elektrische signalen af, die door zijn axonen naar de nucleus accumbens trekken. Zou je met een fMRI-scanner op dat moment naar de hersenen kijken - zoals sommige neurologen en psychiaters doen - dan zou je de nucleus hevig zien opgloeien: er is actie! ‘Ahhhhhhh, lekker', denkt de hongerige, die die actie ervaart als een gevoel van groot welbehagen. ‘Eten'. En meteen daar achteraan: ‘Dit gaan we vaker doen'.

Genetisch bepaald
Er zijn mensen genoeg die van allerlei verboden waar snoepen zonder verslaafd te raken. En er zijn er ook die binnen de kortste keren blijven hangen. Er komen steeds meer aanwijzingen dat dat verschil voor een belangrijk deel genetisch is bepaald. Er is een gen gevonden dat bepaalt of mensen gevoelig zijn voor alcoholverslaving en een ander dat hetzelfde doet voor nicotine. Er is ook een vorm van dopaminereceptor die bij slechts twintig procent van de mensen voorkomt, maar bij bijna tachtig procent van de crackverslaafden.
Zo zijn er nog wel meer risicofactoren. Impulsiviteit lijkt ook een goede voorspeller van latere verslaving. Daarnaast spelen ook omgevingsfactoren een rol bij het tot stand komen van verslaving. Beschikbaarheid en sociale acceptatie zijn van belang - je raakt makkelijker aan de drank dan aan de heroïne.

Terugval grootste risico
Afkicken is niet waar het om gaat; terugval is het probleem. Zelfs na jaren van abstinentie.
Hoogleraar Taco de Vries doet er onderzoek naar, bij ratten. ‘Want die systemen werken bij ratten net zoals bij mensen'. Terugval heeft te maken met het geheugen, zo heeft De Vries vastgesteld. Gebruiken doe je binnen bepaalde rituelen, in vaste situaties: thuis uit je werk, even op de bank uitblazen met een paar glazen. Na verloop van tijd hoef je maar aan thuis te denken en je krijgt al trek. ‘Er vormt zich een verslavingsgeheugen', zegt De Vries. Dat geheugen zorgt ervoor dat allerhande omgevingsprikkels die met die rituelen of situaties te maken hebben de hunkering op slag weer aanzetten. Zelfs na jaren onthouding zie je bij ex-verslaafden soms het genotscentrum hevig opgloeien als dat geheugen wordt geprikkeld - een slecht voorteken.
Maar: geen prikkels, geen hunkering. Dat mechanisme was mogelijk verantwoordelijk voor het feit dat maar heel weinig Amerikaanse soldaten die uit de Vietnamoorlog terugkwamen aan heroïne verslaafd bleven. Terwijl toch bijna de helft van hen in Vietnam heroïne had gebruikt. Thuis was de omgeving zo anders dan die waarin ze gewend waren hun shot te nemen, dat de hunkering niet meer werd opgewekt.
Maar helaas: de meeste gebruikers gebruiken in hun alledaagse omgeving, waarin alles ze aan het gebruik herinnert. De Vries is aan het uitzoeken hoe dat mechanisme van prikkeling die de hunkering aanzet, werkt. De prefrontale cortex, een deel van de hersenen dat nog vóór de oren achter het voorhoofd resideert, speelt daarbij een cruciale rol. Vanuit dat hersendeel lopen banen naar het genotscentrum en via die banen wordt normaliter de activiteit in dat centrum in de hand gehouden. Bij verslaafden is die prefrontale cortex (PFC) veranderd.
De regulerende werking van de PFC voltrekt zich - ook hier - via een transmitter, die de prikkel van de PFC naar het genotscentrum overbrengt. Bij verslaafden blijkt die transmitter door bepaalde eiwitten te worden tegengehouden op het moment dat ze - die verslaafden - een prikkel krijgen toegediend die hunkering oproept. En dan wordt het beloningsgedrag niet meer onderdrukt. ‘Het beloningssysteem staat dan te gieren', zegt De Vries, ‘maar de rem is stuk'. Als de aanmaak van het betreffende eiwit wordt tegengehouden (met een nu nog experimenteel stofje), doet de PFC gewoon zijn werk. ‘Waar we nu dus op uit zijn, is dat gedrag weer onder controle te brengen'.

