Posts tonen met het label God. Alle posts tonen
Posts tonen met het label God. Alle posts tonen

Ongrijpbare krachten en dwaalwegen rondom spiritualiteit

Macht en onmacht

Opgegroeid in een katholiek gezin en terugkijkend op de lange geschiedenis van het westerse geloof en dat geloof vergelijkend met het Taoïsme vallen mij onderstaande overeenkomsten en verschillen op in het omgaan met macht en onmacht. Ik beschrijf wat mij tegenstaat aan het christendom en wat mij fascineert aan het Taoïsme, namelijk dat in de natuur het evenwicht steeds wisselt en niets kan bestaan zonder zijn tegendeel (yin en yang).

Vasthoudendheid

Wie een bepaald geloof aanhangt, wil er ook graag voordeel van hebben. Je hoort bijvoorbeeld bij een groep, die je sociale contacten en bescherming oplevert of je hebt een God waaraan je een verzoek kunt richten. Maar die wens tot voordeel blokkeert het zicht op waar spiritualiteit over gaat.
In een ongezond samengestelde samenleving of een geestesziek individu kan een egoïstische en/of superieure geloofsovertuiging zelfs tot fascisme leiden en daarmee tot liefdeloos geweld.
Een duivenexperiment van Skinner maakte duidelijk dat wanneer je er van overtuigd bent dat je met bepaald gedrag een beloning lijkt af te dwingen het heel lang kan duren voordat je dat gedrag verandert, terwijl je maar af en toe en ook nog toevallig beloond wordt (zie ook gokverslaving).
Duiven en mensen willen dus graag geloven dat zij sturing hebben over hun lot en kunnen dit geloof heel lang vasthouden. Mensen kunnen zelfs wachten op een beloning na hun dood. Heel wat kapitalistische regimes hebben van deze goedgelovigheid misbruik gemaakt en hebben gewetenloos zelf materie verzameld die ze van goedgelovigen hebben afgetroggeld. Velen hebben bij leven onrecht laten bestaan in de verwachting dat na hun dood door God recht zou worden gedaan of hun geduld beloond.
Vriend en vijand van religie zijn het erover eens dat je God niet voor je karretje kan spannen. Atheïsten verklaren God gewoon voor niet bestaand en dragen toeval als reden aan voor de evolutie en al het moois op aarde en gelovigen vinden dat je steun van God moet verdienen door goed gedrag te vertonen. En er is altijd wel een voorbeeld te verzinnen dat iemand bij zichzelf kan aandragen dat hij niet perfect is geweest en God daarom niet zijn gebed verhoort. En zo blijft iedereen lang bij zijn standpunt of in zijn geloof.

Verdelen en verbinden?

De Romeinen die hun rijk rond het begin van de jaartelling graag in stand wilden houden kregen ergens in de eerste eeuwen na Christus door dat het geloven in één god veel gemakkelijker verschillende volkeren bindt dan het geloven in vele goden die ook nog eens veel menselijke gelijkenis hadden. Die ene god (overigens genderneutraal avant la lettre) was de schepper van de mens naar zijn gelijkenis en was zelf zonder menselijke fouten. God kon overigens wel kwaad ("vertoornd") worden en de mensheid straffen met vele plagen.
Was eerder de werkzame politiek van de wereldse overheerser “verdeel en heers”, door het christendom als officiële staatsgodsdienst aan te nemen en het Vaticaan aan het hoofd te zetten van een mondiale kerk kon het wereldrijk van Rome daarmee zowel verdeeld als verbonden als geheerst worden. En met deze “drie-eenheid” kon nog millennia door machthebbers geprofiteerd worden van de rust en materiële welvaart die dit systeem opleverde. Om over het misbruik van schaapjes door de herders nog maar te zwijgen.

Oosterse en westerse spiritualiteit

De ethische uitgangspunten van atheïsten, agnosten en gelovigen mochten dan soms verschillen, in de praktijk kunnen ze zich vinden in het principe “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. Het leidde zowel tot een liberale als tot een sociale wetgeving. Gelovigen konden leven met het idee dat het Kwaad met wereldse wetten kon worden beteugeld en dat tegelijk vrijheid bewaakt wordt. God zou dit rechtvaardigen. Volgens de theodicee van de vrije wil accepteert God het bestaan van het kwaad in de wereld omdat de mens pas iets heeft aan zijn vrije wil als hij er ook iets mee te kiezen heeft. Het Kwaad bestaat dus zo- en omdat de mens een keuze kan maken ertegen.
Eigenlijk en uiteindelijk was god niet meer nodig om alles autonoom te laten draaien. Nietzsche verklaarde god dan ook dood en anderen legden zich er bij neer dat religie een privézaak is. En omdat het bewijs dat God (wel of niet) bestaat niet kan worden geleverd konden we in het westen gemakkelijk aansluiten bij Oosterse tradities als het Taoïsme. Gods wegen en de Tao zijn ondoorgrondelijk. 'De tao doet niets en toch blijft niets ongedaan'.

Wikipedia over de Tao (letterlijk “de weg, maar ook de stroom”).
Men kan tao alleen bij benadering leren begrijpen of volgen. "De weg (tao) heeft begin noch eind". In de tekst van de Daodejing (Boek van de Weg en de Kracht) wordt het volgende geschreven. "De essentie van tao is dat het niet uitgedrukt kan worden. Als men denkt het wel te kunnen uitdrukken, dan is het niet tao". Tao is immers vormloos en niet gebonden aan een vorm.
Tao voedt alles. Het creëert de gewenste ordelijke patronen in de chaos. Maar de wens naar ordelijke patronen zal nooit vervuld worden. Men kan alleen maar op het pad blijven van de zoektocht. In de taoïstische leer is tao de kwaliteit van die zoektocht.
Tot zover.

Uit vers 51 van Laozi.


Tao brengt de dingen voort.
Het brengt ze groot door Teh.
Teh brengt ze tot wasdom en vormt ze,
voltooit ze en doet ze rijpen.
Voedt ze en beschermt ze.
Voortbrengen, maar zich niet toe-eigenen
Doen maar zich er niet op voor laten staan,
tot wasdom brengen maar zonder heerser te zijn,
dat is wat ‘diepe deugd’ genoemd wordt.

Tot zover.
Teh is de liefdevolle kracht die werkt via het paradoxale wu wei principe: doen door niet te doen. Wie volgens de tao leeft, weet dat hij de uitdagingen in het leven, zijn ellende en problemen niet meer met strijd, macht of inspanning te lijf moet gaan. Hij gaat spontaan en bewust mee in de loop der dingen.

Hoe leeft iemand in de geest van de tao? Chuang Tze zegt het volgende.

Jullie zijn oprecht en rechtvaardig, zonder te weten dat je door zo te zijn rechtschapen bent.

Jullie houden van elkaar, zonder te weten dat dat goed is.

Jullie zijn eerlijk, maar weten niet dat dat trouw zijn is.

Jullie houden je aan je woord, zonder te weten dat je daarmee in geloof en vertrouwen leeft.

Jullie helpen elkaar, zonder eraan te denken geschenken te geven of te krijgen.

Zo laat je handelen geen sporen achter.

De oosterse en westerse uitwerking van religie zijn twee convergerende wegen om God te benaderen. Let wel: dit gaat over wat het voor jou betekent dat er een hogere macht kan bestaan en ervaren.  Soms bewandel je dan een positief pad en soms negatief, maar niet letterlijk, altijd ongrijpbaar en daarmee vrij. Net als bij intermenselijk contact gaat het bij geloofszaken om respect, dat wil zeggen het aanhouden van de juiste afstand en juiste betrokkenheid. Wie een ander in de greep (macht) wil hebben, verliest de echte verbinding. Wat juist is wordt ingegeven door het wederzijdse belang van het individu en het geheel (god of tao of natuur enz.) en dat is dat liefde stroomt. Machtswellust blokkeert die stroom.

Tekst 67 is een centrale tekst uit de Tao Te Tjing en gaat over De drie schatten.
Wie met / naar de Tao leeft, kent allereerst diepe liefde (mededogen, medeleven, compassie, onbaatzuchtige moederliefde, zachtmoedigheid). Dit is de eerste grote schat.
De tweede schat is matigheid en de derde is bescheidenheid.

Uit De kunst van het Niets doen van Theo Fischer over een Taoïst.
In een liefdesrelatie of een huwelijk behoudt hij zijn zelfstandigheid en innerlijke vrijheid. Dat wil niet zeggen dat die vrijheid als trouweloosheid kan worden gezien – de mens in de geest van de tao is standvastig – maar het betekent dat hij de integriteit en de behoeften van zijn partner in dezelfde mate respecteert als die van hemzelf. Hij is in staat lief te hebben zonder te willen bezitten. Hij ziet zijn partner niet als privé bezit, maar laat zichzelf evenmin op die manier inpalmen. Hij behoudt zijn zelfstandigheid en is toch tot een hoge mate van liefde in staat. Ja, liefde kan eigenlijk alleen onder deze omstandigheden gedijen.

Tenslotte een persoonlijke opmerking: ik ben geen katholiek of taoïst, ik ben het ook niet niet. Ik wil en hoef me niet meer te identificeren met de identiteiten die mij zijn aangereikt. Neti, neti.
Ik geloof in het verschil tussen niets doen en niet doen. Mij bewust (willen) zijn van het ethische verschil tussen doen en laten in het vergroten van vrijheid voor iedereen (mens en dier), dat is wat mij fascineert.

Wie meer wil lezen over de tao en alternatieve manieren om te kijken naar religie, klik op de links in dit artikel of op de labels onderaan.

Drang tot perfectie maakt meer kapot dan je liefhebt

Wie niet kan leven met de eigen imperfectie leidt een voortdurende pijn tijdens de zoektocht naar meer perfectie en minder fouten. Dit gegeven is verweven in veel mythologieën. In het paradijsverhaal kan Eva de verlokking niet weerstaan om de appel die leidt tot kennis van goed en kwaad. In de Griekse sagen van het ontstaan van goden en de mens is de verleiding de doos van Pandora, een vrouw begiftigd met alle ideale menselijke gaven. Door haar nieuwsgierigheid ontsnapten de geesten van alle onheil en bleef slechts hoop achter.
In zijn nieuwe boek beschrijft Stephen Fry dit proces van creatie van en door nieuwe goden dat we op dit punt in de tijd lijken te herhalen. We zijn bezig kunstmatige intelligentie te construeren en gieten het in een vorm die ons het mogelijk maakt om ernaar te kijken: software of een robot of mengvormen van mens en technologische hoogstandjes. De vraag, uitdaging en gevaar is dat we dreigen te herhalen wat ooit eerder is gebeurd, namelijk dat we iets maken wat ons gaat uitroeien.
Hij vertelt hierover in een interview met Adriaan van Dis. Treffend is de analogie van gebeurtenissen in zijn eigen leven en wat hij interpreteert in de mythologieën van het verleden en in de toekomst. Als kind al speelde hij met alles –dingen en relaties- totdat ze kapot gingen, opzettelijk of door slijtage.
Freud benoemde al de scheppingsdriften en dood(s)driften. Ook goden uit de Advaita Vedanta hebben deze tweeledige functie van maken en kapot maken.
In het interview op video met van Dis komen heel andere aspecten naar voren dat de uitgever op de flap van het boek plaatst:
Losbandigheid, lust en liefde, moord en doodslag, triomfen en tragedies; de Griekse mythen en sagen zijn wilder en woester dan het leven zelf. Deze verhalen bieden alles wat een lezer zich kan wensen. De oude Grieken inspireerden onder anderen Shakespeare, Michelangelo, James Joyce en Walt Disney. In de handen van Stephen Fry komen de verhalen opnieuw tot leven. We worden verliefd op Zeus, we aanschouwen de geboorte van Athena, we zien hoe Kronos en Gaia wraak nemen op Ouranos, we huilen met koning Midas en we jagen met de even beeldschone als meedogenloze Artemis. Stephen Fry haalt deze verhalen op uit de oudheid en geeft ze hun welverdiende plek in onze moderne tijd.

Geloofsbelijdenis voor een liefdevolle paradox

Een atheïst gelooft. Hij gelooft dat God niet bestaat. Daar is hij zeker van. Hij heeft misschien geen ongelijk, maar heeft hij wel geduld?

