Wijsheid en humor
De menselijke zoektocht naar wijsheid heeft altijd een spanningsveld gekend tussen rede en speelsheid, oordeel en mening, kennis en twijfel. In de Lof der Zotheid liet Erasmus zien hoe dwaasheid en ironie kunnen helpen om dogmatisme te doorbreken en inzicht te verkrijgen. Zijn speelse benadering heeft parallellen in de filosofie van Montaigne en Nietzsche, die allen humor en relativisme inzetten als tegengewicht voor starheid in denken.
Toch gaat het verder dan alleen een intellectuele
speelsheid. Filosofen zoals Pyrrho van Elis en Epicurus introduceerden het
concept ataraxia, een toestand van innerlijke rust, bereikt door het
vermijden van onnodige zorgen en het loslaten van dogmatische overtuigingen.
Dit idee werd op verschillende manieren geïnterpreteerd: de sceptici zagen het
als een gevolg van epoché (opschorting van het oordeel), terwijl de Epicureeërs het vonden in het vermijden van buitensporige verlangens en
angsten.
De Stoïcijnen, hoewel ze ataraxia niet als kernbegrip
gebruikten, streefden naar een vergelijkbare onverstoorbaarheid door middel van
rationele beheersing van emoties.
Stoïcijnen, zoals Epictetus, Seneca en Marcus Aurelius, zochten:
- onafhankelijkheid van externe omstandigheden;
- acceptatie van de natuur en het lot (amor fati);
- emotionele stabiliteit door de rede.
Het verschil tussen een mening en een oordeel
Het verschil tussen een mening en een oordeel is een subtiele maar cruciale kwestie binnen deze filosofische tradities. Plato en Aristoteles maakten een onderscheid tussen doxa (mening) en episteme (ware kennis), waarbij ondoordachte oordelen als onbetrouwbaar werden beschouwd. De Stoïcijnen voegden hieraan toe dat wij zelf de keuze hebben of we instemmen met een oordeel (sunkatathesis), en dat de manier waarop we denken bepaalt hoe we emoties ervaren. De sceptici, met Pyrrho als boegbeeld, gingen zelfs zo ver dat ze alle oordelen opschortten om innerlijke rust te bereiken.
In de Renaissance bouwde Michel de Montaigne voort op het scepticisme door te stellen dat de mens zijn oordelen moet relativeren. In zijn Essais laat hij zien hoe subjectief onze oordelen vaak zijn, beïnvloed door cultuur en persoonlijke ervaring.
Levenshouding
In de moderne tijd blijft deze thematiek relevant. Het loslaten van oordelen en het relativeren van de eigen denkbeelden kan leiden tot een open houding waarin we vrijer kunnen denken en handelen. Erasmus’ speelse zotheid, Montaignes relativeringsvermogen en de filosofische nuchterheid van de sceptici en Stoïcijnen bieden een perspectief waarin niet het dogma, maar de bewuste omgang met kennis en oordelen centraal staat. Dit nodigt uit tot een levenshouding waarin vrijheid, humor en wijsheid samenkomen.