Is er kruid gewassen tegen deze chronische hersenziekte?
'Er vroeg bij zijn', zeggen deskundigen. ‘Hoe sneller je ingrijpt, hoe makkelijker het is om nog te stoppen. In een vroeg stadium, als er nog geen afhankelijkheid of echte verslaving is gegroeid, kunnen soms een paar gesprekken al helpen'. Daarna wordt het moeilijker, al zul je geen hulpverlener op het woord ‘onmogelijk' betrappen.
Onderzoekers hebben minder moeite met dat woord. ‘Een echt effectieve behandeling is er op dit moment niet voor verslaving', zegt De Vries. ‘Wat er nu aan medicijnen is, is allemaal gericht op onderdrukking van het beloningssysteem, zoals naltrexon, dat het belonende effect van alcohol dempt. Wat je eigenlijk zou willen, is een medicijn vinden dat de verstoorde functie van de prefrontale cortex herstelt. Een middel dat zich niet op het gaspedaal richt, maar op de rem. En dan aansluitend cognitieve gedragstherapie, waarvan is gebleken dat die ook de hersenen structureel kan veranderen'.
Bij hulpverleners is die gedragsanalyserende vorm van therapie dan ook al jaren gemeengoed. Alleen die medicijnen, daar moeten ze het nog even zonder stellen.

Dopamine
Hoogleraar Dick Veltman is een van de onderzoekers van de Neuroscience Campus Amsterdam (NCA) van VU en VUMC. Hij bestudeert de hersenen van verslaafden. Op zijn beeldscherm laat hij zien hoe het basisniveau van de dopamine in het beloningscentrum van verslaafden zoveel lager ligt dan dat van niet-verslaafden. Ze zijn onderprikkeld, hebben een hardere prikkeling nodig om hun dopamine naar een peil te brengen dat een prettig gevoel oplevert.
Dopamine is een ‘neurotransmitter'. Als een elektrische prikkel van de ene zenuwcel naar de andere trekt, ontmoet hij op de grens van beide cellen een openingetje, een ‘synaps'. De prikkel zelf kan die opening niet overbruggen. Wat hij wel kan - en doet - is aan het eind van het axon een stofje losmaken dat daar ligt te wachten: de neurotransmitter, een stof die de elektrische prikkel doorgeeft over de synaps heen. De transmitter loopt de synaps in en activeert de receptoren op de zenuwcel aan de overkant, die het signaal in elektrische vorm verder naar het cellichaam voeren. Hoe meer transmitter er wordt vrijgemaakt, hoe heftiger de prikkeloverdracht. Is dat een prikkel naar het pijncentrum, dan volgt er meer pijn, gaat hij naar het genotscentrum, dan volgt er meer genot.
Na de overdracht neemt het axoneinde de transmitter weer op voor de volgende keer. Zou het dat niet doen, dan zou de ontvangende cel aanhoudend geprikkeld worden en het bijbehorende gevoel niet ophouden.
En dat is precies wat een aantal drugs op verschillende manieren doet. Cocaïne bindt zich aan de plekjes die de dopamine na gebruik weer opnemen: de dopamine kan niet meer terug, er blijft meer dopamine achter in de synaps, en de zenuwcel aan de overkant blijft geprikkeld: lekker!
Opiaten werken - waarschijnlijk - door de receptoren te bezetten van nog een andere zenuwcel bij de synaps, die normaliter de productie van dopamine wat remt. Die kan zijn werk dan niet meer doen, waarna er extra veel dopamine wordt aangemaakt: lekker!

Meer lezen?

Blijf ook in de liefde een individu

Joke Hermsen heeft een nieuwe roman Blindgangers geschreven. In de Volkskrant van 21 januari wordt zij geïnterviewd door Wilma de Rek. Hermsen pleit ervoor om in de liefde een individu te blijven:

Ook in een liefdesverhouding moet je ervoor zorgen dat er voldoende afstand blijft tot elkaar, dat je allebei een individu blijft. Maar wat wil de liefde? Versmelting. Wat wil de liefde ook? Geloven in de leugen van de eeuwigheid. Die twee dingen zorgen ervoor dat heel vaak mensen niet langer twee individuen zijn, maar hun eigenheid verliezen en versmelten tot één wezen. Als er dan eentje uitstapt, voelt dat voor de ander als een verscheuring. Bij scheidingen die harmonieus verlopen, zie je vaak dat het daar man en vrouw veel beter is gelukt een individu te blijven, een eigen leven te houden, een carrière te ontwikkelen: allebei mens te blijven. Het heeft ook met gelijkwaardigheid te maken. Gelijkwaardigheid is binnen de liefde, maar ook binnen vriendschap, een voorwaarde.

'Waarom worden vriendschappen met veel minder pijn verbroken dan liefde: omdat enige afstand binnen een vriendschap bijna gegarandeerd is. Vriendschap kent niet dat verlangen naar symbiose, naar cocoonen op de bank, naar altijd en eeuwig samen zijn. Ik pleit al ik weet niet hoe lang voor de 'verliefde vriendschap', voor de amitié amoureuse. Je houdt het verlangen om die ander ten diepste te leren kennen, met een hartstocht en een nieuwsgierigheid die je in de vriendschap nooit helemaal zo kunt ervaren; maar tegelijkertijd blijf je aparte individuen. Die versmelting, dat is de dood in de pot. We moeten ons erbij neerleggen - en dat is niet gering - dat als je een paar keer in je leven de liefde mag ervaren, je al hartstikke blij moet zijn. Maar we moeten er van af dat je die liefde vervolgens zeker kunt stellen, dat je garanties kunt krijgen, tot in lengte van dagen en desnoods tegen de klippen op. Mensen veranderen nu eenmaal'.



