Lijden en niet lijden vriendelijk benaderd

Westerse en oosterse kijk op lijden

Het westerse denken wordt vaak gekenmerkt door individualisme, waarbij de nadruk ligt op persoonlijke vrijheid, autonomie en zelfexpressie. Dit kan invloed hebben op hoe mensen lijden ervaren en benaderen, waarbij ze mogelijk meer gericht zijn op individuele oplossingen en persoonlijke voldoening.

Boeddhistische kijk op lijden

"Dukkha" is een term uit het boeddhisme en wordt vaak vertaald als "lijden," "onbevredigdheid" of "onvolmaaktheid." Het verwijst naar de fundamentele aard van het menselijk bestaan, waarin er een inherente ontevredenheid en moeilijkheid is die voortkomt uit de aard van het leven zelf. In het boeddhisme wordt onderwezen dat dukkha verschillende niveaus en vormen kan aannemen. 

  1. Fysiek lijden. Dit verwijst naar lichamelijke pijn, ziekte en ongemak. Fysiek lijden is een van de meest voor de hand liggende vormen van dukkha. 
  2. Psychologisch lijden. Dit omvat mentale en emotionele pijn, zoals angst, verdriet, woede, jaloezie en onzekerheid. Het boeddhisme benadrukt dat psychologisch lijden net zo reëel en belangrijk is als fysiek lijden. 
  3. Verandering en vergankelijkheid. Dukkha wordt ook geassocieerd met de vergankelijkheid van alle dingen. Niets in het leven blijft permanent, en deze voortdurende verandering kan leiden tot onbevredigdheid en lijden. 
  4. Bevrediging is tijdelijk. Zelfs wanneer we tijdelijk plezier of voldoening ervaren, kan dit niet blijvend zijn. De boeddhistische filosofie stelt dat zelfs onze meest gelukkige momenten eindigen en uiteindelijk leiden tot verlangen naar meer.

Een oosterse en westerse kijk op lijden

Psycholoog Martin Appelo heeft een boek geschreven over een benadering van lijden van tegelijk oosters als westers gezichtspunt.

Zijn visie wordt treffend samengevat in zijn nawoord:
Volgens het principe van de wet van omgekeerde inspanning zal het lijden je bij de keel grijpen wanneer je eraan probeert te ontkomen. Wanneer je het vriendelijk omarmt, laat het je meer met rust. Dit betekent niet dat ik pleit voor een quiëtistische levenshouding, zoals in het voorwoord werd gesuggereerd. Quiëtisten keren zich af van het wereldse gebeuren. Ze proberen zo passief mogelijk en zonder begeerte tegenover de werkelijkheid te staan. Quiëtisme past bij ‘of.. of…’-denken. Je treedt gepassioneerd naar buiten of je keert stil naar binnen in jezelf.
In dit boek pleit ik vooral voor ‘en… en…’. Leven in de drukte van alledag en leven in de stilte van jezelf. Streven naar het goede en accepteren van het kwaad. Voelen dat je niet zonder de ander wilt en weten dat je het alleen kunt. Ervaren van geluk en openstaan voor lijden.
Ik pleit voor een levenshouding die er rekening mee houdt dat deel en tegendeel elkaar nodig hebben om betekenis te krijgen. Leven en dood, goed en kwaad, gehecht zijn en los moeten laten, genieten en lijden. Het een kan niet zonder het ander. En wie de negatieve kant van de dialectiek negeert, zal ook de positieve kant minder intens ervaren.
Ik pleit vooral voor vriendelijkheid. Een open houding ten opzichte van uitersten en het weerstaan van de neiging om extreem te zijn.
Tot zover het nawoord van Leren lijden.

Leren lijden door Martin Appelo op bol.com.

Klik hier voor een tekst over dialectiek met voorbeelden van het samengaan van negativiteit en positiviteit. Een voorbeeld van het samengaan van tegendelen is op dit blog te vinden onder het label yin en yang.