Je kunt niets doen om gelukkig te worden

Wie bekend is met het begrip “Tao” weet dat de titel een optimistische paradox is. Het betekent dat je gelukkig kunt worden en er niets voor hoeft te doen. En omgekeerd: dat iedereen die moeite doet om het geluk te pakken vaak juist misgrijpt.
Geluk heb je soms en je kunt langdurig gelukkig zijn.

Gelukkig zijn is onze natuurlijke staat. Zijn we het niet, dan is het effectief om het weer te worden door de oorzaak daarvan weg te nemen.

"Geluk zit in het streven" zeggen wij in het westen, terwijl de filosofen uit het oosten zeggen dat je niet naar geluk moet streven. Hoe zit dat?
Het “niet doen” –wu wei- en “het doen door niet te doen” -wei wu wei- is een in het Westen slecht begrepen onderdeel van het Taoïsme. Dat komt omdat we van jongs af aan geleerd zijn dat “voor wat hoort wat en “je moet het verdienen” en “voor niets gaat de zon op”.
Wu wei is geen onverschilligheid of passiviteit. Het is weten wat te laten en dat in balans te brengen met het handelen (doen).
Het is ons ego dat wil handelen om een uitkomst af te dwingen, zelfs opofferen valt daar onder. Het ego is een op resultaat gericht mechanisme, maar dat is niet de Tao, niet de manier om gelukkig te worden. Waarbij Tao weer zonder methode, zonder manieren is.
Een musicus die virtuoos muziek wil maken zal lang moeten oefenen, maar moet zichzelf niet forceren om de discipline op te brengen om te gaan spelen. Het moet wel leuk blijven. Het beter leren spelen moet de bevrediging zelf zijn.
Eigenlijk moeten zaken vanzelf, van nature gaan. We zouden moeten gaan voor (de kwaliteit van) het proces (“doen oftewel handelen”) zonder ons druk te maken of we het einddoel halen (“niet doen oftewel laten”). Gaan voor het proces is het verschil met streven. Streef niet om het einddoel (geluk) te halen, maar ga op weg naar het doel en wees gelukkig met het op weg zijn.
Op deze weg moeten we weten waar de valkuilen zijn, hoe we kunnen voorkomen daarin te vallen (het zinloze streven). Dat is negatieve kennis: “weten wat je niet moet doen”. Positieve kennis, van Tao, van God, is een onmiddellijke, kortstondige ervaring, die niet in woorden kan worden uitgedrukt.

Wie dit proces toch goed kan beschrijven is Alan Watts. Alan W. Watts (1915 – 1973) was een Engels filosoof, schrijver, spreker, anglicaans priester, hoogleraar en beoefenaar van de vergelijkende godsdienstwetenschappen. Hij verdiepte zich met name in de filosofie van zen, het boeddhisme en het taoïsme, en heeft met zijn werk een belangrijke bijdrage geleverd aan de introductie en popularisering van Aziatische religie en filosofie in het Westen.
Hij publiceerde meer dan 25 boeken en vele artikelen over onderwerpen als identiteit, de uiteindelijke aard van de realiteit, hogere bewustzijnstoestanden, de zin en betekenis van het leven, godsbeelden en menselijk geluk. (Wikipedia, zie ook Youtube).