Esther Perel schrijft in "erotische intelligentie": wanneer men samensmelt, wanneer twee mensen een worden, kan er geen verbinding meer ontstaan. Er is niemand meer met wie je een band kunt vormen. Vandaar dat afzonderlijkheid een voorwaarde is voor een verbintenis; dit is de wezenlijke paradox van intimiteit en seks.

Ontwaken voorbij ego en pijnlichaam

Volgens boeddhist Eckhart Tolle draagt ieder mens een erfelijke blauwdruk voor stoornis in zich. Hij wijst daarvoor het ego aan. Het ego is identificatie met gedachtevormen. Veel mensen die dit bij hem lezen proberen het ego kwijt te raken of de bron van het weten te verleggen van het verstand naar het gevoel. Maar dat is het paard achter de wagen spannen. Het menselijke ego heeft een functie bij de groeifase in het volwassen worden tot een autonoom individu. Een gezond ego verlegt grenzen waar dat kan en mag. Eventuele ontsporingen van het ego zijn pas aan de orde wanneer iemand zijn ego te groot laat worden of zich ermee identificeert. Zo van “ik ben belangrijk, want ik ben de baas van …”. En dan nog, ieder mens mag zichzelf zo belangrijk vinden als hij zelf wil. Jezelf waarderen is verstandiger dan jouw eigenwaarde van de erkenning door een ander te laten afhangen. Iemand met groot ego loopt vooral het risico dat hij geïsoleerd raakt. Waar het omgaat is of iemand met een groot ego er ook consequenties voor anderen uittrekt voor zijn handelen. Zo van “omdat ik belangrijk ben, moet je mij gehoorzamen of hoef ik geen rekening met jou te houden”.


Icarus en Daedalus


Een dergelijk gestoord ego schiet zijn doel voorbij en maakt onschuldige slachtoffers. Als collectief bedreigt het zelfs het voortbestaan van de planeet door het uitputten van haar reserves en niet duurzaam te leven. Het is dezelfde stoornis (groeidwang) die een kankercel laat zien omdat het als enig doel heeft om zichzelf te vermeerderen. Het heeft er geen weet van dat de eenzijdige gerichtheid op groei zijn eigen ondergang bewerkstelligt omdat zo het lichaam waar het onderdeel van uitmaakt vernietigd wordt.

Zoals een echt boeddhist betaamt, veronderstelt Tolle niet het bestaan van een ziel, maar een God die het Zijn is op de achtergrond in elk levend wezen.
Wat het ego zoekt en waar het zich aanhecht zijn surrogaten voor het Zijn, wat het niet kan voelen en (be)grijpen. Het ego verwart het "hebben" met Zijn en is daarom gericht op het verzamelen van materie en status. Ook de kwaliteit van een verbinding aangegaan vanuit het ego is discutabel. Door het ego opgewekte positieve emoties hebben hun tegendeel al in zich en kunnen daar gemakkelijk in veranderen. Wat ego bijvoorbeeld liefde noemt is bezitsdrang en een verslavend zich vastklampen dat in een seconde in haat kan veranderen.
Negatieve emoties die je niet totaal onder ogen ziet en ziet zoals ze zijn op het moment dat ze bij je opkomen, lossen niet helemaal op. Ze laten een rest van pijn achter: oud zeer. Op den duur vormen ze een energieveld dat in de cellen van jouw lichaam leeft. Tolle noemt dit het pijnlichaam. Hij vermoedt ook het bestaan van een collectief pijnlichaam dat zelfs in het DNA is gecodeerd, zodat het overerfelijk is.
Het pijnlichaam voedt zich met negatieve gedachten en is verbonden met het ego. Ze zijn wederzijds afhankelijk en zijn erop gericht te groeien of minimaal zichzelf in stand te houden en eventueel een tijdje ondergronds te gaan om te overleven. Voor wie zich identificeert met het ego en het pijnlichaam is het verleden en de toekomst belangrijker dan open te staan voor wat er zich nu voordoet.

Aan de ene kant kan het besef van het pijnlichaam en het erkennen van de negatieve patronen en onverwerkte emoties die het kan veroorzaken, iemand helpen bewuster te worden van hun eigen lijden en de mogelijkheid bieden om ermee om te gaan.

Aan de andere kant kan het idee van een afzonderlijk "lichaam" van pijn ook het risico met zich meebrengen dat mensen zichzelf identificeren met dat concept en het als een vaststaande entiteit beschouwen. Dit zou dan een vorm van zelf in stand gehouden lijden kunnen zijn, vergelijkbaar met hoe onverwerkte hechtingen en identificaties lijden kunnen voeden volgens boeddhistische filosofie.