Een agnost vindt dat hij niet kan weten of God wel of niet bestaat. Er zijn ook "dubbele" agnosten die een stap verder gaan en vinden dat niemand kan weten of God wel of niet bestaat. Die mensen zitten (niet oncomfortabel) in een paradox, want om te kunnen weten dat je niet kunt weten of God wel of niet bestaat, moet je toch de mogelijkheid van het bestaan van God veronderstellen. Want wanneer je helemaal niets kan weten over God dan kan je ook werkelijk niets zeggen over het bestaan van God.

Ik ben zo’n agnost die gelooft dat niemand het laatste woord heeft over het bestaan van God. Ik vermoed dat een onpersoonlijke God het universum zo slim in elkaar heeft gezet dat iedereen het bewijs van het bestaan van God kan zien en niemand het kan bewijzen. Iedereen is ook vrij om dit te ontkennen en er zich niets van aan te trekken. Daarmee is in principe ook liefde, vrijheid en evenwaardigheid gecreëerd. Het verklaart ook waarom er tegelijk in een God kan worden geloofd en onrecht kan worden ervaren. Ik ervaar en zie geen tegenspraak, maar een liefdevolle paradox. Ik erken ook dat ik daarvoor geen enkel bewijs heb en geloof dat niemand een sluitend tegenbewijs kan leveren.

In navolging van Spinoza geloof ik in een pantheïstische God die zowel permanent zichtbaar als onzichtbaar is. Het idee dat hogere machten zich van sturing onthouden kan worden gezien als een vorm van deism of pantheïsme, waarbij God of het goddelijke wordt gezien als de schepper van het universum maar zich niet actief bemoeit met de wereld. In deze visie wordt de mensheid gezien als vrij om haar eigen pad te kiezen, zonder dat er een hogere macht is die onze keuzes stuurt of bepaalt.
Sommige filosofen en theologen hebben betoogd dat een dergelijke visie van God en het universum meer recht doet aan de vrije wil en autonomie van de mens. Als er geen externe sturing is van een hogere macht, dan zijn wij vrij om onze eigen keuzes te maken en ons eigen lot te bepalen.

Hoe meer bewijs je zoekt en probeert aan te dragen hoe meer je weerstand oproept bij anderen. God wordt daarmee per definitie uit beeld verdrongen bij hen die vechten om de waarheid. Wie slechts zoekt naar het opruimen van onwaarheden in zichzelf, die draagt voor mij bij aan het uitdrukken van vrijheid en liefde, ondanks hun principiële ongrijpbaarheid. God laat zich horen in innerlijke rust en stilte, geduld en bescheidenheid en toont zich in synchroniciteit, dynamische en statische kwaliteiten.

Ik geloof in een onpersoonlijke God die geen haast heeft, die niet zozeer zes dagen over de Schepping heeft gedaan maar een stuk of zes overgangen heeft geschapen die het leven zoals wij dat nu ervaren mogelijk maakte. Het leeuwendeel hebben we al gehad en mogelijk gaan we nog een deel meemaken (intelligent design). Dat is voor mij doelgerichte evolutie. Van bewustzijn naar energie naar materie naar leven naar samenwerking naar samenleving naar hogere organisatievorm. In dat nog steeds voortgaande proces worden kwaliteiten als schoonheid, liefde en vrijheid gerealiseerd, tegelijk ongrijpbaar en voor iedereen beschikbaar. Dit proces kunnen wij mensen verder helpen ontwikkelen of verstoren, maar dan valt het leven terug naar een lager niveau zonder mensen en wordt het proces weer opnieuw opgepakt en opgezet zonder haast.

Elk levend wezen mag er zijn (heeft een intrinsiek recht op vrijheid) en mag proberen bij te dragen aan de evolutie. Er is geen moeten, want er is in principe vrijheid en liefde beschikbaar voor iedereen. Aan het evenredig verdelen en bewaken voor iedereen, mens en dier, moeten we nog (verder) werken.
 

Lees ook Titus Rivas in "Waarom het absolute agnosticisme over het bestaan van een theïstische scheppergod geen rationele positie is".

Uit een boek van Bruno Borchert over mystiek.
William James zegt van zichzelf:
'hoewel ik zo'n mystiek godsbewustzijn in de meer directe en sterke betekenis niet bezit, toch is er iets in mij wat reageert wanneer ik anderen daarover hoor spreken. Ik herken een diepere stem. Er is iets wat me zegt: daar zit waarheid in …. Ik ben zozeer uit het christendom weggegroeid dat een uiting van mystiek die daarin gevat zit, er eerst weer van losgemaakt moet worden - ik moet door die verstrengeling héén geraken - voor ik kan luisteren. Noem dit als je wilt, mijn mystieke kiem. Het is een heel gewone, veel voorkomende kiem'.

Beleef je bestaan als eenheid

Wanneer ons bewustzijn eeuwig en eindeloos is, is er niets wat we niet zijn. Wie gezond is, voelt zich heel. Het is dan gemakkelijk om van jezelf te houden. Wie zichzelf goed kent en accepteert, herkent ook zichzelf in de ander. Het is dan een kleine stap om je één en heel met die ander te voelen of zelfs met alles wat leeft. Hoe gaat dat proces van zelfrealisatie? Word je er wijzer van door je één te (willen) voelen met een ander? Kun je je overgeven en je wil laten afhangen van een groter geheel?

Beren Hanson (pseudoniem 1945-2020) schreef een trilogie waarvan het eerste deel getiteld is De mystiek van Direct Healing, beleef je bestaan als eenheid. Realiseer je liefde in jezelf. Het tweede deel heeft als titel Realiseer je liefde in de ander en het derde deel (beschikbaar 03-03-2023) heeft de titel Realiseer je heelheid met elkaar. Die latere delen zijn al geschreven, vandaar dat de hoofdstukken daaruit ook al vermeld staan in het eerste deel.
Het moge duidelijk zijn dat de trilogie gaat over eenheid, heelheid, liefde en vriendschap (philia: samenleven met verwanten en vrienden). Uit de geschiedenis van de mensheid en uit vele culturen worden daarvan voorbeelden genoemd (zie schema).

Vraag aan Beren.
Uit welke culturen zijn er in het boek voorbeelden van het denken in eenheid verwerkt?

Een belangrijke rol speelt het Hindoeïsme. Die kent de drie guna’s: tamas, rajas, sattva. In hun kijk op het bovennatuurlijke en het hogere Zelf onderscheiden zij Brahman en Atman. Uit de Chinese filosofie haal ik het Taoïsme aan met Yin en Yang en wei wu wei, handelen door niet te handelen. Uit Japan komt Zen. Uit Tibet Tantra. Uit Afrika Ubuntu. De term gnosis komt uit hermetisme, de gnostiek en het manicheïsme. De Aboriginals kennen de droomtijd en in Mexico kent men Teotihuacán, de stad ‘waar mensen goden worden’. Voor hen bestaan er twee werkelijkheden, de alledaagse werkelijkheid (Tonal) en de niet-alledaagse werkelijkheid (Nagual).
Tot zover zijn antwoord.

Het uitklapbare schema
Spiritueel bewustzijn draait om voortdurende overgave aan iets hogers. Aan wat precies, dat kan en wil Beren Hanson niet aanduiden ("neti neti", "niet dit, niet dat"). Iets een naam geven verstoort de werkelijkheid van het één geheel vormen met alles. Hij gebruikt alle namen en aanduidingen die in de diverse culturen voor het ervaren van eenheid worden gebruikt en plaatst ze aan het eind van het boek in een uitklapbaar schema, zodat de lezer al lezend overzicht kan houden op de parallellen.
De eerste stap naar spiritueel bewustzijn is voor Hanson een ondubbelzinnig, direct en zuiver beroep op de innerlijke Ontstaansbron in je bewustzijn; in het christendom De Vader of God genoemd.

Een citaat.
Als je deze ‘instantie’ liever een andere naam geeft, dan kan dat natuurlijk net zo goed. ‘Het beestje’ moet nu eenmaal een naam hebben om er met elkaar over te kunnen spreken. Je kunt je meditaties, gebeden, affirmaties of mantra’s ook richten: aan Allah, of aan ‘Het Bestaan waar jij als individu één mee bent’. Maar ook aan Het Hogere Zelf, de Macrokosmos, De Grote Geest; waar jij als je lager zelf, microkosmos of kleine mensengeest rechtstreeks toegang toe hebt, omdat je daar nu eenmaal één mee bent. Je maakt er dus niet zozeer onlosmakelijk deel vanuit, maar je bent er volledig één mee; je bent het helemaal zèlf.

Je bent zèlf dit bestaansaspect wat alles in zich bevat (immanent) en tegelijkertijd alles te bóven gaat (transcendent). Je bent als mens geen verzameling niet met elkaar verbonden, beperkte functies, maar een organisme en dat laatste gaat ver boven al die afzonderlijke functies uit. Het kwantificerende van de verzamelingenleer gaat hier niet op. Immers: het geheel is oneindig veel méér dan de som der delen. Hoe dat kan, is in onze vooral kwantitatief denkende cultuur, meestal volstrekt onbegrijpelijk. Maar het móét logisch wel zo zijn, want als jij als druppel ‘oceáánwater’ bent, dan omvat je ‘de kwaliteit oceaan’ óók in jezelf. Immers: zonder die oceaan ontbreekt je bestaansrecht en bestaanswijze als oceaanwater. Het kan niet anders zijn, dan dat dat kwantitatieve, kwalitatief gezien, de beperking overstijgt, omdat je nu eenmaal beide, noodzákelijk, zowel kwantiteit als kwaliteit, bènt.
Tot zover dit citaat.

Nog een citaat.
Met je bewustzijn van liefde, blijf je je hele leven bezig. Het doet er niets toe hoe ver je er van nature al in gevorderd was, want je kunt er altijd verder in komen. Het materiaal is altijd voorhanden: je bènt namelijk zelf die eenheid in liefde; feitelijk. Je kunt wat dat betreft altijd door je bewustzijn meer meesterschap over jezelf verwerven. Dan gaat het niet om ‘controle uitoefenen’, maar om Meester ZIJN. “Door je heen je natuur De Meester te laten zijn”, (ofwel zelfrealisatie, want dat is m.i. hetzelfde).
Het is echter maar heel soms, of slechts betrekkelijk korte periodes dat de ontwikkeling van deze praktische discipline van De Liefde ook op een prozaïsche manier verloopt, zeker zoals ik hier de indrukwekkende resultaten ervan beschrijf. Zodra je over de extatische top van je ervaring heen bent (peak-experience), is het namelijk vooral een kwestie van volhouden, van héél hard werken en vaak ook van puur ‘àfzien’, om in het jargon van de wielersport te spreken. Zolang je nog niet weet hoe ‘overgave’ in elkaar zit, is een vaak bijna mechanische inspanning noodzakelijk om steeds weer opnieuw bij Je Liefde uit te komen.
Tot zover dit citaat. Lees ook: "De drie boeken van Beren Hanson (bol.com)".

De boodschap van een succesvolle grappenmaker

Jim Carrey wilde als kind al komiek worden. Zijn moeder was depressief en hij probeerde haar op te beuren. Toen Jim een boek las over spiritualiteit en iemands taak in het leven, herkende hij daarin zijn wens om zorgen bij anderen weg te nemen. Zijn vader had dezelfde ambitie, maar koos voor een carrière als boekhouder. Hij verloor die baan en moest in relatieve armoede verder leven. Jim besloot voor zichzelf dat wanneer hij zou falen hij toch liever eerst geprobeerd had het werk te doen waar hij van hield en dat was grappen maken.
Geld verdienen en grappig zijn tekenden zijn jeugd. Op de middelbare school mocht hij elke dag aan het eind van de lessen tien minuten optreden, op voorwaarde dat hij de rest van de dag zijn gemak hield. Na de lessen werkt hij in een fabriek om het gezin te helpen onderhouden.
Op zijn zestiende stopte Jim met school en vertrok naar Hollywood. Hij speelde in clubs, werd ontdekt en speelde in series, komische en serieuze films. Hij heeft van alle bekendheden de meeste MTV Awards gewonnen.

