Doe ik er wel toe?

Waarom mensen vastlopen in de vraag of ze ertoe doe

Sommige mensen stellen zichzelf voortdurend de vraag: doe ik ertoe? Ze worstelen niet alleen met twijfel over hun waarde, maar weten ook niet hoe ze die waarde zouden kunnen realiseren. Sterker nog, ze kunnen de moed niet opbrengen om te denken dat ze de vraag helemaal niet hoeven te beantwoorden. Waarom raken mensen zo vastgelopen in deze vraag?

De wortels van voorwaardelijke waarde

Het antwoord ligt grotendeels in wat mensen hebben meegekregen en meegemaakt. Wanneer een kind opgroeit met voorwaardelijke liefde of waardering, wanneer het alleen gezien of geliefd wordt als het presteert, iets bijdraagt, "lief" is, of goed functioneert, dan wordt het gevoel van waarde gekoppeld aan wat je doet. Het kind leert een fundamentele les: ‘zijn alleen’ is niet genoeg.

Dit gebrek aan onvoorwaardelijke bevestiging laat een leegte achter. Als niemand je ooit het gevoel heeft gegeven dat je ertoe doet simpelweg omdat je bestaat, hoe zou je dat dan zelf kunnen geloven? Je mist een fundament waarop je kunt staan.

Maatschappelijke druk en zichtbare successen

De maatschappij versterkt deze boodschap voortdurend. We worden gebombardeerd met: wees productief, maak impact, wees succesvol en zorgzaam, laat je stem horen, "hustle", vind en optimaliseer jezelf. De boodschap "je mag gewoon zijn" hoor je bijna nergens. In plaats daarvan moet je je waarde bewijzen, je bestaan rechtvaardigen.

Isolatie en vergelijking maken het nog erger. Wie weinig echte verbinding heeft en wel veel vergelijking ervaart -denk aan social media- ziet alleen andermans zichtbare successen. Dan lijkt het alsof iedereen ertoe doet behalve jij.

Depressie als symptoom, niet als oorzaak

Soms wordt depressie genoemd als verklaring voor waarom mensen zichzelf waardeloos voelen. Maar dit vraagt om een belangrijke nuance: een depressie is geen autonome entiteit die uit het niets verschijnt en gemene dingen tegen je zegt. Depressie ontstaat meestal in relatie tot wat je hebt meegemaakt, hoe je bent behandeld, welke boodschappen je hebt ontvangen, welke bevestiging je hebt gemist.

Als iemand depressief is en zichzelf waardeloos voelt, is dat vaak het resultaat van hoe de omgeving heeft gefaald. De maatschappij, de familie, de school, het werk: ze hebben gefaald in het geven van onvoorwaardelijke liefde, in het beschermen tegen trauma, in het zien en erkennen van die persoon, in het overbrengen van "je mag er zijn zoals je bent".

De depressie is dan niet de oorzaak maar het symptoom, het litteken van dat collectieve falen. Natuurlijk zijn er ook biologische factoren, maar zelfs die ontwikkelen zich vaak in wisselwerking met je omgeving en ervaringen.

Het onevenredig zware lot van vrouwen

Simone de Beauvoir
Dit lot -het vastlopen in de vraag of je ertoe doet- treft vrouwen onevenredig vaker dan mannen. En dat is geen toeval.

Vrouwen worden systematisch meer onderworpen aan voorwaardelijke waardering. Je bent waardevol als je mooi bent, aardig bent, zorgt voor anderen, niet te veel ruimte inneemt, aan verwachtingen voldoet. Je waarde wordt gekoppeld aan hoe je eruitziet, hoe je overkomt op anderen, hoe bruikbaar je bent voor anderen.

De arbeid die vrouwen vaak verrichten -emotionele arbeid, zorgarbeid, huishoudelijk werk- wordt niet gezien of gewaardeerd als "ertoe doen". Het is onzichtbare arbeid die als vanzelfsprekend wordt beschouwd.

Tegelijkertijd worden vrouwen geconfronteerd met tegenstrijdige eisen: wees assertief maar niet te, wees ambitieus maar niet te, wees zorgzaam maar vergeet jezelf niet (maar als je jezelf niet vergeet ben je egoïstisch). Deze onmogelijke balans maakt dat vrouwen nooit het gevoel kunnen hebben dat ze genoeg zijn.

Structureel worden vrouwen gedevalueerd: hun werk, hun perspectief, hun expertise, hun tijd wordt minder waard geacht. Het resultaat: vrouwen leren dat ze hun waarde moeten verdienen en dat die waarde altijd voorwaardelijk is. Ze moeten tegelijkertijd aan onmogelijke standaarden voldoen op alle fronten.

Geen wonder dat onevenredig veel vrouwen worstelen met de vraag of ze ertoe doen. De maatschappij heeft ze letterlijk geleerd dat hun waarde niet vanzelfsprekend is.

Het bevrijdende antwoord

Het tragische is: juist de mensen die het meest de bevestiging nodig hebben dat ze er mogen zijn, hebben vaak het minst toegang gehad tot die boodschap. Ze zijn verstrikt geraakt in een vraag die ze zichzelf niet zouden hoeven stellen.

Want de waarheid is eenvoudig, ook al is die moeilijk te geloven voor wie deze boodschap nooit heeft ontvangen: je hoeft nergens "voor" te zijn om ertoe te doen. Je bent niet een middel dat zich moet bewijzen. Je bent een mens, en dat is genoeg. De vraag "doe ik ertoe?" suggereert dat je waarde afhangt van wat je presteert of bijdraagt, maar dat is niet waar. Je doet ertoe omdat je er bent.

De vraag zelf is het probleem. Door jezelf constant af te vragen of je ertoe doet, maak je van je bestaan een toets die je moet halen. Maar leven is geen examen. Je mag gewoon zijn, ervaren, ademen, bestaan, zonder dat het ergens toe moet leiden of ergens goed voor moet zijn.

Niemand hoeft zich te rechtvaardigen. Bomen vragen zich ook niet af of ze ertoe doen. Ze groeien gewoon. Kinderen spelen zonder zich af te vragen of hun spel betekenis heeft. Ergens zijn we gaan denken dat we ons bestaan moeten verdienen, maar dat is een idee dat we hebben aangeleerd, niet een waarheid.

Het meest bevrijdende wat we iemand kunnen meegeven is dit: je mag de vraag loslaten. Je mag ophouden jezelf te wegen en te meten. Je mag gewoon zijn.