Tolle ziet angst, hebzucht en honger naar macht als psychische drijfveren achter oorlogen tussen naties, stammen, religies en ideologieën en als de oorzaak achter continue conflicten in persoonlijke relaties. Wanneer een mens zich identificeert met zijn ego leiden de drijfveren tot foute interpretaties van een situatie, terwijl hij het goed bedoelt. Wat volgens Tolle beter werkt is de goedheid te vinden die al in jou en de ander zit. Die manier van kijken noemt hij het ontwaken in een nieuw bewustzijn.
Liefde is dan het zien van de eenheid (non-dualiteit) in Zijn van al wat leeft in alles en iedereen. Een liefdevolle verbinding op Zijnsniveau kan helend werken. Door de krachtige en versluierende werking van het ego is zoiets gemakkelijker gezegd dan gedaan. Illusies van ware liefde liggen altijd op de loer.

Het opgeven van jouw bezittingen, behoeftes en verlangens bevrijdt je niet automatisch van de schaduwkant van jouw ego. Door jezelf te observeren maar het ego geen aandacht meer te geven zet je het buitenspel. Het ego heeft zo zijn best gedaan om jou af te scheiden en te maken tot een vrij individu, dat het zich verzet tegen de gedachte dat je onlosmakelijk verbonden zou kunnen zijn met iets zo machtig en ongrijpbaar als God is.
Innerlijke verdeeldheid, een gevoel van afgescheiden zijn dat veroorzaakt is door het niet beseffen van de oorspronkelijke natuur (non-dualiteit, de eenheid met God), wordt als het kernpunt van de pijn beschouwd, onbedoeld verergerd door succesvol vrijmaken door het ego.

Het begin van de transformatie van het bewustzijn ligt in het bewust worden en bewustzijn van gehechtheid. Je wordt je bewust van je wezenlijke identiteit als vormloos, als een alles doordringende Tegenwoordigheid, van Zijn dat er was voor alle vormen en voor alle identificaties.
De werkelijkheid bestaat uit vorm en ruimte. Wie denkt dat de essentie alleen begrepen kan worden met zintuigen, verstand en emotie is gevangen door het ego en voor hem blijft het essentiële verborgen.
Bestaan is de voorgrond van het leven, Zijn is als het ware de achtergrond. Het bestaande verandert, het Zijnde blijft bestaan.
Spiritueel ontwaken houdt in dat je je bewust wordt van de werking van de innerlijke ruimte en stilte door je niet te laten afleiden door vormen en gedachten in de voorgrond. Je neemt dan waar tussen jouw gedachten door en je ervaart schoonheid en kwaliteit van binnenuit, zoals muziek tussen de noten zit en de danser rust in de beweging.
Geluk en vreugde stromen –vrij- uit deze bron. Observeer dit zonder te benoemen, labelen of te oordelen. Doe je dit wel dan loop je kans dat het ego de regie weer overneemt.

Door een volledige aanvaarding van de vorm van het Nu raak je inwendig afgestemd op de ruimte. Deze vorm heet Tegenwoordigheid en wordt gekenmerkt door balans en evenwicht.
Bewustzijn is de ruimte waarin het denken bestaat wanneer die ruimte zich bewust is geworden van zichzelf. Het is zich ervan bewust wanneer te doen en wanneer te laten. Spreken (doen) is zilver en zwijgen (laten) is goud. Het gaat om inzicht en dat is voor iedereen direct en moeiteloos beschikbaar. Het geheel kan door de aanvaarding (van wat er nu is, ook de schaduwkant) integer handelen door jou, zodat angst, hebzucht en honger naar macht verdwijnen.
Non-duaal bewustzijn is de helende ervaring dat we allemaal één zijn, althans niet-twee, om dooddoeners te voorkomen..

De vorige paragraaf is ietwat cryptisch. Tolle pleit ervoor om twee dingen tegelijk te doen: een stapje terug om jezelf goed te observeren en alles wat er bij je binnenkomt en een stapje vooruit door alles te accepteren wat er nu is zonder identificatie (maar te stoppen bij "ik ben"). Deze paradox zit ook in de oproep om jezelf te verliezen om jezelf te worden. Door de negatie of door jouw schaduwkant te omarmen kan het getransformeerd worden. Het ego maakt vrij en verbindt, maar zal (in spirituele zin) moeten worden geofferd, het verbindende deel (ik) gelukkig niet.

Meer lezen over hoe Tolle dit en andere concepten bedoelt? Klik op de labels onderaan.
Het concept van "offeren van het ego (ik)" wordt bijvoorbeeld benadrukt door Philip Renard.