Het thema “wie ben je en waar moet je zorgen over maken” zou je een telkens terugkerend thema in zijn werk kunnen noemen. Hij verdiepte zich zo zeer in de karakters die hij moest uitbeelden dat hij zich maanden lang gedroeg als zijn filmpersonage. De Truman Show gaat over een persoon die er pas laat achter komt dat zijn hele leven op een filmset afspeelt en dat zijn hele omgeving hem daarover in onwetendheid heeft gehouden. In The Mask maakt het masker mogelijk waar hij altijd over droomde maar zonder masker niet durft. In Bruce Almighty mag hij voor God spelen. In Liar liar kan hij als advocaat niet liegen. In 2014 haalt hij een graad aan de Maharishi Universiteit in IOWA. Hij heeft zowel de Canadese als Amerikaanse nationaliteit.
In de interviews die hij met bekende TV persoonlijkheden houdt, domineert en regisseert hij het gesprek en het publiek met zijn van te voren ingestudeerde grappen.
Ook het drama van depressie tekent zijn leven. Niet alleen zijn moeder was het, zelf gebruikte hij een tijdje Prozac en zijn ex-vrouw stapte uit het leven.
Kortom, Jim Carrey heeft zijn hele leven geworsteld met succes, talent, geld, geluk en humor. Zijn aanbeveling aan anderen is om het universum te vragen wat je wilt onder het motto “niet geschoten is altijd mis”. Dat je daarnaast hard moet werken, zegt hij er niet bij waardoor het soms lijkt of het hem allemaal aan komt waaien. Hij is wars van conventies, maar achter de schermen zeer gedisciplineerd. Terwijl hij alle aandacht naar zich toe trekt, gaat zijn humor niet ten koste van anderen. Hij lijkt ongrijpbaar. Of je zijn bekkentrekken leuk vindt, blijft natuurlijk een kwestie van smaak. Hij wil allereerst ontregelen.

Heeft Jim Carrey een spirituele boodschap? Tijdens interviews zegt hij “we zijn een gigantisch veld van energie, dansend voor zichzelf”. “We bestaan niet echt en zijn tetrahedrons dansend rond elkaar”. “We moeten het niet zo persoonlijk nemen en het is allemaal hier voor ons om van te genieten” “Er is geen ik, het gebeurt”. “We gaan nergens heen”. “Wanneer je het allemaal doorhebt, verdwijnt de druk op jezelf en kun je gaan genieten”.
De kracht van wat hij zegt is dat het in lijn is wat al eerder door geleerden en mystici is gezegd en dat iedereen het kan oppakken op de manier die bij hem en haar past. Het past bij zijn al vroeg in zijn leven zelf opgepakte taak dat hij anderen wil duidelijk maken dat zij zich niet al te veel zorgen moeten maken.
Mensen die van stijldansen houden, herkennen wat hij zegt “we dansen samen en gaan nergens heen” in deze video.

De Bhagavad Gita in kort bestek

Bhagavad Gita betekent het lied van de Heer en is het hoofdwerk van de spirituele literatuur van het hindoeïsme als onderdeel van het epos Mahabharata. De Bhagavad Gita biedt een diepgaande filosofie en spiritualiteit die zich richt op het vervullen van onze plichten met toewijding en overgave aan God, terwijl we ons inzetten voor onze eigen spirituele evolutie en verlichting. We zouden ons daarbij niet moeten laten afleiden door zorgen over succes of falen.
In het epos legt Heer Krishna aan krijger Arjuna uit hoe met zelfkennis in vrijheid te leven.
Arjuna staat in tweestrijd en vraagt zich af of hij moet vechten of zich moet terugtrekken, of hij wel of niet moet handelen. Krishna vindt dat te kort door de bocht en legt uit dat hij twee zaken in het oog moet houden.
De mens wikt, God beschikt. Arjuna mag kiezen hoe te handelen, maar moet zich neer leggen (waarde 15, zie onder) dat het resultaat wordt bepaald door Īśvara (God, Saguna Brahma). Īśvara is de directe en materiële oorzaak van het universum. Wanneer de mens zijn handelingen opdraagt aan God is hij voor altijd vrij van handelingen, omdat hij dan één is met God. Bij het verwerven van kennis hoe en wanneer wel of niet te handelen dient hij zich bewust te zijn van een twintigtal waarden.
Deze waarden (deugden) zijn de volgende.
  1. Afwezigheid van trots.
  2. Afwezigheid van pretentie.
  3. Niet kwetsen.
  4. Aanpassing.
  5. Oprechtheid.
  6. Dienstbaarheid aan de leraar.
  7. Zuiverheid.
  8. Standvastigheid.
  9. Zelfbeheersing.
  10. Objectiviteit tegenover zintuiglijke objecten.
  11. Afwezigheid van egoïsme.
  12. Bewust zijn van de problemen van geboorte, dood, ouderdom, ziekte en verdriet.
  13. Vrijheid van eigenaarschap.
  14. Zonder gehechtheid zorgen voor zoon, vrouw, huis, enz..
  15. Gelijkmoedigheid bij het ontmoeten van het gewenste en ongewenste.
  16. Devotie voor de Heer.
  17. Je toevlucht nemen tot een stille plek.
  18. Afwezigheid van hunkering naar gezelschap.
  19. Onophoudelijke studie van de geschriften die zelfkennis geven.
  20. Het zien van de waarheid van het zelf.
‘Je hebt alleen recht op het handelen,
nooit op de vruchten ervan.
Laat de vruchten van je handelingen niet je drijfveer zijn,
maar wees ook niet gehecht aan niet-handelen’.

Bhagavad Gita (II,47).

‘Zoals de onwetende handelt uit gehechtheid aan handelen,
o Bharata (held), zo dient de wijze te handelen zonder gehechtheid,
het welzijn van de wereld verlangend’.

Bhagavad Gita (III, 25).

Lees ook: "De boeken van Swami Dayananda".

De aanbeveling als antwoord op de vraag 'wanneer wel en wanneer niet te handelen' doet denken aan het taoïstische woord wu wei: doen door niet te doen.
Krishna: degene die niet-handelen in handelen ziet, en handelen in niet-handelen is een wijze onder de mensen; hij is een yogi, iemand die alles heeft bereikt wat bereikt moet worden.

Over vrijheid spreekt Paramahansa Yogananda in zijn commentaar op de Bhaghavat Gita (met dank aan Tegenwicht.org).
  • "Elk individu handelt gedeeltelijk op grond van vrije keuze en gedeeltelijk op grond van vroegere neigingen. [Deze hebben] de vorm aangenomen van [..] vooroordelen die de macht van de vrije wil aantasten".
  • "De externe stimuli van de dagelijkse gebeurtenissen in iemands leven roepen in het onbewuste heel gemakkelijk deze oude reactiepatronen op, goede en slechte".
  • "De aan zintuiglijke indrukken verslaafde mens laat zich grotendeels leiden door gewoonten die in het verleden zijn aangeleerd: zijn vrije wil is zwak.
  • Een spiritueel mens echter heeft zijn vrije wil van die banden losgemaakt en heeft zodoende zichzelf bevrijd [...]".
  • "De spirituele mens waakt daarover [...]".
  • "Een vrije wil vibreert in harmonie met de eeuwigheid. Dan is de wil van de mens gelijk aan de wil van God".

Zie ook de Diamantsoetra.

Theoloog die van zijn geloof viel

In het magazine Volzin wordt het overlijden herdacht van theoloog Harry Kuitert (1924-2017): ‘Nee, nee, nee, ik geloof niet in God’.

Een paar citaten.
Theologie levert kennis op over ‘een wezen genaamd God’. Zó hebben de godgeleerden het de eeuwen door gezien. En zo zien de meesten van hen het nog steeds. Maar die gedachte klopt niet, zegt Kuitert. “Alle spreken over Boven komt van Beneden, ook de uitspraak dat het van Boven komt”, aldus de beroemde oneliner waarmee hij reeds jaren terug de centrale idee achter zijn visie op de christelijke geloofsuitspraken verwoordde. Nu trekt hij de consequentie voor de theologie: die levert geen kennis op over God als ware God een realiteit buiten ons, maar informeert over wat mensen over zichzelf denken en zeggen wanneer ze over God spreken.
Nog zo’n stelling waarover de theologen het altijd eens zijn geweest. “Kennis gaat over wat bestaat, anders noemen we het fictie”. Dus meenden ze dat God bestond, want ze hadden er kennis van. Kuitert kwam een tijd geleden al tot precies de tegenovergestelde gevolgtrekking: ‘God is niet van kennis, maar van verbeelding’.
“God is een gedachte van mensen”. Met dit inzicht bevrijdde Nederlands best verkopende en meest omstreden theoloog Harry Kuitert zichzelf van “een hoop trammelant en gespletenheid”, zo zei hij in 2011 in Volzin. Het geloof in hemel en hiernamaals had de toen 86-jarige godgeleerde verlaten.
Tot zover Volzin.

Kuitert heeft veel boeken geschreven over zijn veranderende inzichten in religie. Vlak na de watersnoodramp in 1953 in Zeeland werd hij daar predikant. Hij kon het zien van veel onrecht en rampen op de wereld niet verenigen met het bestaan van een God. Dit was de start van zijn twijfel die uitmondde in steeds meer afstand van het beeld dat mensen van God schetsten en dat uiteindelijk ertoe leidde dat hij van zijn geloof in God viel.

Er zijn een tweetal overwegingen die ingaan tegen de conclusie van Kuitert dat God niet bestaat.
  1. Van God en de menselijke ziel wordt gezegd dat deze afzijdig en zonder oordeel afwachten tot zij worden erkend en ingeroepen.
  2. God kun je niet alleen zien als bron van liefde, maar ook van vrijheid. Zonder liefde geen vrijheid en zonder vrijheid geen liefde. De mens (en ook een dier) is niet werkelijk vrij wanneer dat niet samengaat met het bestaan van onrecht, pijn en overige ellende.
Veel mensen zouden vrijheid willen inruilen wanneer dat onrecht of onveiligheid zou voorkomen. Maar tegelijk ontneemt het dan onze eigen verantwoordelijkheid in het voorkomen daarvan. Je kunt je lot in God's handen leggen, maar voor je handelen ben je altijd verantwoordelijk.

Het wel of niet bestaan van God gaat onze voorstellingsvermogen te boven. Je kunt daarom –gek genoeg- niet stellen dat Kuitert ongelijk had in zijn opvatting dat God niet bestaat.
De apofatische theologie, tenslotte, stelt dat we God het beste benaderen langs de weg van negatie en ontkenning van alle positieve beweringen over hem. God overtreft namelijk onze gedachten, voorstellingen en taal zozeer, dat we hoogstens kunnen zeggen wat hij niet is; pogingen om te zeggen wat hij is kunnen leiden tot het scheppen van afgoden.
God heeft geen vorm en geen buitenkant.
Het idee is dat God zo transcendent en onbegrijpelijk is dat menselijke taal en begrip tekortschieten om God volledig te beschrijven.
Wat meer zin heeft is om te leven naar de intentie van het universum. Hoe wij die bedoeling inschatten zou uiteraard ten alle tijden kritisch bezien moeten worden. Zolang onze visie leidt tot een positieve intentie naar de wereld is niemand van God los.

De boeken van Harry Kuitert

Rigoureuze mystiek

Het onbenoembare benoemen

Meister Eckhart leefde in de late Middeleeuwen. Hij was voor het Vaticaan een omstreden mysticus, omdat zijn ideeën weliswaar simpel waren, maar ook zeer radicaal.
Door de eeuwen heen heeft Eckhart als Dominicaanse priester altijd een tegenwicht gevormd tegen religieuze instituties die haar volgelingen onwetend en afhankelijk wilden laten zijn.
In een preek beantwoordde hij de volgende vraag.

Hoe moet ik God liefhebben?

Je moet Hem liefhebben zoals Hij is: een niet-god, een niet-geest, een niet-persoon, een niet-beeld, verder: zoals Hij is een puur, rein, louter Een, afgezonderd van alle tweeheid, en in dat Ene moeten wij eeuwig verzinken van iets tot niets.

