In contact komen met verdoofde gevoelens

David Berceli geeft in zijn boek TRE Trauma- en spanningsreducerende oefeningen het voorbeeld van een soldaat die niet kon leven met heftige herinneringen.

Een citaat.
Een jonge soldaat die bij mij in therapie was had in zijn gevechtsperiode de gruwelijkste dingen gezien. Ik ontmoette hem ongeveer een jaar nadat hij was thuisgekomen, en op dat moment was hij suïcidaal. Hij kon niet meer leven met zijn herinneringen. Hij had de verschrikkingen in het echt maar één keer gezien (wat erg genoeg was), maar herhaalde de gruwelijke taferelen onophoudelijk in zijn hoofd. ‘Ik heb die beelden meer dan duizend keer gezien’, zei hij tegen me. Toen ik hem vroeg hoe zijn lichaam reageerde op die vreselijke herinneringen, zei hij iets wat mij diep inzicht verschafte. ‘Ik heb mijzelf verdoofd. Ik voel niets vanbinnen. Ik voel mezelf niet en ik voel geen contact met anderen. Ik ben helemaal alleen, vanbinnen en vanbuiten’. Ik vroeg hem of hij nog weleens gevoelens had, wat die waren en hoe hij ermee omging. Zijn antwoord op die vraag was eveneens verhelderend. Hij zei heel direct: ‘jazeker, ik voel nog weleens iets. Maar het is altijd woede, verdriet of razernij. En als ik dat voel, verdoof ik mezelf. Als de gevoelens te sterk zijn neem ik drugs of bedrink ik mij om ze kwijt te raken.

De ervaringen van deze soldaat brachten me tot de volgende vraag: welke rol speelt het lichaam bij mensen met suïcidale fantasieën?

Ons lichaam is geprogrammeerd om het leven te zoeken, maar de drang kan dan worden overheerst door de voorstellingen van het brein.

Berceli komt tot de volgende observaties.
  1. Spieren die niet bewegen (ervaringen als verdoving, bevriezing of dissociatie) zijn spieren die je niet voelt.
  2. Verdoving, bevriezing en dissociatie onderbreken onze sensorische en motorische eenheid.
  3. Het hoofd (ons denken) kan niet zonder directe informatie door middel van fysieke beweging en concrete prikkels.
  4. De afwezigheid of onderdrukking van specifieke perifere sensorische input heeft tot gevolg dat ons hoofd bang wordt en beangstigende fantasieën ontwikkelt.
  5. Denkprocessen worden verward en het onderscheid tussen het innerlijk denken en de externe realiteit raken verstoord.
  6. Fantasieën worden even reëel als werkelijke ervaringen.
Tot zover Berceli.

Hij beschrijft de manier waarop ons denken blokkerend werkt bij het contact maken met gevoelens en dat dit falen tot de wens tot zelfmoord kan leiden. Er is een soort “shortcut” in het doorbreken dan deze impasse. Gevoelens van woede, verdriet of razernij kunnen niet in één keer (tegelijk) worden ervaren. Ze maskeren elkaar en doven als het ware elkaar schijnbaar uit. Wat er moet gebeuren is in contact te komen met elk gevoel afzonderlijk door jezelf drie vragen te stellen.
  1. Wat was er in de gebeurtenis dat mij woedend maakte?
  2. Wat was er in de gebeurtenis dat mij verdrietig maakte?
  3. Wat was er in de gebeurtenis dat mij razend maakte?
Je ontdekt dan dat je wel in contact komt met de gevoelens en vervolgens verder kunt met verwerken.
Het is een methodiek die iedereen kan toepassen die het gevoel heeft niet bij zijn gevoel te kunnen komen. In het geval van de soldaat was het iets gemakkelijker omdat hij kon benoemen welke gevoelens een rol speelden. Wie geen idee heeft kan in zijn algemeenheid het volgende rijtje afgaan.
  1. Wat was er in de gebeurtenis dat mij verdrietig maakte?
  2. Wat was er in de gebeurtenis dat mij kwaad maakte?
  3. Wat was er in de gebeurtenis dat mij schuldig deed voelen?
De kans is groot dat dan contact kan worden gemaakt met de belangrijkste gevoelens en het verwerkingsproces kan worden gestart.