Alexander Zöllner heeft een handboek geschreven over non-duale coaching en therapie. Hij schrijft over het ego:
Ego met al zijn denkbeelden, angsten, verlangens en verdedigingsmechanismen is ten diepste een overlevingsstrategie die ontstaan is in reactie op wat het als bedreigend voor zijn voortbestaan herkend heeft. Ego louter als een constructie zien, er non-duale concepten tegenover plaatsen of pogingen doen om ego 'op te voeden', kunnen we herkennen als manipulaties en daarmee een ontkenning van zijn bestaan. Evenmin kan ego losgelaten worden, want wie anders dan ego zou dit moeten doen? De enige weg om met ego om te gaan is geen weg, maar een manier van zijn, namelijk de volledige en onvoorwaardelijke aanvaarding van het verlangen van het ego naar erkenning van zijn bestaan en wat het daarin heeft ervaren.

Heling heeft betrekking op de realisatie en aanvaarding van de inherente verbondenheid met alles en iedereen. We zijn op individueel niveau uiterst 'gewoon' en staan op geen enkel niveau apart van iets anders en zijn tegelijk een hoogst unieke uitdrukking van non-duaal Bewustzijn.

Zelfrealisatie gaat ook om het inzicht in deze paradox.

Basisprincipes van spiritueel ontwaken uitgelegd door Adyashanti


Adyashanti is een Amerikaan die spiritueel leider is geworden en die gewoonlijk zeer omstandig uitlegt hoe mensen spiritueel kunnen ontwaken.
Een mens wordt van jongs af aan verteld dat hij of zij een bepaald identiteit heeft of kan verwerven door zijn best te doen om het te verwerven buiten jezelf. Het wordt een egoïstische waarde van waaruit mensen handelen (competitie, slachtoffergedrag, wens om geliefd te zijn), maar die spirituele ontwikkeling in de weg staat.
Lijden is niet veroorzaakt door bepaalde invloeden of mensen buiten jezelf, maar door identificatie met bepaalde, fictieve patronen van denken. Een voorbeeld van zo’n patroon is het ego, dat denkt het afgescheiden is van anderen of een geheel. Het ego zoekt rust, vrede en geluk in de wereld buiten zichzelf en verliest telkens de grip daarop, nadat het denkt het te hebben gevonden.
Neem niet aan zeker te weten wie of wat je bent, maar wees bereid het antwoord open te laten.
Ontwaken tot je ware aard als spiritueel bewustzijn (conscious spirit) voorbij het ego gaat samen het doorbreken van het patroon van en identificatie met denken, zonder je te distantiëren van het denken of het ego.
Het spiritueel bewustzijn bestaat, is aanwezig, maar is zonder vorm. Het is ongrijpbaar en niet met de zintuigen waar te nemen. Het kan bewust worden van zichzelf.
Welke waarden zijn wel waardevol in spiritueel bewustzijn?
Voorbeelden zijn waarachtigheid, bewust zijn van eenheid, vrijheid voor alles wat leeft, vrede, dankbaarheid, liefde.

Geluk is …

Gelukkig zijn is onze natuurlijke staat.

Geluk is ongrijpbaar. Een geluk bij een ongeluk is dat het vele bronnen en vormen kent.

Geluk is een levensdoel, een levenshouding. Het is vergankelijk en niet na te streven, het zit in kleine dingen.

Geluk is weten dat je niet per se geluk nodig hebt.

Geluk is als je over iets kunt huilen en lachen tegelijk.

Gelukkig zijn is de afwezigheid van het streven naar geluk.

Geluk is voor de domme.

Geluk is voor een man een vrouw die hem zegt wat hij moet doen en een secretaresse die het voor hem uitvoert.

Liefde is ….

Liefde is een toestand van Zijn. Je kunt haar nooit verliezen en ze kan je nooit verlaten omdat het diep in je zit. Jezelf te kennen als het Zijn onder de denker, de stilte onder de mentale ruis, de liefde en vreugde onder de pijn, is vrijheid, verlossing, verlichting.
In de stilte van je aanwezigheid kun je je eigen tijd- en vormloze werkelijkheid voelen als het ongemanifesteerde leven dat je fysieke vorm bezielt. Je voelt dan hetzelfde leven diep in ieder ander mens en elk ander schepsel.
Je kijkt door de sluier van vorm en afgescheidenheid heen.
Dat is het verwezenlijken van eenheid.
Dat is liefde.



Er is één relatie die je niet meer hebt als je verlicht bent: die met jezelf. Als je de illusie om die te hebben, hebt opgegeven, worden al je andere relaties liefdesrelaties.

