Passie trekt aan, frustratie stoot af

Frustratie als wegwijzer

Frustratie en passie zijn verwanten. Beiden geven energie, beiden zetten mensen aan tot daden. Toch is hun uitwerking heel verschillend. Passie trekt aan, frustratie stoot af. Een passie-uiting maakt anderen nieuwsgierig en schept verbinding, terwijl frustratie vaak tot ongenuanceerde uitspraken leidt die mensen van je afwenden.

Toch geldt een eenvoudige waarheid: onder frustratie schuilt passie. Dat inzicht verandert hoe we naar onze eigen emoties kunnen kijken. Frustratie is geen teken van zwakte, maar een alarmsignaal dat een waarde of behoefte in ons geraakt wordt.

Gevoel en emotie

Het helpt om onderscheid te maken tussen gevoel en emotie. Gevoel is de binnenwereld die we altijd met ons meedragen: blijheid, verdriet, verlangen, teleurstelling, hoop. Emotie is het deel van die gevoelens dat zich naar buiten keert. Soms omdat we het niet kunnen binnenhouden, soms omdat we na overweging besluiten het te delen.

Die tussenstap -het containment van gevoelens- is cruciaal. Ze geeft ons de keuze: laat ik dit gevoel rijpen, of uit ik het meteen? Er zijn emoties die zinvol direct geuit worden, bijvoorbeeld wanneer spontaniteit of urgentie nodig is. Te lang wachten kan die uitdrukking onnatuurlijk maken. Maar vaak helpt het om een pas op de plaats te maken, zodat de emotie niet in rauwe frustratie naar buiten knalt.

Leren containen: van kind naar volwassene

We kennen allemaal de emoties van kleine kinderen die nog niet geleerd hebben hun gevoelens te containen. Ze schreeuwen als ze hun zin niet krijgen, gooien met speelgoed als ze verliezen of roepen “jij bent stom!” als ze boos zijn. Niemand neemt hen dat kwalijk, want het hoort bij hun leeftijd: het gevoel is simpelweg te groot om binnen te houden.

Volwassenen bevinden zich in een andere positie. Een volwassene die in een winkel begint te schreeuwen of in een vergadering met papieren gaat gooien, roept geen begrip maar vervreemding op. Van ons wordt verwacht dat we de emotie even containen en er woorden voor vinden. In plaats van “Niemand luistert hier!” kan het worden: “Ik vind luisteren belangrijk, omdat ik geloof dat we dan samen verder komen”. In plaats van “Jij bent stom!” kan het zijn: “Ik voel me buitengesloten en ik hecht aan betrokkenheid”.

Deze omslag is niet altijd eenvoudig. Soms is het zelfs verleidelijk om je weer even als kind te gedragen: boos stampvoeten, ongenuanceerd uitroepen wat je voelt, alle subtiliteit loslaten. Volwassen worden betekent juist die verleiding weerstaan. Het vraagt dat we gevoelens toelaten, maar ook verantwoordelijkheid nemen voor de manier waarop we ze uiten.

Waarom frustratie zo snel oplaait

Dat dit lastig blijft, heeft begrijpelijke redenen.

  • Snelheid van emotie: gevoelens schieten in een fractie van een seconde door naar expressie.
  • Gewoonte: we leren al vroeg korte, felle reacties als ontlading.
  • Onmacht: we voelen ons niet gehoord en proberen door hardheid alsnog gehoord te worden.

Het gevolg is dat de ander de harde buitenkant hoort, maar niet de waarde die eronder ligt.

Het stappenplan: van frustratie naar passie

Wie dit mechanisme herkent, kan een andere route kiezen.

  1. Herken frustratie als signaal. Vraag jezelf: welke waarde of behoefte van mij is hier geraakt?
  2. Contain het gevoel even. Laat het opkomen, maar kies of en hoe je het deelt.
  3. Vertaal het gevoel in woorden die de onderliggende waarde tonen.
  4. Verbind door te zeggen waarom die waarde voor jou van belang is.

De kans die in frustratie ligt

Frustratie kan destructief zijn, maar ook een wegwijzer. Wie blijft steken in felheid, bouwt muren. Wie zijn gevoelens een moment containt en vertaalt naar passie, legt verbinding.

Daarom is de kernboodschap: frustratie wijst de weg naar je passie, mits je het gevoel eerst even bij jezelf toelaat, voordat je het als emotie deelt.

Wanneer je jouw gevoelens niet durft te tonen

Voor mensen die hun gevoelens wél weten binnen te houden, maar moeite hebben om ze ook op een gezonde manier te delen is het volgende advies.

  1. Herken het patroon
    Vaak wordt containen een gewoonte: gevoelens worden keurig weggestopt, soms uit angst om anderen te belasten of uit de overtuiging dat het "zwak" is om emoties te laten zien. De eerste stap is dit bewust te herkennen: ik houd mijn gevoelens binnen, maar dat betekent niet dat ze weg zijn.

  2. Oefen in kleine, veilige situaties
    Begin niet met je diepste pijn, maar met iets kleins. Deel bijvoorbeeld dat je je moe voelde na een drukke dag, of dat je teleurgesteld was toen iets niet liep zoals gehoopt. Het helpt om te ervaren dat zulke uitingen meestal niet leiden tot afwijzing, maar juist tot verbinding.

  3. Maak onderscheid tussen ‘delen’ en ‘uitstorten’
    Veel mensen zijn bang dat het delen van emoties een ander overspoelt. Maar er zit een verschil tussen rustig verwoorden “ik voelde me gekwetst toen dit gebeurde” en een hele stortvloed loslaten. Het eerste creëert begrip, het tweede kan de ander overweldigen. Het oefenen zit in dat middengebied.

  4. Zoek vormen die bij jou passen
    Niet iedereen vindt woorden makkelijk. Je kunt gevoelens ook uitdrukken door te schrijven, tekenen, muziek te maken of eerst in een dagboek te formuleren wat je voelt. Vaak helpt dit om daarna alsnog woorden te vinden richting een ander.

  5. Zie het delen als een vorm van volwassenheid
    Waar een kind emoties ongefilterd eruit gooit, is containen een stap vooruit. Maar volwassenheid vraagt ook om te kunnen kiezen: wanneer en hoe deel ik iets, zodat de relatie er beter van wordt. Het is dus geen teken van zwakte, maar van kracht, als je gevoelens weet te verwoorden en te plaatsen.