Wat de liefde tussen twee geliefden het snelst kapot maakt is minachting. Denigrerende opmerkingen maken en neerkijken op de ander of langdurig negeren is de dood in de pot voor een relatie.
Dit gegeven maakt duidelijk dat niet oordelen en een evenwaardige houding naar een ander belangrijk zijn in het behouden van een relatie.
Toch zit onze samenleving vol van momenten van competitie en oordeel. Van kleins af aan worden we geoefend in het meten met een ander. Sport en schoolprestaties zijn bedoeld om kinderen te leren om hun grenzen te verleggen en om samen te werken, maar doet hen ook permanent zichzelf vergelijken met anderen. Zij die altijd achteraan in de rij belanden worden moedeloos en verliezen hun zelfvertrouwen. Zij die altijd vooraan staan zijn slechts tijdelijk blij, maar nooit tevreden want ze kunnen elk moment van hun troon worden gestoten.
Al sinds Bijbelse tijden wordt de mens gewaarschuwd voor de desastreuze uitwerking van de waan de waarheid in pacht te hebben van het oordeel van goed en wat slecht is. Het spreekwoordelijk paradijslijk samenleven is onmogelijk wanneer we elkaar permanent de maat nemen.
Zelfs machthebbers kunnen rustig achterover leunen wanneer het verdeel en heers principe de mensen met elkaar doet vechten in plaats met hun uitbuiters. In de politiek hoeven ze alleen een veto recht te hebben om ongewenste veranderingen tegen te houden. Ontwikkelingen die hun niet bedreigen kunnen ongehinderd doorgang vinden. In dit licht bezien zou het geen verbazing mogen wekken dat de Verenigde Naties zo georganiseerd is dat een paar grootmachten besluiten kunnen tegenhouden en dat de Eerste Kamer in 1848 zo is ingericht dat ook regionale belangen zijn geborgd.
Nu is de menselijke ontwikkeling en beschaving inmiddels zo ver gekomen dat zowel de machthebbers buiten beeld zijn geraakt als dat vrijwel elke aardbewoner via Internet in principe alles in beeld kan hebben. Wie alleen strijdt over dat wat zichtbaar is ontgaat wat echt van belang is.
De drie grondslagen die werden aangedragen tijdens de Franse Revolutie zijn nog steeds aan de orde: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Willen we in de wereld echt bijdragen aan het bevorderen van gerechtigheid, welzijn en welvaart voor elke wereldburger dan moeten we inzien wat de haalbaarheid van deze zaken aan ons zicht onttrekken. En het verrassende antwoord is de werking van ons ego.
De Dalai Lama maakt ons er al op attent dat het ego uit angst voor de dood ons doet zoeken naar overleving en veiligheid, met een krimp van het bewustzijn tot gevolg. We raken ons gevoel van verbinding met alles en iedereen kwijt. Dat gevoel hadden we in onze eerste twee levensjaren nog wel. Wanneer we de moed verzamelen om alle ongrijpbare zaken (vrijheid, waarheid, liefde e.d.) los (vrij) te laten kunnen we de blokkade die het ego opwerpt ontlopen en weer in verbinding treden.
Wat eigenlijk ieder kind zou moeten leren is dat omgaan met ongrijpbare zaken doenlijk is. Sterker nog, zelfs het gelijktijdig omgaan met twee ongrijpbare zaken als vrijheid en liefde is te doen. We kennen deze situatie als respect. Iemand die een ander respecteert is zowel betrokken bij de ander als de juiste afstand houdend. Hoe hierin balans te houden kost eerst wat oefenen, ongeveer evenveel als op twee benen te gelijk te staan en te lopen, maar het duurt niet lang of met de verworvenheid kan het kind zelfs leren fietsen en zo voort. Spelenderwijs kan een ouder of leraar ook feedback geven over het functioneren van het ego bij het balanceren en evenwicht houden bij respect.
Meer lezen over deze concepten? Klik op de labels onderaan dit blog.