Van slome vormen naar snelle beeldcultuur

We zijn in staat tot het trekken van veel parallellen. Sommige vormen lijken krachtig, maar zijn weinig doortimmerd. Discutabele spirituele "visionairs" bijvoorbeeld proberen hun theorie een natuurwetenschappelijke tintje en daarmee status te geven. Veel naïeve volgers horen in de kromtaal een klok luiden en zijn onverschillig waar de klepel hangt. Zo worden God, liefde en bewustzijn soms in één adem genoemd met onuitputtelijke energie, dichtheid en trillingen.
Rationeel en logisch denken wordt genegeerd; gevoel en intuïtie daar gaat het om.
God is almachtig en liefdevol, dus is liefde alles, dat soort logica of zelfs dooddoeners.
Er zijn inderdaad veel mensen die blijven malen in hun hoofd met improductieve en depressief makende gedachten en de gevolgen van veel mentale stress is zichtbaar in het lichaam. Maar dat maakt een nuchter en gezond verstand nog niet overbodig. Verlicht worden is mooi, maar de aardappels moeten wel worden geschild.

Wie God gelijkstelt aan liefde, heeft veel uit te leggen, want hoe kan almacht en liefde samengaan? Het ligt dus complexer of nog liever: genuanceerder. Mogelijke antwoorden worden gegeven in een Theodicee, bijvoorbeeld dat God slechts activator was of omdat de mens pas iets heeft aan zijn vrije wil als hij er ook iets mee te kiezen heeft.

Vaak wordt een vergelijking gemaakt tussen liefde en stromende energie.
Energie is neutraal, kent een potentiaal en stroomt van hoog naar laag. Energie is vooral geassocieerd met kwantiteit. Het is het systeem waarbinnen energie kan worden ingezet dat op kwaliteit wordt beoordeeld, bijvoorbeeld een elektrische auto met een grote actieradius en als kwaliteiten stil, schoon en mobiel.
Liefde kent een positieve intentie en heeft een potentie om energie vrij te maken en om gelijkwaardiger te maken. Liefde is allereerst geassocieerd met kwaliteit, van laag in de vorm van verliefdheid naar hoog bij “ware liefde”. Het heeft in al haar vormen van doen en laten een ongrijpbare aard, die weer wel ervaren kan worden.

Liefde en energie kunnen dus wel aan elkaar worden gerelateerd, maar indirect. Directe koppelingen als "liefde is de meest dichte energie" of "alles is liefde" leveren weinig inzicht op over het wezen van liefde.

De tendens, dat we steeds minder aan logica en één waarheid hechten, is reeds lang geleden ingezet. We gaan communicatie steeds meer alleen gebruiken met het oog op haar effect. Het laten varen van de aanspraak op waarheid en het verschuiven naar het nut ervan heeft voordelen, maar natuurlijk ook nadelen. Zo maakt het fenomeen dat veel zaken gebaseerd zijn op vertrouwen het nu voor velen veel belangrijker of het imago positief en krachtig is dan de vraag of dit vertrouwen of imago realistisch is en ergens op is gestoeld. Wanneer deze relatie teveel wordt losgelaten, zoals de laatste decennia in de religie, wetenschap of de economie uit machtswellust, luiheid, onverschilligheid of hebzucht is gebeurd, dan raakt vrijwel alle vertrouwen zoek.

De technieken om beeld(en) realistisch te maken zijn door het inzetten van computers zo krachtig geworden en worden zo veelvuldig over ons uitgestort dat we soms niet meer weten of we iets hebben gezien in de media of dat we het zelf hebben meegemaakt. Tijd en moeite om het te checken nemen we niet. En misschien is dat ook niet altijd zo erg. Wat wel erg kan zijn is dat we door die twijfel bang of onzeker kunnen worden gemaakt en daarmee afhankelijk. Een twijfel die bijdraagt aan bewustwording is mooi, maar een twijfel die ervoor zorgt dat we ons verliezen in nieuwe schijnzekerheden is gevaarlijk.
Waarheid kan nooit worden gevonden binnen een vorm of binnen een idee van vormloosheid.

“Onder druk wordt alles vloeibaar”
Wanneer je energie toevoegt aan vaste vormen dan worden die meer plastisch. Bijvoorbeeld warmte toegevoegd aan ijs, zorgt dat ijs vloeibaar wordt tot water. De watermoleculen trillen los van het netwerk en kunnen later weer in een andere samenstelling vorm aannemen.
De beeldspraak van stromende energie is ook bruikbaar wanneer we beschrijven wat er gebeurt op het niveau van de samenleving en tussen individuen. Liefde is een potentie die aarzelende mensen de kracht kan geven om verbinding te maken. Wanneer die verbinding is gemaakt kan liefde stromen als ware beide geliefden een energiebron voor elkaar. Die energiestroom kent een aantal lagen, want het draagt op fysiek niveau bij in de vorm van seksuele energie aan de voortplanting. Op individueel niveau draagt het bij aan een stabiele verbinding. En die stabiliteit is gunstig voor het nageslacht en voor de sfeer in de samenleving. Op het niveau van bewustzijn kan liefde leiden tot persoonlijke ontwikkeling.
Op het niveau van de samenleving kan ook de beeldspraak van stromende energie worden toegepast. De individualisering leidt tot steeds lossere relaties en samenwerkingsvormen. Tijdelijk veranderen van orde naar chaos is heel gewoon en leidt hopelijk tot verbindingen van hogere orde. Scholieren en studenten worden minder gestuurd op verwerven van kennis en meer op het ontwikkelen van hun talenten om zichzelf te presenteren en om verbanden te leggen en verbindingen aan te gaan. Ontbrekende kennis wordt wel gegoogled. De verantwoordelijkheid om integer en authentiek te zijn wordt vooral bij het individu gelegd en nauwelijks getoetst.