Deze manier van spreken was gebruikelijk in de Joodse en Griekse apofatische theologie. Het Griekse woord apofasis betekent letterlijk ‘weg van de spraak’. Volgens de negatieve theologie is God dan ook zó verheven, dat je hem nooit kunt benoemen. Hij vormt het ultieme mysterie waarop al onze ideeën en voorstellingen afketsen. Of, zoals Eckhart het kort en krachtig in een Latijnse preek zegt: “God is voor ons onbenoembaar vanwege de onbegrensdheid van alle zijn in Hem. Al onze begrippen en namen drukken echter iets uit wat begrensd is. Op die manier kunnen we met ons verstand nooit beredeneren wie of wat God is.
Meister Eckhart geloofde dat de enige manier om in contact te komen met God was door af te stemmen op de innerlijke stilte van de ziel. Hij zag de ziel als een vonk van God die in elk van ons aanwezig is en die we kunnen ontdekken door stil te worden en ons af te stemmen op de goddelijke aanwezigheid. Eckhart gebruikte meditatie, contemplatie en gebed om deze staat van innerlijke stilte te bereiken, waarin we ons bewust worden van onze verbinding met het goddelijke en waarin we ons ego en onze wereldse verlangens kunnen loslaten. Voor Eckhart was dit proces van zelfvergetelheid de sleutel tot het ervaren van de aanwezigheid van God en het bereiken van spirituele verlichting.

Ook in de Advaita Vedanta uit het Hindoeïsme is deze manier van toepassen van de ontkenning om ongrijpbare concepten te benaderen gebruikelijk. Advaita betekent “niet-twee” om de eenheid (non-dualiteit) van alles te benoemen. Neti, neti, niet dit, niet dit. Wanneer de voorbeelden slim gekozen worden, wordt daarmee het ongrijpbare inzichtelijk gemaakt. Door alle beperkende ideeën te elimineren, blijft uiteindelijk alleen het ware zelf over, dat niet kan worden beschreven met beperkende concepten of eigenschappen, maar alleen kan worden ervaren als eenheid en oneindigheid.

Rigoureus en bevrijdend zelfonderzoek

Spiritueel coach Hans Laurentius gebruikt de aanbeveling om tot de waarheid omtrent je ware aard te komen, door een rigoureus zelfonderzoek. De waarheid ontdekken en het pad naar zelfrealisatie wordt dan “als het ware” stap voor stap af te leggen wat je niet bent en wilt zijn.
Dit is een kwestie van inspanning en genade en een moment van compleet loslaten is uiteindelijk onontkoombaar. Eckhart belooft een totale bevrijding.
In het “niet-kennende kennen,” waarbij Eckhart steeds weer ons hele heil in het niet-kennen, niet-weten stelt, wordt de kennis van God een gebeuren van het moment, een “vonkje,” waarin kenner en gekende in een heilige, geheelde geest steeds weer tot één geheel versmelten.

In De vreugde van verlichting schrijft Laurentius "wie God ontdekt, wordt vertrouwen, het is niet een kwaliteit waarover je als individu beschikt; het is (een aspect of karakteristiek van) je aard, het is een deel van wat je bent. Het dualisme verdwijnt en er is niet meer iemand die op God zit te vertrouwen, maar God manifesteert zichzelf als het ware als vertrouwen".

En zo wordt het ongrijpbare hanteerbaar en blijft het altijd levend. Dit geldt niet alleen voor God, maar ook voor liefde, vrijheid en respect.

Lessen voor onze tijd?

"In dat Ene moeten wij eeuwig verzinken van iets tot niets". Anders dan in de middeleeuwen trekken mensen zich voor contemplatie niet meer (lange tijd) terug uit het gewone leven. De geschiedenis maakt tevens steeds meer een einde aan ongelijkheid tussen mensen. Niemand staat in waarde of grondrechten boven de ander, maar we zijn wel steeds (meer) bezig onszelf met anderen te vergelijken. Wij kunnen de uitdaging van Eckhart om te verzinken van iets tot niets oppakken door ons als gelijke van andere mensen en zelfs van dieren te gedragen. Dat heeft positieve gevolgen voor het welbevinden van alle levende wezens op aarde.
Eckhart pleitte ook om van God geen voorstelling te maken. Tegenwoordig wordt "een hoger wezen" aangeduid met de meest uiteenlopende namen: Natuur, Alles, Niets, Leegte, Tao, JHWH. Zou het even serieus nemen in alle eenvoud van deze aanduidingen, met geduld en mededogen, niet een mooie toepassing opleveren van 'Uw wil geschiede"?

De weg te gaan

Vetgedrukt hierboven worden de "drie schatten" genoemd. Eenvoud, geduld en mededogen vormen de toegang tot tao. Keer terug tot de bron. Jezelf kennen is de meest grootse expressie van het leven. Je weg naar huis vinden is een grootse reis. Reis met geduld, ga langzaam en geniet van elke stap. Blijf aanwezig in het moment en je zult vinden wat je zoekt. Laat je leiden door mededogen. Je hart heeft de weg altijd gekend.

Diepte zien in de werkelijkheid

Er is meer tussen hemel en aarde, maar kun je dat ook waarnemen?
Ik ga er vanuit dat de wereld naast lichaam en geest zich in nog meer manieren aan ons kan manifesteren. Wetenschappelijk bewijs daarvoor is dun, maar in dit artikel gaat het meer om wat je er mee zou kunnen. Voorzichtigheid ten aanzien van conclusies over de waarheid blijft geboden.
Sommige "geesten" accepteren alleen tastbare zaken, zij willen niets anders zien dan de materiële wereld. Het zijn als het ware fysische monisten. Ruimdenkende geesten zijn er in allerlei soorten en maten, nuchter en zwevend. De meest lichtvoetige denkers zijn bereid om tot zeven lagen (lichamen, energieën) te zien in de werkelijkheid.
Over (on)sterfelijkheid van de niet materiële lagen en hoe het "technisch" werkt wordt geen uitspraak gedaan. De veronderstelde functie is verbinding met bronnen van informatie, wijsheid en kennis, zoals Akasha-veld, het morfogenetische veld, nulpuntenergieveld, collectief onbewuste, Meer aller Möglichkeiten, het ware zelf, Het Hogere Zelf, e.d..

Uit het eerste van een viertal interviews door Patrick Kicken met Frans Langenkamp.


De bron van ons ik-besef is het ware zelf, dat zich uitdrukt in 7 lichamen, aldus Langenkamp. Iets eenvoudiger ingedeeld is de indeling in 3 niveaus: lichaam, geest en ziel oftewel materie, energie en bewustzijn. Alle onderdelen vormen één geheel. Je bent (bewustzijn) en je hebt zeven lichamen.

          Lichaam
  1. Het grofstoffelijk lichaam, het aardse lichaam, is gemaakt van gewone materie. We hebben dat lichaam, maar zijn het niet. “Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren” vertaalt Langenkamp als “Stof is het lichaam en tot stof zal het wederkeren en gij zijt onsterfelijk bewustzijn”.
  2. Het fijnstoffelijke lichaam of vitaliteitslichaam (etherisch) omhult het vlees-hemd (Gothisch: 'lic-hamo’). De fijnstoffelijke levenskracht (prana of ki/chi) doordringt het lichaam.

    Geest
  3. Het emotionele lichaam (astraal), daar waar gevoelens en emoties leven.
  4. Het mentale lichaam, de gedachtewereld (mind, manas) die ook gevoelens oproept en onze vitaliteit beïnvloedt.

    Ziel
    onderverdeeld in 3 “licht of subtiele” lichamen.
  5. Wijsheidslichaam, het kennis of weten-lichaam.
  6. Ego-lichaam met ik-besef (identiteit, relatieve persoonlijkheid).
  7. Gelukzaligheid lichaam ("de zevende hemel").

In tabel gezet en geleend (aangepast) van zijn site (selfrealisation.net):


LichaamChakraErvaringElementZintuig

Fysiek lichaamWortel chakraIk beweegAardeReuk

Etherisch lichaamHeiligbeen chakraIk ben vitaalWaterSmaak

Astraal lichaamNavel chakraIk voelVuurGezicht

Mentaal lichaamHart chakraIk denkLuchtTast

WijsheidslichaamKeel chakraIk weetRuimteGehoor
Sat

Ego lichaamVoorhoofd chakraIk besefManasIntuïtie
Chit

GelukslichaamKruin chakraIk benZijnBewustzijn
Ananda

In een interview met het Boeddhistisch Dagblad zegt hij:
Bewustzijn doet zich voor in drie aggregatie toestanden.
  1. Bewustzijn in zijn zuivere vorm is het absolute gelukzaligheid bewustzijn, dat in de vedische wetenschappen Sat Chit Ananda, genoemd wordt; de essentie van al wat is, was en zijn zal. Deze essentie van het bestaan noem ik graag ‘het ABC des levens’ – afgeleid van ‘Absolute Bliss Consciousness’.
  2. Bewustzijn in beweging – in vibratie – is energie.
  3. Bewustzijn dat een vorm heeft aangenomen is materie.

Zijn, bewustzijn, en gelukzaligheid: Sat Chit Ananda, worden als een bij elkaar horend geheel ervaren en niet als afzonderlijke eigenschappen van het Zelf.
Alles wat we doen of laten is om ons (weer) gelukkig te voelen, om meer voldoening te ervaren. Je hebt daarvoor contact met jezelf (Ware of Hogere Zelf) nodig. "Voorbij het ego, daar is het Zelf".
Het geluk wil zich manifesteren, wil gedeeld worden in de vorm van liefde.
Het is het bewustzijn dat waarneemt door middel van de zintuigen en wordt geholpen door de hersenen. Op het niveau van bewustzijn (onze essentie) zijn alle mensen (individuen) weer één. Bewustzijn is datgene wat zichzelf kent.
Tot zover een transcriptie van het interview.

Langenkamp noemt naast intuïtie ook bewustzijn als zintuig, -begrijpelijk- want beide leveren input op voor de hersenen. Waar mensen het hart associëren met voelen, plaatst hij de 'ervaring' "ik denk". Het onderscheid tussen de rijen is geen grens, zoals ook de lichamen niet werkelijk te onderscheiden zijn.

Wat heb je aan de visie over zeven lichamen?
Volgens Frans Langenkamp en de Advaita Vedanta, die hij heeft bestudeerd, is het goddelijke bewustzijn eeuwig(durend). Het is. Het was er al 14 miljard jaren geleden ten tijde van de Big Bang. Direct na deze explosie is energie ontstaan en die is 4,5 miljard jaren geleden gematerialiseerd tot de aarde en vervolgens tot leven. Of het leven bij toeval ontstond of het gevolg is van een goddelijke vonk is eigenlijk voor ons nu niet zo relevant, wel interessant.
De subtiele lichamen verklaren paranormale verschijnselen als onsterfelijke “levensvormen” na de dood en bijna-dood-ervaringen. Je hebt deze inzichten voor het gewone leven niet echt nodig. In die zin is het monisme van de non-dualiteit –dat alles één is- evenwaardig aan het fysisch monisme, dat alleen de aardse materiële werkelijkheid aanvaardt. Het non-duaal bewustzijn is alles omvattend. Bewustzijn is de essentie van onze ziel; bewustzijn is ons ware zelf en onze gemeenschappelijke essentie.
Wat deze visie voor mij verheldert is de uitspraak “vanuit het hart leven”. Dit zinnetje wordt vaak door vrouwen aan mannen gezegd omdat zij weg willen van de cerebrale benadering. In het schema van Langenkamp kun je “vanuit het hart leven” zien als het gelijk wegen van verstand, gevoel en intuïtie. Je kunt je op alle zeven lichamelijk niveaus tegelijk en vrij bewegen en je hoeft om gelukkig te zijn geen andere moeite te doen dan blokkades weg te nemen.
Wie deze weg volgt, zal er alleen beter van worden, wanneer hij bereid is tot radicale evenwaardigheid, door alles en iedereen open en zonder oordeel tegemoet te treden.

Alle zeven lichamen zijn in beweging of in ontwikkeling en de aard van haar (on)vergankelijkheid verschilt.  Een deel van die ontwikkeling kunnen we ervaren, maar we moeten ons erbij neerleggen dat er ongrijpbare elementen overblijven die we alleen kunnen beleven wanneer we ze loslaten.
Er is onderlinge samenwerking in de vorm van chakra’s; meridianen (nadi’s); aura’s; yin en yang; hartcoherentie; hersengolfcoherentie; en het hara punt.

Tot zover Frans Langenkamp.

Robert Bridgeman onderscheidt vier lichamen: het fysieke, het etherische, het mentale en het spirituele lichaam. Een goede balans kan het verschil maken tussen een zwaar en een licht leven. De vier lichamen zijn samen een energieveld. Alleen het fysieke lichaam is empirisch of zintuigelijk vast te stellen.

