De kans op ongewenste seksuele benadering was voor minderjarigen in een instelling twee keer zo groot als het landelijk gemiddelde van 9,7 procent.
Daarbij is geen verschil tussen instellingen met en zonder rooms-katholieke achtergrond. De commissie schat dat enkele tienduizenden minderjarigen in de afgelopen decennia te maken hadden met grensoverschrijdend seksueel gedrag.
Dit aantal wijkt nauwelijks af van misbruikcijfers onder niet-katholieken in Nederland.
Mensen met een verstandelijke beperking zijn vaker slachtoffer van seksueel geweld dan mensen zonder beperking. Ook is het seksueel geweld ernstiger, en zijn de plegers meestal bekenden van het slachtoffer.
61% van de vrouwen en 23% van de mannen met een verstandelijke beperking heeft een vorm van seksueel geweld meegemaakt, variërend van op een kwetsende manier aangeraakt worden tot verkrachting. Dit is hoger dan in de algemene bevolking. Bij vrouwen met een lichamelijke beperking is dit cijfer 35% en bij mannen 15%. Die percentages worden hoger als er naar specifieke vormen van seksueel geweld wordt gevraagd. Een aanzienlijk deel van het seksueel geweld heeft zich in de jeugd afgespeeld, met name bij mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking. Ook mannen met een lichamelijke of visuele beperking bleken met name op jonge leeftijd vaker seksueel geweld te hebben meegemaakt dan mannen zonder beperking.
Ook in het buitenland is seksueel misbruik aan de orde. In de volgende cijfers gaat het om vrouwen en het instituut huwelijk. Het percentage is vergelijkbaar met seksueel misbruik binnen RK instituten (bijna 20%).
Bijna 20 procent van de vrouwen in de VS is ooit verkracht. Onder de mannen is dat maar 1 op de 71. Bij meer dan de helft van de verkrachte vrouwen was de dader een (voormalige) partner. Bij een op de acht verkrachte vrouwen was de dader een lid van de eigen familie.
Het gaat bij de seksuele misbruik niet op de eerste plaats om seksuele bevrediging. Het gaat om misbruik van macht door seksueel geweld. De seksualiteit wordt als middel of “wapen” gebruikt, om macht uit te oefenen. Seksueel misbruik is niet een gewelddadige vorm van seksualiteit, maar een seksuele vorm van geweld.
Volwassenen die in hun jeugd ernstig, langdurig misbruikt zijn kunnen klachten krijgen op vier gebieden:
- Psychische klachten. De angst die het kind als slachtoffer heeft meegemaakt kan zich later uiten in angsten, paniekreacties, depressiviteit en slaapproblemen. Die reacties treden vooral op in situaties die lijken op de vroegere gebeurtenissen. Bijvoorbeeld, er niet tegen kunnen ergens alleen te zijn en bang te zijn achtervolgd te worden.
- Relationele problemen. Een kind dat zich gebruikt en verraden voelt door iemand van wie het afhankelijk was, kan op latere leeftijd anderen nog maar moeilijk vertrouwen. Dat gaat gepaard met gevoelens van machteloosheid, onzekerheid, nietswaardigheid en eenzaamheid. Soms kan dat leiden tot problemen bij het opvoeden van de eigen kinderen.
- Seksuele problemen. Seksuele toenaderingspogingen van de partner roepen meteen onaangename herinneringen op aan het misbruik. Bij sommigen is sprake van afkeer van partners en aanrakingsangst. Eigen kinderen worden heel angstig gemaakt voor mogelijk misbruik.
- Gezondheidsklachten. Soms ontstaan lichamelijke problemen, zoals hoofdpijn, buikklachten, rugpijn, maagklachten en hyperventilatie, zonder dat daar een aanwijsbare lichamelijke oorzaak voor is.
De ernst van de gevolgen kan groter worden naarmate:
- de afhankelijkheidsrelatie tot de pleger groot is (bijvoorbeeld een ouder, leerkracht, verzorger, hulpverlener of leidinggevende).
- de duur en de frequentie van het seksuele misbruik hoog is.
- de seksuele handelingen ingrijpend zijn.
- er geweld en/of dwang door de pleger is toegepast.
- het slachtoffer jonger is toen het misbruik begon.
- er sprake is van een of van meerdere plegers.
- de omgeving het slachtoffer niet gelooft of de schuld bij het slachtoffer legt.
bronnen: nu.nl; begrensdeliefde.nl