Door moderne media als Internet en Twitter wordt er steeds sneller en mondialer gecommuniceerd in creatieve vormen. Identiteiten worden aangenomen, gefingeerd en verlaten. Pasfoto’s worden vervangen door avatars, want waarom zou je een relatie leggen tussen uiterlijk en inhoud? En wanneer je jouw boodschap niet binnen 140 tekens kunt overbrengen, ben je niet "to the point" genoeg.
De kwaliteit van een individuele bijdrage wordt vooral zichtbaar door de snelheid waarmee quotes en retweets worden gegenereerd. Wie permanent op de media aangesloten is, kan 24 uur per dag deelnemen aan de actuele discussie. Sluit je je een dag later aan, dan heeft reageren weinig zin meer. Er is alweer een ander trending topic. Je kunt dit fenomeen een energie met hoge trilling en een hoge of lage dichtheid noemen, maar er is weinig goddelijks en liefdevols aan. Het kan bijdragen tot revoluties, bevrijding en een ontwakend bewustzijn, dat weer wel.


Het ego maakt vrij en verbindt

Het ego is nodig

Het ego speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van ons zelfbewustzijn en zelfbeeld. Het stelt ons in staat om onszelf te definiëren en te onderscheiden van anderen, en het stelt ons in staat om ons gedrag en onze ervaringen te begrijpen en te interpreteren vanuit ons perspectief als individu.

Het ego staat vaak in een negatief licht. Associaties met egoïstisch en egocentrisch spreken voor zich. Maar de mens kan zich niet ontwikkelen zonder een ego. Het hoort bij een onmisbaar stadium in zijn ontwikkeling.

Het ego is volgens Jung het centrum van het bewustzijnsveld. Geen enkele inhoud die in dat veld komt kan de kwaliteit “bewust worden” bereiken tenzij deze inhoud verbonden raakt met het ego. Alle bewuste psychische activiteiten staan onder beheer van het ego.
Het ego ontstaat uit het archetype Zelf, het centrale regulerende archetype van de gehele psyche, het bestuurlijke en ontwikkelingscentrum van zowel het bewuste als van het onbewuste deel. De wording van het ego vindt plaats in de eerste levenshelft tot circa 35 jaar. Het ego verlost zich uit het Zelf en is bij voorspoedig verloop omstreeks die tijd zo goed als volledig uit het Zelf getreden maar blijft er wel mee verbonden. Deze verbinding tussen ego en Zelf wordt aangeduid met de ego-Zelf-as. Het ego is van het archetype Zelf de ‘ambassadeur’ in het bewustzijn.

Egofuncties

Aan het ego worden een viertal specifieke functies toegekend.
  1. Het waarnemen, dat het werkelijkheidsgehalte van de objecten kan vaststellen. Waarnemingen vertellen niet wat er gaat gebeuren;
  2. Het denken, dat schift en tracht aan te geven wat de aard van het object is. Het denken geeft het object een naam, plaatst het object in categorieën en zoekt naar het samenhangende geheel, de betekenisgevende context, waarin het object zijn plaats en functie heeft. Voor deze functie heeft het ego (subject) enige afstand nodig ten opzichte van het object;
  3. Het gevoelen, dat aangeeft wat het object voor de waarnemer betekent, b.v. een bedreiging, een gezochte, een hooggewaardeerde zaak of een (on)nuttig verschijnsel. Het betreft een waarderend oordeel;
  4. De intuïtie geeft aan waar het waargenomene vandaan komt en waar dit heen gaat. De intuïtieve inhoud, ingevingen en voorgevoelens, die uit het onbewuste als een flits worden aangereikt, heeft een directe inhoud van een concreet gegeven en reikt een oordeel aan over zekerheid en (on)twijfelbaarheid. De inhoud kan later blijken onjuist te zijn. De kritische zin dient waakzaam te zijn.
Deze analytische beschrijving suggereert een onafhankelijk functioneren van elk der functies. In feite functioneren de vier functies steeds synchroon, gelijktijdig.
Tot zover Jung.

Afscheiding en verbinding

Het koesteren van het ego gaat samen met gevoelens van afgescheiden zijn van anderen. Ben ik of is de ander toereikend? Dit kan angst oproepen voor uitsluiting en eenzaamheid. Het kan ook verleiden om te denken dat je meer bent dan een ander. Het gevaar van hoogmoed (hybris) ligt op de loer en kan agressie van anderen oproepen en de neiging om de egoïst onderuit te vloeren en van zijn voetstuk te stoten.