Energie kan niet worden gecreëerd of vernietigd. Het manifesteert zich op verschillende frequenties en we hebben er interactie mee op verschillende niveaus.

De wetenschap beperkt zich tot de fysieke wereld en fysieke energie. Metafysica valt er net buiten, het ontstijgt het onderzoekbare, zo je wilt. Hoogstens kan worden onderzocht hoe mensen omgaan met opvattingen erover.

Emotionele energie in het etherische lichaam wordt gevormd door gevoelens in het lichaam die worden geproduceerd door biochemie, zoals hormonen. Deze fysieke energie is niet waarneembaar met onze zintuigen.

Geestelijke energie in het mentale lichaam wordt gevormd door gedachten in de hersenen die door neurochemie worden geproduceerd en die impulsen in staat stellen om over synapsen te springen. Deze zijn nog minder tastbaar in het lichaam omdat ze in de hersenen voorkomen. Ze zijn verantwoordelijk voor het triggeren van de biochemische reacties van emoties.

Tenslotte is er metafysische energie in het spirituele lichaam, die zich niet in het fysieke manifesteert - en dus niet kan worden ervaren door het lichaam, de emoties of de geest. Voorbeelden bestaan ​​daarom niet als iets dat in woorden kan worden uitgedrukt, maar kan worden beschreven als mystiek of wonderbaarlijk.

Metafysische energie is zo verfijnd dat de overdracht moet worden vertraagd om neurologisch als gedachte in contact te komen met het menselijk brein. Het vertraagt ​​verder om als emotie contact te maken met de menselijke biochemie. Het vertraagt ​​nog verder om als lichamelijkheid met de 5 zintuigen van het lichaam te communiceren. Het bestaan ervan kan worden ervaren, aangenomen of afgeleid, maar niet worden bewezen, laat staan afgedwongen. Het is het gebied van het vormloze hogere bewustzijn of Hoger Zelf: universeel en onsterfelijk. Het is dat wat ons allemaal verenigt.

Voor spirituele ontwikkeling beveelt Bridgeman het boeddhistische achtvoudig pad aan.

Lees ook: Boeken van Robert Bridgeman.

Deepak Chopra onderscheidt een wel (individueel) en niet plaatsgebonden geest.
“Door zijn aard maakt de plaatsgebonden geest voortdurend onderscheid tussen ons en de rest van de schepping. De niet-plaatsgebonden geest – het universele bewustzijn - daarentegen is zuiver ziel, zuiver geest. Hij opereert buiten de begrenzingen van de normale tijd-ruimtelijkheid, is de ordende en verbindende kracht in het universum en kent geen beperkingen in ruimte en tijd. Door zijn aard verbindt de niet-plaatsgebonden geest alle dingen – omdat het alle dingen is. Hij vraagt niet om aandacht, energie of goedkeuring, is inherent één en trekt daarom liefde en acceptatie aan. Hij is immanent creatief, vormt de oerbron van alle creativiteit”.

Chopra onderscheidt zeven bewustzijnstoestanden. De vijfde toestand wordt kosmisch bewustzijn genoemd omdat je bewustzijn het vermogen heeft gelijktijdig in de plaatsgebonden en niet-plaats gebonden dimensie te verkeren. Wetende (en dus erkennende) dat je verbonden bent met niet-plaatsgebonden intelligentie begint synchroniciteit zich werkelijk te manifesteren.

Lees ook: Boeken van Deepak Chopra.

Jan Geurtz schrijft in zijn boek "Verslaafd aan denken. De weg naar verlichting en levensgeluk" over bewustzijn en materie dat het twee verschillende verschijningsvormen zijn van een derde, onderliggende werkelijkheid.  We hebben de neiging om de twee als gescheiden en onafhankelijke entiteiten te zien. Op het allerdiepste niveau is de werkelijkheid bestaande uit abstracte, maar levende potentialiteit en vormt het de bron van alles.
We kunnen het bestaan daarvan slechts benaderen door te omschrijven wat ze niet is (via negativa) en via analogieën en symbolen. We kunnen proberen het rechtstreeks te ervaren en dan geldt het vooral voor onszelf als bewijs. De werkelijkheid is noch objectief en werkelijk bestaand, noch subjectief en niet-bestaand. Ze kan niet logisch vastgesteld worden, noch ontkend. Zie ook bij de labels neti neti. Een fysisch monist kan hier waarschijnlijk niets mee en dat is ook niet nodig.

Lees ook: Boeken van Jan Geurtz.

Wie bovenstaande visies naast elkaar z(i)et kan niet anders concluderen dan dat er geen overeenstemming is over de aard van de metafysica. De eerste zin van dit artikel blijft staan.

Evolutie van het geloof in God

In het Het oerboek van de mens, de evolutie en de Bijbel wordt de evolutie van de mensheid vergeleken met de ontwikkeling van de Bijbel en het geloof in God(en).
De uitvinding van de landbouw 10.000 jaar geleden riep oplossingen (voedselzekerheid) en problemen (ziektes) op die de samenleving van jagers en verzamelaars daarvoor niet kende. De Bijbel probeert volgens de schrijvers, Carel van Schaik en Kai Michel, de gevolgen in de loop van de geschiedenis te beschrijven.
Bij het ontstaan van de landbouw ontstond bezit. Dat bezit moest worden beschermd anders haalt Jan en alleman de vruchten van jouw werk van het land. Iedereen moest dit leren (respecteren). Het had ook gevolgen voor het beeld dat mensen van God en goden had. Door de Schriftgeleerden werd dat beeld stukje bij beetje omgevormd van een veelgoderij naar een monotheïsme. Die God was oorspronkelijk niet alleen en almachtig, maar door slimme toepassing van psychologie (immuniteit voor tegenargumenten) wisten de religieuze gezaghebbers een godsbeeld te maken waarbij allerlei ellende als logische straf van een en dezelfde God werd bestempeld. De uitdaging was om de mensen niet te vervreemden van de straffende god, maar deze juist te binden doordat het welzijn van de samenleving afhankelijk werd gemaakt van voorbeeldig en volgzaam gedrag van individuen. Het is ook de ontwikkeling naar een niet meer te controleren godsbeeld dat je gelooft of niet.
Het belang van bezit en clanvorming had grote sociale gevolgen voor de positie van de vrouw en het erfrecht. Het ongelijk verdelen van taken, rechten en bezit moest een logische basis krijgen en een monotheïstische samenleving maakt dat gemakkelijker te beheersen.

Drie vormen van menselijke natuur

De schrijvers maken onderscheid tussen drie niveaus van menselijke natuur. Het is de eerste natuur, met aangeboren (buik)gevoelens, reacties en voorliefdes, die zorgt voor liefde binnen een gezin en familie en die rechtvaardigheid wil zien. Het is ook een natuur, die ons doet geloven in een bovennatuurlijke wereld van doden en geesten met wie je kunt communiceren. Wie droomt er nu niet over onsterfelijkheid?
De gewoontes die we ontwikkelen in een cultuur en proberen te bewaken en aan jongeren te leren om een samenleving leefbaar te houden noemen ze onze tweede natuur.
In de ontwikkeling van de Joodse voedselwetten waren de talrijke voorschriften ook het antwoord op de problemen die ontstonden bij het ontstaan van de nieuwe ziektes na het omschakelen naar een landbouwcultuur.
De derde natuur is een intellectuele, gericht op logica, voorspelbaarheid en controleerbaarheid. Deze natuur is alleen verstandelijk en staat daarom soms haaks op onze eerste natuur.
Mensen hebben de neiging om een eenmaal ingeslagen pad te blijven volgen. Van die neiging maakten de religieuze machthebbers gebruik om een godsbeeld te maken waarin de drie naturen maar één conclusie overliet: je kunt maar beter vertrouwen en meewerken met een God die het (uiteindelijk) goed bedoelt. Hoe onlogisch en tegenstrijdig de straffen ook soms lijken, ze droegen (verrassend?) juist bij aan het bestendigen van het geloof.

In het Oerboek worden ook twee beelden van het leven van Jezus beschreven. Het ene beeld doet recht aan de behoefte van Joodse tijdsgenoten die een Messias zochten als wereldse koning, die het volk beschermde tegen eeuwenoude vijanden. Het andere beeld is van Jezus die aan de basis stond van een christendom dat hij nooit bedoeld heeft op te richten en tot ontwikkeling kwam buiten Palestina en dus andere politieke belangen had. Het christendom bracht het Nieuwe Testament waarin volgens de schrijvers verklaard werd hoe God via Jezus mens werd en de mensheid “verlost” werd van de greep van de duivel.
Het is een van de vele voorbeelden in de religieuze geschiedenis hoe de dood een rol speelde in wat mensen wilden, maar niet mochten geloven en hoe religieuze voorgangers dat geloof probeerden bij te sturen en in te zetten voor hogere, maar ook voor eigen belangen.
Het voorlopige eindpunt van de religieuze evolutie volgens de schrijvers is een geloof waarin iedereen iets kan vinden dat recht doet aan elk van de drie menselijke naturen. De schrijvers van Het Oerboek van de mens noemen het een knappe prestatie van de schrijvers aan de Bijbel dat zij in ongeveer 1000 jaar een straffende God lieten samenvallen met een liefdevolle.

Voor mijzelf als agnost is het een zeer leesbaar boek dat voorstelbaar maakt hoe het beeld van een zichtbare schepping en evolutie kan samenvallen met een ongrijpbare schepper. Het boek behandelt inconsequenties in de Bijbel en pakt vaak gestelde vragen op als "wat was er nu zo erg aan het eten van een appel door Adam en Eva uit het paradijsverhaal"? en "hoe kan een almachtige God zoveel ellende toelaten"?

Abstracte theorie versus concrete verhalen

Terwijl je in een theorie gemakkelijker een verklaring kan behandelen, is een verhaal een vorm die breder leidt tot acceptatie of navolging.
De drang naar vrijheid is een spirituele verklaring van een universele behoefte van levende wezens. Een concept als vrijheid als schepping van het hogere (die zowel voor God zelf als de individuele mens geldt) vind ik overigens een veel logischer verklaring voor het bestaan van ellende, maar ook voor de kwaliteit van het leven. Daarvoor hoef je geen 400 pagina’s te schrijven over hoe de mensheid eeuwenlang heeft geworsteld met die inconsequenties. Dat vraagt wel een werkzame integratie van de drie naturen van de mens. Ik geef toe dat die integratie voortdurend aandacht vraagt.
Ik hoop dat dit boek mensen aan het denken zet en hen doet twijfelen die vinden dat zij door hun geloof meer (waard) zijn dan een ander, mens en dier.

De Drie-eenheid en het slaan van een kruis

Christenen slaan een kruis na afloop van een gebed: “in de naam van de vader, de zoon en de Heilige Geest, amen”. Eerst de vingers aan het hoofd, dan aan het hart, ene schouder, andere schouder. Religie komt van “religare”, latijn voor verbinden. In het geloof wordt het hogere met het lagere verbonden en zijn mensen gelijkwaardig met elkaar. Zo kun je de verticale en horizontale lijnen verwoorden die je met een kruis slaat. Vrijheid (hoofd), gelijkheid (hart), broederschap.

Van oudsher hebben mensen in een God of goden almachtige krachten voorgesteld, die bereid waren hun te helpen om te overleven. En wanneer dat te veel gevraagd was, dan was het mooi dat er een leven na de dood in zou zitten, wanneer zij door een offer te plengen de goden gunstig zouden stemmen.

Ze waren nog wel geïnteresseerd in een Messias die hun zou bevrijden en die de dood zou overwinnen, maar de manier waarop Jezus zijn leven offerde was niet hun beeld van een Verlosser.

Jezus noemde zichzelf de zoon van God en na zijn opstanding uit de dood stortte hij de Heilige Geest uit over zijn volgelingen.

