Morele superioriteit is een eeuwige valkuil

Opstaan of knielen voor de goede zaak

Uil: wijze of jager of beide?

Wanneer onrecht voelbaar is, richten mensen zich op de reactie van anderen. Wie zwijgt lijkt onverschillig, wie fel reageert oogst bewondering of afkeer. Maar niet elke vurige reactie is wijs en niet elk stilzwijgen is onverschilligheid. Het is een valkuil van deze tijd dat felheid de meeste aandacht krijgt – en daarmee de stille wijsheid overschaduwt. In het tumult dreigt het innerlijk weten, het zuivere aanvoelen van wat klopt, op het tweede plan te raken. Juist daarom is het nodig om stil te staan bij de vraag: wat drijft ons en waar leidt dat toe?

In de eerste eeuw na Christus leefde in Judea een groepering die bekend werd als de Zeloten. Zij verzetten zich met vuur tegen de Romeinse bezetting, overtuigd dat het volk Israël geroepen was om onder Gods heerschappij te leven, niet onder die van heidense overheersers. Hun motivatie kwam voort uit een diep religieus plichtsgevoel: zij zagen zichzelf als werktuigen van de goddelijke wil. Vrijheid was voor hen niet slechts een politieke toestand, maar een heilige opdracht. Liever de dood dan slavernij – dat was hun devies.

Sommigen geloofden dat hun strijd het pad zou effenen voor de komst van de Messias: een goddelijk gezalfde die het Rijk Gods op aarde zou vestigen. Anderen geloofden dat God zelf zou ingrijpen en de rechtvaardigen zou belonen – misschien zelfs met opstanding uit de dood. Deze verwachtingen gaven hun leven een doel, hun strijd een betekenis en hun dood een vorm van verlossing.

Maar tegelijk ligt er een paradox in zulke overtuiging: wie zichzelf aanstelt als uitvoerder van Gods wil, loopt het risico anderen te veroordelen, te onderdrukken, of zelfs te vernietigen. Morele superioriteit kan vermomd zijn als godsdienstigheid, activisme of idealisme – de vorm maakt niet altijd het verschil, de houding wel. En daar ligt een probleem dat tot op vandaag voortduurt.

Wie zich inzet voor een rechtvaardige zaak –het lot van onderdrukte volken, het lijden van dieren, de strijd voor vrijheid– staat voortdurend voor de vraag: wanneer is spreken juist en wanneer zwijgen wijzer? Wanneer is actie nodig en wanneer is het tijd om het eigen ego te temmen en ruimte te maken voor iets groters?

Het is opvallend dat in vrijwel elke traditie, of het nu het jodendom, christendom, boeddhisme of taoïsme is, wordt gewaarschuwd tegen de val van het oordelen. In het Bijbelse paradijsverhaal wordt de mens uit de hof verdreven omdat hij van de boom van kennis van goed en kwaad at – een daad die symbool staat voor het beginnen met oordelen. Sindsdien leeft de mens in een wereld van afgescheidenheid, strijd en schuld.

De zoektocht naar verlossing –terugkeer naar een Hof van Eden, naar heelheid– is sindsdien een constante in de menselijke geschiedenis. Maar steeds weer botsen mensen over de vraag wie bepaalt wat goed is? En vooral: vanuit welk motief spreken we dat oordeel uit? Zolang het ego blijft meeliften op de morele overtuiging, zolang wij menen te weten hoe het ‘moet’ –voor de ander, voor de wereld– dreigt zelfs het streven naar vrede te ontsporen in strijd.

De ware uitdaging van onze tijd –en misschien van alle tijden– ligt niet in het vinden van het juiste antwoord, maar in het leren luisteren voorbij het ego. Het ego dat zich graag vereenzelvigt met de juiste mening, met de goede zaak, met de juiste kant van de geschiedenis. Maar pas als dat ego wordt doorzien en losgelaten, ontstaat er ruimte voor een ander soort kracht: de stille, vormende kracht van de rivier die zich niet laat sturen, maar alles op den duur hervormt.

Goede Vrijdag herinnert aan de tragiek van de strijd, van het oordeel, van het ego dat denkt het goede te dienen maar uiteindelijk ten onder gaat. Pasen daarentegen symboliseert de mogelijkheid tot hernieuwd leven – niet door overwinning, maar door overgave.
Daarin ligt voor mij de hoop: dat wij ooit leren leven zonder de drang om te overwinnen, zonder de reflex om te oordelen, zonder het idee dat we beter weten. Pas als we die vorm van denken hebben afgelegd, gloort er werkelijk iets van bevrijding. Misschien geen Rijk Gods zoals de Zeloten zich voorstelden, maar wel een innerlijke rust over de gedachte dat vrijheid en verbondenheid samen kunnen bestaan.

Zie ook: welke reactie op onrecht is wijs

Of een insteek vanuit geheel ander perspectief: je kunt elke dag "herrijzen".