Liefde is een toestand van Zijn. Je kunt haar nooit verliezen en ze kan je nooit verlaten omdat het diep in je zit. Jezelf te kennen als het Zijn onder de denker, de stilte onder de mentale ruis, de liefde en vreugde onder de pijn, is vrijheid, verlossing, verlichting.
In de stilte van je aanwezigheid kun je je eigen tijd- en vormloze werkelijkheid voelen als het ongemanifesteerde leven dat je fysieke vorm bezielt. Je voelt dan hetzelfde leven diep in ieder ander mens en elk ander schepsel.
Je kijkt door de sluier van vorm en afgescheidenheid heen.
Dat is het verwezenlijken van eenheid.
Dat is liefde.
Er is één relatie die je niet meer hebt als je verlicht bent: die met jezelf. Als je de illusie om die te hebben, hebt opgegeven, worden al je andere relaties liefdesrelaties.