Het bestaan van deze drie goddelijke personen werd vastgelegd tijdens het concilie van Nicea in het jaar 325 door keizer Constantijn de Grote. Tot die tijd werd door christenen getwist over de goddelijke en menselijke natuur van Jezus. Jezus zou niet op één lijn mogen worden gesteld met de almachtige God.
De boodschap van Jezus was dat het Koninkrijk Gods geen wereldse heerschappij inhield waar God’s wil erkend moest worden als wet, maar dat de menselijke geest de plaats was om in de zoektocht naar waarheid God te vinden. Het is in de geest waar Jezus eeuwig leven heeft doordat mensen de liefde over generaties blijven uitdragen. Op deze wijze kan ‘God is liefde’ worden begrepen.
Niet alle mensen waren blij met de niet-politieke opvatting van Gods boodschap. Het zou betekenen dat zij van God niets hadden te verwachten bij wereldse zaken. Volgens Frédéric Lenoir heeft Judas Jezus verraden omdat hij hoopte dat Jezus na gevangenneming door de Romeinen eindelijk zijn vermogen tot het doen van wonderen zou aanwenden om de Romeinse heerschappij te overwinnen. Judas probeerde Jezus voor zijn politieke karretje te spannen.

Doordat het Romeinse rijk zich in de loop van de vierde eeuw tot het christendom bekeerde, startte een lange periode waarin staat en kerk waren vermengd en waarbij de christelijke boodschap vele malen in zijn tegendeel werd uitgelegd ten koste van ontelbare doden. Pas bij het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) deed de Kerk afstand van de wereldse macht.

Wie de ouderwetse opvatting over een heersende God aanhangt, probeert via het gebed wereldse zaken te verkrijgen. Die God is door Nietzsche dood verklaard en een dergelijke poging tot communicatie met God is zin- en vruchteloos.

In de beleving van spiritualiteit is er in de millennia een verschuiving opgetreden van een onpersoonlijke opvatting van God -die heerst- naar een persoonlijke relatie met God waarin de boodschap van Jezus om jouw naaste lief te hebben wordt gedeeld. Wie leeft volgens de leer van Jezus vraagt in gebed steun voor het vergroten van zijn vermogen tot geduld, liefde en compassie en voor het niet-oordelen over de ander. Het is geen volgen van wetten, maar leven in de geest van Jezus om zonder oordeel lief te hebben. De ander mag zijn wie hij is zonder zich te hoeven te bewijzen.
Zie voor verdere verdieping, dit artikel.

Twee manieren om God te benaderen

De bevestigende en ontkennende manier

Het denken van mysticus Meister Eckhart (1260-1328) oefent grote aantrekkingskracht uit op wie verlangt naar universele spiritualiteit en wie uit meer dan één religieuze traditie wil putten.
Nu exclusieve binding in onze tijd aan één confessie steeds meer plaats lijkt te maken voor meervoudige religieuze interesse, kan de middeleeuwse theoloog en prediker Eckhart zich aandienen als een inspirerende figuur die de verschillen kan overbruggen.

Van de twijfel en het niet weten een kracht maken

Wanneer religie wordt vermengd met machtsmisbruik dan roept dat soms heftig verzet op. In 1566 vernielden protestanten beelden in de katholieke kerk tijdens de beeldenstorm. Dit niet alleen vanwege verzet tegen een te letterlijke verbeelding van een niet in vorm te vatten God, maar ook als protest tegen liefdeloze onderdrukking door Spanje en Rome. Het beeld van een God met menselijke eigenschappen, die bovendien op onze hand is, sterft (zeker in het Westen) meer en meer uit. Het heeft geen zin om letterlijk op zoek te gaan naar een aanwijsbare God of naar de Tao of proberen te bewijzen dat er wel of niet een God bestaat.
Een voorbeeld van dat verschil in God of het hogere Zelf benaderen is het verschil in de negatie(ve), apofatische manier van benaderen en de positieve, katafatische manier. Let wel, dit is geen waarde oordeel; het "negatieve", ontkennende (de via negativa) is van gelijke waarde als het positieve. De prioriteit bij ontkennende element ligt boven het bevestigende.

De negatie(ve) theologie is in haar methode verwant aan de postmoderne deconstructiefilosofie van Derrida en anderen. Ze maakt gebruik van het apofatische (nee-zeggende) spreken, dat probeert uit te drukken wie God is via ontkennende uitspraken: God is niet goed maar ook niet slecht, niet groot maar ook niet klein, hij kent geen liefde maar ook geen haat, hij is niet almachtig maar ook niet machteloos. Door te omschrijven wie God niet is, kunnen we directe ervaringskennis verwerven over wie God wel is. Deze kennis kan echter nooit in woorden en begrippen worden uitgedrukt.
Een dergelijk apofatisch spreken is bij Meister Eckhart overal te vinden: God is een niets, we moeten van God verlost worden, we moeten alle beelden over God achterlaten. Ons diepste innerlijke zelf bestaat uit een goddelijke vonk waar verder niets over kan worden gezegd. Eckhart spreekt van het zielenvonkje. Wat daar gebeurt, is ‘onuitsprekelijk’ en ‘zonder woorden’. De belangstelling van het grote publiek voor Eckhart richt zich vaak op deze apofatische elementen in zijn werk, die de onzegbaarheid en onkenbaarheid van God benadrukken. Ook westerse boeddhisten kunnen Eckhart derhalve lezen en zich op hem beroepen.

Naast dit apofatische spreken, dat meestal alle aandacht krijgt, kan bij Meister Eckhart ook nog een ander discours worden gevonden. Binnen de theologie wordt dit tweede discours ook wel omschreven als het katafatische (bevestigende) spreken. De katafatische theologie probeert uit te drukken wie God is door middel van bevestigende uitspraken over God: ‘God is goed’, ‘God is groot’, ‘God is liefde’, ‘God is almachtig’. Dit katafatische spreken komt tot uitdrukking bij Eckhart in verschillende metaforen, waarvan de bekendste luidt, dat God zijn Zoon elk moment in de ziel baart. De Godsgeboorte was niet slechts een eenmalige gebeurtenis tweeduizend jaar geleden, maar vindt elk moment ononderbroken plaats.

Het leeg worden waar Meister Eckhart over spreekt, is dus geen doel op zich, maar dient ertoe om ruimte te scheppen zodat God zich onbelemmerd kan uitstorten in de ziel, en de oorspronkelijke eenheid van God en de ziel zich volledig kan manifesteren. Eckharts nadruk op de oorspronkelijke eenheid en eenvoud van God is een ander voorbeeld van hoe men met religieuze diversiteit om kan gaan zonder de eigenheid van de eigen traditie te verloochenen.

Zie ook Het positieve van de negatie.

Een essentie, die per definitie ongrijpbaar is, valt slechts te ervaren door je er voor open te stellen. God, Tao, vrijheid en liefde zijn de bron én de bestemming van alles zonder een letterlijk begin en zonder een letterlijk einde te zijn.

Zie op dit blog ook Robert Bridgeman over "duiding".
Auteur André van der Braak schrijft over "Het zielenvonkje van Eckhart.

Ik ben niet mijn brein

Psychiater Herman M. van Praag (1929) keek met journalist Tjerk de Reus op 81-jarige leeftijd terug op zijn werk en leven. Hij startte zijn loopbaan als vernieuwer door te pleiten voor medisch-biologisch hersenonderzoek rond psychiatrische ziekten. Hij benadrukt het belang van aandacht voor religiositeit bij patiënten. Religieus besef wordt opgeroepen door psychologische processen. De hersenen zijn het intermediair.
Van Praag is een uitgesproken tegenstander van Dick Swaabs stelling: 'Ik ben mijn brein'.
Dat bepaalde delen van hersenen vallen aan te wijzen waar ervaringen worden gegenereerd is nog niet het bewijs dat die delen de enige, interne oorzaak zijn van die ervaring. Maar wat zegt dat over de externe oorzaak daarvan? Duidt de ervaringen van God en een bijna-dood-ervaring op een illusie of op een realiteit? Hoe belangrijk is het om met patiënten daarover een gesprek te voeren?
De Reus zaagt in het boek God, religie en ons brein de joodse van Praag door op zijn kijk op God, de staat Israël en het christendom.
Van Praag gelooft in het bestaan en werking van een ziel en een vrije wil. Hij kan er mee leven dat hij dit bestaan niet kan bewijzen. “Ik heb ook geen bewijs dat ik van mijn vrouw houd. Ik ervaar dat zo. Ik ben er zeker van”.
Hij ziet een intentionele kracht achter de natuur en evolutie en vooruitgang in de menselijke geschiedenis. Gelijkwaardigheid is een zeer belangrijk principe voor van Praag, maar hij behoudt zich het recht voor om verschillen te beoordelen.
Van Praag ziet de Almachtige als een feilbaar wezen die fouten kan maken en bereid is naar mensen te luisteren en zich te laten corrigeren. Van Praag gaat dan ook graag met God in discussie.

Een citaat uit het boek:
Tjerk de Reus: Het valt op dat u soms erg abstract over God spreekt. Hij zou een ‘bovenpersoonlijk proces beheersend principe’ zijn, schrijft u ergens, of de ‘totale abstractie’, maar in Tenach (Joodse boeken, waaronder de Thora, Profeten, Geschriften) is God de nabije, de aanwezige, de tastbare, die hulpelozen opricht uit hun misère. Uw redeneertrant doet soms sterker denken aan rationele wetenschap, dan aan de tastbare God uit de Bijbelverhalen.
Van Praag: In het jodendom zoals ik dat zie en beleef, is God enerzijds de totale abstractie, de totaal Andere. Tegelijk is Hij de volstrekt Nabije, de Aanspreekbare, degene die onder ons wil leven, die probeert om de menselijke geschiedenis te beïnvloeden. Dat is een forse paradox: abstract – en tegelijk nabij en eigen, maar juist dit paradoxale boeit mij. Het godsbegrip is een mysterie: hoe kan nu een wezen èn abstract èn concreet zijn? Toch zie ik dat zo. Ik niet alleen, het is een gangbare visie in het Judaïsme. Van God geldt dat Hij afkomstig is uit een andere, bovennatuurlijke werkelijkheid. Weliswaar is Hij ‘proces beheersend’, maar wel metafysisch, bovennatuurlijk. Als dat alles zou zijn wat we over God weten, zeg je: wat hebben we daar dan aan? Proces beheersend op een manier die wij totaal niet vatten … Maar Hij is ook totaal aanwezig, onder de mensen. Dat vind je bijvoorbeeld in de psalmen die je net noemde. Dus aanwezig èn afwezig, concreet en abstract, dat zijn paradoxen die ons verleiden tot filosoferen, tot nadenken – en vooral lezen en herlezen van de Thora.

We zijn in staat om tegengestelde zaken samen te laten gaan in ons beleven. Je kunt die beide waarderen, combineren – maar uiteindelijk niet integreren. Dat geldt voor weten en geloven, voor wetenschap en religie.
….
Ik geloof dat er een aantal grondprincipes is, die in elke maatschappij behoren te gelden. Die zijn verwoord in de Tien Geboden.


Klik hier voor een video-interview met Herman van Praag.
Zie ook Arie Bos "Mijn brein denkt niet, ik wel".

Uw wil geschiedde

“Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel”

Het is een regel uit het Onze Vader dat in de loop der tijden miljarden malen moet zijn gepreveld. Een oplettende lezer zal zien dat er een spelfout zit in de titel. "Geschiede" is een sporadisch gebruikte werkwoordsvorm, de aanvoegende wijs (conjunctief), "geschiedde" is verleden tijd, geschiedenis.

Er zijn vele vormen van geloven, een paar typeringen.
Je hebt mensen die denken dat je een God kunt inzetten voor het behartigen van de eigen belangen. Ze bidden dan ook om iets te krijgen. Je hebt gelovigen die God vrezen en proberen hem gunstig te stemmen. Je hebt gelovigen die gewoon zo opgevoed zijn en er verder niet zo bij nadenken. Zij volgen de rituelen en zeggen regelmatig een gebed op. Een ander heeft een gesprek met God waarin de meest intieme zaken worden gedeeld. En dat werkt op zich bevrijdend.
Geen wonder dat God het verder wel gelooft en het laat bij een doodse stilte. Het gaat vanzelf.

'Stilte is de taal van God. Al het andere is slechte vertaling',
Rumi.

Het maakt voorgangers en priesters niet zo veel uit waarom je gelooft. Het is misschien ook wel zo handig om een eindeloos gesprek te voorkomen wanneer niemand kan bewijzen wat nu de wil van Allah of Gods of wie of wat dan ook zou moeten zijn.

