Kansrijke zeurouders en zeurkinderen

Toine Heijmans heeft zelf drie kinderen en wil geen zeurouder zijn. Hij schrijft erover in de Volkskrant op 30 juni 2015; een paar citaten:

Gewoon een beetje opvoeden is er niet meer bij: tegenwoordig is het de bedoeling dat je kinderen kneedt tot excellente kinderen. Vanaf de kleuterklas uitstekende resultaten in het leerlingvolgsysteem, cum laude slagen op een excellente middelbare school - want dat wil de staatssecretaris graag - plus uitkomen in een selectieteam van de sportclub en een bloemetje kopen als oma jarig is zonder dat daartoe opdracht wordt gegeven.

Van een ambtenaar begreep ik dat toch echt de ouders het probleem zijn: die willen zó graag een populaire school voor hun kind, daar is geen houden aan. Krijgen ze niet wat ze willen, gaan ze naar de rechter. Nou, bedankt. Het is de gemeente zelf die van kiezen een feest maakt, terwijl ze weet dat de wensen niet bij het aanbod passen. Het zijn de scholen zelf die populair willen zijn, met hun Mindstorms, en het de ouders kwalijk nemen dat ze populaire scholen zoeken. Zo draait iedereen rond in zijn kringetje eigenbelang.
Scholen staan graag hoog in de hitparades: de lijstjes waar ouders naar kijken. Ze worden 'afgerekend' op hun 'opbrengsten'. Zonder excellente kinderen geen excellente resultaten, vandaar ook dat de schoolbesturen boos waren toen besloten werd dat de citotoets niet meer leidend is bij het kiezen van een schoolniveau. Dan hebben ze er zelf niks meer over te zeggen.
Tot zover Heijmans.

Kinderen zijn de toekomst. De wens om ze zo te drillen dat zij later op de arbeidsmarkt vooraan staan weerspiegelt de angst van de huidige generatie dat het allemaal minder wordt.
Het individu lijkt doorgeschoten in de opvatting dat we eerst en vooral ons eigen belang moeten waarborgen. Er straalt weinig vertrouwen vanaf op het collectief die er voor zorgt dat er weer een balans is tussen inspanning en ontspanning lijkt te komen. Spelenderwijs het beste uit jezelf halen, is toch mooi genoeg? Wanneer we allemaal vooraan willen staan, verdringen we elkaar. Saamhorigheid raakt verloren, burn-out het waarschijnlijke lot. In plaats van kansrijk zijn te relativeren worden kansarmen te kakken gezet als labbekakkers.

Carien Karsten ziet in haar praktijk veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Haar visie op de oorzaken en behandeling.

Hard werken en weten wat je wilt. Daar is niets mis mee. Ondertussen zijn meer dan honderdduizend jongeren burn-out. Het programma Nieuwsuur luidde daarover onlangs nog de noodklok. Een flink aantal jongeren zit met ernstige vermoeidheidsklachten thuis en doet er lang over te herstellen. Sommigen noemen vier of vijf jaar. CBS-cijfers laten zien dat tot 25 jaar één op de tien jongeren risico loopt op te branden en tussen de 25 en 34 jaar piekt het aantal: 15 procent.

...

In mijn praktijk zie ik veel twintigers en dertigers met burn-outklachten. Belangrijkste oorzaak? Geldingsdrang! Ze willen graag uitblinken, laten zien hoe goed ze zijn en wat ze aankunnen. Ze willen hun leidinggevende of opdrachtgever tevreden stellen. Ze vinden hun werk leuk en weinig weerhoudt hen om door te gaan, door te gaan, door te gaan. Als ze een avond vroeg thuis zijn, gaan ze meteen naar bed. Om het maar vol te houden. Ze organiseren hun dagen zo, dat ze er het meest er uit kunnen halen voor hun werk. Klagen doen ze niet. Ze hebben een onbegrensd vertrouwen in eigen kunnen. Burn-out? Ik niet! Bezorgde omstanders krijgen te horen dat ze binnenkort vakantie hebben. Allemaal dik voor mekaar.

Tot zover Carien Karsten in Intermediair.