De partner van een patiënt trekt het niet altijd

Maud Effting interviewt voor de Volkskrant de partner van iemand die jaren kanker heeft gehad en er aan stierf.
Bovenaan schrijft zij.
“Journaliste Lideweij Bosman verliet haar doodzieke vriend en ging naar Hawaï. Ook als hij sterft, komt ze niet terug. Iets wat haar zeer kwalijk wordt genomen”.

Voor wie weet dat de relatie van Lideweij met haar ex-partner Sander niet werkte, had de inleiding ook als volgt kunnen luiden.
“Lideweij en Sander vochten jaren samen om zijn kanker te overwinnen. Wanneer Sander aan de drank raakt en dat voor haar probeert te verbergen, trekt zij het niet meer. Ze besluiten uit elkaar te gaan en Lideweij vertrekt naar Hawaï waar beiden goede herinneringen hebben liggen”.

Een ander artikel van Maud Effting in dezelfde uitgave van de Volkskrant van 26 augustus begint met:
Kankerpatiënten krijgen opvallend vaak relatieproblemen. Dat blijkt uit een rondgang langs oncologen en behandelaars. 'Kankerpatiënten kunnen door hun ziekte ontzettend nare, vervelende partners worden', zegt psychiater Leo van Weezel van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis.
'Dat je tijdens kanker nader tot elkaar komt, is een geromantiseerd idee', zegt Van Weezel. 'Zo'n veronderstelling maakt mensen nog eenzamer. Ze hebben het gevoel dat ze niet aan het plaatje voldoen. Natuurlijk lukt het een deel wel om hun relatie goed te houden. Maar een behoorlijk percentage slaagt daar niet in'.

'Ongeveer de helft van mijn cliënten heeft ernstige relatieproblemen', zegt systeemtherapeut Joyce Vermeer van het Helen Dowling Instituut, gespecialiseerd in psychosociale problemen bij kanker. 'Na de diagnose zijn mensen alleen maar aan het regelen en rennen. Ze praten vaak niet meer met elkaar. Daardoor kunnen ze uit elkaar groeien. Als zoiets drie maanden duurt, kun je dat wel opbrengen. Maar als het zich jaren voortsleept, raak je uitgeput'. Bovendien gaat alle aandacht naar de zieke. 'Als ik aan partners vraag hoe het met hen gaat, worden ze vaak emotioneel'.

Beide therapeuten zien in hun praktijk partners die geen relatie meer hebben, maar toch bij elkaar blijven. Psycho-oncologische zorg voor partners staat onder zware druk: behandeling van relatieproblemen wordt door bezuinigingen niet meer vergoed. Journaliste Bosman is daarom bezig een platform op te zetten voor partners van kankerpatiënten. 'Niemand ziet hoe groot dit probleem is, terwijl mensen hun hele leven door moeten met die angst'.
Tot zover de Volkskrant.


Lideweij Bosman maakte van haar leven met Sander een boek Naupaka een boek over verlies, rouw, liefde en kracht en schrijft op de cover:
Hawaï is de plek waar Sander haar tien maanden eerder met de Hawaïaanse legende van de naupakabloem ten huwelijk heeft gevraagd. Ze beleeft er een helende reis, waarbij Hawaïaanse levenslessen helpen om haar diepe verdriet te verwerken en tranen langzaam plaatsmaken voor inspirerende inzichten en nieuwe dromen.

Op een site over het boek en de publiciteit legt ze uit wat die legende is
Het gaat over de vuurgodin Pele die volgens de Hawaïanen nog steeds op het eiland woont. Deze vuurgodin Pele had een oogje op een man die al een geliefde had. Het echtpaar was zo hecht dat het de vuurgodin niet lukte het tweetal uit elkaar te drijven. Woest joeg ze de man de bergen in om hem te vermoorden met haar vuur. Maar gelukkig staken de zussen van Pele hier een stokje voor en betoverden hem in een halve bloem. Zo ook zijn vrouw die aan de waterkant zat. Hawaï wordt zowat overwoekerd door de naupaka-bloem: in de bergen met de blaadjes omhoog en aan de waterkant met de blaadjes naar beneden. Volgens de legende groeien ze op een dag weer naar elkaar toe en vormen ze één bloem. Ook Sander en ik waren heel close en werden door het kwaad – de lymfeklierkanker – uit elkaar gedreven. Sander zei: we zullen niet samen oud worden, maar ooit vormen we weer één bloem.

Een aantal citaten uit het interview met Effing.
Hij gebruikte alcohol om zichzelf te verdoven', zegt Lideweij. 'Het was de enige manier waarop hij verlichting vond. Hij was radeloos. Ik werd standaard wakker in een leeg bed. Dan trof ik hem in de huiskamer met lege flessen, laveloos op de bank. Om de kater in te dammen dronk hij wel altijd goede witte wijn, dat wel'.

Maar de alcohol verandert hem. 'Hij raakte steeds meer in zichzelf gekeerd'.

Ze krijgen ruzies. 'We vervreemdden van elkaar. We konden niet meer lachen samen. Achteraf vertelden de buren me hoe vaak ze ons hoorden schreeuwen. Het gekke was: ik begreep hem wel. Ik zag wat die jeuk met hem deed. Hoe hij niet anders kon'.

Pas een jaar later zitten ze in het ziekenhuis. 'Je hebt kanker', zegt de oncoloog onomwonden. 'Maar gelukkig is het Hodgkin.. Het is lymfklierkanker, met een overlevingskans van 90 procent.

'We konden het niet geloven', zegt Lideweij. 'We waren zo jong: hij was 30, ik 28. Maar omdat de arts zei dat de kansen zo goed waren, dachten we: oké, nou, te gek. Die avond zijn we het gaan vieren in een restaurant'. Ze zijn opgelucht dat het geen longkanker is. 'We dachten: kom maar op, we gaan voor genezing. Even die chemo's, en dan zijn we klaar.'

Maar er is iets veranderd in hun relatie. 'We stonden op het punt om uit elkaar te gaan', zegt Lideweij. 'Ik ging er bijna aan onderdoor. Ik durfde niet te praten over zijn alcoholgebruik. De schaamte was te groot'.
Tot zover de Volkskrant.

Als modejournalist voor het magazine Elsevier Stijl en modevakblad Textilia is Lideweij gewend aan het wisselen van perspectieven.

Er is het perspectief van de familie van Sander. Hij ging terug naar zijn ouders om daar verzorgd te worden en tenslotte te sterven. Die zijn niet blij met het boek en vinden dat de dood van Sander door Lideweij wordt geëxploiteerd.

Er is het perspectief van het publiek. Een deel vindt dat Lideweij tot het einde voor Sander had moeten zorgen.

Tenslotte is er het perspectief van filmmakers. Lideweij meldt dat drie belangstelling hebben getoond voor verfilming van het boek.

Op haar site.
Is jouw boek abacadabra voor iemand die geen kaas heeft gegeten van spiritualiteit?

“Voor mij was het een manier om grip te krijgen op een ongrijpbare wereld. Een onmogelijke missie natuurlijk. Dus heb ik mijn proces daarin zo goed en zo concreet mogelijk geprobeerd te verwoorden, zodat het begrijpelijk is voor iedereen. Ik sprak met mensen die na het overlijden van hun geliefden ook contact hadden met hun overledenen, maar er nooit eerder met anderen over durfden te praten. Uit angst om afgeschilderd te worden als een dwaas. Hoewel het nog niet echt geaccepteerd is in onze maatschappij, wil ik open en eerlijk zijn over wat mijn ervaring is met het ongrijpbare en het hiernamaals”.