Wat je gelooft is vooral een persoonlijke interpretatie. Ik geloof wat ik zowel in mijn hoofd als in mijn hart en buik als waarheid ervaar. Ik noem mijzelf een dubbele agnost. Daarmee wil ik aangeven dat ik niet vind dat het bewijs voor het wel of niet bestaan van een God wetenschappelijk kan worden aangedragen. Het bestaan en de natuur zou je met even veel gewicht kunnen zien als bewijs voor het niet bestaan van een almachtige God (maar een schitterend toeval) als dat het een bewijs is van een zeer doordachte schepping. De schijnbare onzichtbaarheid en ongrijpbaarheid van God zegt mij vooral dat je niet eindeloos moet doorgaan met zoeken. Atheïsme en geloof zijn voor mij evenwaardig.
Het willen switchen tussen jezelf verbergen en zichtbaar worden zie ik in mijzelf, in anderen en in het wel of niet zichtbaar zijn van goddelijkheid. In gesprekken met anderen kan ik mijzelf ontwikkelen en het goddelijke verschijnt tussen individuen.

Hoe verhouden ego en ziel zich tot elkaar?

De ziel wordt vaak gezien als het spirituele of onsterfelijke deel van een persoon dat een diepere betekenis en doel in het leven vertegenwoordigt. Sommige mensen geloven dat het mogelijk is om contact te maken met de ziel door middel van meditatie, gebed, introspectie of andere spirituele praktijken.
Het ego daarentegen verwijst meestal naar het deel van de persoonlijkheid dat betrokken is bij het bewustzijn van de eigen identiteit en het behoud ervan. Het kan zich uiten als de behoefte aan erkenning, controle, macht en status.
Hoewel het ego en de ziel verschillende aspecten van de menselijke ervaring vertegenwoordigen, zijn ze niet per se tegenpolen. In plaats daarvan kunnen ze worden gezien als complementaire aspecten van de persoonlijkheid die samenwerken om een evenwichtige en gezonde persoonlijkheid te creëren. Het is mogelijk om je ego te gebruiken om je doelen te bereiken terwijl je tegelijkertijd verbonden blijft met je ziel en je innerlijke waarden.
Bescheidenheid wordt vaak geassocieerd met spirituele ontwikkeling, maar het kan ook worden gezien als een deugd die wordt gewaardeerd in veel culturen en filosofieën. Het kan worden gezien als een manier om respect te tonen voor anderen en jezelf niet boven anderen te plaatsen. Het kan ook een manier zijn om nederigheid en dankbaarheid te cultiveren voor wat je hebt in plaats van altijd meer te willen.

Tot een balans komen

Ik probeer het verband en midden tussen het positieve en het negatieve te zien. Ik onderzoek de werking van begrippen als gezag, macht, kracht, potentie, potentiaal en potentialiteit. Ik bezie ze als een spanningsveld dat iets wezenlijks kan oproepen. Het verschil tussen gezag en met macht is dat mensen met gezag zich bewust lijken te zijn dat zij weten wanneer te doen en wanneer te laten. Dat "dwingt" respect af.
Dualiteit onthullen en balanceren om non-dualiteit tot zijn recht te laten komen.
Ontregelende humor als geweldloos wapen in de strijd om serieuze zaken liefdevol te beslechten, waarbij de bevrijdende lach haar werk ongemerkt kan uitvoeren.
Woorden vangen niet het ongrijpbare, maar verbeelden in de communicatie het ont-vangen en ont-moeten.

Mijn beeld van een hogere macht is voor mij niet het beeld van een mens (lees: vader of iemand op een troon) en niet een hoger niveau, hoogstens een andere dimensie. Elk levend wezen zou een vorm kunnen zijn waarin iets goddelijks is uitgedrukt en aanwezig is. Het menselijke ego kan een verbinding met andere wezens en ook die hogere macht belemmeren. Ik acht het best denkbaar dat een paradijselijk wereld (non-dualiteit) ook realiteit kan zijn wanneer mensen stoppen met het oordelen over elkaar en elk levend wezen met respect benaderen. Respect betekent voor mij een spanningsveld, namelijk het tegelijk betrokken zijn en de juiste afstand bewaren.
Ik zie het ego ook als stoorzender, bron van dualiteit, als de kameel die te groot is om "door het oog van de naald te gaan". Wie een stapje terug doet, ziet "meerdere wegen naar Rome" en "wie het kleine niet eert is het grote niet weerd'.

Een zinnetje als “Uw wil geschiede” kan dan voor mij deze aanbeveling betekenen: laat het goddelijke wat in elk levend wezen aanwezig is tot uitdrukking komen. Ik vind het van belang dat de functie en werking van mijn ego en van anderen wordt doorzien. Zodat werkelijke verbinding en synchroniciteit tot stand en tot leven komen in vrijheid en evenwaardigheid, telkens opnieuw uitgevoerd en er zin kan worden uitgewisseld, gekregen en gegeven.

Hoe worden we nieuw zonder angst?

Een mens wil zich ontwikkelen, niet vervreemden tot een ander. Door te ontwikkelen worden we meer onszelf, door te veranderen raken we verder van onszelf. Ontwikkeling komt van binnenuit. Veranderingen zijn zichtbaar aan de buitenkant. Maak wat je wel wilt veranderen zichtbaar in jouw doen en laten.

Uit een boek “Leven op jouw eigen voorwaarden. De volgende stap in vrijheid”, toegeschreven aan Osho.

Hoe worden we nieuw? – iedereen wil nieuw worden. Daar is moed voor nodig, en geen gewone moed; er is buitengewone moed voor nodig. En de wereld is vol lafaards, daarom zijn mensen opgehouden met groeien. Hoe kun je groeien als je een lafaard bent? Bij elke nieuwe kans deins je terug, sluit je je ogen. Hoe kun je groeien? Hoe kun je bestaan? Je doet maar alsof je bestaat.
En omdat je niet kunt groeien, moet je plaatsvervangende groei vinden. Je kunt niet groeien, maar je banksaldo kan wel groeien, dat is een plaatsvervanger. Daar is geen moed voor nodig, het past precies bij je lafheid. Je banksaldo blijft groeien en je begint te denken dat jij groeit. Je wordt respectabeler. Je naam en faam blijven groeien en je denkt dat je groeit? Je misleidt gewoon jezelf. Je bent je naam niet, je bent ook je faam niet. Jouw banksaldo is niet jouw wezen. Maar als je aan je wezen denkt, begin je te trillen, want als je wilt groeien moet je alle lafheid laten vallen.

Tot zover een letterlijk citaat, hierna een gedeeltelijk citeren.

Hoe worden we nieuw? We worden niet nieuw uit onszelf. Nieuwheid komt van buiten, uit het bestaan. De geest is altijd oud. De geest is nooit nieuw, hij is de accumulatie van het verleden.
Je hebt het onbekende misschien vergeten, maar het onbekende heeft jou niet vergeten. Het kind kan de moeder vergeten zijn, maar de moeder heeft het kind niet vergeten. Het deel kan zijn gaan denken: ‘Ik ben geïsoleerd’, maar het geheel weet dat je niet geïsoleerd bent. Het geheel heeft toegang tot jou. Het is nog steeds in contact met jou. Daarom blijft het nieuwe komen, ook al verwelkom je het niet.
Alleen het nieuwe, grondig en volledig geaccepteerd, kan jou transformeren. Je kunt het nieuwe niet in je leven brengen; het nieuwe komt. Het heeft niets met jou en je inspanningen te maken. Maar niets doen is niet ophouden met handelen; het is handelen zonder wil of richting of impuls uit je verleden. Je moet in een toestand van niet-weten beginnen en je moet onschuldig als een kind bewegen, opgewonden van de mogelijkheden – en de mogelijkheden zijn onbeperkt. Handel spontaan. Laat het moment beslissend zijn.
Het is alsof er een golf in de oceaan opkomt, een majestueuze golf. Hij zal verdwijnen, terugkomen en nog eens oprijzen. Zo is God – komt, verdwijnt, komt weer verdwijnt. De intervallen, die leegten houden je helemaal fris.
Sta er eens bij stil – elk moment komt op, net als een ademhaling. Je ademt in, je ademt uit. Laat elk moment een geboorte en een dood zijn. Dan zul je nieuw zijn.
Als je niet inziet dat je niet het ego bent, zul je het nieuwe niet kunnen ontvangen. Het ego is je oude geheugen, een inhoud van het bewustzijn. Je bent bewustzijn, niet een geheugen. Het ego is voortdurend bang voor de dood, omdat het willekeurig is.

Voor wie vaak een bange droom heeft en daarin achtervolgd wordt: draai je in jouw droom om naar je angstaanjagende achtervolger, kijk deze/het recht in de ogen en ervaar dat deze dwars door je heen valt en de achtervolging ophoudt. Zie ook deze video.

De volgende stap in vrijheid

Plezier in het leven

Osho heeft nooit zelf een boek geschreven. Zijn volgelingen (Sannyasin) hebben zijn toespraken tot boeken getransformeerd. Osho vertelde over liefde en vrijheid. Hij predikte geen revolutie maar rebellie. Sannyas zijn, is uit het spel stappen en op jezelf leven. Je hoeft niet te wachten tot wereldverbeteraars zich hebben georganiseerd om effectief bij te dragen aan een betere wereld. Het is geen strijd tegen het oude, het is gewoon uit de greep van het oude komen en zo het wurgende systeem te verzwakken en te vernietigen. Verspil het leven niet door te strijden en te vechten, maar geniet. Je leeft in de maatschappij en bent liefdevol, en leeft in de maatschappij als een niemand.
Ieder individu die zichzelf en zijn ego transformeert is een katalysator van de veranderingen in de wereld. Zonder politieke ambities ben je geen bedreiging voor degenen die aan de macht zijn.
Vrijheid van en vrijheid voor kunnen nooit totaal zijn. Het gaat om vrijheid om in het heden te zijn. Een rebel heeft geen verlangen naar macht. Hij viert het leven samen met anderen, creëert geen nieuwe organisatie, maar een gemeenschap. Verlangen naar macht heeft altijd geleid tot conflict, competitie, oorlog en zo naar de dood.

Accepteer jezelf zoals je bent. Je bent dan niet langer verdeeld en denkt niet langer schizofreen 'ik ben dit en ik moet dat zijn'. Je hoeft dan ook niet meer te zoeken naar iets hogers, omdat je er al in leeft.

In het oude Hebreeuws staat het woord God voor ‘dat wat is’. ‘G’ staat voor ‘dat’; ‘O’ staat voor ‘wat’; ‘D’ staat voor ‘is’. Het verwijst naar een aanwezigheid. Het leven en het universum is synoniem met God.

Osho noemde zichzelf agnost, waarmee hij wilde aangeven dat het niet nodig was om naar een God te zoeken, wanneer Goddelijkheid voldoende is.

10 alternatieve geboden (adviezen) door Osho

  1. Neem geen bevelen aan, anders dan die van binnenuit jezelf komen (Ken u zelve).
  2. De enige God die bestaat is het leven zelf; God is geen persoon.
  3. De waarheid ligt binnen in je, zoek het niet buiten jezelf.
  4. Liefde is gebed, acceptatie van alles wat er gebeurt.
  5. Leeg te zijn is het middel tot de waarheid.
  6. Leven is hier en nu.
  7. Leef, terwijl je totaal wakker wordt.
  8. Ga niet tegen de stroom van het leven in; het leven leeft jou.
  9. Sterf elk moment zodat je elk moment vernieuwd kunt worden.
  10. Houd op met zoeken, sta stil en kijk.

"Vrijheid betekent het vermogen om ja te zeggen wanneer ja nodig is,
nee te zeggen wanneer nee nodig is,
en soms te zwijgen wanneer niets nodig is stil zijn, niets zeggen.
Wanneer al deze ten dienste staande dimensies beschikbaar zijn, is er vrijheid".

Leven op je eigen voorwaarden, de volgende stap in vrijheid (bol.com).

Voor wie het eens simpel verwoord van een ander wil horen.
Plezier is het ervaren van flow in speelse verbinding met anderen en houdt van alles gezond.

Ken je echte kracht

Een mooi voorbeeld dat wijsheid zowel kan worden gevonden in de diepte als aan de oppervlakte komt van Hannah Shotbolt. Zij deelt haar visie op God en non-dualiteit, terwijl ze haar nagels lakt.

Ik vind haar helder.

Waarschuwing vooraf: dit filmpje kan jouw ego angst aanjagen.
Laat de inhoud van de boodschap binnenkomen zonder je te richten op degene die het brengt (verschijningsvorm).

