Hubots: gaat heen en vermenigvuldigt u

Hubot uit de serie Real Humans
Essentieel in het ontwikkelen van intelligente en complexe systemen is de mogelijkheid om te kunnen dupliceren. Zonder dat is er geen beginnen aan, niet voor de natuur in het evolueren van leven en niet voor de mens in het maken van hubots: human robots.

Het eerste wat een bevruchte eicel doet is zichzelf kopiëren. De eerste kopieën zijn als eeneiige meerlingen levensvatbaar, pas na verloop van tijd vindt specialisatie van cellen plaats. En hun vitaliteit en bruikbaarheid is vervolgens afhankelijk van het vermogen om in dienst te staan van het geheel. Leven wordt gekenmerkt door het vermogen om zichzelf te kopiëren. Wat zich niet kan vermenigvuldigen is voor de evolutie zonder waarde en daar waar heel veel exemplaren zijn is de waarde vrijwel nul. Niemand is jaloers op bezit daarvan. Unieke exemplaren hebben een intrinsieke waarde en soorten die zich gemakkelijk vermenigvuldigen zijn waardevol. Waarom zou de natuur investeren in leven dat zich niet kan voortplanten en gaandeweg ontwikkelen?
Wanneer een kind is geboren, leert het zich te ontwikkelen door gedrag van anderen te imiteren. Gaandeweg, vanaf het ontstaan van het ego, gaat het steeds meer individuele kenmerken toevoegen aan zijn persoonlijkheid. En wanneer hij er zelf er aan toe is om zich te vermenigvuldigen is hij op de huwelijksmarkt aantrekkelijk wanneer hij beschikt over vitale reproductie kenmerken. Zijn kansen op een duurzame relatie zijn nog groter wanneer hij een aantrekkelijke ander kan spiegelen. Mensen willen nu eenmaal graag zichzelf deels terugzien in een ander.
In de evolutie zijn er verschillende ontwikkelingen op verschillende niveaus. Beperkte variatie in individuen maakt de kans groter dat de soort overleeft wanneer de omstandigheden verslechteren. Ook intelligentie helpt in het creëren van omstandigheden die het welzijn en de welvaart van de individuen optimaliseren. Maar te veel intelligentie kan weer contraproductief werken, want het beperkt de wens om zich voort te planten. Mensen houden niet alleen zichzelf maar ook een cultuur in leven.
Susan Blackmore noemt dat de memen, die naast de genen zorgen voor het voortbestaan van informatie.

Uit haar Ted presentatie.
“Informatie die we van persoon tot persoon kopiëren door imitatie, door taal, door te praten, door verhalen te vertellen, door kleren te dragen, door dingen te doen. Dat is informatie die gekopieerd wordt door variatie en selectie. Dat is een lopend ontwerpproces’.
Al sinds mensenheugenis bestaat het vermogen om de nuttige, mooie of ware zaken te kopiëren en niet ook de andere zaken. Het is een replicator die werkzaam is naast de genen die gericht zijn op het doorgeven van leven.
“Wanneer de memen evolueren, zoals ze onvermijdelijk moeten, sturen ze aan op een groter brein dat beter is in het kopiëren van memen die net dat sturen doen. Dat is de reden dat wij opgezadeld zitten met zo'n grote breinen, dat we houden van godsdienst, van muziek, van kunst. Taal is een parasiet waar wij ons aan hebben aangepast, niet iets dat al van in het begin in onze genen zat volgens deze inzichten. En zoals de meeste parasieten kan ze ook gevaarlijk zijn, als ze co-evolueert en zich aanpast en we komen tot een symbolische relatie met deze nieuwe parasiet”.

Volgens Blackmore (hier op video in haar Ted Talk) is de mens bezig tememachines te ontwikkelen. De machines (computers en internet) kopiëren informatie buiten de mens om waarbij eveneens variatie en selectie wordt gedaan. Blackmore beschouwt temen als zelfzuchtige replicatoren die helemaal niet met ons inzitten, of met onze planeet. En wij mensen werken daar vrijwillig aan mee omdat we ook voordeel hebben aan de samenwerking met deze technologie. Zij doen voor ons het werk dat wij niet langer willen doen en we hopen dat we onze overlevingskansen vergroten en een interessanter leven krijgen.
Maar het kan ook dat we in de ontwikkeling de macht uit handen geven en de evenwaardigheid van levensvormen uit het oog verliezen.
Wanneer we straks zelflerende machines hebben ontwikkeld, kan het snel gaan, als leerervaringen zijn te kopiëren naar andere machines. En dan is alsof het morfogenetische veld van Rupert Sheldrake als het ware toegankelijk zijn gemaakt voor robots en besturingssystemen.

Futurist Henny van der Pluijm, die Rechten en plichten voor robots schreef, is er minder gerust op. Maar ondanks de titel van zijn boek zijn het niet de robots waar hij zich de meeste zorgen over maakt. ‘Die worden door bedrijven gemaakt en dienen dus altijd een bedrijfsbelang. Ik denk dat ze vooral zullen worden ingezet als marketing tool, om sympathie op te wekken’. Nee, het echte gevaar is in zijn ogen nagenoeg onzichtbaar. Het is de software die op wereldwijd verspreide servers draait en met de snelheid van het licht over de wereld zal vliegen.


Hoe meer controle we nemen over onze aard en eigenschappen, zegt politicoloog en filosoof Michael Sandel, hoe slechter we worden in het accepteren van onze natuur en de natuur in het algemeen. Drie morele pijlers raken verwrongen: nederigheid, verantwoordelijkheid en solidariteit.

Nederigheid raken we kwijt, stelt Sandel. Hiermee bedoelt hij het vermogen om de (menselijke) natuur zoals die verschijnt te accepteren. Iedere afwijking in de mens zal ontoelaatbaar lijken en ook van onze omgeving zullen we steeds meer aanpassing eisen; tegenslag wordt onverdraaglijk. Als we onszelf in hoge mate kunnen verbeteren, worden we bovendien verantwoordelijk voor alles wat er met ons lijf gebeurt. Iedere fout, tekortkoming of afwijking in lichaam of geest had je immers zelf kunnen aanpassen. Daarmee verdwijnt ook solidariteit tussen mensen, het vermogen om elkaar te willen ondersteunen in leed. Wie wil er nog betalen voor zorgverzekering wanneer de ander met wat genetisch geknutsel nooit ziek had hoeven worden? Eigen schuld, dikke bult.
Sandel schreef: Rechtvaardigheid, wat is de juiste keuze?

Zie ook "Het globale brein komt tot ontwikkeling".