In het ideale geval is het ego verbonden en vrij. In de ontwikkeling van de persoonlijkheid in de tweede helft van het leven gaat het erom om niet meer te identificeren met het ego en haar vier functies.
Aldus wordt ruimte gelaten voor de ander: letterlijk en figuurlijk. Ruimte laten voor andere opvattingen kan vrijblijvend en dus redelijk gemakkelijk zijn. Maar ruimte voor andere gedragingen is moeilijker omdat dit bedreigend kan overkomen voor het eigenbelang. Dan ontstaat angst die kan leiden tot agressie. Ruimte geven aan de ander betekent hem te laten zijn wat hij is, en dat te aanvaarden, omdat hij een mens is.
Komt de mens uiteindelijk tot inzicht en doorprikt hij het mechanisme van de geconditioneerdheid, dan kan hij eindelijk zijn gedachten en gevoelens zien voor wat ze zijn.
De aandacht geldt op de eerste plaats de eigen geest, het eigen hart. Vooraleer we naar de ander kijken is het belangrijk eerst het eigen instrument van waarneming na te zien, en zo nodig het te reinigen of aan te scherpen. Het middel daartoe is de meditatie: een oefening om alle denkactiviteit tot rust te laten komen en enkel nog open te staan voor wat zich aanbiedt.
De ontwikkelde persoonlijkheid heeft de moed zijn angsten te ervaren, zijn alleen-zijn en zijn kwetsbaarheid. Wie de werkelijkheid volledig (niet vooringenomen) waarneemt krijgt inzicht in de veranderlijkheid en vergankelijkheid van alles wat naam en vorm heeft. Hij heeft inzicht in en is verbonden met een bodemloze bron waaruit vrij mededogen en liefde stroomt. En ervaart daarmee een non-dualiteit of twee(een)heid.

Bovenstaande is vrij weergegeven van stichting bodhisattva.

Vera Helleman over ego en je (niet) afhankelijk maken van de waardering van een ander in deze video.

Het ego kan spiritualiteit bevorderen en in de weg zitten

Frédéric Lenoir schrijft in zijn boek over de geschiedenis van het denken over God. Volgens hem is er een onmiskenbare ontwikkeling richting een steeds persoonlijker beleefd en minder dogmatisch geloof.
Een citaat:
Religie brengt mensen samen door middel van een gemeenschappelijk geloof in een onzichtbare wereld die hun te boven gaat. Daarom gebruikt Régis Debray voor religies de zeer toepasselijke term 'menselijke gemeenschappen'. Daar zou ik tegenover willen stellen dat spiritualiteit, de persoonlijke zoektocht van de geest, aanvankelijk juist ontbindt. Spiritualiteit bevrijdt het individu van alles wat hem bindt en in waanideeën gevangen houdt - onwetendheid, ongegronde meningen, vooroordelen - maar ook van de groep. Dankzij spiritualiteit kan de mens het juk van traditie, van het collectieve afwerpen en tot zichzelf, tot zijn innerlijke waarheid komen. Hoewel spiritualiteit het individu in eerste instantie losmaakt, is het uiteindelijke doel ervan toch dat ze datzelfde individu weer op de juiste manier met anderen verbindt. Anders gezegd: spiritualiteit ontbindt om beter te kunnen verbinden, en bevrijdt het individu om het te leren lief te hebben. Spiritualiteit die ontaardt in onverschilligheid of minachting ten aanzien van anderen is geen echte spiritualiteit maar een neurose waarvoor het spirituele als uitvlucht dient.

Door middel van het gebed (Jezus), de filosofie (Socrates) of meditatie (Boeddha) kon het individu voor zijn heil zorgen zonder de voorgeschreven rituelen van de traditie te doorlopen. Verder richtte hun onderricht het aristocratische karakter van de traditionele samenlevingen te gronde. Er bestond voor hen geen wezenlijk verschil tussen mensen: voor iedereen, rijk of arm, slaaf of vrij burger, lag de verlossing of het zielenheil binnen bereik. Er was geen hiërarchie meer, geen kaste, geen uitverkoren volk. Alle mensen waren gelijk, omdat ze allemaal een onsterfelijke ziel bezaten, die hun instaat stelde een geestelijk leven te leiden dat hun vrijheid schonk.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (18) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (3) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (52) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (164) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (16) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (3) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (13) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (35) eenzaamheid (8) ego (46) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (52) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (80) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (13) ideaalbeeld (2) identificatie (11) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (13) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (9) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (21) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (15) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (2) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (3) motto (1) mystiek (7) nabijheid (2) narcisme (5) natuur (6) negatie (16) neti neti (3) niet doen (23) NLP (1) non-duaal bewustzijn (7) non-dualiteit (41) omdenken (8) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (2) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (16) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (19) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (92) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (24) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (11)