Voor een meer klassieke manier om dezelfde spirituele boodschap te horen (ga naar 24:25 op deze video).

Vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief om te beledigen

Vrijheid van meningsuiting betekent dat het ons vrijstaat om onze mening te uiten in woord, schrift of beeld. Wie zich niet zo goed bewust is van het verschil tussen een feit, een mening of een oordeel, kan ten onrechte denken dat hij alles mag zeggen. Wie de holocaust ontkent, ontkent een feit en kwetst daarmee slachtoffers van dat feit. Omgekeerd, iemand die zegt dat hij zich gekwetst voelt kan niet stellen dat degene die hem kwetst de wet overtreedt. Gevoelens hebben voor jezelf waarheid, maar die kan een ander niet worden opgelegd als feiten.

Gevoelens en meningen zijn een persoonlijke zaak. Oordelen zijn dat niet. Wie tegen een ander zegt “ik vind jou een klootzak” komt daar juridisch mee weg. Wie zegt “jij bent een klootzak” niet per se. Het is een beledigend oordeel.
Ius mentis: Je hebt het recht om je mening te uiten en daarbij te schokken, kwetsen of verontrusten. Maar er zitten wel degelijk grenzen aan de uitingsvrijheid. De wet noemt smaad, laster, privacy, discriminatie en haat zaaien als belangrijkste grenzen.
Het is overigens een misverstand dat je door "Ik vind" ergens voor te zetten, altijd legaal bezig zou zijn. Er is juridisch geen verschil tussen "Ik vind hem een oplichter" en "Hij is een oplichter". Uit de context moet blijken hoe je die zin bedoelde: als daadwerkelijke beschuldiging, als stoom afblazen of prikkelende overdrijving in een recensie van een winkel? Wel is het zo dat een opinie anders beoordeeld wordt voor de wet dan een feitelijk relaas.
Tot zover Ius mentis.

Bestaat het recht om te kwetsen?
Dat recht bestaat niet en je kunt ook niet iemand de mond snoeren door te beweren dat hij jou gekwetst heeft of dat je je door een uitspraak gekwetst voelt.

Godslastering is niet strafbaar, vermoedelijk omdat God niet aantoonbaar een persoon is. Belediging van groepen, het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld zijn wel strafbaar. Zo kan een samenleving provocateurs grenzen stellen.

Een machtig persoon (leeuw) tergen is levensgevaarlijk. Spot wordt vaak verpakt of vermomd om machthebbers te bekritiseren. Een nar of een clown kan daar mee wegkomen door ook zichzelf op de hak te nemen. Hele culturen kennen indirecte vormen van subtiel beledigen. Indirect kan ook door het tegenovergestelde te beweren van wat je bedoelt. Het wordt dan de kunst van de goede luisteraar om dit op te pikken.

De gedachte achter etiquette, ethiek, de grondwet, de 10 geboden en wellevendheid is de gouden regel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. In de wet wordt deze grondregel voor allerlei situaties uitgewerkt met zo min mogelijk beperking van ieders vrijheid. In de etiquette wordt zoveel mogelijk voorbeelden uitgewerkt van situaties waarin het gedrag wordt omschreven waarmee je geen grenzen overschrijdt. Wie wellevend is houdt rekening met de ander. Hij past de etiquette toe zodat niemand in de pijnlijke situatie komt dat er grenzen dreigen te worden overschreden.

Een vergelijkbare overweging geldt bij het tonen van respect. Bij respect geldt dat iemands grenzen in acht moeten genomen en dat er optimum is in de mate van betrokkenheid. Die betrokkenheid kan positief of negatief zijn. In beide gevallen is er een spanningsveld tussen betrokkenheid en vrijheid van de ander.

Voorkomen is beter dan genezen. Het is handiger om negatieve gevoelens bij anderen te voorkomen, maar wie zichzelf inhoudt en niet voor zichzelf opkomt vanuit angst voor een ander heeft daarmee vooral zichzelf. Wie een lastige kwestie aan de orde wil stellen kan het beste aangeven wat het hem doet in plaats in de aanval te gaan en stellen dat de ander een fout begaat.

Levenswijsheden van Mahatma Gandhi

Het leuke van uitspraken van Mahatma Gandhi is dat ze elk afzonderlijk een heel verhaal lijken te vertellen. In de beperktheid gaat niets verloren van hun strekking. Ze worden er juist sterker van.

  1. Wanneer het ego sterft, ontwaakt de ziel.
  2. Een oog voor een oog maakt de hele wereld blind.
  3. De grootste vervuiler op de wereld is de armoede.
  4. Als je doet wat je leuk vindt, hoef je nooit te werken.
  5. Wees de verandering die je in de wereld wil zien.
  6. Slechts diegene mag slopen die iets beters kan bouwen
  7. Je kan geen hand schudden met een gebalde vuist
  8. Geluk hangt af van wat men kan geven, niet van wat men kan krijgen
  9. Angst heeft zijn nut, maar een lafaard zijn heeft dat niet.
  10. De spreuk ‘Waarheid is God’ prefereert boven ‘God is Waarheid’. Want velen zijn vermoord in de naam van God, maar niemand is ooit vermoord in de naam van de waarheid.
  11. Spreek alleen wanneer het toegevoegde waarde boven de stilte heeft.
  12. De aarde biedt voldoende om ieders behoefte te bevredigen maar niet ieders hebzucht
  13. Geluk is er als dat wat je denkt, wat je zegt en wat je doet met elkaar in harmonie is.
  14. Goedheid, zelfopoffering en vrijgevigheid zijn niet de exclusieve rechten van enig ras of geloof.
  15. Men kan het niveau van beschaving van een land meten aan de manier waarop dat land met zijn dieren omgaat.
  16. Ik ben bereid om te sterven, maar er is geen doel waarvoor ik zou doden.

Fascinerend aan Gandhi -voor mij- is dat ik hem zowel als een held als anti-held kan zien.

Een goede God is niet nodig

Is het gegeven dat er veel menselijk leed is in de wereld een bewijs dat er geen goede God is?
Uiteraard is dat het bewijs, maar dat wil niet zeggen dat God of Allah, of om het even welke hogere macht dan ook, niet bestaat. Kunnen we accepteren dat er een macht zou kunnen bestaan die niet oordeelt?

Bij de vraag of God bestaat is vooraleerst van belang wat wij onder God verstaan. Is God een persoon, omdat bidden anders geen zin heeft? Is God degene die de evolutie op gang heeft gebracht? Zat God achter de oerknal?
Het moge duidelijk zijn dat je eigenlijk nog niets weet wanneer je op deze vraag een bevestigend antwoord krijgt. Elk antwoord roept eindeloos vervolgvragen op.

Mathieu Weggeman. "Zou het nu ook niet zo kunnen zijn dat mensen niet voldoende verstand of een niet ver genoeg ontwikkeld bewustzijn hebben om te begrijpen aan welke orde zij zelf deelnemen? Er is ook geen mens die een roman kan schrijven waarin de hoofdpersoon intelligenter is dan de schrijver zelf. Graag daarom wat minder stelligheid en arrogantie en wat meer bescheidenheid in het debat over het al dan niet bestaan van God".

Mensen voor wie het in het leven niet meezit, vinden troost in de gedachte dat zij na hun dood opgevangen worden door een liefdevolle God in een hemel. Mensen die een Bijna-Dood-Ervaring (BDE) hebben gehad melden een liefdevolle ontmoeting met overledenen en hemelse toestanden, niemand meldt een ontmoeting met een God. Er is vermoedelijk meer tussen hemel en aarde en er is niets mis mee om te geloven.

De vraag of God wel of niet bestaat zal waarschijnlijk nooit definitief beantwoord worden. Zelfs wanneer religieuze voorstellingen of gevoelens kunnen worden opgewekt door hersenstimulatie wordt deze vraag daarmee niet beantwoord.
Dat is geen ramp. Het kan voor velen een geruststelling zijn dat God zich niet aantoonbaar bemoeit met de gang van zaken op aarde en niemands zijde kiest. Het betekent namelijk dat we vrijheid zouden kunnen hebben en niemand God kan claimen. Vele anderen zouden zich afkeren van religie omdat het geen zin lijkt te hebben om te luisteren naar geestelijken die beweren namens God te spreken. Vooral niet wanneer religies op een oneigenlijke manier proberen macht en controle uit te oefenen. Het is niet zo verwonderlijk dat er vaak oorlog is met die landen, waarin veel religieuze fundamentalisten wonen. Een fundamentalist is iemand die vindt dat hij zijn visie over het ware geloof aan een ander mag opleggen, desnoods met geweld. Geen wonder dat Allah of God zich niet direct laat kennen.
De geest van de 10 geboden, de grondwet en de ethiek is in grote lijnen gelijk: “mijn vrijheid houdt op waar die van een ander begint” en “doe niet aan een ander wat je niet wilt dat een ander jou aandoet”. Deze richtlijnen worden zowel binnen als buiten religies aangehouden. Er is consensus over de grote lijn van wat goed en fout is. Goed is wat de vrijheid van zoveel mogelijk betrokkenen vergroot. Hecht geen geloof aan iets wat niet bijdraagt aan vergroting van vrijheid en liefde.

Misschien heeft geloven in een God nog wel zin; geloven in een God die oordeelt en probeert onrecht te voorkomen, ontslaat ons wel erg gemakkelijk van de verantwoordelijkheid om zelf te waken en na te denken over goed en fout.
Het accepteren dat een goede God niet bestaat maakt het ook logischer om grenzen te stellen aan geloven (religies) die claimen God of Allah aan hun kant te hebben en vervolgens een ongelijkheid introduceren en zich boven een ander stellen.

Het maakt het ook gemakkelijker om mensen uit andere culturen te accepteren en te respecteren in hun geloof, zolang zij zich evenwaardig opstellen. Wanneer we ons zouden oefenen in het achterwege laten van veroordelen en oefenen in het evenwaardig behandelen van onze medemens dan verdwijnt vanzelf de behoefte aan een goede God.

De cijfers begin 2015.
Atheïst. Er bestaat geen God of hogere macht of kracht - 25%.

Agnost. Weet niet of God of een hogere macht bestaat - 31%.

Ietsist. Er moet iets zijn als een hogere macht of kracht - 27%.

Gelovige. God houdt zich met ieder mens persoonlijk bezig - 17%.

Voor zoekers, twijfelaars, gelovigen en atheïsten is onderstaand boek van Frédéric Lenoir zeer inzichtelijk. Als God bestaat, waarom is hij dan onzichtbaar? Wanneer duiken de eerste goden op in de geschiedenis? Hebben joden, christenen en moslims het over dezelfde God? Is God een persoon, een energie of een scheppingsprincipe? En als het een persoon is, waarom dan bijna altijd een man? Kan de wetenschap het bestaan van God bewijzen? Is het boeddhisme een religie zonder goden?
Een citaat uit God?
Wat Jezus betreft kwam verlossing voort uit gebed en uit onze betrekking tot God. Hij wilde de mens opnieuw in contact brengen met zijn goddelijke oorsprong. Maar in navolging van bepaalde Bijbelse profeten bracht hij om te beginnen zijn discipelen een andere kijk op God bij, door hun te tonen dat zijn almacht als het ware onderworpen is aan zijn liefde en aan zijn absolutie eerbied voor de vrijheid van al zijn schepselen. Dat houdt in dat de menselijke wisselvalligheden niet meer mogen worden opgevat als goddelijke beloningen of straffen. God biedt de mens met zijn genade innerlijke ontferming, in plaats van de rechtvaardige voor elk bezoeking te behoeden of de zondaar voor zijn dwalingen met beproevingen te straffen. Daarom zal Hij ook niet in het reilen en zeilen van de wereld ingrijpen.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (18) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (3) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (52) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (164) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (16) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (3) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (13) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (35) eenzaamheid (8) ego (46) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (52) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (80) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (13) ideaalbeeld (2) identificatie (11) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (13) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (9) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (21) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (15) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (2) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (3) motto (1) mystiek (7) nabijheid (2) narcisme (5) natuur (6) negatie (16) neti neti (3) niet doen (23) NLP (1) non-duaal bewustzijn (7) non-dualiteit (41) omdenken (8) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (2) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (16) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (19) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (92) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (24) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (11)